Home

2000/788/EG: Besluit van de Raad van 4 december 2000 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG tot vaststelling van een speciaal actieprogramma van de Europese Investeringsbank ter ondersteuning van de consolidatie en verdieping van de douane-unie tussen de EG en Turkije

2000/788/EG: Besluit van de Raad van 4 december 2000 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG tot vaststelling van een speciaal actieprogramma van de Europese Investeringsbank ter ondersteuning van de consolidatie en verdieping van de douane-unie tussen de EG en Turkije

2000/788/EG: Besluit van de Raad van 4 december 2000 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG tot vaststelling van een speciaal actieprogramma van de Europese Investeringsbank ter ondersteuning van de consolidatie en verdieping van de douane-unie tussen de EG en Turkije

Publicatieblad Nr. L 314 van 14/12/2000 blz. 0027 - 0028


Besluit van de Raad

van 4 december 2000

houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG tot vaststelling van een speciaal actieprogramma van de Europese Investeringsbank ter ondersteuning van de consolidatie en verdieping van de douane-unie tussen de EG en Turkije

(2000/788/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name op artikel 308,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement(1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Op 23 december 1963 heeft de Raad zijn goedkeuring gehecht aan Besluit 64/732/EEG houdende sluiting van de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de EEG en Turkije(2). Het aan de Associatieovereenkomst gehechte aanvullend protocol(3), dat op 1 januari 1973 in werking is getreden, stelt de voorwaarden, de wijze en het tempo vast voor de geleidelijke totstandbrenging van de douane-unie binnen een termijn van 22 jaar.

(2) De Europese Raad, bijeen te Luxemburg op 12 en 13 december 1997, heeft gevraagd een strategie uit te stippelen om Turkije op toetreding voor te bereiden door het land op alle gebieden dichter bij de Europese Unie te brengen. Op 4 maart 1998 heeft de Commissie bij de Raad een mededeling getiteld "Europese strategie voor Turkije" ingediend. Deze behelsde een werkprogramma dat een verdieping van de douane-unie mogelijk moet maken, alsmede een intensievere samenwerking op andere gebieden die voor de verdere ontwikkeling van de betrekkingen met Turkije van belang zijn.

(3) De Europese Raad van Cardiff op 15 en 16 juni 1998 heeft zich positief over de Europese strategie voor Turkije uitgesproken en deze strategie aangemerkt als het uitgangspunt voor het ontwikkelen van de betrekkingen tussen de Europese Unie en Turkije op een solide en evolutionaire basis. De Europese Raad memoreerde de behoefte aan financiële steun voor de Europese strategie en heeft nota genomen van het voornemen van de Commissie om zich te beraden op de wijze waarop de strategie kan worden onderbouwd, en om passende voorstellen daartoe in te dienen.

(4) De Europese Raad, bijeen te Helsinki op 10 en 11 december 1999, heeft besloten dat Turkije een kandidaat-lidstaat is die voorbestemd is om tot de Unie toe te treden op basis van dezelfde criteria als die welke voor de andere kandidaat-lidstaten gelden.

(5) Conform de Europese strategie voor Turkije en gezien de nieuwe status van kandidaat-lidstaat die Turkije op de Europese Raad van Helsinki werd verleend, dient dit besluit een speciaal actieprogramma van de EIB vast te stellen ter ondersteuning van de consolidatie en verdieping van de douane-unie tussen de EG en Turkije. Het besluit moet de vooruitgang bevorderen op terreinen waar de tenuitvoerlegging en effectieve toepassing van bepaalde, voor de douane-unie relevante wetgeving volgens de periodieke verslagen van de Commissie over de vorderingen van Turkije op de weg naar toetreding nog steeds de aandacht verdienen, en op de terreinen die in het kader van de Europese Strategie voor Turkije als relevant zijn aangemerkt.

(6) Dit besluit en het feit dat Turkije naar verwachting voor leningen uit hoofde van de pretoetredingsfaciliteit van de EIB in aanmerking zal komen, zijn ruimschoots voldoende om de EU-toezegging ten aanzien van de speciale kredietverlening van de EIB in Turkije in het kader van de douane-unie van 1995 gestand te doen.

(7) De activiteiten van de EIB in het kader van dit besluit dienen aan te sluiten bij de activiteiten in het kader van de overige EIB-faciliteiten die ter beschikking staan van Turkije en die gericht zijn op het ondersteunen van investeringen ter versterking van de concurrentiepositie van het Turkse bedrijfsleven en met name van het MKB; investeringen in de vervoer-, energie- en telecommunicatie-infrastructuur met het oog op de verbetering van de verbindingen tussen de Turkse infrastructuurvoorzieningen en die van de EU; investeringen ter ondersteuning van directe investeringen van ondernemingen uit de Gemeenschap in Turkije; en investeringen in technische installaties die bijdragen tot de goede werking van de douane-unie, mits financiering door middel van EIB-leningen een passende oplossing is.

(8) Besluit 2000/24/EG(4) verleent de EIB een garantie van de Gemeenschap tegen verliezen bij leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, landen in het Middellandse-Zeegebied, Latijns-Amerika en Azië, en de Republiek Zuid-Afrika).

(9) Dat besluit doet een beroep op het garantiefonds voor externe acties, ingesteld bij Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94(5).

(10) De communautaire garantie ter dekking van het in Besluit 2000/24/EG neergelegde algemene EIB-mandaat voor leningen buiten de Gemeenschap dient te worden uitgebreid tot een speciaal actieprogramma van de EIB ter ondersteuning van de consolidatie en verdieping van de douane-unie tussen de EG en Turkije. Besluit 2000/24/EG dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd.

(11) De bepalingen van dit besluit houden verband met de eerbiediging van de democratische beginselen, de rechtsstaat, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, alsmede op de eerbiediging van het internationale recht, hetgeen wezenlijke elementen zijn van het beleid van de Europese Gemeenschap en haar lidstaten. De Gemeenschap acht het van groot belang dat Turkije zich inspanningen getroost om het functioneren van de democratie en de eerbiediging van de fundamentele mensenrechten te verbeteren en te bevorderen, en om de betrokkenheid van de civiele samenleving bij de ontwikkeling van dit proces te versterken.

(12) Het Verdrag bevat voor de vaststelling van dit besluit geen andere bevoegdheden dan die welke in artikel 308 zijn vervat,

BESLUIT:

Artikel 1

De tweede zin van artikel 1, lid 1, tweede alinea, van Besluit 2000/24/EG wordt als volgt gewijzigd:

a) in de aanhef wordt "18660 miljoen EUR" vervangen door "19110 miljoen EUR";

b) na het vierde streepje wordt het volgende streepje toegevoegd: "- speciale actie ter ondersteuning van de consolidatie en verdieping van de douane-unie tussen de EG en Turkije:

450 miljoen EUR.".

Artikel 2

Dit besluit wordt van kracht op de dag waarop het wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Gedaan te Brussel, 4 december 2000.

Voor de Raad

De voorzitter

H. Védrine

(1) Advies uitgebracht op 15 november 2000 (nog niet verschenen in het Publicatieblad).

(2) PB 217 van 29.12.1964, blz. 3685/64.

(3) PB L 293 van 29.12.1972, blz. 4.

(4) PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24. Besluit gewijzigd bij Besluit 2000/688/EG (PB L 285 van 7.11.2000, blz. 20).

(5) PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 1149/1999 (PB L 139 van 2.6.1999, blz. 1).