Home

Verordening (EG) nr. 1273/1999 van de Commissie van 17 juni 1999 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2366/98 houdende uitvoeringsbepalingen van de productiesteunregeling voor olijfolie voor de verkoopseizoenen 1998/1999 tot en met 2000/2001

Verordening (EG) nr. 1273/1999 van de Commissie van 17 juni 1999 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2366/98 houdende uitvoeringsbepalingen van de productiesteunregeling voor olijfolie voor de verkoopseizoenen 1998/1999 tot en met 2000/2001

VERORDENING (EG) Nr. 1273/1999 VAN DE COMMISSIE

van 17 juni 1999

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2366/98 houdende uitvoeringsbepalingen van de productiesteunregeling voor olijfolie voor de verkoopseizoenen 1998/1999 tot en met 2000/2001

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1638/98(2), en met name op artikel 5, lid 11,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1638/98 van de Raad, en met name op artikel 4,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2261/84 van de Raad van 17 juli 1984 houdende algemene voorschriften inzake de toekenning van de productiesteun voor olijfolie en de steun aan producentenorganisaties(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1639/98(4), en met name op artikel 19,

(1) Overwegende dat in artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2366/98 van de Commissie(5) is bepaald dat de uit hoofde van Verordening (EEG) nr. 3061/84 van de Commissie(6), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2455/97(7), gedane aangiften in de loop van de verkoopseizoenen 1999/2000 en 2000/2001 moeten worden vervangen door een volledige aangifte; dat het dienstig is toe te staan dat die vervanging wordt vervroegd;

(2) Overwegende dat in artikel 5, lid 2, in Verordening (EG) nr. 2366/98 sprake is van een overeenkomstig artikel 4 goedgekeurd programma; dat moet worden gepreciseerd dat het gaat om artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1638/98 dat betrekking heeft op de voorwaarden waarop supplementaire olijfbomen die na 1 mei 1998 zijn aangeplant, na 31 oktober 2001 recht kunnen geven op steun;

(3) Overwegende dat met het oog op de vaststelling van de opbrengsten aan olijven en olijfolie in artikel 18 van Verordening (EEG) nr. 2261/84 is bepaald dat de betrokken gegevens uiterlijk op 31 mei per homogeen productiegebied dienen te worden verstrekt; dat artikel 6 van Verordening (EG) nr. 2366/98 dienovereenkomstig moet worden aangepast;

(4) Overwegende dat in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 2366/98 is bepaald dat vóór de tiende van de maand aan de bevoegde instantie en, in voorkomend geval, aan het controlebureau over de voorgaande maand de maandopgave over de voorraadboekhouding van de oliefabrieken moet worden verstrekt; dat in verband met de administratieve organisatie in bepaalde lidstaten deze termijn met één dag moet worden aangepast;

(5) Overwegende dat in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2366/98 is vastgesteld dat voor elke dag de forfaitair bepaalde hoeveelheden verkregen afvallen van olijven in de boekhouding moeten worden vermeld; dat moet worden vastgesteld dat ook het via weging bepaalde gewicht van de verkregen hoeveelheden afvallen van olijven mag worden vermeld;

(6) Overwegende dat de in de Franse tekst onjuiste term in artikel 9, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 2366/98 moet worden vervangen;

(7) Overwegende dat de Raad de gemeenschappelijke marktordening voor de sector olijfolie heeft gewijzigd voor een overgangsperiode die afloopt aan het einde van het verkoopseizoen 2000/2001; dat de Commissie over zoveel mogelijk betrouwbare statistieken in verband met olijfolie dient te beschikken en bij de Raad vóór het jaar 2001 een voorstel moet indienen voor de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten die geldt met ingang van 1 november 2001; dat daartoe gegevens beschikbaar moeten zijn over de opbrengsten aan olijven en olijfolie in de producerende lidstaten; dat, om zo nauwkeurig mogelijke en voor alle lidstaten rechstreeks vergelijkbare gegevens te verkrijgen, met ingang van het verkoopseizoen 1999/2000, een methode voor de schatting van die opbrengsten moet worden ingevoerd waardoor die vergelijking mogelijk wordt; dat, met het oog op resultaten die zo representatief mogelijk zijn, de bepalingen inzake de wijze waarop en de regio's waar de methode wordt toegepast, moeten worden gepreciseerd;

(8) Overwegende dat met ingang van het verkoopseizoen 1999/2000 de werkzaamheden voor de uitvoering van de methode inzake de opbrengstraming moeten worden opgenomen in het in artikel 31 van Verordening (EG) nr. 2366/98 bedoelde werkprogramma van de controlebureaus;

(9) Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor oliën en vetten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 2366/98 wordt gewijzigd als volgt:

1. In artikel 3, lid 2, wordt vóór de woorden "in de loop van de verkoopseizoenen 1999/2000 en 2000/2001" het woord "uiterlijk" ingelast.

2. In artikel 5, lid 2, tweede alinea, wordt de tekst bij het tweede streepje vervangen door: "- de voorgenomen aanplantingen, aanplantingen van supplementaire olijfbomen zijn die deel uitmaken van een overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1638/98 goedgekeurd programma en derhalve na 31 oktober 2001 recht kunnen geven op de steun;".

3. In artikel 6, lid 3, wordt "vóór 1 augustus 1999" geschrapt.

4. In artikel 8, onder b), tweede streepje, wordt "vóór de tiende" vervangen door "uiterlijk de tiende".

5. In artikel 9, lid 1, wordt punt e) vervangen door: "e) de verkregen hoeveelheden afvallen van olijven, bepaald door weging of forfaitair bepaald;".

6. In artikel 9, lid 2, onder a), blijft de Nederlandse tekst, anders dan de Franse, ongewijzigd.

Artikel 2

Verordening (EG) nr. 2366/98 wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 6 wordt vervangen door: "Artikel 6

1. Met het oog op de vaststelling van de in artikel 18 van Verordening (EEG) nr. 2261/84 bedoelde opbrengsten aan olijven en olijfolie verstrekken de producerende lidstaten de Commissie uiterlijk op 31 mei van het betrokken verkoopseizoen:

a) voor elk van de homogene productiegebieden als bedoeld in lid 3 en volgens de in dat lid voor de betrokken gegevens bepaalde methode:

- de gemiddelde opbrengst in kilogram olijven per olijfboom waarvan de olijven zijn geoogst voor de productie van olie,

- de gegevens aan de hand waarvan de spreiding van de follow-up steekproef die voor de raming van de opbrengsten aan olijven in de regionale productiegebieden is gebruikt, kan worden beeordeeld;

b) voor elk van de productiegebieden als bedoeld in lid 2 en volgens de in dat lid voor de betrokken gegevens bepaalde methode:

- de gemiddelde opbrengst in kilogram olijven per olijfboom waarvan de olijven voor de productie van olie zijn geoogst, alsmede de nauwkeurigheid van de raming,

- het gemiddelde percentage bomen waarvan de olijven zijn geoogst voor de productie van olie, ten opzichte van het totaal van de aangegeven bomen, alsmede de nauwkeurigheid van de raming,

- de gemiddelde opbrengst aan olijfolie van eerste persing per kilogram olijven en de gemiddelde percentages olijfolie voor verlichting, courante olijfolie, olijfolie verkregen bij de eerste persing en extra olijfolie verkregen bij de eerste persing, vastgesteld overeenkomstig lid 4;

c) voor elk van de betrokken lidstaten, een schatting op basis van de onder a) en b) bedoelde gegevens, van

- de opbrengsten aan olijven en olijfolie per boom waarvan de olijven zijn geoogst,

- het percentage en het aantal bomen waarvan de olijven zijn geoogst,

- de geproduceerde hoeveelheden olie voor verlichting, courante olie, olie verkregen bij de eerste persing en extra olie verkregen bij de eerste persing, alsmede de percentages daarvan ten opzichte van de totale productie.

2. De regionale productiegebieden zijn vastgesteld in de bijlage.

Onverminderd artikel 28 wordt in elk regionaal productiegebied een follow-upsteekproef van 100 bedrijven genomen om de teeltaangiften te controleren en

- het aantal olijfbomen waarvan de olijven worden geoogst voor de olieproductie en

- de hoeveelheden aan de oliefabrieken geleverde olijven

vast te stellen.

De desbetreffende constateringen worden op het passende moment ter plaatse uitgevoerd. Wanneer een bedrijf in meer dan een keer aflevert, wordt ten minste een van die afleveringen ter plaatse gecontroleerd. Er wordt een systeem ingesteld om de kwaliteit van de constateringen te controleren. Twijfelachtige resultaten worden niet gebruikt voor de berekeningen.

De follow-up-steekproef van de gevolgde bedrijven wordt samengesteld door loting uit alle bedrijven die een steunaanvraag hebben ingediend in een van de twee verkoopseizoenen vóór dat waarvoor de opbrengsten worden geraamd. Deze verzameling bedrijven wordt onderverdeeld:

- volgens de in lid 3 bedoelde homogene productiegebieden,

- naar de grootte van de bedrijven,

- eventueel, aan de hand van andere criteria die door de lidstaat relevant worden geacht.

De voorbereiding en de loting voor de steekproef worden op nationaal vlak uitgevoerd in aanwezigheid van deskundigen van verschillende nationale instanties en eventueel van de Commissie.

Met het oog op de toekenning van de steun dient de olijvenproducent in voorkomend geval mee te werken aan de raming van de opbrengsten.

3. De homogene productiegebieden worden door de lidstaten vastgesteld met inachtneming van, met name:

- de geografische situatie en de agronomische kenmerken van het terrein,

- de meest voorkomende olijfbomenrassen, de ouderdom van de bomen en de meest toegepaste snoeiwijze,

- de noodzaak om slechts weinige, maar in de tijd gelijkblijvende, productiegebieden te selecteren die niet aan weerszijde van de grens van regionale productiegebieden liggen.

De lidstaten verstrekken de Commissie vóór 1 januari van het betrokken verkoopseizoen de lijst en de beschrijving van de vastgestelde homogene productiegebieden of de deugdelijk gemotiveerde wijzigingen in de eerder vastgestelde lijst.

De lidstaten stellen voor elk homogeen productiegebied een steekproefplan en een methodologie vast om, aan de hand van meningen van deskundigen, de gemiddelde opbrengst aan olijven te ramen per olijfboom waarvan de olijven voor de olieproductie zijn geoogst.

Indien de aggregatie van de op basis van de ramingen door deskundigen voor de homogene productiegebieden vastgestelde gemiddelde opbrengsten voor het betrokken regionale productiegebied niet, rekening houdende met het betrouwbaarheidsinterval, overeenstemt met de gemiddelde opbrengst die wordt verkregen op basis van de resultaten van de in lid 2 bedoelde follow-up-steekproef van bedrijven worden de ramingen van de deskundigen dienovereenkomstig aangepast.

4. De gemiddelde opbrengsten aan olijfolie van eerste persing per kilogram olijven en de percentages van de verschillende categorieën olijfolie van de eerste persing worden vastgesteld op grond van de gegevens die voor het betrokken verkoopseizoen zijn verstrekt door de erkende oliefabrieken waar de in artikel 30, lid 1, eerste alinea, bedoelde grondige controle wordt uitgevoerd.

De resultaten voor de afzonderlijke regionale productiegebieden worden berekend aan de hand van de gegevens van de gecontroleerde oliefabrieken, die worden geaggregeerd met inachtneming van, met name, de relatieve betekenis in het betrokken productiegebied van de door voornoemde oliefabrieken verwerkte hoeveelheden olijven.

5. De lidstaten delen de Commissie vóór 1 januari van het betrokken verkoopseizoen, op basis van een raming van deskundigen en van de informatie betreffende de voorgaande verkoopseizoenen, een voorlopige raming van de opbrengsten aan olijven en olijfolie in elk regionaal productiegebied mee.".

2. De bijlage bij deze verordening wordt de bijlage bij Verordening (EG) nr. 2366/98.

Artikel 3

In artikel 31 van Verordening (EG) nr. 2366/98 wordt de eerste alinea vervangen door: "Als de uitvoering van de in deze verordening bedoelde controles wordt opgedragen aan een controlebureau, maakt dat ook de in artikel 6 bedoelde ramingen van de opbrengsten aan olijven en olijfolie in de regionale productiegebieden. De betrokken werkzaamheden worden opgenomen in het overeenkomstig de artikelen 3 en 4 van Verordening (EEG) nr. 27/85 vastgestelde werkprogramma van het bureau.".

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 2 is echter van toepassing met ingang van 1 juli 1999 en artikel 3 met ingang van 1 november 1999.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 17 juni 1999.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB 172 van 30.9.1966, blz. 3025/66.

(2) PB L 210 van 28.7.1998, blz. 32.

(3) PB L 208 van 3.8.1984, blz. 3.

(4) PB L 210 van 28.7.1998, blz. 38.

(5) PB L 293 van 31.10.1998, blz. 50.

(6) PB L 288 van 1.11.1984, blz. 52.

(7) PB L 340 van 11.12.1997, blz. 26.

BIJLAGE

Regionale productiegebieden als bedoeld in artikel 6, lid 2

SPANJE

1. Regio NUTS-III "Jaen"

2. Regio's NUTS-III "Granada", "Malaga" en "Sevilla" samen

3. Regio NUTS-III "Cordoba"

4. Regio NUTS-II "Castilla-La Mancha"

5. Regio NUTS-II "Cataluña" en "Comunidad Valenciana"

6. Regio NUTS-II "Extremadura"

ITALIË

1. Regio's NUTS-III "Foggia" en "Bari" samen

2. Regio's NUTS-III "Taranto", "Brindisi" en "Lecce" samen

3. Regio's NUTS-III "Cosenza", "Crotone" en "Catanzaro" samen

4. Regio's NUTS-III "Vibo Valentia" en "Reggio di Calabria" samen

5. Regio NUTS-II "Sicilia"

6. Regio NUTS-II "Campania"

7. Regio NUTS-II "Lazio"

8. Regio NUTS-II "Abruzzo"

9. Regio NUTS-II "Toscana"

GRIEKENLAND

1. Regio NUTS-III "Irakleio"

2. Regio's NUTS-III "Lassithi", "Rethymni" en "Chania" samen

3. Regio NUTS-II "Peloponnisos"

4. Regio NUTS-II "Dytiki Ellada"

5. Regio NUTS-II "Ionia Nisia"

6. Regio NUTS-II "Sterea Ellada"

7. Regio NUTS-III "Lesbos"

PORTUGAL

1. Regio NUTS-II "Alentejo"

2. Regio NUTS-II "Norte"

3. Regio NUTS-II "Centro"

FRANKRIJK

Regio NUTS-II "Provence-Alpes-Côte d'Azur"