Home

Verordening (EG) nr. 864/1999 van de Commissie van 26 april 1999 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 194/97 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen - (Voor de EER relevante tekst)

Verordening (EG) nr. 864/1999 van de Commissie van 26 april 1999 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 194/97 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen - (Voor de EER relevante tekst)

Verordening (EG) nr. 864/1999 van de Commissie van 26 april 1999 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 194/97 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen - (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 108 van 27/04/1999 blz. 0016 - 0018


VERORDENING (EG) Nr. 864/1999 VAN DE COMMISSIE

van 26 april 1999

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 194/97 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 315/93 van de Raad van 8 februari 1993 tot vaststelling van communautaire procedures inzake verontreinigingen in levensmiddelen(1), en met name op artikel 2, lid 3,

(1) Overwegende dat bij Verordening (EG) nr. 194/97 van de Commissie van 31 januari 1997 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen(2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1525/98(3), maximumgehalten aan nitraten zijn vastgesteld voor spinazie, sla en spinazieconserven of diepgevroren spinazie;

(2) Overwegende dat in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 194/97 is bepaald dat de Commissie vóór 1 oktober 1998 de in de bijlage voor sla en spinazie vastgestelde maximumgehalten opnieuw zal bezien op basis van de resultaten van de door de lidstaten verrichte controles;

(3) Overwegende dat de lidstaten op grond van artikel 2, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 194/97 gedragscodes ten uitvoer hebben gelegd om het nitraatgehalte in spinazie en sla te verminderen; dat wordt erkend dat de periode tussen de tenuitvoerlegging van de maatregelen en de herziening van de maximumgehalten te kort is om een aanzienlijke daling van het nitraatgehalte in spinazie en sla mogelijk te maken, mede gelet op de belangrijke invloed van het weer op het nitraatgehalte van sla en spinazie;

(4) Overwegende dat uit de resultaten van de door de lidstaten verrichte controles blijkt dat het maximumgehalte aan nitraten in verse spinazie bij herhaling wordt overschreden; dat verschillende lidstaten voorlopig hebben toegestaan dat op hun grondgebied geproduceerde en voor verbruik op hun grondgebied bestemde spinazie waarvan het nitraatgehalte hoger is dan de in deel I, punt 1.1, van de bijlage vastgestelde waarden, in het verkeer wordt gebracht; dat het momenteel, gezien de korte periode tussen de tenuitvoerlegging en de herziening van de maatregelen, niet mogelijk is om voor spinazie maximumgehalten aan nitraten vast te stellen die zo laag zijn als redelijkerwijze mogelijk is, met inachtneming van de toepassing van de gedragscodes; dat het derhalve aangewezen is de momenteel geldende maximumgehalten aan nitraten in verse spinazie te handhaven en te bepalen dat die gehalten om de drie jaar worden herzien; dat deze herziening gebaseerd moet zijn op door de lidstaten verrichte controles en op de toepassing van gedragscodes om het nitraatgehalte te verlagen;

(5) Overwegende dat uit de resultaten van de door de lidstaten verrichte controles blijkt dat de maximumgehalten voor sla momenteel niet kunnen worden verlaagd;

(6) Overwegende dat voor sommige lidstaten nog steeds een overgangsperiode vereist is waarin zij het in het verkeer brengen kunnen toestaan van op hun grondgebied geproduceerde en voor verbruik op hun grondgebied bestemde sla waarvan het nitraatgehalte hoger is dan de in deel I, punt 1.1, van de bijlage vastgestelde waarden; dat het aangewezen is de maximumgehalten aan nitraten in sla om de drie jaar te herzien op basis van de toepassing van gedragscodes om het nitraatgehalte te verlagen en van de resultaten van controles die door de lidstaten zijn verricht teneinde de maximumgehalten vast te stellen op een peil dat zo laag is als redelijkerwijze mogelijk is;

(7) Overwegende dat bewaking en toepassing van de gedragscodes worden uitgevoerd met middelen die in verhouding staan tot het gewenste doel en de in het verleden verkregen resultaten, waarbij vooral rekening wordt gehouden met de risico's en de opgedane ervaring; dat op de toepassing van de gedragscodes in sommige lidstaten van zeer nabij zal worden toegezien; dat het derhalve aangewezen is dat de lidstaten jaarlijks mededeling doen van de resultaten van de bewaking en verslag uitbrengen over de maatregelen die ze hebben genomen en de vooruitgang die is gemaakt met betrekking tot de toepassing van de gedragscodes om het nitraatgehalte te verlagen, en dat de lidstaten jaarlijks over deze verslagen van gedachten wisselen;

(8) Overwegende dat het maximumgehalte voor vollegrondssla lager is dan voor onder glas gekweekte sla, en dat, bij gebrek aan een nauwkeurige etikettering, voor een efficiënte controle het maximumgehalte voor vollegrondssla ook moet gelden voor onder glas gekweekte sla;

(9) Overwegende dat het Wetenschappelijk Comité voor levensmiddelen overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 315/93 is geraadpleegd over de bepalingen die gevolgen kunnen hebben voor de volksgezondheid; dat het comité in zijn advies van 22 september 1995 inzake nitraat heeft aanbevolen de inspanningen om blootstelling aan nitraten via voedsel en water te verlagen, voort te zetten en erop heeft aangedrongen goede landbouwpraktijken vast te stellen om zo laag mogelijke nitraatgehalten te garanderen;

(10) Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Comité voor levensmiddelen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 194/97 wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 3 wordt vervangen door: "Artikel 3

De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op 30 juni van elk jaar in kennis van de resultaten van hun controles en brengen verslag uit over de genomen maatregelen en de gemaakte vooruitgang met betrekking tot de toepassing en de verbetering van gedragscodes om het nitraatgehalte te verlagen. Deze informatie kan ook gegevens bevatten waarop de gedragscodes zijn gebaseerd.

De lidstaten die artikel 2, lid 2, van deze verordening niet toepassen, verrichten controles en passen goede praktijken toe met gebruikmaking van middelen die in verhouding staan tot het nagestreefde doel en de in het verleden verkregen resultaten, waarbij vooral rekening wordt gehouden met de risico's en de opgedane ervaring.

Op basis van de resultaten van de door de lidstaten verrichte controles op de inachtneming van de in de bijlage vastgestelde maximumgehalten, de verslagen met betrekking tot de toepassing en de verbetering van de gedragscodes om de nitraatgehalten te verlagen en de evaluatie van de gegevens waarop de lidstaten hun goede landbouwpraktijken hebben gebaseerd, dient de Commissie om de drie jaar, en voor het eerst vóór 31 december 2001, deze verordening opnieuw te bezien.".

2. De bijlage wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 26 april 1999.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB L 37 van 13.2.1993, blz. 1.

(2) PB L 31 van 1.2.1997, blz. 48.

(3) PB L 201 van 17.7.1998, blz. 43.

BIJLAGE

In de bijlage wordt punt "1. Nitraten" onder punt "I. Landbouwverontreinigingen" vervangen door:

"1. Nitraten

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>."