Home

Verordening (EG) nr. 2364/2000 van de Commissie van 25 oktober 2000 betreffende de vierde lijst van prioriteitsstoffen krachtens Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad (Voor de EER relevante tekst)

Verordening (EG) nr. 2364/2000 van de Commissie van 25 oktober 2000 betreffende de vierde lijst van prioriteitsstoffen krachtens Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad (Voor de EER relevante tekst)

Verordening (EG) nr. 2364/2000 van de Commissie van 25 oktober 2000 betreffende de vierde lijst van prioriteitsstoffen krachtens Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 273 van 26/10/2000 blz. 0005 - 0007


Verordening (EG) nr. 2364/2000 van de Commissie

van 25 oktober 2000

betreffende de vierde lijst van prioriteitsstoffen krachtens Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad van 23 maart 1993 inzake de beoordeling en de beperking van de risico's van bestaande stoffen(1), en met name op de artikelen 8 en 10,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Verordening (EEG) nr. 793/93 voorziet in een regeling voor de beoordeling en beperking van de risico's van bestaande stoffen en bepaalt dat met het oog op de uitvoering van de risicobeoordeling voor bestaande stoffen prioriteitsstoffen dienen te worden geïdentificeerd die bijzondere aandacht behoeven.

(2) De Commissie dient derhalve krachtens artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 793/93 een lijst met prioriteitsstoffen op te stellen, waarbij rekening moet worden gehouden met bepaalde factoren die later in dit artikel worden vermeld.

(3) In artikel 10 van Verordening (EEG) nr. 793/93 wordt bepaald dat voor elke stof op de prioriteitenlijsten een lidstaat wordt aangewezen die verantwoordelijk is voor de beoordeling van die stof en dat bij de toewijzing van deze stoffen dient te worden gezorgd voor een billijke taakverdeling tussen de lidstaten.

(4) De eerste lijst van prioriteitsstoffen is vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1179/94 van de Commissie(2), de tweede lijst bij Verordening (EG) nr. 2268/95 van de Commissie(3) en de derde lijst bij Verordening (EG) nr. 143/97 van de Commissie(4).

(5) De bepalingen van deze verordening zijn in overeenstemming met het advies van het comité dat bij artikel 15 van Verordening (EEG) nr. 793/93 is ingesteld,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. De lijst in de bijlage van deze verordening wordt vastgesteld als de vierde lijst van prioriteitsstoffen krachtens artikel 8, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 793/93.

2. In deze lijst van prioriteitsstoffen wordt eveneens vermeld welke lidstaat verantwoordelijk is voor de beoordeling van elke stof.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 25 oktober 2000.

Voor de Commissie

Margot Wallström

Lid van de Commissie

(1) PB L 84 van 5.4.1993, blz. 1.

(2) PB L 131 van 26.5.1994, blz. 3.

(3) PB L 231 van 28.9.1995, blz. 18.

(4) PB L 25 van 28.1.1997, blz. 13.

BIJLAGE

>RUIMTE VOOR DE TABEL>