Home

Verordening (EG) nr. 2075/2000 van de Commissie van 29 september 2000 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1750/1999 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL)

Verordening (EG) nr. 2075/2000 van de Commissie van 29 september 2000 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1750/1999 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL)

Verordening (EG) nr. 2075/2000 van de Commissie

van 29 september 2000

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1750/1999 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen(1), en met name op artikel 50,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) In de loop van de periode gedurende welke de programmeringsdocumenten met in artikel 40 van Verordening (EG) nr. 1257/1999 bedoelde maatregelen voor plattelandsontwikkeling worden vastgesteld, is gebleken dat sommige bepalingen van Verordening (EG) nr. 1750/1999 van de Commissie van 23 juli 1999 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL)(2) niet de mogelijkheid boden een antwoord te geven op alle situaties die zich kunnen voordoen.

(2) De onderhavige verordening heeft daarom tot doel die bepalingen te verduidelijken of aan te vullen om een harmonischer toepassing van Verordening (EG) nr. 1750/1999 mogelijk te maken voor alle maatregelen voor plattelandsontwikkeling, ongeacht of deze worden geïntegreerd in de programmering voor de regio's van doelstelling 1 of doelstelling 2 dan wel onder de programmering voor plattelandsontwikkeling vallen. Dit brengt mee dat het merendeel van de wijzigingen met ingang van dezelfde datum van toepassing dient te zijn als Verordening (EG) nr. 1750/1999, namelijk 1 januari 2000.

(3) Bij het onderzoek van de programmeringsdocumenten is gebleken dat het voor landbouwbedrijven in plattelandsgebieden met zeer aanzienlijke structurele problemen erg moeilijk is om te voldoen aan de bij artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1257/1999 vastgestelde voorwaarden voor het verkrijgen van investeringssteun. Het dient de lidstaten mogelijk te worden gemaakt om voor kleine investeringen een termijn voor de inachtneming van deze voowaarden toe te staan.

(4) Met betrekking tot de vestiging van jonge landbouwers is in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1750/1999 bepaald dat aan de bij artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1257/1999 vastgestelde voorwaarden moet zijn voldaan op de datum waarop het individuele besluit tot toekenning van steun wordt vastgesteld. Voor het jaar 2000 zou er tussen het aanvragen van steun en het toekennen ervan meer tijd kunnen verstrijken dan anders omdat de meeste programmeringsdocumenten pas in de tweede helft van het jaar worden vastgesteld. Aan de voorwaarde met betrekking tot de leeftijd van de jonge landbouwer, namelijk jonger zijn dan 40 jaar, zou bij de toekenning van de steun niet langer voldaan kunnen zijn. Daarom dient het desbetreffende voorschrift in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1750/1999 voor de in de loop van het jaar 2000 ingediende aanvragen te worden versoepeld.

(5) De uitzonderingen als bedoeld in artikel 37, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1257/1999 moeten worden ingediend in het kader van de plannen voor plattelandsontwikkeling. Deze procedure dient te worden uitgebreid tot de overige, voor doelstelling 1 of 2 ingediende programmeringsdocumenten voor het geval dat in deze programmeringsdocumenten dergelijke maatregelen zijn opgenomen.

(6) Bij Verordening (EG) nr. 1685/2000 van de Commissie(3) zijn uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Commissie(4) vastgesteld met betrekking tot de subsidiabiliteit van de uitgaven voor verrichtingen die worden medegefinancierd door de Structuurfondsen, en derhalve door het EOGFL, afdeling Oriëntatie. Ter wille van de coherentie dienen de bepalingen van die verordening ook voor de door het EOGFL, afdeling Garantie, medegefinancierde maatregelen te gelden behalve in de gevallen waarin bij de Verordeningen (EG) nr. 1257/1999, (EG) nr. 1258/1999 van de Raad(5) of (EG) nr. 1750/1999 daarmee strijdige bepalingen zijn vastgesteld.

(7) Beschikking 1999/659/EG van de Commissie van 8 september 1999 tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de middelen uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie, voor maatregelen op het gebied van plattelandsontwikkeling voor de periode 2000-2006(6) is gewijzigd om nader aan te geven dat de uitgaven die voortvloeien uit de oude begeleidende maatregelen van de Verordeningen (EEG) nr. 2078/92(7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2772/95 van de Commissie(8), (EEG) nr. 2079/92(9), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2773/95 van de Commissie(10), en (EEG) nr. 2080/92(11) van de Raad en uit de maatregelen van de bij die verordeningen van 1992 ingetrokken eerdere verordeningen, een integrerend deel van de aan de lidstaten toegewezen middelen uitmaken. Voorts is in Verordening (EG) nr. 2603/1999 van de Commissie van 9 december 1999 tot vaststelling van overgangsbepalingen inzake de in Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad voorziene steun voor plattelandsontwikkeling(12), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1920/2000(13), bepaald dat betalingen in verband met bepaalde vóór 1 januari 2000 aangegane verplichtingen onder bepaalde omstandigheden zullen kunnen worden geïntegreerd in de programmering voor plattelandsontwikkeling voor de periode 2000-2006. Derhalve is het dienstig nauwkeuriger aan te geven wat is begrepen in het totaalbedrag van de communautaire steunverlening dat voor elk plan voor plattelandsontwikkeling in het kader van het door de Commissie goedgekeurde programmeringsdocument wordt bepaald, en de indicatieve algemene financiële tabel in punt 8 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1750/1999 dienovereenkomstig aan te passen.

(8) Overigens is in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1259/1999 van de Raad van 17 mei 1999 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid(14) bepaald dat de bedragen die voortvloeien enerzijds uit de sancties wegens niet-inachtneming van de eisen inzake milieubescherming, en anderzijds uit de differentiatie, ter beschikking van de betrokken lidstaat worden gesteld bij wijze van extra communautaire steun voor bepaalde maatregelen voor plattelandsontwikkeling. Gepreciseerd moet worden waarop de goedkeuring van de Commissie ten aanzien van deze maatregelen betrekking heeft.

(9) Wanneer de lidstaten wijzigingen aanbrengen in belangrijke elementen van de programmeringsdocumenten voor plattelandsontwikkeling, moeten deze documenten een wijziging ondergaan die de goedkeuring van de Commissie behoeft. Ter wille van de coherentie dienen dezelfde voorwaarden te worden toegepast voor het wijzigen van de door het EOGFL, afdeling Garantie, gefinancierde maatregelen voor plattelandsontwikkeling die zijn opgenomen in de enkelvoudige programmeringsdocumenten voor doelstelling 2. Voorts is gebleken dat de bestaande voorwaarden inzake het wijzigen van de financiële toewijzing voor een maatregel systematisch tot een jaarlijkse wijziging van de programmeringsdocumenten zouden leiden, wat tot gevolg zou hebben dat het beheer van de programma's aanzienlijk wordt verzwaard. Deze voorwaarden moeten dus worden versoepeld.

(10) Voor een doeltreffend beheer van alle door het EOGFL, afdeling Garantie, gefinancierde maatregelen voor plattelandsontwikkeling dient de toepassing van de financiële en controlebepalingen van Verordening (EG) nr. 1750/1999 te worden uitgebreid tot de door het EOGFL, afdeling Garantie, gefinancierde maatregelen voor plattelandsontwikkeling die zijn opgenomen in de enkelvoudige programmeringsdocumenten voor doelstelling 2.

(11) Voorts heeft Verordening (EEG) nr. 3887/92 van de Commissie van 23 december 1992 houdende uitvoeringsbepalingen inzake het geïntegreerde beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen(15), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2801/1999(16), een belangrijke wijziging ondergaan na de vaststelling van Verordening (EG) nr. 1750/1999. Duidelijkheidshalve dienen in Verordening (EG) nr. 1750/1999 de verwijzingen naar die verordening te worden aangepast.

(12) De uit de oude begeleidende maatregelen van de Verordeningen (EEG) nr. 2078/92, (EEG) nr. 2079/92 en (EEG) nr. 2080/92 voortvloeiende uitgaven die deel uitmaken van de financiële programmering voor de periode 2000-2006, moeten worden opgenomen in de gegevens die de lidstaten overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EG) nr. 1750/1999 uiterlijk op 30 september van elk jaar moeten verstrekken. Bijgevolg moeten de verplichtingen die voortvloeien uit de bepalingen inzake financieel toezicht zoals vastgesteld bij artikel 17 van Verordening (EG) nr. 746/96 van de Commissie(17), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 435/97(18), de artikelen 1 en 2 van Verordening (EG) nr. 1404/94 van de Commissie(19) en de artikelen 1 en 2 van Verordening (EG) nr. 1054/94 van de Commissie(20), komen te vervallen.

(13) Het Comité voor de landbouwstructuur en de plattelandsontwikkeling heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1750/1999 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het einde van artikel 2 wordt de volgende alinea toegevoegd:"Indien de landbouwbedrijven liggen in plattelandsgebieden waar de structurele problemen die te wijten zijn aan de zeer geringe economische omvang van de bedrijven, inachtneming van de bij artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1257/1999 vastgestelde voorwaarden bijzonder moeilijk maken, kunnen de lidstaten, onverminderd artikel 37, lid 1, van die verordening en onverminderd de tweede alinea van het onderhavige artikel, tot en met 31 december 2002 voor investeringen waarvan de totale kosten lager zijn dan 25000 EUR, voorzien in de toekenning van steun om de inachtneming van die voorwaarden mogelijk te maken binnen een termijn die niet langer is dan drie jaar te rekenen vanaf het besluit tot toekenning van de steun.".

2. Aan artikel 5, eerste alinea, wordt de volgende zin toegevoegd:"Wat evenwel de aanvragen betreft die in de loop van het jaar 2000 voor het eerst worden ingediend, moet aan de bij artikel 8, lid 1, eerste streepje, vastgestelde voorwaarde zijn voldaan bij de indiening van de aanvraag.".

3. In artikel 31 wordt lid 3 vervangen door:

"3. Eventuele uitzonderingen als bedoeld in artikel 37, lid 3, tweede alinea, eerste gedachtestreepje, van Verordening (EG) nr. 1257/1999 moeten door de lidstaten worden voorgesteld in het kader van de plannen voor plattelandsontwikkeling of in het kader van de voor doelstelling 1 of doelstelling 2 ingediende programmeringsdocumenten als bedoeld in artikel 18, leden 1 en 2, of artikel 19, leden 1, 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 1260/1999.".

4. Aan afdeling 1 van hoofdstuk III wordt het volgende artikel 32 bis toegevoegd:

"Artikel 32 bis

Verordening (EG) nr. 1685/2000 van de Commissie(21) tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad met betrekking tot de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door de Structuurfondsen medegefinancierde verrichtingen geldt voor de maatregelen die vallen onder de in artikel 40, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 1257/1999 bedoelde programmering, behoudens daarmee strijdige bepalingen die zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1257/1999, Verordening (EG) nr. 1258/1999 of de onderhavige verordening.".

5. Aan artikel 33, lid 2, worden de volgende alinea's toegevoegd:

"In dit bedrag zijn begrepen:

a) de uitgaven voor de in het kader van de nieuwe programmering voor plattelandsontwikkeling ingediende maatregelen, inclusief de uitgaven in verband met de in artikel 49, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1257/1999 bedoelde evaluatie;

b) de voor de oude begeleidende maatregelen van de Verordeningen (EEG) nr. 2078/92, (EEG) nr. 2079/92 en (EEG) nr. 2080/92 gedane uitgaven;

c) de uitgaven die worden gedaan voor de acties als bedoeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 2603/1999 van de Commissie(22) tot vaststelling van overgangsbepalingen inzake de steun voor plattelandsontwikkeling.".

6. Aan artikel 33 wordt het volgende lid 2 bis toegevoegd:

"2 bis. De goedkeuring heeft eveneens betrekking op de verdeling en het gebruik van de bedragen die overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1259/1999 bij wijze van extra communautaire steun ter beschikking van de lidstaten worden gesteld.

Deze bedragen zijn evenwel niet begrepen in het in lid 2 bedoelde totaalbedrag van de communautaire steunverlening.".

7. In artikel 35, lid 1, wordt de inleidende zinsnede vervangen door:"Wijzigingen in programmeringsdocumenten voor plattelandsontwikkeling en in enkelvoudige programmeringsdocumenten voor doelstelling 2 wat de door het EOGFL, afdeling Garantie, gefinancierde maatregelen voor plattelandsontwikkeling betreft, moeten naar behoren met redenen worden omkleed, met name aan de hand van de volgende informatie:".

8. In artikel 35, lid 2, wordt de inleidende zinsnede vervangen door:"De Commissie hecht volgens de procedure van artikel 50, respectievelijk artikel 50, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1260/1999 haar goedkeuring aan wijzigingen van programmeringsdocumenten voor plattelandsontwikkeling en enkelvoudige programmeringsdocumenten voor doelstelling 2 wat de door het EOGFL, afdeling Garantie, gefinancierde maatregelen voor plattelandsontwikkeling betreft die".

9. In artikel 35, lid 2, worden de punten d) en e) vervangen door:

"d) de financiële toewijzing voor enige maatregel wijzigen met een bedrag dat groter is dan 10 % van het voor die maatregel geplande bedrag voor de hele programmeringsperiode, waarbij het door de Commissie goedgekeurde programmeringsdocument als berekeningsgrondslag wordt gebruikt;

e) de aanvullende financiering door middel van staatssteun voor enige maatregel wijzigen met een bedrag dat groter is dan 10 % van het voor die maatregel geplande bedrag voor de hele programmeringsperiode, waarbij het door de Commissie goedgekeurde programmeringsdocument als berekeningsgrondslag wordt gebruikt.".

10. In artikel 35, lid 2, wordt na de eerste alinea de volgende alinea ingevoegd:"Het bepaalde in de punten d) en e) van de eerste alinea geldt niet voor maatregelen waarvoor de financiële toewijzing kleiner is dan 5 % van het totaalbedrag voor het programma voor de hele programmeringsperiode.".

11. In artikel 35, lid 2, wordt de oude tweede alinea vervangen door de volgende tekst, die de derde alinea wordt:"Wijzigingen dienen in één enkel voorstel per programma en ten hoogste eenmaal per jaar bij de Commissie te worden ingediend.".

12. In artikel 37 wordt lid 1 vervangen door:

"1. De lidstaten bezorgen jaarlijks uiterlijk op 30 september de Commissie voor elk programmeringsdocument voor plattelandsontwikkeling en elk enkelvoudig programmeringsdocument voor doelstelling 2 wat de door het EOGFL, afdeling Garantie, gefinancierde maatregelen voor plattelandsontwikkeling betreft:

a) een staat van de in het lopende begrotingsjaar verrichte en tot het einde van dat begrotingsjaar nog te verrichten, door de communautaire steun gedekte uitgaven als omschreven in artikel 33, lid 2,

en

b) de, met inachtneming van de aan elke lidstaat toegekende toewijzing, herziene ramingen van deze uitgaven voor de volgende begrotingsjaren tot het einde van de betrokken programmeringsperiode.

Deze gegevens worden verstrekt in de vorm van een tabel volgens een door de Commissie bezorgd op computerverwerking gericht model.".

13. Artikel 38 wordt vervangen door:

"Artikel 38

De betaalorganen kunnen in de rekeningen als uitgave van de maand waarin de beschikking tot goedkeuring van het programmeringsdocument voor plattelandsontwikkeling of van het enkelvoudig programmeringsdocument voor doelstelling 2 wat de door het EOGFL, afdeling Garantie, gefinancierde maatregelen voor plattelandsontwikkeling betreft wordt gegeven, een voorschot opnemen van ten hoogste 12,5 % van de gemiddelde jaartranche van de in het programmeringsdocument geplande bijdrage uit het EOGFL ter dekking van de uitgaven als omschreven in artikel 33, lid 2, van deze verordening.

De opneming van het in de eerste alinea bedoelde voorschot in de rekeningen gebeurt voor de lidstaten waarvan de valuta op de datum van de opneming niet de euro is, met gebruikmaking van de wisselkoers van de voorlaatste werkdag bij de Commissie in de maand vóór die waarin dit voorschot door de betaalorganen wordt geboekt.

Dit voorschot vormt een doorlopende voorfinanciering die in beginsel pas zal worden verrekend wanneer de programmeringsperiode voor elk programmeringsdocument afloopt of zodra het totaal van de door het EOGFL betaalde uitgaven, verhoogd met het voorschot, het in het programmeringsdocument geplande totaalbedrag van de bijdrage uit het EOGFL bereikt.".

14. In artikel 39 wordt lid 4 vervangen door:

"4. Lid 3 is niet van toepassing op de eerste declaratie van uitgaven uit hoofde van het programmeringsdocument voor plattelandsontwikkeling of het enkelvoudige programmeringsdocument voor doelstelling 2 wat de door het EOGFL, afdeling Garantie, gefinancierde maatregelen voor plattelandsontwikkeling betreft.".

15. In afdeling 4 van hoofdstuk III wordt het volgende artikel 39 bis ingevoegd:

"Artikel 39 bis

De artikelen 37 tot en met 39 van deze verordening gelden niet voor de uitgaven die voortvloeien uit de toepassing van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1259/1999.".

16. In artikel 46, lid 2, wordt de tweede zin vervangen door:"Tijdens de looptijd van een verbintenis mogen percelen waarvoor steun wordt verleend, niet door andere worden vervangen, tenzij in het programmeringsdocument anders is bepaald.".

17. In artikel 47, lid 4, wordt de eerste zin vervangen door:"De controles ter plaatse geschieden overeenkomstig de artikelen 6, 7, 7 bis en 7 ter van Verordening (EEG) nr. 3887/92.".

18. In artikel 48 wordt lid 1 vervangen door:

"1. Voor op basis van oppervlakten toegekende steun geldt het bepaalde in artikel 9, leden 1 tot en met 3, van Verordening (EEG) nr. 3887/92 en voor op basis van dieren toegekende steun het bepaalde in artikel 10, leden 2 tot en met 5, en de artikelen 10 ter en 10 septies van die verordening.

Bovendien geldt voor beide vormen van steun het bepaalde in artikel 11, lid 1 bis, en artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 3887/92.".

19. In artikel 49 wordt lid 2 vervangen door:

"2. De in lid 1 genoemde ingetrokken verordeningen en beschikkingen, met uitzondering van artikel 17 van Verordening (EG) nr. 746/96, de artikelen 1 en 2 van Verordening (EG) nr. 1404/94 en de artikelen 1 en 2 van Verordening (EG) nr. 1054/94, blijven van toepassing op de activiteiten die vóór 1 januari 2000 door de Commissie zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 55, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1257/1999 genoemde verordeningen.".

20. De tabel in punt 8 van de bijlage wordt vervangen door de tabel in de bijlage bij deze verordening.

21. In punt 9.2.B van de bijlage wordt het tweede streepje vervangen door:

"- De criteria die de economische levensvatbaarheid (hoofdstukken I, II, IV en VII) aantonen.".

22. Aan punt 9.3.I.B van de bijlage wordt het volgende streepje toegevoegd:

"- In voorkomend geval, een beschrijving van de plattelandsgebieden met structurele problemen als bedoeld in artikel 2 van deze verordening.".

23. In punt 12 van de bijlage wordt onderdeel 2 vervangen door:

"2. Gedetailleerde informatie over de uitvoering van de artikelen 46, 47 en 48 van deze verordening

Het betreft onder meer de precieze controlemaatregelen die worden overwogen om de inhoudelijke aspecten van de aanvragen te verifiëren en na te gaan of aan de voorwaarden voor steunverlening is voldaan, en de precieze sanctiebepalingen.".

24. Aan punt 12 van de bijlage wordt het volgende onderdeel 3 toegevoegd:

"3. Gedetailleerde informatie over de inachtneming van de bij Verordening (EG) nr. 1685/2000 vastgestelde algemene subsidiabiliteitscriteria

Artikel 32 bis van deze verordening.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Met uitzondering van de punten 13 en 19 van artikel 1 is zij van toepassing met ingang van 1 januari 2000.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 29 september 2000.

Voor de Commissie

Franz Fischler

Lid van de Commissie

(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80.

(2) PB L 214 van 13.8.1999, blz. 31.

(3) PB L 193 van 29.7.2000, blz. 39.

(4) PB L 142 van 16.6.2000, blz. 43.

(5) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 103.

(6) PB L 259 van 6.10.1999, blz. 27.

(7) PB L 215 van 30.7.1992, blz. 85.

(8) PB L 288 van 1.12.1995, blz. 35.

(9) PB L 215 van 30.7.1992, blz. 91.

(10) PB L 288 van 1.12.1995, blz. 37.

(11) PB L 215 van 30.7.1992, blz. 96.

(12) PB L 316 van 10.12.1999, blz. 26.

(13) PB L 231 van 13.9.2000, blz. 5.

(14) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 113.

(15) PB L 391 van 31.12.1992, blz. 36.

(16) PB L 340 van 31.12.1999, blz. 29.

(17) PB L 102 van 25.4.1996, blz. 19.

(18) PB L 67 van 7.3.1997, blz. 2.

(19) PB L 154 van 21.6.1994, blz. 8.

(20) PB L 115 van 6.5.1994, blz. 6.

(21) PB L 193 van 29.7.2000, blz. 39.

(22) PB L 316 van 10.12.1999, blz. 26.

BIJLAGE

"8. Indicatieve algemene financiële tabel (EOGFL-jaar)

Artikel 43, lid 1, vierde streepje, van Verorening (EG) nr. 1257/1999.

- Tabel met de financiële programmering: programma's voor plattelandsontwikkeling (miljoen EUR)

>PIC FILE= "L_2000246NL.005102.EPS">

>PIC FILE= "L_2000246NL.005201.EPS">

- De verschillende maatregelen worden als volgt gedefinieerd:

a) investeringen in landbouwbedrijven;

b) vestiging van jonge landbouwers;

c) opleiding;

d) vervroegde uittreding;

e) probleemgebieden en gebieden met specifieke beperkingen op milieugebied;

f) milieumaatregelen in de landbouw;

g) verbetering van de verwerking en afzet van landbouwproducten;

h) bebossing van landbouwgrond;

i) overige bosbouwmaatregelen;

j) grondverbetering;

k) herverkaveling

l) oprichting van bedrijfsverzorgingsdiensten en diensten ter ondersteuning van het bedrijfsbeheer voor de landbouw;

m) afzet van kwaliteitslandbouwproducten;

n) dienstverlenende instanties voor de basiszorg voor de plattelandseconomie en -bevolking;

o) dorpsverbieuwing en -ontwikkeling en bescherming en instandhouding van het landelijke erfgoed;

p) diversificatie van de bedrijvigheid in de landbouw en in verwante sectoren, gericht op het combineren van verscheidene activiteiten of het aanboren van alternatieve inkomstenbronnen;

q) waterbeheer in de landbouw;

r) ontwikkeling en verbetering van de met de ontwikkeling van de landbouw samenhangende infrastructuur;

s) bevordering van toeristische en ambachtelijke activiteiten;

t) milieubehoud in samenhang met land- en bosbouw en landschapsbeheer, en met verbetering van het welzijn van dieren;

u) herstel van door een natuurramp beschadigd agrarisch productiepotentieel en het treffen van passende preventieve voorzieningen;

v) financiële instrumentering.

- Middelen uit het EOGFL-Garantie voor de overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1257/1999 in de (plattelands)gebieden van doelstelling 2 genomen maatregelen ter bevordering van de aanpassing en de ontwikkeling van plattelandsgebieden:... miljoen EUR (% van het voor artikel 33 geplande totaalbedrag)."