Verordening (EG) nr. 1332/2000 van de Commissie van 23 juni 2000 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2316/1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1251/1999 van de Raad tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen
Verordening (EG) nr. 1332/2000 van de Commissie van 23 juni 2000 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2316/1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1251/1999 van de Raad tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen
Verordening (EG) nr. 1332/2000 van de Commissie
van 23 juni 2000
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2316/1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1251/1999 van de Raad tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1251/1999 van de Raad van 17 mei 1999 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen(1), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2704/1999(2), en met name op artikel 9,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Bij Verordening (EG) nr. 2316/1999 van de Commissie(3) zijn de uitvoeringsbepalingen vastgesteld van Verordening (EG) nr. 1251/1999 ten aanzien van de voorwaarden voor de toekenning van de areaalbetalingen voor bepaalde akkerbouwgewassen. In artikel 3, lid 1, onder c), is bepaald dat de betrokken oppervlakten bij normale groeiomstandigheden ten minste tot het begin van de bloei moeten worden onderhouden.
(2) Door uitzonderlijke weersomstandigheden in sommige gebieden van Spanje, waar van het najaar van 1999 tot het voorjaar van 2000 grote droogte heeft geheerst, hebben de betrokken gewassen geen normale groeicyclus doorgemaakt, waardoor de betrokken producenten de rechtstreekse betalingen dreigen mis te lopen omdat de voorwaarde inzake de bloei niet in acht is genomen.
(3) Overigens moeten de braakgelegde percelen op grond van artikel 19, leden 2 en 3, uit productie worden genomen voor een periode die uiterlijk op 15 januari ingaat en niet vroeger dan op 31 augustus eindigt, en mogen zij niet voor landbouwproductie of voor een winstgevende bestemming worden gebruikt, tenzij anders bepaald. De droogte in Oostenrijk en Duitsland heeft gevolgen voor de aanvoer van wintervoer en brengt voor de producenten grote verliezen mee omdat zij hun veestapel moeten verkopen als niet voor het gebruikelijke voer kan worden gezorgd. Het is dan ook wenselijk als alternatief tijdelijk toe te staan dat de in het kader van de akkerbouwgewassenregeling braakgelegde percelen worden gebruikt, waarbij eenwel ook moet worden voorzien in maatregelen om te voorkomen dat die percelen een winstgevende bestemming krijgen.
(4) In het licht van de hiervoren beschreven situatie is het gerechtvaardigd om van Verordening (EG) nr. 2316/1999 af te wijken ten aanzien van de voorwaarde inzake de bloei van de gewassen en het gebruik van braakgelegde percelen.
(5) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
In afwijking van artikel 3, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 2316/1999 blijven de met akkerbouwgewassen ingezaaide percelen in de "Secano"-regio's in Spanje, met uitzondering van Galicië, Baskenland, Cantabrië, Asturië en de Canarische Eilanden, voor het verkoopseizoen 2000/2001 in aanmerking komen voor areaalbetalingen voorzover de betrokken percelen ongebruikt zijn gebleven tot het normale begin van de bloeiperiode voor door de droogte getroffen gewassen.
Artikel 2
1. De voor braaklegging aangegeven percelen in Oostenrijk en Duitsland in de in de bijlage vermelde gebieden mogen, in afwijking van artikel 19, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 2316/1999, voor het verkoopseizoen 2000/2001 worden gebruikt voor de diervoeding.
2. Oostenrijk en Duitsland treffen de nodige maatregelen om te garanderen dat de betrokken percelen een niet-winstgevende bestemming behouden en met name dat de op die percelen geoogste gewassen niet in aanmerking worden genomen voor de steun voor voedergewassen in het kader van Verordening (EG) nr. 603/95 van de Raad(4).
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 23 juni 2000.
Voor de Commissie
Franz Fischler
Lid van de Commissie
(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 1.
(2) PB L 327 van 21.12.1999, blz. 12.
(3) PB L 280 van 30.10.1999, blz. 43.
(4) PB L 63 van 21.3.1995, blz. 1.
BIJLAGE
OOSTENRIJK
Niederösterreich (gesamtes Landesgebiet)
Burgenland (gesamtes Landesgebiet)
Steiermark (gesamtes Landesgebiet)
Oberösterreich (gesamtes Landesgebiet)
Salzburg (Bezirk Salzburg Land)
DUITSLAND
Brandenburg (gesamtes Landesgebiet)
Mecklenburg-Vorpommern
Landkreis:
- Uecker-Randow
Sachsen-Anhalt
Landkreise:
- Altmarkkreis
- Salzwedel
- Stendal
- Ohrekreis
- Jerichower Land
- Anhalt-Zerbst
- Wittenberg