2001/235/EG: Besluit van de Raad van 8 maart 2001 inzake de principes, prioriteiten, tussentijdse doelstellingen en voorwaarden van het partnerschap voor de toetreding met de Republiek Turkije
2001/235/EG: Besluit van de Raad van 8 maart 2001 inzake de principes, prioriteiten, tussentijdse doelstellingen en voorwaarden van het partnerschap voor de toetreding met de Republiek Turkije
2001/235/EG: Besluit van de Raad van 8 maart 2001 inzake de principes, prioriteiten, tussentijdse doelstellingen en voorwaarden van het partnerschap voor de toetreding met de Republiek Turkije
Publicatieblad Nr. L 085 van 24/03/2001 blz. 0013 - 0023
Besluit van de Raad
van 8 maart 2001
inzake de principes, prioriteiten, tussentijdse doelstellingen en voorwaarden van het partnerschap voor de toetreding met de Republiek Turkije
(2001/235/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 390/2001 van de Raad van 26 februari 2001 betreffende hulp aan Turkije in het kader van de pretoetredingsstrategie, inzonderheid de invoering van een partnerschap voor toetreding, en met name op artikel 2(1),
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) De Europese Raad van Helsinki verklaarde: "Turkije is een kandidaat-lidstaat die voorbestemd is om tot de Unie toe te treden op basis van dezelfde criteria als die welke voor de andere kandidaat-lidstaten gelden. Voortbouwend op de bestaande Europese strategie zal Turkije, evenals andere kandidaat-lidstaten, in aanmerking komen voor een pretoetredingsstrategie om zijn hervormingen te stimuleren en te ondersteunen.". Als belangrijk onderdeel van deze strategie zal een partnerschap voor de toetreding worden ingesteld op basis van eerdere conclusies van de Europese Raad.
(2) Verordening (EG) nr. 390/2001 bepaalt dat de Raad op voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een besluit neemt over de principes, prioriteiten, tussentijdse doelstellingen en voorwaarden van het partnerschap voor toetreding zoals deze aan Turkije zullen worden voorgelegd, alsook over belangrijke wijzigingen die daarin naderhand worden aangebracht.
(3) De bijstand van de Gemeenschap is afhankelijk van het nakomen van een aantal essentiële voorwaarden, met name het boeken van voldoende vooruitgang met betrekking tot het voldoen aan de criteria van Kopenhagen. Wanneer een essentieel element ontbreekt, kan de Raad op voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid van stemmen passende maatregelen nemen ten aanzien van de toekenning van pretoetredingssteun.
(4) De Associatieraad EG-Turkije heeft besloten dat op de tenuitvoerlegging van het partnerschap voor de toetreding van Turkije, waar passend, toezicht zal worden uitgeoefend door de instellingen van de associatieovereenkomst.
(5) In haar Periodiek Verslag 2000 presenteerde de Commissie een objectieve analyse van de voorbereidingen die Turkije treft voor het lidmaatschap en noemde zij een aantal prioritaire gebieden waarop aanvullende inspanningen vereist zijn.
(6) Om zich op het lidmaatschap voor te bereiden moet Turkije een nationaal programma voor de overname van het acquis opzetten. Dit programma moet een tijdschema omvatten voor de verwezenlijking van de prioriteiten en tussentijdse doelstellingen van het partnerschap voor de toetreding,
BESLUIT:
Artikel 1
Overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EG) nr. 390/2001 zijn de principes, prioriteiten, tussentijdse doelstellingen en voorwaarden van het partnerschap voor de toetreding met Turkije opgenomen in de bijlage bij dit besluit, die een integrerend onderdeel van dit besluit vormt.
Artikel 2
Op de uitvoering van het partnerschap voor de toetreding wordt, waar passend, toezicht uitgeoefend door de instellingen van de associatieovereenkomst en de bevoegde organen van de Raad, waaraan de Commissie regelmatig verslag uitbrengt.
Artikel 3
Dit besluit wordt van kracht op de derde dag volgende op die van zijn bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Gedaan te Brussel, 8 maart 2001.
Voor de Raad
De voorzitter
K. Larsson
(1) PB L 58 van 28.2.2001, blz. 1.
BIJLAGE
TURKIJE: PARTNERSCHAP VOOR DE TOETREDING 2000
1. INLEIDING
De Europese Raad van Helsinki (10-11 december 1999) uitte zijn tevredenheid over de positieve ontwikkelingen in Turkije en over de intentie tot voortzetting van de hervormingen die ertoe moeten leiden dat aan de criteria van Kopenhagen wordt voldaan. Turkije is een kandidaat-lidstaat die voorbestemd is om tot de Unie toe te treden op basis van dezelfde criteria als die welke voor de andere kandidaat-lidstaten gelden.
De Europese Raad van Helsinki besloot tot instelling van een partnerschap voor de toetreding "op basis van eerdere conclusies van de Europese Raad". Dit partnerschap omvat de prioriteiten voor de toetredingsvoorbereidingen in het licht van de politieke en economische criteria en de verplichtingen van een lidstaat, in combinatie met een nationaal programma voor de overname van het acquis.
De Europese Raad van Luxemburg besloot in december 1997 dat het partnerschap voor toetreding de spil vormt van de versterkte pretoetredingsstrategie, waarbij alle vormen van bijstand aan de kandidaat-lidstaten worden ingezet binnen één enkel kader. De Europese Unie kan zo haar steun aanpassen aan de specifieke behoeften van elke kandidaat-lidstaat, zodat hulp kan worden geboden bij het oplossen van bijzondere problemen in verband met de toetreding.
In volledige overeenstemming met deze aanpak diende de Commissie op 26 juli 2000 een voorstel in voor de instelling van één kader voor de coördinatie van alle bronnen van financiële pretoetredingssteun van de Europese Unie en de instelling van een partnerschap voor de toetreding. Deze kaderverordening voor Turkije is gebaseerd op de verordening voor de tien kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa (Verordening (EG) nr. 622/98 van de Raad, PB L 85 van 20.3.1998, blz. 1).
In het eerste partnerschap voor de toetreding zal worden voorzien in een verordening van de Raad tot instelling van een partnerschap voor de toetreding voor Turkije. Dit toetredingspartnerschap wordt voorgesteld door de Commissie na overleg met Turkije en op basis van de door de Raad vast te stellen principes, prioriteiten, tussentijdse doelstellingen en voorwaarden. Het partnerschap houdt rekening met de analyse van het periodiek verslag 2000 over de vooruitgang van Turkije op de weg naar toetreding.
2. DOEL
Het partnerschap voor toetreding heeft als doel in één kader vast te leggen welke de prioritaire gebieden voor verdere werkzaamheden zijn, als omschreven in het Periodiek Verslag 2000 van de Commissie over de vorderingen van Turkije op de weg naar toetreding, welke financiële middelen beschikbaar zijn om Turkije te helpen bij de tenuitvoerlegging van deze prioriteiten, en welke voorwaarden aan deze bijstand zijn verbonden. Dit partnerschap voor de toetreding vormt de basis voor een aantal beleidsinstrumenten die zullen worden gebruikt om de kandidaat-lidstaten te helpen bij de voorbereiding op het lidmaatschap. Verwacht wordt dat Turkije vóór het einde van het jaar op basis van het partnerschap voor de toetreding een nationaal programma voor de overname van het acquis vaststelt. Dit vormt geen integrerend deel van dit partnerschap, maar de prioriteiten die erin zijn vervat dienen ermee verenigbaar te zijn.
3. PRINCIPES
De belangrijkste prioritaire gebieden die voor elke kandidaat-lidstaat zijn vastgesteld hebben betrekking op het vermogen om de verplichtingen na te komen die voortvloeien uit de criteria van Kopenhagen, volgens welke het lidmaatschap het volgende vereist:
- stabiele instellingen die de democratie, de rechtsorde, de mensenrechten en de eerbiediging en de bescherming van minderheden garanderen;
- een functionerende markteconomie en het vermogen het hoofd te bieden aan de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de Unie;
- het vermogen de verplichtingen van het lidmaatschap op zich te nemen, hetgeen mede inhoudt dat de doelstellingen van een politieke, economische en monetaire unie worden onderschreven.
In Madrid wees de Europese Raad erop dat de kandidaat-lidstaten hun administratieve structuren moeten aanpassen om na de toetreding een harmonieus functioneren van het beleid van de Gemeenschap te garanderen. In Luxemburg benadrukte de Europese Raad dat opname van het acquis in de wetgeving noodzakelijk, maar op zich niet voldoende is: het moet ook daadwerkelijk worden toegepast.
De Europese Raad van Helsinki bevestigde opnieuw het inclusieve karakter van het toetredingsproces, dat thans 13 kandidaat-lidstaten in één kader omvat. De kandidaat-lidstaten nemen op voet van gelijkheid aan het toetredingsproces deel. De Europese Raad verklaarde dat zij de waarden en doelstellingen van de Europese Unie, zoals die in het Verdrag zijn vastgelegd, dienen te delen. In dit verband wees de Europese Raad met nadruk op het beginsel van een vreedzame regeling van geschillen overeenkomstig het Handvest van de Verenigde Naties en drong hij er bij de kandidaat-lidstaten op aan alles in het werk te stellen om de nog onopgeloste grensgeschillen en andere daarmee verbonden problemen tot een oplossing te brengen. Indien zij daar niet in slagen, dienen zij het geschil binnen een redelijke termijn voor te leggen aan het Internationaal Gerechtshof.
De Europese Raad besloot voorts de situatie met betrekking tot alle bestaande geschillen uiterlijk eind 2004 te evalueren, met name ten aanzien van de gevolgen voor het toetredingsproces alsook om te bevorderen dat zij via het Internationaal Gerechtshof worden opgelost.
De Europese Raad benadrukte dat Turkije in aanmerking komt voor een pretoetredingsstrategie om zijn hervormingen te stimuleren en te ondersteunen en dat in dat verband een geïntensiveerde politieke dialoog zal worden gevoerd, waarbij de nadruk ligt op vorderingen ten aanzien van het voldoen aan de politieke criteria voor toetreding. Bijzondere aandacht krijgen daarbij de mensenrechten en de vraagstukken in de punten 4 en 9a van de conclusies van Helsinki. In deze geest moedigt de Europese Unie Turkije aan, samen met alle partijen steun te blijven verlenen aan de inspanningen van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties om het proces dat moet leiden tot een alomvattende regeling voor de kwestie-Cyprus tot een succesvol einde te brengen.
4. PRIORITEITEN EN TUSSENTIJDSE DOELSTELLINGEN
Uit de periodieke verslagen van de Commissie is duidelijk de omvang gebleken van de inspanningen die de kandidaat-lidstaten op bepaalde gebieden nog moeten leveren om zich op de toetreding voor te bereiden. Daarom moeten tussentijdse prioriteiten worden vastgesteld, waarbij voor elke prioriteit samen met de betrokken landen nauwkeurig omschreven doelstellingen worden opgesteld. De te verlenen steun is afhankelijk van het bereiken van deze doelstellingen, evenals het verloop van de onderhandelingen met sommige landen en de opening van onderhandelingen met andere landen. De prioriteiten en tussentijdse doelstellingen zijn in het toetredingspartnerschap in twee groepen ingedeeld: die voor de korte en die voor de middellange termijn. De prioriteiten en tussentijdse doelstellingen voor de korte termijn kunnen redelijkerwijs worden geacht door Turkije vóór eind 2001 geheel of voor een groot deel te kunnen worden verwezenlijkt. Verwacht wordt dat verwezenlijking van de prioriteiten voor de middellange termijn meer dan een jaar in beslag zal nemen, hoewel zo mogelijk ook met de uitvoering daarvan in 2001 moet worden begonnen.
Het toetredingspartnerschap geeft de prioritaire gebieden aan voor de toetredingsvoorbereidingen van Turkije. Turkije moet echter alle in het periodiek verslag genoemde problemen oplossen. Ook moet Turkije voldoen aan zijn verplichtingen op het gebied van aanpassing van de wetgeving en tenuitvoerlegging van het acquis, overeenkomstig de verbintenissen in het kader van de associatieovereenkomst, de douane-unie en besluiten van de Associatieraad EG-Turkije op dit gebied, bijvoorbeeld inzake de handelsregeling voor landbouwproducten. Zoals gezegd is opname van het acquis in de wetgeving op zich niet voldoende: het moet ook daadwerkelijk worden toegepast, volgens dezelfde normen als die welke binnen de Unie gelden. Op alle onderstaande terreinen is geloofwaardige en effectieve tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis noodzakelijk.
Aan de hand van de analyse van het periodiek verslag van de Commissie zijn voor Turkije onderstaande prioriteiten en tussentijdse doelstellingen voor de korte en middellange termijn vastgesteld.
4.1. Korte termijn (2001)
Versterkte politieke dialoog en politieke criteria
- Overeenkomstig punt 9a van de conclusies van Helsinki, intensieve ondersteuning, in de context van de politieke dialoog, van de inspanningen van de secretaris-generaal van de VN om het proces dat moet leiden tot een algehele regeling van de kwestie-Cyprus op succesvolle wijze af te ronden.
- Versterking van de wettelijke en grondwettelijke waarborgen voor de vrijheid van meningsuiting, overeenkomstig artikel 10 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens. In dit verband moet aandacht worden besteed aan de situatie van gedetineerden die zijn veroordeeld wegens het uiten van een mening waarbij niet tot geweld is opgeroepen.
- Versterking van de wettelijke en grondwettelijke waarborgen voor de vrijheid van vereniging en vreedzame vergadering en stimulering van de ontwikkeling van de civiele samenleving.
- Versterking van de wettelijke bepalingen en vaststelling van alle noodzakelijke maatregelen om de strijd tegen folterpraktijken te intensiveren en de eerbiediging van het Europees Verdrag ter voorkoming van foltering te garanderen.
- Verdere aanpassing van de wettelijke procedures inzake voorlopige hechtenis aan de bepalingen van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de aanbevelingen van het Europees Comité inzake de voorkoming van foltering.
- Versterking van de beroepsmogelijkheden tegen alle schendingen van de mensenrechten.
- Intensivering van de opleiding van politiefunctionarissen op het gebied van de mensenrechten, in samenwerking met afzonderlijke landen en internationale organisaties.
- Verbetering van het functioneren en van de efficiency van het justitieel apparaat, met inbegrip van de rechtbank voor staatsveiligheid, zodat aan internationale normen wordt voldaan. Met name moet de opleiding van rechters en officieren van justitie op het gebied van het recht van de Europese Unie worden verbeterd, ook op het gebied van de mensenrechten.
- Handhaving van het de facto-moratorium op de voltrekking van de doodstraf.
- Afschaffing van wettelijke bepalingen die Turkse burgers verbieden in radio- en televisieuitzendingen hun moedertaal gebruiken.
- Ontwikkeling van een brede aanpak om regionale verschillen terug te dringen, met name om de situatie in het zuidoosten van het land te verbeteren, teneinde de economische, sociale en culturele mogelijkheden voor alle burgers te verbeteren.
Economische criteria
- Uitvoering van het met het IMF en de Wereldbank overeengekomen programma voor inflatievermindering en structurele hervorming, met name beheersing van de overheidsuitgaven.
- Snelle implementatie van de hervorming van de financiële sector met het oog op transparantie en toezicht.
- Vaststelling in de pretoetredingsfase van een procedure voor jaarlijkse budgettaire controle met jaarlijkse melding van de begrotingspositie, overeenkomstig de in de EU geldende procedures, en presentatie van een economisch pretoetredingsprogramma (EPP). Dit EPP, een breed opgezet economisch programma, moet het land voorbereiden op de toetreding.
- Voortzetting van de landbouwhervormingen.
- Voortzetting van de privatisering van staatseigendommen, met inachtneming van de sociale dimensie.
Interne markt
- Intellectuele- en industriële-eigendomsrechten: voortzetting van de harmonisatie van de wetgeving inzake intellectuele eigendom en intensivering van de bestrijding van piraterij.
- Vrij verkeer van goederen: versnelling van de aanpassing aan Europese normen, certificering en conformiteitsbeoordeling en markering; beginnen met versterking van de bestaande structuren voor markttoezicht en conformiteitsbeoordeling door beschikbaarstelling van uitrusting en opleiding; versnelling van de werkzaamheden met betrekking tot specifieke sectoren (levensmiddelen, farmaceutische producten, cosmetische producten, textiel) en kaderwetgeving voor de omzetting van de beginselen van de nieuwe en de globale aanpak en totstandbrenging van een geschikte administratieve infrastructuur; verwijdering van technische handelsbelemmeringen.
- Mededinging: vaststelling van wetgeving waarin de voor de controle op overheidssteun verantwoordelijke instanties worden aangewezen, teneinde transparantie te waarborgen en in regelmatige controle van de overheidssteun te voorzien.
- Overheidsopdrachten: beginnen met aanpassing aan het acquis van de Gemeenschap, met name door bij de procedures voor overheidsopdrachten te voorzien in meer transparantie en verantwoording.
Belastingen
- Beginnen met de aanpassing van accijnzen en BTW, met name wat betreft de tarieven, aard van vrijgestelde transacties, belastbare grondslag en belastingstructuur; waarborgen dat nieuwe belastingen in overeenstemming zijn met de beginselen van de gedragscode voor belastingen voor het bedrijfsleven en afschaffen van discriminerende maatregelen.
Landbouw
- Ontwikkeling van een functionerend kadaster, identificatiesystemen voor dieren en paspoortsystemen voor planten, verbetering van de bestuurlijke structuren voor het toezicht op de landbouwmarkten en de tenuitvoerlegging van milieumaatregelen, structuurmaatregelen en maatregelen voor plattelandsontwikkeling.
- Vaststelling van een geschikte strategie voor aanpassing aan de communautaire veterinaire en fytosanitaire wetgeving, die prioritair gericht moet zijn op harmonisatie van de wetgeving ter bestrijding van dieren- en plantenziekten, en versterking van de handhavingscapaciteit, met name voor testlaboratoria, inspectieregelingen en inspectie-instanties.
Visserij
- Totstandbrenging van bestuurlijke structuren voor toezicht op de exploitatie van visbestanden, marktontwikkelingen en structurele ontwikkelingen door middel van een beleid voor het beheer van de bestanden, inspectie- en controlemaatregelen en verbetering van het register van de visserijvloot.
Vervoer
- Vaststelling van een programma voor de omzetting van het acquis op vervoersgebied.
- Beginnen met de aanpassing van de wetgeving inzake veiligheidsnormen voor de zeevaart; uitvoering en handhaving van deze veiligheidsnormen.
- Vaststelling van een actieplan voor het zeevervoer betreffende toezicht op classificatiebureaus en verbetering van de Turkse vlagregistratie.
- Beginnen met de versterking van het bestuur van de scheepvaart, met name wat betreft de controle van de vlaggenstaat.
Statistieken
- Vaststelling van een strategie voor de verdere ontwikkeling van statistieken, met name demografische en sociale statistieken, regionale statistieken, bedrijfsstatistieken en statistieken op het gebied van buitenlandse handel en landbouw.
- Verbetering van het handelsregister zodat dit voldoet aan de EU-normen.
Werkgelegenheid en sociale zaken
- Vaststelling van een strategie en een gedetailleerd programma voor aanpassing aan het acquis.
- Verdere intensivering van de inspanningen om kinderarbeid aan te pakken.
- Waarborgen dat de voorwaarden tot stand zijn gebracht voor een actieve autonome sociale dialoog, onder meer door toe te zien op de eerbiediging van vakbondsrechten en beperkende bepalingen inzake vakbondsactiviteiten af te schaffen.
- Ondersteuning van de inspanningen van de sociale partners voor institutionele opbouw ter ontwikkeling en uitvoering van het acquis.
Energie
- Instelling van een programma voor de overname van het acquis op energiegebied.
- Instelling van een onafhankelijke regelgevende instantie voor elektriciteit en gas; deze instantie moet de bevoegdheden en de middelen krijgen om haar taak effectief uit te voeren.
- Voorbereiding op de totstandkoming van de interne energiemarkt, met name de richtlijnen elektriciteit en gas en de openstelling van de markten.
Telecommunicatie
- Aanpassing aan het EU-acquis op het gebied van licentiëring, interconnectie en universele dienstverlening; nadere precisering van de noodzaak tot liberalisering.
- Versterking van de capaciteit van de onafhankelijke regelgevende instantie, dat wil zeggen haar vermogen om de regelgeving ten uitvoer te leggen.
Regionaal beleid en coördinatie van structuurinstrumenten
- Opzetten van een NUTS-indeling volgens de communautaire regels.
- Vaststellen van een strategie voor de ontwikkeling van een effectief regionaal beleid.
- Beginnen met de invoering in het planningsproces van regionale beleidscriteria voor de selectie van projecten.
Cultuur en audiovisueel beleid
- Beginnen met de aanpassing van de wetgeving op audiovisueel gebied, met name de richtlijn inzake televisie zonder grenzen.
Milieu
- Vaststelling van een omzettingsprogramma (specifiek per richtlijn) voor het acquis.
- Omzetting van de richtlijn milieueffectrapportage.
- Ontwikkeling van een financieringsplan voor investeringen (specifiek per richtlijn), uitgaande van de geraamde aanpassingskosten en realistische openbare en particuliere bronnen voor de jaarlijkse financiering.
Justitie en binnenlandse zaken
- Ontwikkeling van informatie- en voorlichtingsprogramma's over wetgeving en praktijk op dit gebied in de Europese Unie.
- Intensivering van de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit, drugshandel en corruptie, en versterking van de capaciteit voor de bestrijding van witwassen.
Douane
- Voortzetting van de aanpassing van de wetgeving inzake vrije zones en zorgen voor naleving van het nieuwe douanewetboek en de uitvoeringsbepalingen ervoor.
Versterking van bestuurlijke en justitiële capaciteit
- Verbetering van de capaciteit van het openbaar bestuur met het oog op vaststelling, uitvoering en beheer van het acquis, met name door opleiding en goede coördinatie tussen de ministeries; dit houdt ook in dat een effectieve grenscontrole moet worden ontwikkeld, teneinde illegale immigratie, mensenhandel en drugshandel te voorkomen.
- Versnelling van de modernisering van het openbaar bestuur, onder meer door versterking van de bestuurlijke instellingen.
- Versterking van de financiële controle, verbetering van de efficiency van de douanedienst, modernisering van de belastingdienst, versterking van de capaciteit voor fraudebestrijding; versterking van de veterinaire en fytosanitaire controle, ook aan de grens, reorganisatie en modernisering van de keuringsdienst voor voedingswaren, verbetering van het functioneren van het justitiële stelsel en bevordering van de opleiding van gerechtelijke functionarissen in het Gemeenschapsrecht en de toepassing daarvan.
- Vaststelling van het juridische, bestuurlijke en budgettaire kader (controlehandleiding en controletraject) voor het programmabeheer.
4.2. Middellange termijn
Versterkte politieke dialoog en politieke criteria
- Overeenkomstig punt 4 van de conclusies van Helsinki, in de context van de politieke dialoog, in het kader van het beginsel van vreedzame regeling van geschillen overeenkomstig het Handvest van de Verenigde Naties alles in het werk stellen om de nog onopgeloste grensgeschillen en andere daarmee verbonden problemen tot een oplossing te brengen.
- Waarborgen dat alle individuen, zonder enige vorm van discriminatie en ongeacht hun taal, ras, huidskleur, geslacht, politieke opinie, levensbeschouwing of godsdienst, alle mensenrechten en fundamentele vrijheden genieten. Verdere ontwikkeling van de voorwaarden om vrijheid van gedachten, geweten en godsdienst te genieten.
- Herziening van de Turkse grondwet en andere toepasselijke wetgeving teneinde de rechten en vrijheden van alle Turkse burgers te garanderen, zoals deze zijn vastgelegd in het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden; toezien op de tenuitvoerlegging van dergelijke wetshervormingen en op overeenstemming met de praktijk in de lidstaten van de EU.
- Afschaffing van de doodstraf, ondertekening en bekrachtiging van Protocol nr. 6 bij het Europees Verdrag inzake de bescherming van de rechten van de mens.
- Bekrachtiging van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en het facultatieve protocol daarbij, en het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten.
- Aanpassing van de detentieomstandigheden in penitentiaire inrichtingen, zodat zij voldoen aan de standaardminimumregels voor de behandeling van gedetineerden en aan andere internationale normen.
- Aanpassing aan de praktijk in de lidstaten van de EU van de constitutionele rol van de Raad voor de Nationale Veiligheid als adviesverlenend lichaam aan de regering.
- Opheffing van de noodtoestand in het zuidoosten.
- Waarborgen van culturele diversiteit en culturele rechten voor alle burgers, ongeacht hun afkomst. Alle wettelijke bepalingen die het genot van deze rechten verhinderen, moeten worden afgeschaft, ook ten aanzien van het onderwijs.
Economische criteria
- Voltooiing van de privatisering.
- Voltooiing van de hervorming van de landbouw en de financiële sector.
- Waarborgen van de duurzaamheid van het pensioenen- en het socialezekerheidsstelsel.
- Verbetering van het algehele onderwijs- en gezondheidsniveau, met bijzonder aandacht voor de jongere generatie en voor achterstandsregio's.
Interne markt
- Vrij verkeer van goederen: voltooiing van de aanpassing aan het EU-acquis; voltooiing van de overname van Europese normen; voltooiing van de versterking van de huidige structuren voor certificering, markttoezicht en conformiteitsbeoordeling.
- Vennootschapsrecht: voltooiing van de aanpassing aan het EU-acquis.
- Gegevensbescherming: voltooiing van de aanpassing en implementatie van de wetgeving.
- Vrij verkeer van kapitaal: voltooiing van de aanpassing, met name door het wegnemen van beperkingen voor buitenlandse investeerders.
- Concurrentie: voltooiing van de aanpassing aan het EU-acquis inzake overheidssteun, met inbegrip van regionale steunregelingen, en aanpassing van de wetgeving inzake monopolies en ondernemingen met speciale rechten.
- Overheidsopdrachten: voltooiing van de aanpassing aan het acquis communautaire; toezien op effectieve implementatie en handhaving.
Belastingen
- Voltooiing van de aanpassing van de nationale wetgeving aan het acquis van de EU.
Landbouw
- Voltooiing van de voorbereiding voor de toepassing van het acquis in het landbouw- en plattelandsontwikkelingsbeleid.
- Modernisering van de voedselverwerkende industrie (vlees- en zuivelverwerkende bedrijven), zodat wordt voldaan aan de EU-normen voor hygiëne en volksgezondheid, en uitbreiding van keurings- en diagnosefaciliteiten.
Visserij
- Voltooiing van de ontwikkeling van capaciteit voor de tenuitvoerlegging en handhaving van het gemeenschappelijk visserijbeleid.
- Verdere verbetering van het algemene kwaliteitsniveau en de veiligheid van visserijproducten in Turkije.
Vervoer
- Voltooiing van de aanpassing van de wetgeving inzake wegvervoer (markttoegang, verkeersveiligheid, regels voor gevaarlijke goederen en belastingen), spoorwegen, luchtvervoer (met name veiligheid en luchtverkeerscontrole) en binnenwateren (technische voorschriften voor schepen).
- Waarborgen van effectieve tenuitvoerlegging en handhaving van de vervoerswetgeving, met name ten aanzien van maritieme veiligheid.
- Voorbereiding van de Turkse vervoersvloot (met name het zee- en het wegvervoer) op de technische normen die volledige integratie in de interne markt mogelijk maken.
Economische en Monetaire Unie
- Wijziging van de wet inzake de centrale bank om deelname aan het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB) mogelijk te maken.
- Zorgen voor volledige onafhankelijkheid van de centrale bank van de regering.
Statistieken
- Invoering van met de EU-voorschriften verenigbare statistische methoden en praktijken, met name ten aanzien van raming van het BBP, geharmoniseerde consumentenprijsindexen, kortetermijnindicatoren, sociale statistieken, het handelsregister en de betalingsbalans.
- Verdere aanpassing van de macro-economische statistieken aan het acquis op statistisch gebied.
- Adequate opleiding van personeel en verbetering van de bestuurlijke capaciteit.
Werkgelegenheid en sociale zaken
- Afschaffing van de nog bestaande vormen van discriminatie van vrouwen en alle vormen van discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afkomst, godsdienst of geloof, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid.
- Omzetting van de EU-wetgeving op het gebied van arbeidsrecht, gelijke behandeling van vrouwen en mannen, veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats en volksgezondheid, en versterking van de desbetreffende bestuurlijke structuren en van de bestuurlijke structuren voor de coördinatie van de sociale zekerheid.
- Effectieve uitvoering en handhaving van het acquis ten aanzien van sociaal beleid en werkgelegenheid.
- Formulering van een nationale strategie voor de werkgelegenheid; met het oog op latere deelname aan de Europese werkgelegenheidsstrategie, onder meer door een gezamenlijke evaluatie van de werkgelegenheid; in dit verband moet capaciteit worden ontwikkeld voor het volgen van arbeidsmarkt en sociale ontwikkelingen, met name de impact van de (steeds sneller verlopende) structurele veranderingen.
- Verdere ontwikkeling van de sociale bescherming, met name door consolidatie van de hervorming van het stelsel voor sociale zekerheid teneinde dit financieel duurzaam te maken en tegelijkertijd het sociale vangnet te versterken.
Energie
- Herstructurering van de energiebedrijven en verdere openstelling van de diverse sectoren; versterking van de structuren voor bestuur en toezicht.
- Voltooiing van de aanpassing van de nationale wetgeving aan het acquis van de EU op energiegebied.
Telecommunicatie
- Voltooiing van de omzetting van de communautaire wetgeving.
- Ontwikkeling van een alomvattend beleid voor de gehele communicatiesector.
Regionaal beleid en coördinatie van structuurinstrumenten
- Ontwikkeling van een nationaal beleid voor economische en sociale cohesie om interne wanverhoudingen recht te trekken. Onderdeel hiervan zijn onder meer meerjarige begrotingsprocedures en structuren voor toezicht en evaluatie.
Cultuur en audiovisueel beleid
- Voltooiing van de aanpassing van de audiovisuele wetgeving en versterking van de capaciteit van de onafhankelijke toezichthoudende autoriteit voor radio en televisie.
Milieu
- Implementatie en handhaving van het milieuacquis van de EU, met name door kaderwetgeving en sectorale wetgeving te ontwikkelen en de institutionele, bestuurlijke en controlerende capaciteit voor milieubescherming te versterken.
- Tenuitvoerlegging van het acquis, met bijzondere aandacht voor kaderwetgeving, horizontale wetgeving en wetgeving inzake natuurbehoud, waterkwaliteit en afvalbeheer; tenuitvoerlegging van een strategie voor afvalbeheer.
- Instelling van controlenetwerken en vergunningsprocedures, alsmede milieu-inspecties, inclusief het verzamelen van gegevens.
- Integratie van de beginselen van duurzame ontwikkeling in de formulering en tenuitvoerlegging van andere sectorale beleidsonderdelen.
- Tenuitvoerlegging en implementatie van de richtlijn milieueffectrapportage.
Douane
- Voltooiing van de aanpassing van de wetgeving inzake met name vrije zones, goederen en technologieën voor tweeërlei gebruik, precursoren en nagemaakte en illegaal gekopieerde goederen.
Justitie en binnenlandse zaken
- Ontwikkeling van opleidingsprogramma's inzake het communautaire recht en de uitvoering van het acquis op het gebied van justitie en binnenlandse zaken.
- Verdere ontwikkeling en versterking van de instellingen voor justitie en binnenlandse zaken, met name om in een verantwoordingsplicht voor de politie te voorzien.
- Overname van het EU-acquis op het gebied van gegevensbescherming, zodat volwaardig kan worden deelgenomen aan het Schengeninformatiesysteem en Europol.
- Beginnen met de aanpassing van visumwetgeving en -praktijk aan de regels in de EU.
- Overneming en uitvoering van acquis en praktijk van de EU op het gebied van migratie (toelating, overname, verwijdering) teneinde illegale migratie te voorkomen.
- Voortzetting van de versterking van het grensbeheer, en voorbereiding op de volledige uitvoering van het Verdrag van Schengen.
- Opheffing van het geografisch voorbehoud bij het Verdrag van Genève van 1951 op asielgebied en opzetten van faciliteiten voor de opvang en sociale ondersteuning van vluchtelingen.
- Overname en uitvoering van het EU-acquis ten aanzien van de bestrijding van corruptie, drugs, georganiseerde criminaliteit en witwassen en inzake samenwerking op straf- en civielrechtelijk gebied; verdere intensivering van de internationale samenwerking op deze gebieden.
Versterking van bestuurlijke en justitiële capaciteit
- Voltooiing van de hervorming en modernisering van het openbaar bestuur om efficiënt beheer van het EG-beleid mogelijk te maken; onderdeel hiervan zijn versterking van het grensbeheer en voorbereiding van de volledige tenuitvoerlegging van het Verdrag van Schengen.
- Voltooiing van het wetgevingskader voor interne en externe financiële controle; voltooiing van de instelling van een centrale organisatie binnen het overheidsapparaat voor de harmonisatie van interne audit/controle; voltooiing van de invoering van eenheden voor interne audit/controle bij de instanties waar de uitgaven worden gedaan; voltooiing van de functionele autonomie voor de nationale interne controleurs/auditors op zowel centraal als gedecentraliseerd niveau en financiële controle ex ante; uitgifte van een controlehandleiding en ontwikkeling van een controletraject voor de controle op EU-middelen.
- Voltooiing van de territoriale hervorming en ontwikkeling van een concept voor regionaal en gemeentelijk management.
- Opzetten van operationele structuren op regionaal niveau en versterking van de bestaande bestuurlijke structuren voor regionale ontwikkeling.
5. PROGRAMMERING
In de periode 1996-1999 heeft Turkije 376 miljoen EUR aan subsidie ontvangen, dat wil zeggen gemiddeld iets meer dan 90 miljoen EUR per jaar. Vanaf 2000 is de jaarlijkse toewijzing voor Turkije vastgesteld op 15 % van het bilaterale bedrag voor Meda, naast de middelen waarin is voorzien in het kader van de twee verordeningen inzake de Europese strategie en de pretoetredingsstrategie. De eerste, in april 2000 goedgekeurde verordening voorziet in 5 miljoen EUR per jaar gedurende drie jaar voor maatregelen ter verdieping van de douane-unie EG-Turkije. De tweede verordening, waarvoor de goedkeuringsprocedure momenteel aan de gang is, betreft de uitvoering van maatregelen ter bevordering van de economische en sociale ontwikkeling in Turkije en voorziet in 45 miljoen EUR per jaar gedurende drie jaar.
Al deze middelen zijn gericht op het pretoetredingsproces. De verdeling is in 2000 als volgt:
- 50 % van de kredieten is bestemd voor structurele en sectorale hervorming, in het bijzonder gericht op harmonisatie van de Turkse wetgeving en werkmethoden met het EU-acquis. De hervormingen worden ondersteund met faciliteiten voor structurele aanpassing; doel is Turkije te helpen bij de ingrijpende structurele hervormingen die nodig zijn om het acquis communautaire over te nemen, een en ander in nauwe coördinatie met IMF en Wereldbank.
- 50 % van de kredieten is bestemd voor de financiering van andere maatregelen om Turkije in de EU te integreren: bijstand voor de Turkse overheid en instellingen om de capaciteit voor de uitvoering van het acquis van de Gemeenschap te ontwikkelen (door institutionele opbouw); hulp om de investeringen aan te trekken die nodig zijn om de Turkse industrie en infrastructuur op het peil van de Gemeenschap te brengen (door investeringssteun en regionale/rurale ontwikkeling). Dit bedrag is tevens bestemd voor de financiering door Turkije van de deelname aan communautaire programma's en instanties, zoals het vijfde kaderprogramma voor onderzoek en technische ontwikkeling (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1) en programma's op het gebied van onderwijs en het midden- en kleinbedrijf.
5.1. Rol van de internationale financiële instellingen
De samenwerking tussen Turkije en de internationale financiële instellingen krijgt een nieuwe stimulans en een nieuwe gerichtheid via het toetredingspartnerschap. De subsidies in het kader van het toetredingspartnerschap dienen als startkapitaal en katalysator voor grotere bedragen aan ontwikkelingsfinanciering van de internationale financiële instellingen. De Commissie ontwikkelt dit proces in samenwerking met de kandidaat-lidstaten, de EIB en de internationale financiële instellingen, met name de Wereldbank, om cofinanciering van projecten met betrekking tot de pretoetredingsprioriteiten te bevorderen. Bovendien is het van belang dat nauw wordt samengewerkt met de programma's van andere donoren (lidstaten en derde landen).
6. CONDITIONALITEIT
De bijstand van de Gemeenschap voor de financiering van projecten via de pretoetredingsinstrumenten voor Turkije wordt verstrekt op voorwaarde dat Turkije voldoet aan de verplichtingen die het is aangegaan in het kader van de associatieovereenkomst, de douane-unie en besluiten van de Associatieraad EG-Turkije op dit gebied, bijvoorbeeld inzake de handelsregeling voor landbouwproducten. Voorts moet Turkije verdere stappen zetten om te voldoen aan de criteria van Kopenhagen en in het bijzonder in 2001 vooruitgang boeken bij de verwezenlijking van de specifieke prioriteiten van dit toetredingspartnerschap. Het niet naleven van deze algemene voorwaarden kan leiden tot een besluit van de Raad tot opschorting van financiële bijstand op basis van artikel 4 van de voorgestelde kaderverordening.
7. TOEZICHT
Op de uitvoering van het partnerschap voor toetreding wordt toezicht gehouden in het kader van de associatieovereenkomst. Zoals de Europese Raad van Helsinki heeft beklemtoond, is het voor Turkije van belang dat de instellingen van de associatieovereenkomst het kader blijven vormen waarin de overname van het acquis volgens dezelfde regelingen kan worden onderzocht, ongeacht of onderhandelingen zijn geopend.
De relevante onderdelen van het partnerschap voor toetreding zullen in het desbetreffende subcomité worden besproken. Het Associatiecomité bespreekt algemene ontwikkelingen, vooruitgang en problemen bij het verwezenlijken van de prioriteiten en de tussentijdse doelstellingen, en specifiekere zaken die door de subcomités worden doorverwezen.
Om te beginnen ziet het Meda-comité van beheer erop toe dat financieringsbesluiten in het kader van de drie instrumenten (Meda en twee verordeningen in het kader van de Europese strategie) onderling en met het toetredingspartnerschap verenigbaar zijn.
De Commissie bereidt een enkelvoudige verordening voor inzake de tenuitvoerlegging van de nieuwe begrotingslijn Pretoetredingsstrategie ten behoeve van Turkije (VOB 2001). Wanneer die verordening is aangenomen, ziet het beheerscomité voor Phare op de verenigbaarheid met het toetredingspartnerschap toe.