2000/296/EG: Besluit van de Commissie van 5 april 2000 in het kader van de bepalingen van Verordening (EG) nr. 3286/94 van de Raad betreffende het Chileense verbod op het lossen van zwaardvisvangsten in Chileense havens (kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 926)
2000/296/EG: Besluit van de Commissie van 5 april 2000 in het kader van de bepalingen van Verordening (EG) nr. 3286/94 van de Raad betreffende het Chileense verbod op het lossen van zwaardvisvangsten in Chileense havens (kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 926)
2000/296/EG: Besluit van de Commissie van 5 april 2000 in het kader van de bepalingen van Verordening (EG) nr. 3286/94 van de Raad betreffende het Chileense verbod op het lossen van zwaardvisvangsten in Chileense havens (kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 926)
Publicatieblad Nr. L 096 van 18/04/2000 blz. 0067 - 0069
Besluit van de Commissie
van 5 april 2000
in het kader van de bepalingen van Verordening (EG) nr. 3286/94 van de Raad betreffende het Chileense verbod op het lossen van zwaardvisvangsten in Chileense havens
(kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 926)
(2000/296/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 3286/94 van de Raad van 22 december 1994 tot vaststelling van communautaire procedures op het gebied van de gemeenschappelijke handelspolitiek met het oog op de handhaving van de rechten die de Gemeenschap ontleent aan internationale regelingen voor het handelsverkeer, in het bijzonder die welke onder auspiciën van de Wereldhandelsorganisatie werden vastgesteld(1), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 356/95(2), inzonderheid op de artikelen 13 en 14,
Na raadpleging van het raadgevend comité,
Overwegende hetgeen volgt:
A. PROCEDURE
(1) Op 26 mei 1998 ontving de Commissie een klacht ingevolge de artikelen 3 en 4 van Verordening (EG) nr. 3286/94 (hierna "de verordening" genoemd). De klacht werd ingediend door Anapa (Asociación Nacional de Armadores de Buques Palangreros de Altura - Spaanse Nationale Associatie van eigenaren van diepzeebeugschepen).
(2) De indiener van de klacht voerde aan dat Chili een verbod op overlading en douanevervoer van zwaardvisvangsten in Chileense havens handhaafde, alsook de eis een veterinair gezondheidscertificaat te overleggen voor visserijproducten die het Chileense grondgebied binnenkomen, ongeacht de wijze van binnenkomst of eindbestemming ervan, praktijken die respectievelijk strijdig zijn met artikel V van de GATT 1994 en artikel 2, lid 3, en artikel 5, leden 4 en 6, van de WTO-overeenkomst inzake de toepassing van sanitaire en fytosanitaire maatregelen. Op die grondslag heeft de aanklager de Commissie verzocht de noodzakelijke maatregelen te treffen om Chili ervan te overtuigen deze maatregelen in te trekken.
(3) De klacht bevatte voldoende bewijsmateriaal om de inleiding van een communautaire onderzoeksprocedure ingevolge artikel 8 van de verordening te rechtvaardigen. Op 10 juli 1998 werd derhalve zo'n onderzoeksprocedure ingeleid(3).
(4) Na de inleiding van de onderzoeksprocedure stelde de Commissie een onderzoek in, dat tot de hieronder vermelde conclusies heeft geleid.
B. CONCLUSIES MET BETREKKING TOT HET BESTAAN VAN EEN BELEMMERING VOOR HET HANDELSVERKEER
(5) De desbetreffende Chileense wetgeving betreffende het verbod op het lossen van zwaardvisvangsten in Chileense havens is vastgesteld op basis van artikel 165 van de Chileense visserijwetgeving (Ley General de Pesca y Acuicultura), zoals geconsolideerd bij Decreto supremo (de wet) nr. 430 van 28 september 1991.
(6) Uit het onderzoek is gebleken dat de Chileense wetgeving de aanvoer en de doorvoer verbiedt van vissoorten die zich over lange afstanden verplaatsen (zoals zwaardvis) en binnen of buiten de exclusieve economische zone van Chili zijn gevangen, wanneer deze vangsten strijdig zijn met de eenzijdig door Chili opgelegde instandhoudingsvoorschriften. Deze regels zijn van toepassing op zwaardvisvangsten in de binnenwateren, de territoriale zee of de exclusieve economische zone (EEZ) en in de aangrenzende gebieden van de EEZ. Het verbod geldt derhalve voor zwaardvisvangsten in de aan de EEZ grenzende gebieden, d.w.z. buit de EEZ.
(7) De Commissie sluit zich weliswaar aan bij het algemene doel, de zwaardvisvoorraden in stand te houden, maar meent dat eventuele maatregelen in dit verband de handel zo min mogelijk schade moeten toebrengen en niet mogen neerkomen op willekeurige of ongerechtvaardigde discriminatie.
(8) De desbetreffende Chileense wetgeving werd vastgesteld en het invoerverbod toegepast zonder dat Chili serieuze onderhandelingen is begonnen waarbij de Gemeenschap betrokken was, met het doel bilaterale of multilaterale overeenkomsten te sluiten. Chili onderhandelt in feite sinds 1997 over een overeenkomst betreffende de instandhouding van de levende rijkdommen in de Stille Oceaan in het kader van een regionale organisatie, maar heeft geen pogingen gedaan om samenwerkingsakkoorden met de Gemeenschap te sluiten.
(9) De verplichting voor de leden van de WTO om serieuze onderhandelingen met alle betrokken leden te voeren over consensuele middelen voor de bescherming en instandhouding van de levende rijkdommen van de zee, in plaats van hun toevlucht te nemen tot eenzijdige en discriminerende maatregelen, werd uiteengezet in het rapport "Verenigde Staten - Verbod op de invoer van bepaalde garnalensoorten en bepaalde producten op basis van garnalen"(4). Aangezien Chili niet aan deze verplichting voldeed en eigenmachtig eenzijdige maatregelen toepaste, werd bij het onderzoek geconcludeerd dat de Chileense praktijken neerkomen op een ongerechtvaardigde en willekeurige discriminatie.
(10) Bij het onderzoek is vastgesteld dat de communautaire vissersboten volgens de Chileense wetgeving hun zwaardvisvangsten niet in Chileense havens mogen lossen hetzij om deze op te slaan hetzij om op andere schepen over te laden. Dit verbod geldt eveneens in de Chileense territoriale zee en in de EEZ, zodat er sprake is van schending van het beginsel van vrije doorvoer, dat vastgesteld is in artikel V van de GATT 1994.
(11) Bovendien belemmeren, door het lossen in Chileense havens te verbieden voor zwaardvisvangsten van communautaire schepen, de maatregelen in kwestie ook de invoer van deze vis in Chili, hetgeen indruist tegen artikel XI van de GATT 1994.
(12) Wat de eis van een veterinair gezondheidscertificaat betreft, hebben de Chileense autoriteiten in het kader van het onderzoek verklaard dat de desbetreffende voorschriften (Oficio Circular n° 240) in november 1991 waren afgeschaft. Rekening houdend met de feitelijke rectificaties van de Chileense autoriteiten, hebben de diensten van de Commissie deze handelsbelemmering niet verder onderzocht.
(13) Onder deze omstandigheden is de Commissie van mening dat de bewering van de aanklager betreffende het verbod op outlading gefundeerd is en dat de Chileense praktijken een handelsbelemmering vormen in de zin van artikel 2, lid 1, van de verordening, aangezien zij in strijd zijn met de artikelen V en XI van de GATT 1994.
(14) De Commissie is evenwel van mening dat de vermelding van de bovengenoemde juridische grondslagen niet de toepassing van een andere relevante bepaling van de WTO-overeenkomst en de daaraan gehechte overeenkomsten uitsluit, die van nut zou kunnen zijn bij de procedures voor de WTO.
C. BEVINDINGEN IN VERBAND MET SCHADE
(15) Het onderzoek heeft aangetoond dat de Chileense havens gezien hun geografische positie, hun goed ontwikkelde infrastructuur en hun commerciële faciliteiten de meest geschikte zijn voor de overlading van zwaardvis die door communautaire schepen in het zuidoosten van de Stille Oceaan wordt gevangen. Door het Chileense verbod om de zwaardvis over te laden zijn de communautaire schepen verplicht hun vangsten in andere derde landen van de regio te ontladen of over te laden, hetgeen minstens zes extra dagen kost, en er is dus sprake van schade bestaande uit:
- kosten die samenhangen met de tekortkomingen van de havens van andere derde landen in vergelijking met de Chileense havens;
- extra werkingskosten in verband met de reis naar havens van andere derde landen;
- potentiële verliezen van vangsten tijdens het extra traject.
(16) De Commissie heeft vastgesteld dat de hiervoor genoemde praktijken schade vormen in de zin van artikel 2, lid 3, van de verordening.
D. BEVINDINGEN MET BETREKKING TOT NADELIGE GEVOLGEN VOOR DE HANDEL
(17) Het onderzoek heeft bevestigd dat de betwiste Chileense praktijken de communautaire visserijschepen belemmeren om zich op de markten van derde landen te begeven. De Chileense havens zijn van essentieel belang voor de uitvoer, vooral van verse zwaardvis, naar de Verenigde Staten, omdat dit land nauwe handelsbetrekkingen op dit gebied met Chili onderhoudt.
(18) Door het verbod om de vangsten aan land te brengen en dus gebruik te maken van de naburige luchthavens kunnen de communautaire producenten niet naar de markt van de Verenigde Staten exporteren, één van de belangrijkste markten voor zwaardvis ter wereld, waardoor er, wat de ondernemers in de Europese Unie betreft, nadelige gevolgen voor de handel zijn.
(19) Daarnaast moet ook rekening worden gehouden met bepaalde potentiële nadelige gevolgen voor de handel. Door de beperkte aanwezigheid van communautaire schepen in de regio zal de positie van de Gemeenschap worden verzwakt in het licht van de toekomstige internationale samenwerking in het zuidoosten van de Stille Oceaan, zoals bepaald in het zeerechtverdrag. Doordat communautaire schepen de Chileense havens niet kunnen binnenvaren, is het duidelijk dat het risico bestaat van verdere nadelige gevolgen voor de Gemeenschap.
(20) De Commissie heeft daarom geconcludeerd dat de hiervoor genoemde effecten leiden of dreigen te leiden tot nadelige gevolgen voor de handel in de zin van artikel 2, lid 4, van de verordening.
E. COMMUNAUTAIR BELANG
(21) Het is van essentieel belang dat communautaire schepen toegang hebben tot de internationale visgebieden en dat de vrijheid van doorvoer door internationale regels wordt gewaarborgd.
(22) Het is in het belang van de Gemeenschap dat geschillen die met milieukwesties in verband staan, worden geregeld via multilateraal onderhandelde maatregelen, die zowel gunstig zijn voor de handel als voor de duurzame ontwikkeling.
(23) Bovendien is het onaanvaardbaar dat Chili een maatregel oplegt die de toegang van communautaire schepen tot zijn havens belemmert tenzij deze schepen zich voegen naar de eenzijdig opgelegde instandhoudingsmaatregelen. Zoals de beroepsinstantie heeft verklaard in het rapport "Verenigde Staten - Benzine"(5) en verder heeft bevestigd in het rapport "Verenigde Staten - Verbod op de invoer van bepaalde garnalensoorten en bepaalde producten op basis van garnalen"(6), staat het de WTO-leden vrij om hun eigen milieubeschermingsmaatregelen te nemen voorzover zij daarbij hun verplichtingen nakomen en de rechten respecteren van andere leden in het kader van de WTO-overeenkomsten. Dat heeft Chili in het onderhavige geval niet gedaan.
(24) Ervoor zorgen dat de WTO-partners hun verplichtingen volledig nakomen, is van het grootste belang voor de Gemeenschap, die zichzelf tot dezelfde verplichtingen heeft verbonden. Voor de goede werking van een multilateraal handelssysteem is het onontbeerlijk dat alle praktijken die tegen de WTO-regels lijken in te druisen, systematisch worden aangepakt.
F. CONCLUSIES EN TE NEMEN MAATREGELEN
(25) Er zijn bijeenkomsten georganiseerd met de bevoegde Chileense autoriteiten om deze zaak te bespreken en een minnelijke schikking te vinden, maar deze autoriteiten hebben geen enkel voorstel gedaan om tot een oplossing te komen.
(26) Bovendien heeft Chili een nieuw decreet aangenomen (decreet nr. 598 van 15 oktober 1999) dat de regels in kwestie uitdrukkelijk uitbreidt tot zwaardvisvangsten in volle zee. Daarom geldt het verbod inzake outlading in Chileense havens, dat eerst voor zwaardvisvangsten in de EEZ en de aangrenzende gebieden van toepassing was, nu ook voor vangsten waar dan ook in volle zee.
(27) In deze omstandigheden is het in het belang van de Gemeenschap noodzakelijk dat er een procedure wordt geopend voor geschillenregeling in het kader van de WTO,
BESLUIT:
Artikel 1
1. Het Chileense verbod op outlading van zwaardvisvangsten in Chileense havens is niet verenigbaar met de verplichtingen die op dit land rusten uit hoofde van de Marrakech-overeenkomst tot instelling van de WTO en vormt een "handelsbelemmering" in de zin van artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 3286/94.
2. De Gemeenschap zal actie ondernemen tegen Chili overeenkomstig het memorandum van overeenstemming betreffende de regels en procedures voor de regeling van geschillen en andere toepasselijke bepalingen van de WTO om te bereiken dat deze handelsbelemmering uit de weg wordt geruimd.
Artikel 2
Dit besluit is van toepassing vanaf de datum van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Gedaan te Brussel, 5 april 2000.
Voor de Commissie
Pascal Lamy
Lid van de Commissie
(1) PB L 349 van 31.12.1994, blz. 71.
(2) PB L 41 van 23.2.1995, blz. 3.
(3) Bericht van inleiding van een onderzoeksprocedure in verband met een handelsbelemmering in de zin van verordening (EG) nr. 3286/94 van de Raad, bestaande uit handelspraktijken van Chili met betrekking tot douanevervoer en overlading van zwaardvis in Chileense havens (PB C 215 van 10.7.1998, blz. 2).
(4) Rapport van de beroepsinstantie: "Verenigde Staten - Verbod op de invoer van bepaalde garnalensoorten en bepaalde producten op basis van garnalen" (WT/DS58/AB/R), goedgekeurd op 12 oktober 1998 (paragrafen 171 en 172).
(5) Rapport van de beroepsinstantie: "Verenigde Staten - Normen betreffende benzine, nieuwe en oude formules" (WT/DS2/AB/R), goedgekeurd op 20 mei 1996.
(6) Zie paragraaf 186 van het rapport van de beroepsinstantie, waarnaar verwezen wordt in voetnoot 4.