2000/692/EG: Beschikking van de Commissie van 25 oktober 2000 tot vaststelling van de financiële steun van de Gemeenschap voor de werking van bepaalde communautaire referentielaboratoria in de sector veterinaire aspecten van de volksgezondheid (biologische risico's) (kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 3094)
2000/692/EG: Beschikking van de Commissie van 25 oktober 2000 tot vaststelling van de financiële steun van de Gemeenschap voor de werking van bepaalde communautaire referentielaboratoria in de sector veterinaire aspecten van de volksgezondheid (biologische risico's) (kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 3094)
Beschikking van de Commissie
van 25 oktober 2000
tot vaststelling van de financiële steun van de Gemeenschap voor de werking van bepaalde communautaire referentielaboratoria in de sector veterinaire aspecten van de volksgezondheid (biologische risico's)
(kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 3094)
(Slechts de teksten in de Duitse, de Spaanse, de Franse, de Nederlandse en de Engelse taal zijn authentiek)
(2000/692/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Beschikking 90/424/EEG van de Raad van 26 juni 1990 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1258/1999(2), en met name op artikel 28, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Voorzien moet worden in financiële steun van de Gemeenschap voor de communautaire referentielaboratoria die in communautair verband zijn aangewezen voor het vervullen van de functies en de taken die zijn omschreven in de onderstaande richtlijnen en beschikkingen:
- Richtlijn 92/46/EEG van de Raad van 16 juni 1992 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de productie en het in de handel brengen van rauwe melk, warmtebehandelde melk en producten op basis van melk(3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 96/23/EG(4),
- Richtlijn 92/117/EEG van de Raad van 17 december 1992 inzake maatregelen voor de bescherming tegen bepaalde zoönoses en bepaalde zoönoseverwekkers bij dieren en in producten van dierlijke oorsprong teneinde door voedsel overgedragen infecties en vergiftigingen te voorkomen(5), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 1999/72/EG(6),
- Beschikking 93/383/EEG van de Raad van 14 juni 1993 met betrekking tot de referentielaboratoria voor de controle op mariene biotoxines(7), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 1999/312/EG(8),
- Beschikking 1999/313/EG van de Raad van 29 april 1999 met betrekking tot de referentielaboratoria voor de controle op bacteriologische en virale besmettingen bij tweekleppige weekdieren(9).
(2) De communautaire steun mag slechts worden verleend wanneer het betrokken laboratorium de bovenbedoelde taken en functies heeft vervuld.
(3) De financiële steun van de Gemeenschap wordt om budgetaire redenen slechts voor een periode van één jaar verleend.
(4) Vooral met het oog op de financiële controle moeten de artikelen 8 en 9 van Verordening (EG) nr. 1258/1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid van toepassing zijn.
(5) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Veterinair Comité,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
1. De Gemeenschap verleent aan Frankrijk financiële steun voor de in bijlage D, hoofdstuk II, bij Richtlijn 92/46/EEG vastgestelde functies en taken die, met betrekking tot de analyses en tests inzake melk en producten op basis van melk, moeten worden vervuld door het "Laboratoire de l'Agence Française de Sécurité Sanitaire des Aliments" (voorheen "Laboratoire Central d'Hygiène Alimentaire" genoemd) in Maisons-Alfort, Frankrijk.
2. De financiële steun bedraagt ten hoogste 95000 EUR voor de periode van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2000.
3. Het in lid 2 vastgestelde bedrag kan worden herzien op basis van de resultaten van de aan de gang zijnde evaluatie.
Artikel 2
1. De Gemeenschap verleent aan Duitsland financiële steun voor de in bijlage IV, hoofdstuk II, bij Richtlijn 92/117/EEG vastgestelde functies en taken die, met betrekking tot de epidemiologie van zoönoses, moeten worden vervuld door het "Bundesinstitut für gesundheitlichen Verbraucherschutz und Veterinärmedizin" (voorheen "Institut für Veterinärmedizin" genoemd) in Berlijn, Duitsland.
2. De financiële steun bedraagt ten hoogste 130000 EUR voor de periode van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2000.
Artikel 3
1. De Gemeenschap verleent aan Nederland financiële steun voor de in bijlage IV, hoofdstuk II, bij Richtlijn 92/117/EEG vastgestelde functies en taken die, met betrekking tot salmonellae, moeten worden vervuld door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne in Bilthoven, Nederland.
2. De financiële steun bedraagt ten hoogste 125000 EUR voor de periode van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2000.
Artikel 4
1. De Gemeenschap verleent aan Spanje financiële steun voor de in artikel 5 van Beschikking 93/383/EEG vastgestelde functies en taken die, met betrekking tot de controle op mariene biotoxines, moeten worden vervuld door het "Laboratorio de biotoxinas marinas del Área de Sanidad" in Vigo, Spanje.
2. De financiële steun bedraagt ten hoogste 135000 EUR voor de periode van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2000.
Artikel 5
1. De Gemeenschap verleent aan het Verenigd Koninkrijk financiële steun voor de in artikel 4 van Beschikking 1999/313/EG vastgestelde functies en taken die, met betrekking tot de controle op bacteriologische en virale besmettingen bij tweekleppige weekdieren, moeten worden vervuld door het laboratorium van het "Centre for Environment, Fisheries and Aquaculture Science" in Weymouth, Verenigd Koninkrijk.
2. De financiële steun bedraagt ten hoogste 93000 EUR voor de periode van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2000.
Artikel 6
De financiële steun wordt als volgt betaald:
a) 70 % als voorschot, wanneer de begunstigde lidstaat daarom verzoekt,
b) het saldo na overlegging door de begunstigde lidstaat van de bewijsstukken en van een technisch rapport. Deze documenten moeten worden ingediend uiterlijk drie maanden na afloop van de periode waarvoor de financiële steun wordt verleend.
Artikel 7
De artikelen 8 en 9 van Verordening (EG) nr. 1258/1999 zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 8
Deze beschikking is gericht tot de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.
Gedaan te Brussel, 25 oktober 2000.
Voor de Commissie
David Byrne
Lid van de Commissie
(1) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 19.
(2) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 103.
(3) PB L 268 van 14.9.1992, blz. 1.
(4) PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10.
(5) PB L 62 van 15.3.1993, blz. 38.
(6) PB L 120 van 10.8.1999, blz. 12.
(7) PB L 166 van 8.7.1993, blz. 31.
(8) PB L 120 van 8.5.1999, blz. 37.
(9) PB L 120 van 8.5.1999, blz. 40.