Home

Verordening (EG) nr. 1669/1999 van de Commissie van 28 juli 1999 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van olijfolie

Verordening (EG) nr. 1669/1999 van de Commissie van 28 juli 1999 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van olijfolie

VERORDENING (EG) Nr. 1669/1999 VAN DE COMMISSIE

van 28 juli 1999

tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van olijfolie

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1638/98(2), en met name op artikel 3, lid 3,

(1) Overwegende dat overeenkomstig artikel 3 van Verordening nr. 136/66/EEG, wanneer de prijs in de Gemeenschap hoger is dan de prijsnoteringen op de wereldmarkt, het verschil tussen deze prijzen kan worden overbrugd door een restitutie bij de uitvoer van olijfolie naar derde landen;

(2) Overwegende dat de regelen betreffende de vaststelling en de toekenning van de restitutie bij uitvoer van olijfolie zijn vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 616/72 van de Commissie(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2962/77(4);

(3) Overwegende dat de restitutie overeenkomstig artikel 3, lid 3, van Verordening nr. 136/66/EEG voor de gehele Gemeenschap gelijk moet zijn;

(4) Overwegende dat overeenkomstig artikel 3, lid 4, van Verordening nr. 136/66/EEG de restitutie voor olijfolie moet worden vastgesteld met inachtneming van de situatie en de verwachte ontwikkeling van de olijfolieprijzen en de beschikbare hoeveelheden op de markt van de Gemeenschap en van de olijfolieprijzen op de wereldmarkt; dat, ingeval de situatie op de wereldmarkt het niet mogelijk maakt de gunstigste noteringen voor olijfolie te bepalen, evenwel rekening kan worden gehouden met de wereldmarktprijs van de voornaamste concurrerende plantaardige oliën en met het gedurende een representatieve periode geconstateerde verschil tussen deze prijs en die van olijfolie; dat het restitutiebedrag niet hoger mag zijn dan het verschil tussen de prijs voor olijfolie in de Gemeenschap en die op de wereldmarkt, in voorkomend geval aangepast teneinde rekening te houden met de kosten voor de uitvoer van de producten op de wereldmarkt;

(5) Overwegende dat, overeenkomstig artikel 3, lid 3, derde alinea, onder b), van Verordening nr. 136/66/EEG, kan worden beslist om de restitutie bij openbare inschrijving vast te stellen; dat de openbare inschrijving betrekking heeft op het bedrag van de restitutie en kan worden beperkt tot sommige landen van bestemming, bepaalde hoeveelheden, kwaliteiten en aanbiedingsvormen;

(6) Overwegende dat overeenkomstig artikel 3, lid 3, tweede alinea, van Verordening nr. 136/66/EEG de restitutie voor olijfolie echter verschillend kan worden vastgesteld naar gelang van de bestemming, wanneer de situatie op de wereldmarkt of de bijzondere eisen van bepaalde markten zulks noodzakelijk maken;

(7) Overwegende dat de restitutie ten minste eenmaal per maand moet worden vastgesteld; dat zij indien nodig tussentijds kan worden gewijzigd;

(8) Overwegende dat de toepassing van deze regelen op de huidige marktsituatie in de sector olijfolie, en met name op de prijzen van dit product in de Gemeenschap, alsmede op de markten van derde landen met zich brengt dat de restitutie moet worden bepaald op de in de bijlage genoemde bedragen;

(9) Overwegende dat het Comité van beheer voor oliën en vetten geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restituties bij de uitvoer van de in artikel 1, lid 2, onder c), van Verordening nr. 136/66/EEG bedoelde producten, worden vastgesteld op de in de bijlage aangegeven bedragen.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 29 juli 1999.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 juli 1999.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB 172 van 30. 9. 1966, blz. 3025/66.

(2) PB L 210 van 28.7.1998, blz. 32.

(3) PB L 78 van 31.3.1972, blz. 1.

(4) PB L 348 van 30.12.1977, blz. 53.

BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 28 juli 1999 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van olijfolie

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

NB:

Productcodes en voetnoten: zie de gewijzigde Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie.