Home

2001/829/EG,EGKS: Beschikking van de Commissie van 28 maart 2001 betreffende door Italië voorgenomen staatssteun aan Ferriere Nord SpA (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 1010)

2001/829/EG,EGKS: Beschikking van de Commissie van 28 maart 2001 betreffende door Italië voorgenomen staatssteun aan Ferriere Nord SpA (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 1010)

2001/829/EG,EGKS: Beschikking van de Commissie van 28 maart 2001 betreffende door Italië voorgenomen staatssteun aan Ferriere Nord SpA (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 1010)

Publicatieblad Nr. L 310 van 28/11/2001 blz. 0022 - 0027


Beschikking van de Commissie

van 28 maart 2001

betreffende door Italië voorgenomen staatssteun aan Ferriere Nord SpA

(kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 1010)

(Slechts de tekst in de Italiaanse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2001/829/EG, EGKS)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 88, lid 2, eerste alinea,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, en met name op artikel 4, onder c),

Gelet op Beschikking nr. 2496/96/EGKS van de Commissie van 18 december 1996 houdende communautaire regels voor steun aan de ijzer- en staalindustrie(1), en met name op artikel 6, lid 5,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name op artikel 62, lid 1), onder a),

Na de belanghebbenden overeenkomstig de genoemde artikelen te hebben aangemaand hun opmerkingen te maken(2), en rekening houdend met deze opmerkingen,

Overwegende hetgeen volgt:

I. PROCEDURE

(1) Bij schrijven van 19 februari 1999 stelden de Italiaanse autoriteiten de Commissie overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Beschikking nr. 2496/96/EGKS van de Commissie ervan in kennis dat zij voornemens waren milieusteun te verlenen aan het EGKS-staalbedrijf Ferriere Nord SpA, op basis van titel VI van regionale wet nr. 47 van 3 juni 1978, zoals gewijzigd door regionale wet nr. 2 van 2 januari 1992(3), die door de Commissie was goedgekeurd (brief SG(92) D 18803 van 22 december 1992). De aanmelding betrof steun voor investeringen in een continugietinstallatie en een nieuwe walsband voor elektrisch gelaste wapeningsnetten.

(2) Bij schrijven van 3 juni 1999 deelde de Commissie de Italiaanse regering haar besluit mee om de procedure van artikel 6, lid 5, van Beschikking nr. 2496/96/EGKS in te leiden ten aanzien van voormelde steunmaatregelen en verzocht zij Italië zijn opmerkingen te maken. Het besluit werd bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen(4). De Commissie verzocht de belanghebbenden opmerkingen te maken over de betrokken steun.

(3) De Commissie ontving opmerkingen van Ferriere Nord en van de European Independent Steelworks Association (EISA). Zij stuurde deze naar de Italiaanse regering, die de mogelijkheid kreeg om daarop te reageren. De door de Italiaanse regering geformuleerde opmerkingen werden ontvangen bij brief van 24 december 1999.

(4) Bij schrijven van 21 juli 2000 deelde Ferriere Nord de Commissie mee dat zij had afgezien van de staatssteun voor het gedeelte betreffende de EGKS-investeringen. Bij schrijven van 25 juli 2000 trokken de Italiaanse autoriteiten het gedeelte van de aanmelding betreffende de investeringssteun voor de fabriek die EGKS-producten produceert in, maar behielden het gedeelte van de aanmelding betreffende de investeringssteun voor de fabriek die elektrisch gelaste wapeningsnetten produceert.

(5) Bij schrijven van 14 augustus 2000 deelde de Commissie de Italiaanse regering haar besluit mee om de procedure van artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag in te leiden ten aanzien van de steun voor de fabriek die elektrisch gelaste wapeningsnetten produceert. Dit besluit werd gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen(5). De Commissie verzocht de belanghebbenden opmerkingen te maken over deze steun.

(6) De Commissie ontving opmerkingen van Ferriere Nord en de UK Steel Association. Deze opmerkingen werden Italië toegestuurd, die haar opmerkingen kenbaar maakte bij brief van 15 januari 2001.

II. GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE STEUN

(7) Als gevolg van de in punt 4 vermelde gedeeltelijke intrekking van de aanmelding bestaat de onder deze beschikking vallende steun in een subsidie van 15 % voor een deel van de investeringskosten in een nieuwe installatie voor de productie van elektrisch gelaste wapeningsnetten, waarbij, in tegenstelling tot de traditionele installaties, de fase van het koudtrekken uitgeschakeld wordt. Volgens het verzoek van Ferriere Nord aan de Italiaanse autoriteiten van 27 maart 1996, zou de bouw van de installatie in maart 1998 voltooid moeten geweest zijn. De in aanmerking komende kosten belopen 11 miljard ITL (5,68 miljoen EUR), en de steun 1650 miljoen ITL (852154 EUR).

(8) Ferriere Nord behoort tot de groep Pittini en produceert zowel EGKS-staalproducten (rondstaal en walsdraad in staal) als EG-staalproducten (elektrisch gelaste wapeningsnetten voor vloeren en muren, traliewerken voor dragende liggers, enz.). In 1999 realiseerde de onderneming een omzet van 408,1 miljard ITL (210,8 miljoen EUR), waarvan 84 % in Italië, 11 % in de Europese Unie en 5 % in de rest van de wereld. Ferriere Nord is een van de belangrijkste Europese producenten van elektrisch gelaste wapeningsnetten.

(9) Bij deze wapeningsnetten gaat het om een geprefabriceerd wapeningsproduct dat is gemaakt van gladde of geribde koudgetrokken betonstaaldraden die door puntlassing in een rechte hoek met elkaar zijn verbonden om een netwerk te vormen. De intracommunautaire handel in deze producten is aanzienlijk(6).

(10) In de bovenvermelde besluiten tot inleiding van de procedure was de Commissie van mening dat de nieuwe walsband voornamelijk diende ter vervanging of uitbreiding van de capaciteit van Ferriere Nord voor de productie van elektrisch gelaste wapeningsnetten en de vermindering in vergelijking met de bestaande installaties van het aantal bewerkingen die nodig zijn om het eindproduct te verkrijgen. Het gaat om een nagelnieuwe lijn waarvan het hoofddoel de productie is van wapeningsnetten in meer concurrerende omstandigheden. Derhalve concludeerde de Commissie dat de effecten op de arbeidsomstandigheden of het milieu slechts marginale gevolgen zijn van de investering. Zij merkte voorts op dat de Italiaanse autoriteiten er geen bewijs van geleverd hebben dat de voornaamste doelstelling van de nieuwe walsband de bescherming van het milieu of de verbetering van de arbeidsomstandigheden zou zijn.

III. OPMERKINGEN VAN BELANGHEBBENDEN

(11) Bij schrijven van 5 november 1999 voerde Ferriere Nord SpA aan dat de investering in de nieuwe walsband niet moet worden beoordeeld in het licht van de EGKS-regels, aangezien het elektrisch gelast wapeningsnet een product is dat niet onder het EGKS-Verdrag valt, maar onder het EG-Verdrag. De overige argumenten van Ferriere Nord waren min of meer dezelfde als die welke de Italiaanse autoriteiten naar voren hebben gebracht in hun brief van 13 augustus 1999 (zie de overwegingen 18-20).

(12) Bij schrijven van 4 november 1999 verklaarde de European Independent Steelworks Association (EISA) dat de onderneming reeds aanzienlijke investeringen had gedaan in de productie van elektrisch gelaste wapeningsnetten met hoge ductiliteit (een niet-EGKS-product), dat de vraag naar dit product steeg, dat er in de sector geen overcapaciteit was en dat het betrokken product van wezenlijk belang was voor de bouwsector, vooral in gebieden met een hoge seismiciteit. Volgens EISA zouden de investeringen tevens aanzienlijke positieve gevolgen hebben voor de milieubescherming.

(13) In haar brief van 10 november 2000 verklaarde Ferriere Nord dat er een duidelijke fysieke(7), technologische en commerciële scheiding is, alsook een scheiding van de productie, tussen de EGKS-fabrieken en de nieuwe fabriek voor de vervaardiging van elektrisch gelaste wapeningsnetten en benadrukte zij dat er een duidelijke financiële en boekhoudkundige scheiding is tussen EGKS- en EG-investeringen. Wat de verenigbaarheid van de steun met de communautaire kaderregelingen betreft, wees Ferriere Nord erop dat de vorige installatie voor elektrisch gelaste wapeningsnetten in de jaren zeventig werd gebouwd, en dat aangezien die gebaseerd was op de conventionele koudetechnieken voor het trekken, het richten, het snijden en de assemblage door elektrisch lassen, zij aanzienlijke milieuvervuilingsproblemen met zich bracht. De onderneming voerde aan dat zij, om deze problemen op radicale wijze aan te pakken, een innovatieve proeffabriek had ontworpen en gebouwd op basis van een origineel productieproces, dat in Europa enig was in zijn soort.

(14) De door de nieuwe installatie veroorzaakte milieuvervuiling zou onder de grenzen blijven die worden opgelegd door decreet/wet nr. 372 van 4 augustus 1999, die Richtlijn 96/61/EG inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging door industriële activiteiten in nationaal recht omzet. Het nieuwe productieprocédé zou de volgende verbeteringen voor het milieu mogelijk maken:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

(15) Volgens de onderneming Ferriere Nord is op grond van de communautaire kaderregeling inzake staatssteun ten behoeve van het milieu (PB C 72 van 1994) alleen steunverlening verboden voor nieuwe installaties die niet leiden tot een verbetering van de milieubescherming. Maar indien de nieuwe investering leidt tot een verbetering van de milieubescherming, wordt de steun legitiem, indien hij evenredig is met de kosten die noodzakelijk zijn voor het verwezenlijken van die doelstelling (punt 3.2.1, blz. 6). De onderneming voert aan dat de regionale autoriteiten reeds hebben vastgesteld dat de kosten voor structurele werkzaamheden en specifieke installaties in de fabriek (9000 miljoen ITL) niet in aanmerking komen, terwijl de overblijvende 11000 miljoen ITL het milieugedeelte van de kosten voor de bouw van de installatie zouden uitmaken.

(16) Wat de steunintensiteit betreft, verklaart Ferriere Nord dat de subsidie van 1650 miljoen ITL overeenkomt met 15 % van de in aanmerking komende kosten, hetgeen aanzienlijk onder het plafond is dat wordt toegestaan voor steun ter aanmoediging van ondernemingen om verder te gaan dan de verplichte milieunormen of steun die wordt toegekend bij ontstentenis van dergelijke normen.

(17) Bij schrijven van 4 december 2000 heeft de UK Iron and Steel Association verklaard dat de steun beoordeeld dient te worden op grond van de EGKS-regels, aangezien er een adequate wettelijke en boekhoudkundige scheiding is tussen de EG-activiteiten en de EGKS-activiteiten, daaraan toevoegend dat de steun overigens niet zou mogen worden toegestaan, aangezien de investering duidelijk een economische doelstelling heeft.

IV. OPMERKINGEN VAN ITALIË

(18) De Italiaanse autoriteiten merkten in hun schrijven van 3 augustus 1999 op dat de nieuwe walsband elektrisch gelaste wapeningsnetten produceert, een product dat buiten de toepassing van het EGKS-Verdrag valt, en dat de daarmee verbonden investering niet alleen een reductie van de geluidshinder, maar ook en vooral een vermindering van de hoeveelheid afval in de vorm van ijzeroxide ten doel heeft (ongeveer 3000 ton/jaar).

(19) Voorts voerden de Italiaanse autoriteiten aan dat het terugdringen van de geluidshinder voor de arbeiders in de lijn ligt van een van de doelstellingen van het milieubeleid van de Gemeenschap in de zin van artikel 174 van het EG-Verdrag, met name de bescherming van de gezondheid van de mens. Zij merkten op dat, volgens tabel 12 van het beleidsplan en actieprogramma van de Gemeenschap op het gebied van het milieu en duurzame ontwikkeling(8), "niemand mag worden blootgesteld aan een geluidsniveau dat schadelijk is voor de gezondheid of dat de kwaliteit van het leven nadelig beïnvloedt". Voorts voeren zij aan dat het bestaan van een richtlijn van de Raad betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico's van blootstelling aan lawaai op het werk(9) niet betekent dat maatregelen ten gunste van de werknemers geen milieumaatregelen zijn.

(20) Wat de verenigbaarheid van de steun met de communautaire regels betreft, voerden de Italiaanse autoriteiten aan dat de steun in overeenstemming was met punt 3.2.1 van de communautaire kaderregeling inzake staatssteun ten behoeve van het milieu aangezien de nieuwe installatie niet bedoeld is om in de bestaande installatie productiecapaciteit te creëren of te vervangen, maar uitsluitend om een innoverend procédé mogelijk te maken waardoor de geluidshinder aanzienlijk wordt verminderd en afval in de vorm van ijzeroxide wordt geëlimineerd; anderzijds had de regio Friuli-Venezia Giulia reeds een deel van de kosten (in verband met structurele werkzaamheden en algemene installaties) uitgesloten van het bedrag dat in aanmerking kwam voor steun.

(21) Ten slotte voerden de Italiaanse autoriteiten in hun brieven van 17 november 1999 en 26 april 2000 aan dat krachtens het programma dat werd ingesteld bij regionale wet nr. 47/78, die door de Commissie was goedgekeurd, steun voor de kwalitatieve verbetering van de werkomstandigheden als subsidiabel wordt beschouwd.

(22) De Italiaanse autoriteiten hebben geen opmerkingen gemaakt over het in overweging 5 hierboven vermelde besluit tot inleiding van de procedure van artikel 88 van het EG-Verdrag. In hun schrijven van 15 januari 2001 hebben zij zich beperkt tot een reactie op de door UK Iron en Steel Association gemaakte opmerkingen, waarbij zij erop aandrongen dat de steun getoetst dient te worden aan het EG-Verdrag.

V. BEOORDELING VAN DE STEUN

(23) Ferriere Nord is een "onderneming" in de zin van artikel 80 van het EGKS-Verdrag omdat zij producten vervaardigt die zijn opgenomen in bijlage I bij het EGKS-Verdrag. De Commissie heeft evenwel in Beschikking 1999/720/EG, EGKS van 8 juli 1999, betreffende de door Duitsland aan Gröditzer Stahlwerke GmbH en haar dochteronderneming Walzwerk Burg GmbH(10) verleende overheidssteun erkend dat "in bepaalde omstandigheden in geval van steun voor niet-EGKS-activiteiten van een onderneming waar de gesteunde activiteiten duidelijk gescheiden zijn van de EGKS-activiteiten, kan het EG-Verdrag worden toegepast".

(24) Elektrisch gelast wapeningsnet is een product dat niet onder de toepassing van bijlage I bij het EGKS-Verdrag valt.

(25) In onderhavig geval wijst de Commissie erop dat, hoewel Ferriere Nord SpA één enkele onderneming is die geen gescheiden boekhouding voert voor haar diverse activiteiten(11), de gesteunde investering bedoeld is voor een specifieke installatie welke duidelijk omschreven is en fysiek gescheiden is van de rest van de fabriek die bestemd is voor de vervaardiging van EGKS-producten. De in die eenheid vervaardigde producten bevinden zich stroomafwaarts op de productieketen van de EGKS-producten en behoren tot een duidelijk gescheiden markt (zie overweging 9).

(26) Derhalve meent de Commissie overeenkomstig bovenvermelde Beschikking 1999/720/EG, EGKS (zie overweging 23) dat er geen enkel risico bestaat dat de steun ten goede zou komen aan de EGKS-activiteiten van Ferriere Nord SpA en dat hij dus beoordeeld kan worden in het licht van het EG-Verdrag.

(27) De subsidie, die niet moet worden terugbetaald, vormt staatssteun in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag aangezien zij de positie van Ferriere Nord versterkt ten aanzien van andere concurrenten op de intracommunautaire markt. Wat de verenigbaarheid ervan met de gemeenschappelijke markt betreft, gelden volgende overwegingen.

(28) Bij de beoordeling van nieuwe investeringen met milieuaspecten, moet de Commissie een strikte benadering hanteren om te vermijden dat ondernemingen steun ontvangen die ogenschijnlijk bedoeld is voor maatregelen tot bescherming van het milieu maar in feite gebruikt wordt voor de financiering van investeringen die in ieder geval zouden zijn uitgevoerd. Zoals hierboven reeds werd vermeld (zie overweging 10), waren het vooral de twijfels van de Commissie inzake het doel van de investering die haar ertoe hebben aangezet de procedure in te leiden.

(29) In dit verband is het waar dat Ferriere Nord verklaard heeft dat de oude installaties met bepaalde problemen kampten en dat de nieuwe investering de milieubescherming en arbeidsomstandigheden zou verbeteren (zie overweging 13). De loutere verklaring van de onderneming dat milieubescherming het hoofddoel van de investering was, kan de twijfels van de Commissie evenwel niet wegnemen, des te meer aangezien het om een nagelnieuwe installatie gaat die minstens bestemd is om op meer concurrerende wijze de productiecapaciteit van Ferriere Nord te vervangen, welke onderneming dateert uit de jaren zeventig (in vergelijking met de traditionele installaties, wordt in de nieuwe installatie voor het elektrisch lassen, de fase van het koudtrekken uitgeschakeld, de automatisering verhoogd, het aantal bewerkingen van de producten verminderd en de kosten voor afvalverwijdering weggewerkt).

(30) De Commissie is van oordeel dat, bij ontstentenis van verplichte milieunormen(12), de bewering dat bij het besluit om de nieuwe installatie te bouwen, rekening werd gehouden met gezondheids- of milieuoverwegingen, duidelijk zou moeten blijken uit de interne documenten van Ferriere Nord uit de periode van het door haar gemaakte ontwerp van prototype op industriële schaal voorafgaand aan de investering waarvoor de steun is bedoeld. De bewering zou ook kunnen worden gestaafd door ander bewijsmateriaal uit de periode van de beslissing om de betrokken investering uit te voeren. Noch de Italiaanse autoriteiten, noch de betrokken onderneming hebben evenwel dergelijk bewijsmateriaal aangereikt, hoewel de Commissie had opgemerkt dat haar geen enkel document te dien einde werd verstrekt. De Commissie concludeert derhalve dat de positieve gevolgen voor de arbeidsomstandigheden of het milieu niet meer dan noodzakelijke gevolgen waren van de investering, waarmee zelfs geen rekening werd gehouden toen de beslissing inzake de investering werd genomen.

(31) In dat verband is in de huidige communautaire kaderregeling inzake staatssteun ten behoeve van het milieu(13) de milieubescherming omschreven als volgt: "elke maatregel die gericht is op de preventie of het herstel van aantastingen van de natuurlijke omgeving of de natuurlijke hulpbronnen" (overweging 6). Derhalve is daarin bepaald dat investeringen in gebouwen, installaties en uitrustingen erop moeten gericht zijn vervuiling of hinder te beperken of te beëindigen (overweging 36) en dat alleen de extra investeringskosten die noodzakelijk zijn voor het verwezenlijken van de milieudoeleinden, voor steun in aanmerking komen (overweging 37)(14). Zoals reeds werd vermeld, is de Commissie van oordeel dat de investering van Ferriere Nord hoofdzakelijk op grond van economische overwegingen werd gedaan en dat enige verbetering van de milieubescherming niet meer dan een noodzakelijk gevolg is van het door de onderneming gekozen productieproces. Overigens is het normaal dat een nieuwe installatie efficiënter is uit milieuoogpunt dan in een installatie die minstens 25 jaar oud is.

(32) In ieder geval kan, zelfs indien aanvaard zou worden dat de bescherming van het milieu de belangrijkste doelstelling van de investering zou zijn geweest, het door de Italiaanse autoriteiten naar voren gebrachte argument dat de steun in verhouding zou staan tot de verbetering van het milieu, niet worden aanvaard omdat, met uitzondering van de structurele werkzaamheden en algemene installaties, dit zou betekenen dat de volledige investeringskosten in aanmerking komen voor steun. Volgens overweging 37 van de huidige communautaire kaderregeling inzake staatssteun ten behoeve van het milieu komen evenwel alleen de extra investeringskosten die noodzakelijk zijn voor het verwezenlijken van de milieudoeleinden voor steun in aanmerking. Wanneer de investeringskosten voor de bescherming van het milieu niet gemakkelijk kunnen worden gescheiden van de totale kosten, zoals Ferriere Nord beweert, zal de Commissie rekening houden met de kosten van een investering die in technisch opzicht vergelijkbaar is, maar waarmee niet hetzelfde niveau van milieubescherming kan worden bereikt. In dit geval lijkt het echter onmogelijk deze kosten te berekenen, aangezien de beperkte milieuvoordelen inherent zijn aan deze innovatieve en originele installatie, en gelijk welke andere installatie voor het elektrisch lassen waarin de fase van het koudtrekken werd geëlimineerd, dezelfde resultaten op het gebied van milieubescherming zou garanderen. Bovendien werden de door de investering bereikte besparingen geenszins in mindering gebracht (zelfs niet het wegvallen van de kosten voor afvalverwijdering). Derhalve kan de steun niet als verenigbaar met de huidige communautaire kaderregeling inzake staatssteun ten behoeve van het milieu worden beschouwd.

(33) Wat de voordelen betreft voor de gezondheid en veiligheid van de werknemers in de vorm van de vermindering van de geluidshinder, moet worden opgemerkt dat zij niet als inherent aan de bescherming van het milieu kunnen worden beschouwd, aangezien zij voornamelijk de bescherming van de werknemers betreffen. In ieder geval zijn, hoewel maatregelen in fabrieken of andere productie-installaties die gericht zijn op een hogere veiligheid of een betere hygiëne in aanmerking kunnen komen voor bepaalde steunmaatregelen(15), in onderhavig geval de voordelen voor de gezondheid en veiligheid van de werknemers slechts een marginaal gevolg van een investering in de productie die hoe dan ook zou zijn uitgevoerd en waarvoor staatssteun derhalve niet gerechtvaardigd lijkt.

(34) Wat het argument van de Italiaanse autoriteiten betreft volgens hetwelk de regeling zou zijn goedgekeurd door de Commissie, merkt deze laatste op dat, in het kader van de goedgekeurde regeling steun kan worden toegekend om de eerbiediging van de nieuwe milieunormen die in de voorschriften van de sector werden vastgesteld, aan te moedigen (zie voetnoot 3). De Italiaanse autoriteiten hebben zowel in de aanmelding als in hun brief van 4 mei 2000, erkend dat er geen verplichte milieunormen bestaan in de wetgeving. Derhalve kan de steun niet worden beschouwd als een individuele toepassing van een reeds goedgekeurde regeling.

(35) Ten slotte merkt de Commissie op dat het gebied waarin de investering werd uitgevoerd niet in aanmerking komt voor regionale steun en dat de onderneming geen kleine of middelgrote onderneming is. De maatregel komt derhalve voor geen enkele van de in artikel 87 van het EG-Verdrag bepaalde uitzonderingen in aanmerking.

VI. CONCLUSIE

(36) Rekening houdend met het voorgaande, is de staatssteun die Italië voornemens is te verlenen aan Ferriere Nord voor investeringen in een nieuwe installatie voor elektrisch gelaste wapeningsnetten onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De staatssteunmaatregel die Italië voornemens is ten uitvoer te leggen ten gunste van Ferriere Nord ten bedrage van 1650 miljoen ITL voor investeringen in een nieuwe installatie voor de productie van elektrisch gelaste wapeningsnetten, is onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt.

Deze steunmaatregel mag bijgevolg niet ten uitvoer worden gelegd.

Artikel 2

Italië deelt de Commissie binnen twee maanden vanaf de kennisgeving van deze beschikking mee welke maatregelen het heeft genomen om hieraan te voldoen.

Artikel 3

De procedure die overeenkomstig artikel 6, lid 5, van Beschikking nr. 2496/96/EGKS werd ingeleid ten aanzien van de steun C 35/99 - Italië - Ferriere Nord is hierbij beëindigd.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de Italiaanse Republiek.

Gedaan te Brussel, 28 maart 2001.

Voor de Commissie

Mario Monti

Lid van de Commissie

(1) PB L 338 van 28.12.1996, blz. 42.

(2) PB C 288 van 9.10.1999, blz. 39 en PB C 315 van 4.11.2000, blz. 4.

(3) Krachtens artikel 15, lid 1, van deze wet mogen de regionale autoriteiten maximaal 20 % bruto subsidie-equivalent van de subsidiabele kosten verlenen aan ondernemingen die minstens twee jaar in bedrijf zijn en die voornemens zijn productie-installaties en procédés in te voeren of te wijzigen welke erop gericht zijn de hoeveelheid of het gevaar van de geproduceerde reststoffen, afval, emissies of geluidshinder te reduceren of de kwaliteit van de arbeidsomstandigheden te verbeteren, overeenkomstig de nieuwe wettelijke normen van de sector.

(4) PB C 288 van 9.10.1999, blz. 39.

(5) PB C 315 van 4.11.2000, blz. 4.

(6) Zie Beschikking 89/515/EEG van de Commissie van 2 augustus 1989 inzake een procedure op grond van artikel 85 van het EG-Verdrag (IV/31.533 - betonstaalmatten) (PB L 260 van 6.9.1989, blz. 1).

(7) De nieuwe fabriek bevindt zich in een autonome industriezone, met onafhankelijke ingangen voor de binnenkomende grondstoffen (walsdraad op rollen) en de uitgaande eindproducten (elektrisch gelaste wapeningsnetten).

(8) Resolutie van de Raad en van de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 1 februari 1993 betreffende een beleidsplan en actieprogramma van de Gemeenschap inzake het milieu en duurzame ontwikkeling (PB C 138 van 17.5.1993, blz. 1).

(9) Richtlijn 86/188/EEG van de Raad van 12 mei 1986 betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico's van blootstelling aan lawaai op het werk (PB L 137 van 24.5.1986, blz. 28).

(10) PB L 292 van 13.11.1999, blz. 27, overweging 33.

(11) De gescheiden boekhouding waarnaar de onderneming verwijst (zie overweging 13) betreft alleen de investeringen.

(12) In tegenstelling tot wat de onderneming in haar brief van 10 november 2000 beweert (zie overweging 14), bestaan er geen specifieke grenzen die voorgeschreven zijn voor deze soort installatie.

(13) PB C 37 van 3.2.2001, blz. 3. Deze is van toepassing op onderhavige zaak krachtens overweging 82.

(14) Deze criteria verschillen niet van die welke opgenomen zijn in punt 3.2 van de communautaire kaderregeling inzake staatssteun ten behoeve van het milieu die van kracht was toen de Commissie besloot de procedure in te leiden (PB C 37 van 10.3.1994), volgens welke steun die ogenschijnlijk bedoeld is voor maatregelen tot bescherming van het milieu die in feite echter neerkomen op algemene investeringen, van haar toepassingsgebied is uitgesloten.

(15) Overweging 6 van de huidige communautaire kaderregeling inzake staatssteun ten behoeve van het milieu.