Home

2001/394/EG: Beschikking van de Commissie van 21 mei 2001 houdende derde wijziging van Beschikking 2001/327/EG tot vaststelling van beperkende maatregelen met betrekking tot verplaatsingen van dieren van voor mond- en klauwzeer gevoelige soorten (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 1479)

2001/394/EG: Beschikking van de Commissie van 21 mei 2001 houdende derde wijziging van Beschikking 2001/327/EG tot vaststelling van beperkende maatregelen met betrekking tot verplaatsingen van dieren van voor mond- en klauwzeer gevoelige soorten (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 1479)

2001/394/EG: Beschikking van de Commissie van 21 mei 2001 houdende derde wijziging van Beschikking 2001/327/EG tot vaststelling van beperkende maatregelen met betrekking tot verplaatsingen van dieren van voor mond- en klauwzeer gevoelige soorten (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 1479)

Publicatieblad Nr. L 138 van 22/05/2001 blz. 0036 - 0037


Beschikking van de Commissie

van 21 mei 2001

houdende derde wijziging van Beschikking 2001/327/EG tot vaststelling van beperkende maatregelen met betrekking tot verplaatsingen van dieren van voor mond- en klauwzeer gevoelige soorten

(kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 1479)

(Voor de EER relevante tekst)

(2001/394/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 92/118/EEG(2), en met name op artikel 10,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De situatie met betrekking tot mond- en klauwzeer in bepaalde delen van de Gemeenschap kan, in verband met het op de markt brengen van en de handel in levende evenhoevigen dieren, een gevaar opleveren voor de veebeslagen in andere delen van de Gemeenschap.

(2) Alle lidstaten hebben de beperkingen inzake verplaatsingen van dieren van gevoelige soorten, die zijn vastgesteld in Beschikking 2001/327/EG van de Commissie(3) tot vaststelling van beperkende maatregelen met betrekking tot verplaatsingen van dieren van voor mond- en klauwzeer gevoelige soorten en houdende intrekking van Beschikking 2001/263/EG van de Commissie, laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2001/378/EG(4), ten uitvoer gelegd.

(3) Gezien de ontwikkeling van de diergezondheidssituatie en de conclusies van de epizoötiologische onderzoeken die in de getroffen lidstaten zijn uitgevoerd in nauwe samenwerking met de andere lidstaten, lijkt het aangewezen ook verplaatsingen van dieren via halteplaatsen te verbieden en sommige beperkingen met betrekking tot verplaatsingen van ziektegevoelige dieren in de Gemeenschap nog enige tijd te handhaven.

(4) Enkele van de bij Beschikking 2001/327/EG vastgestelde beperkingen kunnen evenwel verder worden versoepeld.

(5) In de voor 29 mei 2001 geplande vergadering van het Permanent Veterinair Comité zal de situatie opnieuw worden bezien en zullen de maatregelen zo nodig worden aangepast.

(6) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Veterinair Comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Artikel 2 van Beschikking 2001/327/EG wordt vervangen door: "Artikel 2

De lidstaten, met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk, zien erop toe dat:

1. alle vervoer van dieren van voor mond- en klauwzeer gevoelige soorten wordt verboden.

Onverminderd het bepaalde in de Richtlijnen 64/432/EEG, 91/68/EEG en 92/65/EEG van de Raad geldt dit verbod niet als dieren van voor mond- en klauwzeer gevoelige soorten van het bedrijf van verzending worden verplaatst:

- hetzij rechtstreeks of via een verzamelcentrum naar een slachthuis om daar onmiddellijk te worden geslacht.

Voor het intracommunautaire handelsverkeer moet het verzamelcentrum erkend zijn,

- hetzij, wanneer het gaat om andere dieren van gevoelige soorten dan runderen en varkens, rechtstreeks of via één enkel verzamelcentrum naar andere bedrijven binnen het gebied of naar ten hoogste tien bedrijven van bestemming buiten het gebied.

Voor verplaatsingen buiten het gebied maar binnen de lidstaat van verzending via een verzamelcentrum moet de bevoegde autoriteit van de plaats van vertrek toestemming hebben gegeven voor de verplaatsing.

Voor het intracommunautaire handelsverkeer moet het verzamelcentrum erkend zijn. Ongeacht of het vervoer rechtstreeks, dan wel via een verzamelcentrum plaatsvindt, moet de bevoegde autoriteit van de plaats van vertrek daarvoor toestemming hebben gegeven en moet het vervoer zijn aangemeld bij de centrale bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming,

- hetzij, wanneer het gaat om runderen en varkens, rechtstreeks of via een verzamelcentrum naar andere bedrijven.

Voor het intracommunautaire handelsverkeer van runderen en varkens die worden verzonden uit een gebied van een lidstaat waar gedurende de laatste drie maanden vóór de certificering beperkende maatregelen hebben gegolden op grond van artikel 9 van Richtlijn 85/511/EEG, moet de bevoegde autoriteit van de plaats van vertrek toestemming hebben gegeven voor het vervoer en moet het vervoer zijn aangemeld bij de centrale bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming,

- hetzij naar een voor transhumance aangewezen weide.

Wanneer het gaat om andere gevoelige dieren dan runderen en varkens, moet de bevoegde autoriteit van de plaats van vertrek toestemming hebben gegeven voor de verplaatsing;

2. verplaatsingen van dieren waarvoor overeenkomstig de in punt 1 vastgestelde uitzonderingen toestemming is verleend, alleen plaatsvinden op voorwaarde dat:

a) voor het intracommunautaire handelsverkeer bestemde andere dieren van gevoelige soorten dan runderen en varkens tijdens het vervoer niet in contact komen met dieren die niet afkomstig zijn van hetzelfde bedrijf van verzending, tenzij zij

- bestemd zijn om te worden geslacht, of

- van oorsprong en van herkomst zijn uit bedrijven in een gebied van een lidstaat waar, op de dag van verzending en in ten minste de laatste 20 dagen van de eventueel krachtens punt 3 vereiste periode van verblijf op het bedrijf, geen op grond van artikel 9 van Richtlijn 85/511/EEG ingestelde beperkingen hebben gegolden,

b) de voertuigen die voor het vervoer van levende dieren van voor mond- en klauwzeer vatbare soorten worden gebruikt, na elke reis worden schoongemaakt en ontsmet, en dat een bewijs van deze ontsmetting wordt overgelegd, en

c) het vervoer van dieren van gevoelige soorten naar andere lidstaten alleen wordt toegestaan als de plaatselijke veterinaire autoriteit op de plaats van vertrek 24 uur tevoren een melding terzake heeft verzonden aan de plaatselijke veterinaire autoriteiten in de lidstaat van bestemming en, voor zover dit vereist is in punt 1, aan de centrale veterinaire autoriteiten van de lidstaat van bestemming. Wanneer het gaat om andere dieren van gevoelige soorten dan runderen en varkens, moet de plaatstelijke bevoegde autoriteit van de plaats van vertrek het vervoer aanmelden bij de centrale veterinaire autoriteiten van de lidstaat van doorvoer;

3. in de gevallen waarin dat op grond van deze beschikking vereist is, de bevoegde autoriteiten van de plaats van vertrek verplaatsingen van dieren van gevoelige soorten slechts toestaan wanneer aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:

- andere dieren van gevoelige soorten dan runderen en varkens zijn bestemd voor het intracommunautaire handelsverkeer en hebben ten minste de laatste 30 dagen vóór het verlenen van de toestemming, of sedert hun geboorte wanneer zij jonger zijn dan 30 dagen, verbleven op het bedrijf van verzending, en in die periode zijn geen dieren van gevoelige soorten op dat bedrijf binnengebracht,

- andere dieren van gevoelige soorten dan runderen en varkens zijn bestemd voor verplaatsing binnen de lidstaat maar buiten het gebied van verzending en hebben ten minste de laatste 20 dagen vóór het verlenen van de toestemming, of sedert hun geboorte wanneer zij jonger zijn dan 20 dagen, verbleven op het bedrijf van verzending, en in die periode zijn geen dieren van gevoelige soorten op dat bedrijf binnengebracht,

- de dieren zijn bestemd voor verplaatsing binnen een gebied van een lidstaat,

- de dieren worden rechtstreeks of via een verzamelcentrum naar een slachthuis vervoerd om daar onmiddellijk te worden geslacht;

4. onverminderd het bepaalde in artikel 3, lid 1, onder a bis), tweede streepje, van Richtlijn 91/628/EEG van de Raad, dieren van voor mond- en klauwzeer gevoelige soorten niet worden verplaatst via halteplaatsen die zijn ingesteld en erkend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1255/97 van de Raad.".

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 21 mei 2001.

Voor de Commissie

David Byrne

Lid van de Commissie

(1) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29.

(2) PB L 62 van 15.3.1993, blz. 49.

(3) PB L 115 van 25.4.2001, blz. 12.

(4) PB L 132 van 15.5.2001, blz. 31.