Verordening (EG) nr. 1495/2000 van de Commissie van 10 juli 2000 betreffende de toewijzing van de bij Verordening (EG) nr. 849/2000 herverdeelde communautaire kwantitatieve contingenten
Verordening (EG) nr. 1495/2000 van de Commissie van 10 juli 2000 betreffende de toewijzing van de bij Verordening (EG) nr. 849/2000 herverdeelde communautaire kwantitatieve contingenten
Verordening (EG) nr. 1495/2000 van de Commissie
van 10 juli 2000
betreffende de toewijzing van de bij Verordening (EG) nr. 849/2000 herverdeelde communautaire kwantitatieve contingenten
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 519/94 van de Raad van 7 maart 1994 betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de invoer uit bepaalde derde landen en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 1765/82, (EEG) nr. 1766/82 en (EEG) nr. 3420/83(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1138/98(2),
Gelet op Verordening (EG) nr. 520/94 van de Raad van 7 maart 1994 houdende de totstandbrenging van een communautaire procedure voor het beheer van kwantitatieve contingenten(3), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 138/96(4), inzonderheid op de artikelen 9 en 13,
Gelet op Verordening (EG) nr. 849/2000 van de Commissie van 27 april 2000 tot herverdeling van de niet benutte hoeveelheden van de kwantitatieve contingenten die in 1999 van toepassing waren op bepaalde producten van oorsprong uit de Volksrepubliek China(5), inzonderheid op artikel 6,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Bij Verordening (EG) nr. 849/2000 is het voor de traditionele en de niet-traditionele importeurs bestemde deel van elk van de betrokken contingenten vastgesteld, evenals de voorwaarden en bepalingen voor de toewijzing van de beschikbare hoeveelheden. De importeurs hebben, overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 849/2000, van 3 tot 26 mei 2000, 15.00 uur plaatselijke tijd te Brussel, bij de bevoegde nationale autoriteiten een aanvraag voor een invoergunning kunnen indienen.
(2) De Commissie heeft overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 849/2000, van de lidstaten informatie ontvangen betreffende het aantal aanvragen voor invoervergunningen en de totale hoeveelheid waarop deze betrekking hebben, alsmede over de totale hoeveelheid die de traditionele importeurs in het referentiejaar (1997 of 1998) hebben ingevoerd.
(3) De Commissie kan, aan de hand van deze informatie, uniforme kwantitatieve criteria vaststellen op grond waarvan de door de communautaire importeurs ingediende vergunningaanvragen voor de bij Verordening (EG) nr. 849/2000 herverdeelde kwantitatieve contingenten door de bevoegde nationale autoriteiten kunnen worden ingewilligd.
(4) Uit de door de lidstaten medegedeelde gegevens blijkt dat de totale hoeveelheid van de in bijlage I vermelde producten die de traditionele importeurs hebben aangevraagd het voor deze importeurs bestemde deel van het contingent overschrijdt. Aan deze aanvragen moet derhalve worden voldaan door op de gemiddelde invoer van elke importeur in de referentieperiode, uitgedrukt in hoeveelheid, die in bijlage I vermelde uniforme verlagings-/verhogingscoëfficiënt toe te passen.
(5) Uit de door de lidstaten medegedeelde gegevens blijkt dat de totale hoeveelheid van de in bijlage II vermelde producten die de niet-traditionele importeurs hebben aangevraagd, het voor hen bestemde gedeelte van het contingent overschrijdt. Aan deze aanvragen moet derhalve worden voldaan door op de door elke importeur gevraagde hoeveelheid, binnen de bij Verordening (EG) nr. 849/2000 vastgestelde grenzen, de in bijlage II vermelde uniforme verlagingscoëfficiënt toe te passen,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De door de traditionele importeurs ingediende geldige aanvragen voor invoervergunningen voor de in bijlage I vermelde producten worden door de bevoegde nationale autoriteiten ingewilligd voor de hoeveelheid die verkregen wordt door op de gemiddelde invoer van de betrokken importeur in 1997 of 1998 de in bijlage I voor elk contingent vermelde verlagings-/verhogingscoëfficiënt toe te passen.
Indien de toepassing van dit kwantitatieve criterium tot de toewijzing van een grotere hoeveelheid of waarde dan de aangevraagde hoeveelheid leidt, wordt slechts de gevraagde hoeveelheid of waarde toegewezen.
Artikel 2
De door de niet-traditionele importeurs ingediende geldige aanvragen voor invoervergunningen voor de in in bijlage II vermelde producten worden door de bevoegde nationale autoriteiten ingewilligd voor de hoeveelheid die verkregen wordt door op de door de importeurs gevraagde hoeveelheid, binnen de bij Verordening (EG) nr. 849/2000 vastgestelde grenzen, de in bijlage II voor elk contingent vermelde verlagingscoëfficiënt toe te passen.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 10 juli 2000.
Voor de Commissie
Pascal Lamy
Lid van de Commissie
(1) PB L 67 van 10.3.1994, blz. 89.
(2) PB L 159 van 3.6.1998, blz. 1.
(3) PB L 66 van 10.3.1994, blz. 1.
(4) PB L 21 van 27.1.1996, blz. 6.
(5) PB L 103 van 28.4.2000, blz. 14.
BIJLAGE I
OP DE INVOER VAN 1997 OF 1998 TOE TE PASSEN VERLAGINGS-/VERHOGINGSCOËFFICIËNT
(traditionele importeurs)
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
BIJLAGE II
OP DE AANGEVRAAGDE HOEVEELHEID TOE TE PASSEN VERLAGINGSCOËFFICIËNTEN BINNEN DE BIJ VERORDENING (EG) Nr. 849/2000 VASTGESTELDE GRENZEN
(niet-traditionele importeurs)
>RUIMTE VOOR DE TABEL>