Home

2000/250/EG: Beschikking van de Commissie van 16 november 1999 betreffende de overheidssteun die Italië voornemens is toe te kennen ten behoeve van de bouw van nieuwe scheepswerven in Oristano (Sardinië) en Belvedere Marittimo (Calabrië) (kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 4839) (Voor de EER relevante tekst) (Slechts de tekst in de Italiaanse taal is authentiek)

2000/250/EG: Beschikking van de Commissie van 16 november 1999 betreffende de overheidssteun die Italië voornemens is toe te kennen ten behoeve van de bouw van nieuwe scheepswerven in Oristano (Sardinië) en Belvedere Marittimo (Calabrië) (kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 4839) (Voor de EER relevante tekst) (Slechts de tekst in de Italiaanse taal is authentiek)

2000/250/EG: Beschikking van de Commissie van 16 november 1999 betreffende de overheidssteun die Italië voornemens is toe te kennen ten behoeve van de bouw van nieuwe scheepswerven in Oristano (Sardinië) en Belvedere Marittimo (Calabrië) (kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 4839) (Voor de EER relevante tekst) (Slechts de tekst in de Italiaanse taal is authentiek)

Publicatieblad Nr. L 078 van 29/03/2000 blz. 0023 - 0025


Beschikking van de Commissie

van 16 november 1999

betreffende de overheidssteun die Italië voornemens is toe te kennen ten behoeve van de bouw van nieuwe scheepswerven in Oristano (Sardinië) en Belvedere Marittimo (Calabrië)

(kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 4839)

(Slechts de tekst in de Italiaanse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2000/250/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 88, lid 2, eerste alinea,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name op artikel 62, lid 1, onder a),

Gelet op Richtlijn 90/684/EEG van de Raad van 21 december 1990 betreffende de steunverlening aan de scheepsbouw(1), waarvan de toepassing werd verlengd bij Verordening (EG) nr. 2600/97(2),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1540/98 van de Raad van 29 juni 1998 betreffende de steunverlening aan de scheepsbouw(3),

Na de belanghebbenden overeenkomstig artikel 88, lid 2, eerste alinea, van het EG-Verdrag te hebben aangemaand hun opmerkingen te maken, en gezien deze opmerkingen,

Overwegende hetgeen volgt:

I. PROCEDURE

(1) Bij schrijven van, onderscheidenlijk, 17 november 1997 (geregistreerd op 18 november 1997) en 6 maart 1998 (geregistreerd op 12 maart 1998) hebben de Italiaanse autoriteiten bij de Commissie twee identieke voornemens voor investeringssteun aangemeld, die - op grond van decreto-legge nr. 415 van 22 oktober 1992, omgezet in wet nr. 488 van 19 december 1992 (hierna: "wet nr. 488/92") houdende bepalingen inzake regionale investeringssteun in Italië - zou worden toegekend ten behoeve van de bouw van twee nieuwe scheepswerven.

In verband met het eerste voornemen werden aanvullende inlichtingen gevraagd, en samen met hun antwoord hebben de Italiaanse autoriteiten ook het tweede voornemen aangemeld.

(2) Bij schrijven van 14 juli 1998 heeft de Commissie de Italiaanse regering in kennis gesteld van haar besluit de procedure van artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag in te leiden ten aanzien van deze steunmaatregelen. De Italiaanse autoriteiten hebben de Commissie hun opmerkingen kenbaar gemaakt bij schrijven nr. 3896 van hun permanente vertegenwoordiging d.d. 2 maart 1999. Het besluit tot inleiding van de procedure werd bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen(4), waarbij de Commissie aan belanghebbenden het verzoek richtte hun opmerkingen kenbaar te maken. De Commissie heeft van de belanghebbenden opmerkingen terzake ontvangen. Zij heeft deze voor een reactie aan de Italiaanse regering doorgezonden.

(3) Bij brieven van 18 september 1998 en 5 augustus 1999 hebben de Italiaanse autoriteiten de Commissie hun opmerkingen meegedeeld, alsmede dienstige inlichtingen voor de beoordeling van de beide zaken.

II. BESCHRIJVING VAN DE STEUN

(4) De investeringen zijn gebaseerd op studies van projecten die werden verwezenlijkt door Euroinvest, een Europees consortium van kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's) en beroepsverenigingen, vooral uit Italië, Griekenland en Portugal.

De ondernemingen willen snelle veerboten, catamarans en enkelrompschepen gaan bouwen; volgens de studies die aan het project ten grondslag liggen, betreft het hier een markt die in volle expansie is. Het betreft een reeds bestaande technologie, die afkomstig is van een andere Italiaanse scheepswerf welke zich in dit soort schepen heeft gespecialiseerd. De te bouwen schepen voldoen qua technologie en innovatie aan de recentste normen voor hogesnelheidsvaartuigen.

Voor elk van de projecten, waarvan de investeringsuitgaven telkens 89,3 miljard ITL bedragen, wordt gerekend met de bouw van één schip per jaar, hetgeen overeenstemt met 80000 manuren/jaar, met werkgelegenheid voor circa 50 arbeiders.

(5) De steun zal worden toegekend op basis van de Italiaanse regeling inzake regionale investeringssteun zoals bedoeld in wet nr. 488/92. In beide gevallen zijn de werven gevestigd in een regio van doelsteling 1, waar de investeringssteun kan oplopen tot 50 % nettosubsidie-equivalent (NSE), te verhogen met 15 % brutosubsidie-equivalent (BSE) voor KMO's. Gelet op het voorziene steunbedrag - 53,4 miljard ITL voor Oristano en 54,6 ITL voor Belvedere Marittimo - en de kosten die volgens de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen(5) in aanmerking komen, heeft de steun een totale intensiteit van, onderscheidenlijk, 45,75 % en 42,34 % NSE.

(6) In het verzoek om aanvullende inlichtingen werd erop gewezen dat, overeenkomstig artikel 6 van Richtlijn 90/684/EEG, deze transactie enkel kon worden onderzocht mits de nieuwe capaciteit een rechtstreekse vervanging is van bestaande capaciteit die onlangs werd gesloten.

In hun antwoord hebben de Italiaanse autoriteiten erkend dat zij niet in staat waren een precieze lijst van werven te verschaffen welke zouden zijn geschrapt uit het bijzondere register van Italiaanse scheepswerven. Evenmin konden zij verduidelijken of de capaciteit van de recentelijk gesloten ondernemingen overeenstemde met de tot stand te brengen capaciteit.

III. OPMERKINGEN VAN BELANGHEBBENDEN

(7) In het kader van de procedure hebben de Franse autoriteiten bij schrijven van 10 november 1998 hun opmerkingen kenbaar gemaakt, daarbij gevolg gevend aan het verzoek van de Commissie. Zij benadrukken vooral de capaciteitsproblemen in de scheepsbouwsector en het feit dat er in de Europese Unie genoeg bestaande werven lijken te zijn om aan de vraag naar hogesnelheidsvaartuigen te voldoen.

IV. OPMERKINGEN VAN ITALIË

(8) Bij schrijven nr. 6239 van 18 september 1998 hebben de Italiaanse autoriteiten in de eerste plaats meegedeeld dat het project dat voor Belvedere Marittimo was aangemeld, aangepast was en dat er niet langer schepen zouden worden gebouwd die onder de toepassing vallen van de communautaire regelgeving. Daarom werd de aanmelding van dit project ingetrokken. Wat het Oristano-project betreft, was er sprake van een overeenkomst met de Clemna-werf uit La Spezia om de desbetreffende capaciteit over te hevelen.

(9) Op verzoek van de Commissie hebben de Italiaanse autoriteiten bij schrijven van 9 augustus 1999 nadere inlichtingen verstrekt waardoor bevestigd werd dat op de locatie van Belvedere Marittimo een alternatief project zou worden uitgevoerd, voor de bouw van catamarans van 38 m met een tonnage van minder dan 100 brt en kleine sleepboten met een vermogen van minder dan 365 kW. Voorts bleek uit dat schrijven ook dat de Clemna-werf, die een nuttige capaciteit van 3000 brt heeft, haar laatste order afwerkte, vereffend werd en dus op haar beurt zou worden geschrapt uit het bijzondere register van Italiaanse scheepswerven.

V. BEOORDELING VAN DE STEUN

(10) De aangemelde steun is steun zoals bedoeld in artikel 1, lid 2, van de Italiaanse wet nr. 488/92, aangevuld door diverse ministeriële decreten en circulaires betreffende de wijze van toepassing, welke door de Commissie op 19 mei 1997 zijn goedgekeurd(6). Voor deze steunregeling komen de be- en verwerkende ondernemingen in aanmerking die zijn gevestigd in regio's van doelstelling 1, 2 of 5b of in gebieden die aanspraak kunnen maken op regionale steun op grond van de afwijkingen uit artikel 87, lid 3, onder a) of c), van het EG-Verdrag. Tot de in aanmerking komende investeringen en uitgaven behoort inzonderheid de bouw van nieuwe productie-installaties.

(11) Bij die gelegenheid keurde de Commissie behalve de steunregeling, ook de kaart goed waarop de Italiaanse regio's zijn afgebakend die voor steun in aanmerking komen, alsmede de desbetreffende steunintensiteiten. Aangezien Sardinië en Calabrië omschreven werden als regio's van doelstelling 1, kan de steunintensiteit van de in aanmerking komende investeringen maximaal 50 % NSE bedragen. Een verhoging van 15 % BSE kan worden toegekend voor KMO's.

(12) Zoals de Commissie heeft opgemerkt in haar schrijven aan de Italiaanse regering waarbij zij deze regeling goedkeurde, is de betrokken regeling onderworpen aan de bepalingen en de communautaire kaderregelingen die gelden voor een aantal bedrijfstakken. Aangezien hier sprake is van investeringssteun voor de bouw van nieuwe scheepswerven, gelden in dit geval de bepalingen welke van toepassing waren op het tijdstip van de aanmelding, namelijk Richtlijn 90/684/EEG betreffende de steunverlening aan de scheepsbouw, die bij Verordening (EG) nr. 2600/97 werd verlengd tot 31 december 1998. In artikel 1, onder a), van voormelde richtlijn wordt de scheepsbouw omschreven als de bouw in de Gemeenschap van zeeschepen met mealen casco, hetgeen ieder type schip van 100 brt of meer omvat en sleepboten met een vermogen van 365 kW of meer. Volgens artikel 11, lid 2, onder b), van deze richtlijn worden "besluiten om algemene dan wel regionale steunregelingen te doen gelden voor de in deze richtlijn bedoelde ondernemingen (...) vooraf door de lidstaten ter kennis van de Commissie gebracht en" worden deze "niet zonder goedkeuring van de Commissie ten uitvoer gelegd".

(13) De bouw van de scheepswerf te Oristano voldoet aan de in overweging 12 vermelde voorwaarden en moet dus worden getoetst aan artikel 6, lid 1, van genoemde richtlijn, dat luidt: "Al dan niet specifieke investeringssteun mag niet worden verleend voor de oprichting van nieuwe scheepswerven of voor investeringen in bestaande scheepswerven, tenzij deze steun gekoppeld is aan een herstructureringsplan dat geen enkele uitbreiding van de scheepsbouwcapaciteit van deze scheepswerf behelst, dan wel in het geval van uitbreiding rechtstreeks gekoppeld is aan een overeenkomstige, onomkeerbare inkrimping van de capaciteit van andere scheepswerven van dezelfde lidstaat gedurende dezelfde periode".

(14) De Italiaanse regering heeft meegedeeld dat de Clemna-scheepswerf uit La Spezia, die onder nr. 17 is ingeschreven in het bijzondere register van Italiaanse scheepswerven, zou worden vereffend en haar scheepsbouwactiviteiten definitief zou stopzetten. Deze werf, die in 1996 haar laatste order binnenhaalde, had een nuttige capaciteit van 3000 brt, waarvan 2000 brt effectief werd gebruikt. Aangezien het werkprogramma van de nieuwe werf voorziet in een jaarproductie van 2000 brt, mag worden aangenomen dat de in Oristano nieuw geïnstalleerde capaciteit rechtstreeks wordt gecompenseerd door de sluiting van bestaande capaciteit in dezelfde periode. Bijgevolg werd voldaan aan de voorwaarden uit Richtlijn 90/684/EEG en kan de investeringssteun worden aangemerkt als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt.

(15) Om evenwel te kunnen nagaan of de sluiting van de capaciteit van de Clemna-werf uit La Spezia definitief en onomkeerbaar is, moeten de Italiaanse autoriteiten de Commissie alle nodige inlichtingen verstrekken betreffende de activiteiten die op de locatie van de gesloten onderneming zullen plaatsvinden. Deze verslagen kunnen door de Commissie aan een nader onderzoek worden onderworpen.

(16) Wat de werf van Belvedere Marittimo betreft, voldoet de op te richten onderneming volgens het nieuwe, door de Italiaanse autoriteiten voorgelegde plan niet aan de voorwaarden uit overweging 12 voor de toepassing van genoemde bepalingen, en moet dit project dan ook niet door de Commissie worden getoetst aan Richtlijn 90/684/EEG.

(17) Gelet evenwel op de overeenkomsten tussen beide investeringen, moeten de Italiaanse autoriteiten gedurende een periode van tien jaar jaarlijks een verslag meedelen over de activiteiten van de nieuwe onderneming, waarbij gedetailleerde inlichtingen over de productie worden verstrekt. Ook dit verslag kan aan een nader onderzoek worden onderworpen.

VI. CONCLUSIES

(18) De Commissie concludeerd dat de steun ten behoeve van de bouw van de nieuwe werf in Oristano voldoet aan de voorwaarden uit de Italiaanse wet nr. 488/92, die door de Commissie werd goedgekeurd, en in overeenstemming is met Richtlijn 90/684/EEG. Tevens concludeert zij dat de steun voor de bouw van de scheepswerf van Belvedere Marittimo voldoet aan de bepalingen uit wet nr. 488/92 en bovendien niet onderworpen is aan enige verplichting inzake voorafgaande goedkeuring door de Commissie,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De overheidssteun die Italië op grond van wet nr. 488/92 voornemens is toe te kennen ten behoeve van de bouw van de nieuwe werf in Oristano, ten bedrage van 53,4 miljard ITL, is overeenkomstig artikel 87, lid 2, onder a), van het EG-Verdrag en Richtlijn 90/684/EEG met de gemeenschappelijke markt verenigbaar.

De toekenning van deze steun is bijgevolg geoorloofd mits de sluiting van de Clemna-werf te La Spezia definitief en onomkeerbaar is.

Artikel 2

De voorgenomen overheidssteun van Italië ten behoeve van de bouw van een nieuwe scheepswerf te Belvedere Marittimo, ten bedrage van 54,4 miljard ITL, behoeft niet vooraf door de Commissie te worden goedgekeurd overeenkomstig Richtlijn 90/684/EEG, aangezien de schepen die er zullen worden gebouwd een brutotonnage van minder dan 100 brt zullen hebben of sleepboten zullen zijn met een vermogen van minder dan 365 kW.

Artikel 3

De Italiaanse regering doet de Commissie gedurende een periode van tien jaar jaarlijks een verslag toekomen over:

a) de activiteiten die zullen worden ontwikkeld op de locatie van de Clemna-werf te La Spezia,

b) de productie van de Belvedere Marittimo-werf.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de Italiaanse Republiek.

Gedaan te Brussel, 16 november 1999.

Voor de Commissie

Mario Monti

Lid van de Commissie

(1) PB L 380 van 31.12.1990, blz. 27.

(2) PB L 351 van 23.12.1997, blz. 18.

(3) PB L 202 van 18.7.1998, blz. 1.

(4) PB C 307 van 7.10.1998, blz. 8.

(5) PB C 74 van 10.3.1998, blz. 9.

(6) PB C 247 van 21.7.1997, blz. 3.