2000/180/EG: Beschikking van de Commissie van 23 februari 2000 houdende vaststelling van een aanvullende termijn voor het verlenen van voorlopige toelatingen voor de nieuwe werkzame stof Pseudomonas chlororaphis (kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 407) (Voor de EER relevante tekst)
2000/180/EG: Beschikking van de Commissie van 23 februari 2000 houdende vaststelling van een aanvullende termijn voor het verlenen van voorlopige toelatingen voor de nieuwe werkzame stof Pseudomonas chlororaphis (kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 407) (Voor de EER relevante tekst)
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 23 februari 2000
houdende vaststelling van een aanvullende termijn voor het verlenen van voorlopige toelatingen voor de nieuwe werkzame stof Pseudomonas chlororaphis
(kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 407)
(Voor de EER relevante tekst)
(2000/180/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 1999/80/EG van de Commissie(2), en met name op artikel 8, lid 1, vierde alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) In Richtlijn 91/414/EEG (hierna "de richtlijn" te noemen) is bepaald dat een communautaire lijst van voor verwerking in gewasbeschermingsmiddelen toegelaten werkzame stoffen moet worden vastgesteld.
(2) Bio Agri heeft op 15 december 1994 bij de Zweedse autoriteiten een dossier ingediend voor de nieuwe werkzame stof Pseudomonas chlororaphis met het oog op opneming ervan in bijlage I bij de richtlijn.
(3) Met betrekking tot Pseudomonas chlororaphis worden de gevolgen voor de volksgezondheid en voor het milieu overeenkomstig het bepaalde in artikel 6, leden 2 en 4, van de richtlijn beoordeeld voor de door de aanvrager voorgestelde gebruiksdoeleinden. Zweden, dat als rapporterende lidstaat was aangewezen, heeft op 7 april 1998 het betrokken beoordelingsverslag bij de Commissie ingediend.
(4) Het ingediende verslag is door de lidstaten en de Commissie onderzocht in het kader van het Permanent Plantenziektekundig Comité en werkgroepen daarvan.
(5) Er is meer tijd nodig om het wetenschappelijk en technisch dossier voor Pseudomonas chlororaphis volledig te kunnen onderzoeken.
(6) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
De lidstaten mogen reeds verleende voorlopige toelatingen voor Pseudomonas chlororaphis bevattende gewasbeschermingsmiddelen verlengen voor een periode van ten hoogste 24 maanden, te rekenen vanaf de datum van deze beschikking.
Artikel 2
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 23 februari 2000.
Voor de Commissie
David BYRNE
Lid van de Commissie
(1) PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.
(2) PB L 210 van 10.8.1999, blz. 13.