Home

Verordening (EG) nr. 299/2001 van de Raad van 12 februari 2001 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van kaliumpermanganaat van oorsprong uit de Volksrepubliek China

Verordening (EG) nr. 299/2001 van de Raad van 12 februari 2001 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van kaliumpermanganaat van oorsprong uit de Volksrepubliek China

Verordening (EG) nr. 299/2001 van de Raad van 12 februari 2001 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van kaliumpermanganaat van oorsprong uit de Volksrepubliek China

Publicatieblad Nr. L 044 van 15/02/2001 blz. 0004 - 0011


Verordening (EG) nr. 299/2001 van de Raad

van 12 februari 2001

tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van kaliumpermanganaat van oorsprong uit de Volksrepubliek China

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap(1), inzonderheid op artikel 11, leden 2 en 6,

Gelet op het voorstel dat door de Commissie na overleg met het Raadgevend Comité is ingediend,

Overwegende hetgeen volgt:

1. VOORAFGAAND ONDERZOEK

1.1. Onderzoek in verband met de Volksrepubliek China

(1) Bij Verordening (EEG) nr. 1531/88(2) stelde de Raad een definitief antidumpingrecht in op de invoer van kaliumpermanganaat van oorsprong uit de Volksrepubliek China ("China"). Het ingestelde recht was gelijk aan hetzij het verschil tussen de nettoprijs per kg, franco-grens Gemeenschap, vóór inklaring en de prijs van 2,25 ecu, hetzij 20 % van deze prijs in de gevallen waarin dit bedrag hoger was.

(2) In 1994, na een nieuw onderzoek ingevolge artikel 14, lid 1, en artikel 15, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 2423/88(3) stelde de Raad bij Verordening (EG) nr. 2819/94(4) een definitief antidumpingrecht in van 1,26 ecu per kg op de invoer van kaliumpermanganaat van oorsprong uit China.

1.2. Onderzoek in verband met andere landen

(3) In april 1997 werd een antidumpingonderzoek geopend naar de invoer van kaliumpermanganaat van oorsprong uit India en Oekraïne. Op de invoer uit deze landen werden definitieve antidumpingrechten van respectievelijk 5,6 % en 36,2 % ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1507/98(5).

2. ONDERHAVIG ONDERZOEK

2.1. Verzoek om een nieuw onderzoek

(4) In april 1999 publiceerde de Commissie een bericht waarin werd medegedeeld dat de antidumpingmaatregelen die van toepassing waren op de invoer van kaliumpermanganaat van oorsprong uit China op het punt stonden te vervallen(6). Op 12 juli 1999 diende de Europese Raad van de Bonden van de Chemische Nijverheid (CEFIC) een verzoek in om een nieuw onderzoek naar deze maatregelen ingevolge artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad ("de basisverordening").

(5) Het verzoek werd ingediend namens de enige producent van de Gemeenschap en deze vertegenwoordigde dus de totale productie van kaliumpermanganaat van de Gemeenschap. Als reden voor het verzoek werd aangegeven dat de bedrijfstak van de Gemeenschap door het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk verder of opnieuw van dumping en schade te lijden zou hebben.

2.2. Bericht van inleiding

(6) Na overleg met het Raadgevend Comité stelde de Commissie vast dat er voldoende bewijsmateriaal was voor de inleiding van een nieuw onderzoek en startte haar werkzaamheden overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening(7).

2.3. Onderzoektijdvak

(7) Het onderzoek naar de mogelijke voortzetting of herhaling van dumping had betrekking op de periode van 1 oktober 1998 tot 30 september 1999 ("OT"). Voor de ontwikkelingen die relevant zijn voor het onderzoek naar de bovenvermelde herhaling van de schade werd de periode van 1995 tot het eind van het OT (de onderzochte periode) in aanmerking genomen.

2.4. Bij het onderzoek betrokken partijen

(8) De producent van de Gemeenschap die het verzoek indiende, de exporteurs en de exporteurs/producenten in China, de betrokken importeurs en de vertegenwoordigers van het exporterende land werden officieel op de hoogte gebracht van de opening van het nieuwe onderzoek. Er werden vragenlijsten gezonden aan al deze partijen en aan degenen die zich binnen de in het bericht van inleiding vastgestelde termijn bekend hadden gemaakt. Ook de medewerkende producent in de Verenigde Staten, dat als analoog land werd geselecteerd, werd op de hoogte gebracht en werd een vragenlijst toegezonden. De belanghebbende partijen werden in de gelegenheid gesteld om hun standpunten schriftelijk bekend te maken.

(9) De producent van de Gemeenschap die het verzoek indiende en ook één importeur beantwoordden de vragenlijst. Ook twee onafhankelijke wederverkopers maakten hun standpunten schriftelijk bekend.

(10) De producent in het analoge land beantwoordde eveneens de vragenlijst.

(11) In het exporterende land werkten geen exporteurs of exporteurs/producenten aan het onderzoek mede.

2.5. Verificatie van de verzamelde gegevens

(12) Alle gegevens die noodzakelijk waren om vast te stellen of de dumping en schade zich zouden kunnen voortzetten of herhalen dan wel om het belang van de Gemeenschap vast te stellen werden verzameld en geverifieerd. Er vonden verificatiebezoeken plaats ten kantore van de enige producent in de Gemeenschap, Industrial Química del Nalón SA-IQN, Oviedo, Spanje.

(13) Belanghebbende partijen werden in de gelegenheid gesteld een verzoek in te dienen om te worden gehoord maar de Commissie ontving een dergelijk verzoek niet.

3. PRODUCT EN SOORTGELIJK PRODUCT

3.1. Omschrijving van het product

(14) Het desbetreffende product is het product dat ook in het kader van de vorige onderzoeken werd onderzocht namelijk kaliumpermanganaat met de chemische formule KMnO4 dat onder GN-code 2841 61 00 is ingedeeld. Kaliumpermanganaat is een samenstelling van mangaan, kalium en zuurstof waarvoor twee elementaire grondstoffen zijn vereist: kaliumhydroxide (KOH) en mangaandioxide of pyrolusieterts (MnO2). Het product wordt vervaardigd in drie kwaliteiten: technisch (97 à 98 % zuiver KMnO4, in de vorm van kristalpoeder), vloeibaar (die een antistolmiddel bevat) en farmaceutisch (minimale zuiverheid van 99 % KMnO4 in de vorm van kristallen). De verschillende kwaliteiten vertonen dezelfde fundamentele fysische (kristallijne) en chemische eigenschappen. Derhalve werd geconcludeerd dat alle soorten in het kader van het onderzoek als één en hetzelfde product moesten worden beschouwd.

(15) Kaliumpermanganaat is een krachtige oxidator die wordt gebruikt voor de zuivering van drinkwater en afvalwater, in de chemische en de farmaceutische industrie, de aquacultuur, de metaalraffinage en de oppervlaktereiniging van metalen, als ontsmettingsmiddel in de landbouw en diergeneeskunde, bij de zuivering van rookgassen, desodorisatie, het bleken en speciale behandelingen in de textielnijverheid, bij de ontsmetting van radioactieve materialen, de reiniging van gasturbinemotoren en de luchtzuivering in onderzeeboten.

3.2. Soortgelijk product

(16) Kaliumpermanganaat dat vervaardigd wordt in de Verenigde Staten en aldaar op de binnenlandse markt wordt verkocht en kaliumpermanganaat dat uit China naar de Gemeenschap wordt uitgevoerd alsmede het product dat door de bedrijfstak van de Gemeenschap wordt vervaardigd en op de markt van de Gemeenschap wordt verkocht hebben identieke fysische eigenschappen en kennen eenzelfde gebruik; deze producten zijn dus soortgelijke producten in de zin van artikel 1, lid 4, van de basisverordening.

4. VOORTZETTING OF HERHALING VAN DUMPING

4.1. Algemeen

(17) Volgens de statistieken van Eurostat werden tijdens het OT slechts kleine hoeveelheden kaliumpermanganaat uit China ingevoerd, namelijk 30 ton in 1998 en 23 ton tijdens het OT. De Chinese uitvoerstatistieken (overweging 44) wijzen evenwel op veel grotere hoeveelheden, namelijk 450 ton in 1998 en het voorgaande jaar. Rekening houdend met dit verschil en met het totale gebrek aan medewerking van de Chinese exporteurs of exporteurs/producenten is het zeer goed mogelijk dat de geldende antidumpingrechten werden ontweken en het product van oorsprong uit China werd aangegeven als van oorsprong uit een aantal andere landen.

(18) In verband met de voortzetting van de dumping werd nagegaan of momenteel uit het betrokken land naar de Gemeenschap met dumping werd uitgevoerd. Men ging ervan uit dat indien op dit ogenblik met dumping werd uitgevoerd, redelijkerwijs mocht worden aangenomen dat deze dumping in de toekomst zou worden voortgezet.

(19) Om vast te stellen of de dumping zich bij intrekking van de huidige maatregelen zou kunnen herhalen werd niet alleen nagegaan of zich in de toekomst opnieuw dumping zou voordoen maar ook of bij deze dumping sprake zou zijn van belangrijke hoeveelheden. De mogelijke herhaling van de dumping in de toekomst werd geëvalueerd aan de hand van de uitvoer uit het betrokken land naar derde landen terwijl in verband met de hoeveelheden alle relevante marktontwikkelingen zowel op de binnenlandse als op de exportmarkt onder de loep werd genomen.

(20) Omdat het doel van dit soort nieuw onderzoek is na te gaan of bij intrekking van de maatregelen eventueel dumping zou optreden werd het onnodig of overbodig geacht de dumpingmarges of correcties met dezelfde precisie te berekenen die bij een antidumpingonderzoek ingevolge artikel 5 van de basisverordening noodzakelijk zou zijn. Het onderzoek werd niettemin zo nauwkeurig verricht dat kon worden vastgesteld of tijdens het onderzoektijdvak significante dumping had plaatsgevonden ongeacht de juiste hoogte van de prijzen van de uitvoertransacties en de kosten en correcties die nadat hiertoe een verzoek was ingediend of op een andere wijze in aanmerking werden genomen.

(21) Er werd opgemerkt dat de douaneadministratie van de Verenigde Staten onlangs besliste de geldende antidumpingmaatregelen op de invoer van kaliumpermanganaat uit China te handhaven. Het werd evenwel niet nodig en evenmin passend geacht om hieruit conclusies te trekken, behalve dat hierdoor een belangrijke markt waarnaar een deel van de Chinese productiecapaciteit kon worden omgelegd, veel minder attractief wordt (zie overweging 40).

4.2. Mogelijke voortzetting van de dumping

4.2.1. Analoog land

(22) Bij gebrek aan medewerking van de Chinese exporteurs moest de normale waarde bij uitvoer uit China worden vastgesteld overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder a), van de basisverordening, d.w.z. op basis van de gegevens die werden verkregen in een derde land met markteconomie dat het product vervaardigde en verkocht.

(23) Overeenkomstig het bericht van inleiding werd het voorstel van de indiener van het verzoek om zoals in het kader van de vorige onderzoeken de Verenigde Staten te gebruiken als geschikt analoog land, om een aantal redenen aanvaard:

De Verenigde Staten zijn de grootste wereldmarkt voor kaliumpermanganaat en de tweede grootste producent na China.

De markt van de Verenigde Staten staat open voor invoer die ongeveer 10 % van het verbruik in de Verenigde Staten vertegenwoordigt.

Kaliumpermanganaat, ongeacht van welke leveranciers, is een vrij homogeen product.

Bij de belangrijkste toepassingen concurreert kaliumpermanganaat met andere scheikundige stoffen waardoor het kan worden vervangen.

(24) Andere landen (bijvoorbeeld India en de Tsjechische Republiek) werden als referentielanden minder geschikt geacht tengevolge van de omvang van de productie en de concurrentievoorwaarden op deze markten. De producenten van India, dat als een mogelijk referentieland werd benaderd, deelden mede geen medewerking te kunnen verlenen.

(25) Omdat de producent in de Verenigde Staten wel medewerkte en andere belanghebbende partijen zich van commentaar onthielden, vormden alleen de Verenigde Staten een geschikte en redelijke keuze zoals dat ook reeds het geval was in het kader van de onderzoeken van 1988 en 1994.

4.2.2. Normale waarde

(26) Eerst werd onderzocht of de binnenlandse verkoop van de medewerkende producent in de Verenigde Staten representatief was vergeleken met de invoer in de Gemeenschap waarop dit onderzoek betrekking heeft. Dit bleek het geval te zijn omdat aanzienlijke hoeveelheden werden verkocht vergeleken met de gemiddelde hoeveelheden die door de exporteurs/producenten in China tijdens het OT naar de Gemeenschap werden uitgevoerd.

(27) Ook werd aangetoond dat de desbetreffende verkoop kon beschouwd worden als verkoop in het kader van normale handelstransacties; hiertoe waren de verkoopprijzen en productiekosten voor iedere soort kaliumpermanganaat die door de producent in de Verenigde Staten werd verkocht met elkaar vergeleken.

(28) De normale waarde werd derhalve vastgesteld als de gewogen gemiddelde prijs van alle soorten kaliumpermanganaat die op de binnenlandse markt van de Verenigde Staten tijdens het eerste kwartaal van 1999 door de medewerkende Verenigde Staten-producent werden verkocht. Hoewel de gegevens van de producent in de Verenigde Staten niet het volledige OT bestrijken kwamen deze prijzen toch overeen met de gewogen gemiddelde verkoopprijzen voor de jaren 1997 en 1998 die eveneens werden verstrekt en konden zij derhalve als representatief voor het OT worden beschouwd.

(29) De gegevens die ter beschikking werden gesteld door de medewerkende producent in de Verenigde Staten werden waar mogelijk ook met die van andere leveranciers vergeleken. Gezien de omvang van de dumping die werd vastgesteld en omdat een exacte berekening van deze omvang niet noodzakelijk was zoals werd uiteengezet in overweging 20, werd het verifiëren van deze gegevens ter plekke overbodig geacht.

4.2.3. Uitvoerprijs

(30) Omdat geen exporteurs/producenten aan het onderzoek medewerkten werd de uitvoerprijs vastgesteld op basis van de beschikbare gegevens. In dit geval gebeurde dat door gebruik te maken van de gegevens van Eurostat en de gegevens die door een importeur, die niet met de Chinese exporteurs verbonden was, werden verstrekt.

(31) Volgens Eurostat bedroeg de gewogen gemiddelde waarde, CIF-grens Europese Gemeenschap, voor alle tijdens het OT uit China ingevoerde soorten kaliumpermanganaat 1125 EUR per ton. Dit stemt overeen met ongeveer 960 EUR per ton, fob Chinese grens.

(32) Volgens de indiener van het verzoek bedroeg de gemiddelde prijs, CIF-grens Europese Gemeenschap bij invoer uit China ongeveer 970 EUR per ton hetgeen overeenstemt met ongeveer 810 EUR per ton, fob Chinese grens.

(33) De enige Europese importeur die aan het onderzoek medewerkte verschafte gegevens in verband met de prijzen die ongeveer samenvallen met de bovenstaande cijfers.

(34) In de Chinese uitvoerstatistieken (zie overweging 44) is er sprake van een waarde per eenheid van 886 EUR per ton voor 1998 hetgeen ook overeenstemt met het bovenstaande prijsniveau.

(35) Al met al blijkt uit de gegevens in verband met de uitvoerprijzen van verschillende onafhankelijke bronnen dat de uitvoerprijs varieert van ongeveer 800 EUR tot ongeveer 1000 EUR per ton, fob Chinese grens.

4.3. Vergelijking

(36) De uitvoerprijzen FOB-Chinese grens werden vergeleken met de normale waarde in de Verenigde Staten waarbij laatstgenoemde werd gecorrigeerd door toevoeging van de gemiddelde binnenlandse vrachtkosten tussen het bedrijf in de Verenigde Staten en de haven (fob grens Verenigde Staten).

4.4. Dumpingmarge

(37) Het onderzoek leverde zeer grote dumpingmarges op bij uitvoer naar de Gemeenschap tijdens het OT. De dumpingmarges varieerden volgens de verschillende bronnen die in de overwegingen 30 tot 35 zijn vermeld van 108 % tot 174 %. Dat zou overeenstemmen met specifieke antidumpingrechten van respectievelijk 1,308 EUR en 1,543 EUR per kg, hetgeen hoger is dan het recht van 1,260 EUR per kg dat momenteel geldt.

5. MOGELIJKE HERHALING VAN DE DUMPING

5.1. Mogelijke nieuwe invoer van omvangrijke hoeveelheden

(38) China is de grootste wereldproducent en exporteur van kaliumpermanganaat en beschikt momenteel over een omvangrijke niet-bezette productiecapaciteit die de laatste jaren werd aangesproken. Deze overtollige capaciteit vertegenwoordigt vijf à zes keer de naar de markt van de Gemeenschap uitgevoerde hoeveelheden.

(39) China heeft de mogelijkheid om zijn uitvoer naar de markt van de Gemeenschap sterk te verhogen vooral omdat niet wordt verwacht dat de verkoop op de binnenlandse markt in China in de nabije toekomst zal stijgen.

(40) Bovendien werd de uitvoer van China naar de Verenigde Staten, 's werelds grootste markt voor het verbruik van kaliumpermanganaat, die sedert 1983 door antidumpingmaatregelen is beschermd, feitelijk stopgezet. Na een nieuw onderzoek in 1999 werd het antidumpingrecht in de Verenigde Staten onlangs op 128,94 % gehandhaafd.

(41) India, een andere belangrijke markt, stelde ook in 1995 een hoog antidumpingrecht (ongeveer 149 EUR per ton) in op de invoer uit China.

(42) Deze factoren en het betrekkelijk stabiele verbruik op de wereldmarkt kunnen de aantrekkelijkheid van de markt van de Gemeenschap, 's werelds grootste markt na de Verenigde Staten en China zelf alleen maar verhogen.

5.2. Mogelijke herhaling van de dumping

(43) Rekening houdend met de gegevens van alle bronnen die tijdens het onderzoek ter beschikking waren kan worden vastgesteld dat de Chinese producenten het product nadat de momenteel geldende maatregelen waren ingesteld verder met dumping op de markt van de Gemeenschap hebben ingevoerd.

(44) Bovendien voerde China naar derde markten uit tegen aanhoudend zeer lage dumpingprijzen hetgeen door de vergelijking van prijzen in de Chinese uitvoerstatistieken met de voor dit geval vastgestelde normale waarde werd bevestigd:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bron:

Chinese uitvoerstatistieken.

(45) Onder deze omstandigheden is er alle reden om aan te nemen dat China grotere hoeveelheden tegen dumpingprijzen naar de Gemeenschap zal uitvoeren.

5.3. Conclusie

(46) Het betrekkelijk stabiele verbruik op de wereldmarkt, de toename van de onbezette capaciteit gedurende de laatste vijf jaar en de beperkte toegankelijkheid van andere belangrijke uitvoermarkten doen het vermoeden rijzen dat de intrekking van de antidumpingmaatregelen die momenteel van toepassing zijn op de invoer van het betrokken product uit China tot een herhaling van de uitvoer van grote hoeveelheden tegen dumpingprijzen naar de markt van de Gemeenschap zal leiden.

(47) Het onderzoek naar dumping bij uitvoer naar de markt van de Gemeenschap tijdens het OT en bij uitvoer naar derde landen buiten de Gemeenschap bracht voortdurende dumping door de Chinese exporteurs aan het licht en wees er ook op dat grotere uitvoer uit China gepaard zal gaan met dumpingprijzen.

6. DEFINITIE VAN HET BEGRIP BEDRIJFSTAK VAN DE GEMEENSCHAP

(48) De indiener van het verzoek (CEFIC) treedt op namens de enige producent van het betrokken product van de Gemeenschap. Deze producent (Industrial Química del Nalón SA-IQN) nam 100 % van de productie van kaliumpermanganaat in de Gemeenschap tijdens het OT voor zijn rekening en vormt derhalve "de bedrijfstak van de Gemeenschap" ingevolge artikel 4, lid 1, van de basisverordening.

7. ONDERZOEK NAAR DE SITUATIE VAN DE BEDRIJFSTAK VAN DE GEMEENSCHAP

7.1. Verbruik

(49) Het verbruik in de Gemeenschap werd berekend aan de hand van geverifieerde gegevens over de verkoop die werden versterkt door de bedrijfstak van de Gemeenschap en over de ingevoerde hoeveelheden die werden verstrekt door Eurostat. Het verbruik daalde met 18 % tijdens de periode 1995 tot het eind van het OT hoewel het verbruik in het jaar 1995 ongewoon hoog was ten gevolge van de grote droogte in Spanje. Tijdens het OT lag het verbruik dicht bij dat van 1996, na perioden van dalingen gedurende 1997 en 1998.

7.2. Uit het betrokken land ingevoerde hoeveelheden en prijzen van de ingevoerde producten

(50) Uit de gegevens van Eurostat blijkt dat de invoer uit China tijdens de onderzochte periode door de antidumpingmaatregelen laag bleef. Zoals in overweging 44 wordt uiteengezet wijzen de uitvoerstatistieken van de Chinese regering evenwel op een veel hogere uitvoer naar de Gemeenschap; volgens deze bron bedroeg de uitvoer namelijk 222 ton in 1996 en 450 ton in zowel 1997 als 1998. Voor het OT betekent dit een marktaandeel van 10 %(8) hetgeen duidelijk boven het de minimis-niveau is. Zelfs indien de cijfers van Eurostat juist zijn en de tijdens het OT ingevoerde hoeveelheden gering waren, doet dit niet terzake in het kader van een nieuw onderzoek naar aanleiding van het vervallen van de maatregelen omdat de lage invoer tenminste ten dele moet worden toegeschreven aan de maatregelen die reeds van toepassing waren.

(51) Door de lage hoeveelheden kaliumpermanganaat van bewezen Chinese oorsprong die op de markt van de Gemeenschap werden verkocht en het totale gebrek aan medewerking van de producenten/exporteurs in het betrokken land, is het moeilijk om accurate prijsvergelijkingen te maken. De beschikbare gegevens maken het evenwel mogelijk te concluderen dat de prijzen van de Chinese producten aanzienlijk onder de prijzen van de producent van de Gemeenschap bleven. Uit de gegevens van Eurostat blijkt dat de Chinese prijzen (zonder rechten) tijdens het OT de prijzen van de bedrijfstak met een gemiddelde van 38 % onderboden. Soortgelijke gegevens voor Taiwan wijzen op een iets beperktere onderbieding, namelijk gemiddeld 33 %.

(52) De prijs van het Chinese kaliumpermanganaat ligt behoorlijk onder respectievelijk de gemiddelde marktprijs en de prijs van de bedrijfstak van de Gemeenschap. Alleen in 1997 lagen de Chinese prijzen dicht bij die van de producent van de Gemeenschap maar sedertdien nam het verschil tussen beide prijzen steeds toe. De Taiwanese producten verschenen op de markt van de Gemeenschap in 1997 en onderboden sedertdien onophoudelijk de prijzen van de producent van de Gemeenschap met ongeveer 25 %. Omdat er in Taiwan blijkbaar geen productie is mag redelijkerwijs aangenomen worden dat deze producten van Chinese oorsprong zijn.

7.3. Invoer uit andere derde landen

7.3.1. Ingevoerde hoeveelheden en marktaandeel

(53) De totale invoer uit andere derde landen steeg met 54 % tussen 1995 en het OT. De invoer uit Oekraïne en India daalde opmerkelijk ten gevolge van de instelling van antidumpingrechten op de invoer uit deze landen bij Verordening (EG) nr. 1507/98(9); de invoer uit de Verenigde Staten, de Tsjechische Republiek en Taiwan daarentegen steeg opmerkelijk. De Tsjechische Republiek voert 69 % van haar totale capaciteit uit naar de Gemeenschap hetgeen geraamd wordt op ongeveer 1000 ton per jaar. Taiwan dat tot 1997 niet naar de Gemeenschap uitvoerde verdubbelde sedertdien jaar na jaar zijn hoeveelheden.

7.3.2. Verkoopprijzen

(54) De Verenigde Staten en de Tsjechische Republiek zijn de belangrijkste importeurs in de Gemeenschap op wier invoer momenteel geen antidumpingmaatregelen van toepassing zijn. De prijzen van de Verenigde Staten liggen net iets hoger dan die van de bedrijfstak van de Gemeenschap. De Tsjechische Republiek heeft van alle belangrijke exporteurs naar de Gemeenschap de laagste prijzen. Zoals evenwel in overweging 53 werd uiteengezet beschikken de Tsjechische exporteurs slechts over beperkte mogelijkheden om de markt van de Gemeenschap verder te penetreren en zou een toename van de uitvoer uit dat land slechts 5 % meer marktaandeel vertegenwoordigen. Er zijn geen bewijzen dat deze invoer de bedrijfstak van de Gemeenschap schade berokkent en evenmin dat tegen dumpingprijzen wordt ingevoerd.

7.4. Situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap

7.4.1. Marktaandeel en verkochte hoeveelheden

(55) De bedrijfstak van de Gemeenschap nam 100 % van de productie van de Gemeenschap tijdens het OT voor zijn rekening omdat er slechts één producent van kaliumpermanganaat in de Gemeenschap was. Tot 1998 was er een andere producent in de Gemeenschap, Chemie AG Duitsland, maar die staakte zijn activiteiten in dat jaar. Met dit bedrijf werd evenwel bij het onderzoek naar de situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap geen rekening gehouden behalve voor de indicator werkgelegenheid.

(56) De door de bedrijfstak van de Gemeenschap verkochte hoeveelheden daalden met 21 % tijdens de onderzochte periode terwijl het marktaandeel van de bedrijfstak met 2 % daalde. Het verbruik daalde tijdens dezelfde periode met 18 % zodat de bedrijfstak van de Gemeenschap ten gevolge van die dalende markt zijn marktaandeel grotendeels kon handhaven.

(57) Zoals reeds werd medegedeeld in overweging 49 was 1995 een uitzonderlijk jaar met de extreme droogte in Zuid-Spanje en de uitputting van de watervoorraden. Dit had tot rechtstreeks gevolg dat het verbruik van kaliumpermanganaat voor de zuivering van zwaar verontreinigd rivierwater sterk steeg. Omdat de bedrijfstak van de Gemeenschap het best aan deze uitzonderlijke vraag tegemoet kon komen stegen hierdoor zijn verkochte hoeveelheden en zijn marktaandeel. Het in aanmerking nemen van de periode van 1996 tot het OT zou zinvoller zijn en representatievere resultaten opleveren. Gedurende deze periode stegen de door de bedrijfstak van de Gemeenschap verkochte hoeveelheden en zijn marktaandeel; beide indicatoren tijdens het OT wezen evenwel op een daling; deze deed zich voor na hoogtepunten in 1997 en 1998.

7.4.2. Productie, productiecapaciteit en bezettingsgraad van de productiecapaciteit

(58) De bezettingsgraad van de productiecapaciteit van de bedrijfstak van de Gemeenschap steeg met 15 % tijdens de onderzochte periode. De bezettingsgraad van de productiecapaciteit was laag gedurende 1997 ten gevolge van de grote voorraden aan het eind van 1996 (overweging 65). Na de instelling van de antidumpingmaatregelen op de invoer uit India en Oekraïne in 1998 werd tijdens het OT opnieuw de bezettingsgraad van de capaciteit van 1996 gehaald.

7.4.3. Productiekosten

(59) De kosten per ton kaliumpermanganaat stegen met 5 % tijdens de onderzochte periode. In 1997 was er een piek die verklaard kon worden door de lage productie dat jaar en de gevolgen daarvan voor de vaste kosten per ton.

7.4.4. Werkgelegenheid

(60) De enige overblijvende producent van de Gemeenschap kon zijn werkgelegenheid tijdens de onderzochte periode stabiel houden maar er mag niet uit het oog worden verloren dat een andere producent van de Gemeenschap tijdens die periode diende te sluiten hetgeen leidde tot een verlies aan werkgelegenheid.

7.4.5. Productie en productiviteit

(61) De productie en de productiviteit stegen met respectievelijk 16 % en 21 % tijdens de onderzochte periode.

7.4.6. Prijsverloop

(62) Een onderzoek toonde aan dat de verkoopprijzen van de bedrijfstak van de Gemeenschap tijdens de onderzochte periode met 12 % stegen. De sterkste stijging deed zich voor in 1998 toen antidumpingmaatregelen werden ingesteld op de invoer van kaliumpermanganaat uit India en Oekraïne. De eenheidsprijs bleef de twee laatste jaren stabiel.

7.4.7. Winst

(63) Tijdens de onderzochte periode boekte de bedrijfstak van de Gemeenschap winst in 1995 en leed verlies in 1996, 1997 en 1998. Tijdens het OT was de bedrijfstak van de Gemeenschap opnieuw matig winstgevend. Dit wordt verklaard door de instelling van de antidumpingmaatregelen op de invoer uit India en Oekraïne in 1998 die door een opmerkelijk herstel van de markt werden gevolgd.

7.4.8. Uitvoer van de bedrijfstak van de Gemeenschap

(64) De bedrijfstak voert hoofdzakelijk uit naar de Verenigde Staten, Noorwegen en Zwitserland. Afgezien van 1995 boekte de bedrijfstak van de Gemeenschap tussen 1996 en het OT winst op zijn uitvoer.

7.4.9. Ontwikkeling van de voorraden

(65) Door de gestegen productie waren de voorraden aan het eind van 1996 omvangrijk maar omdat de droogte van 1995 zich niet opnieuw voordeed werden ze geleidelijk afgebouwd.

7.4.10. Conclusies in verband met de situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap

(66) De meeste indicatoren wijzen erop dat de situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap verbeterde. Vooral vanaf 1998, toen antidumpingmaatregelen werden ingesteld op de invoer uit India en Oekraïne, viel een verbetering op. Tijdens de onderzochte periode stegen zowel de productie als de productiviteit en ook de prijzen zodat er tijdens het OT opnieuw sprake was van een beperkte winstgevendheid. De daling van het verbruik en van de verkochte hoeveelheden tijdens de onderzochte periode kan verklaard worden doordat 1995, ten gevolge van de droogte in Spanje, een kunstmatig opgedreven uitgangspunt was. Beide indicatoren wezen evenwel op verbetering tijdens 1997 en 1998 met een kleine daling tijdens het OT. Terzelfder tijd behield de bedrijfstak van de Gemeenschap zijn marktaandeel.

(67) Tijdens de onderzochte periode veranderde de productiecapaciteit van de bedrijfstak van de Gemeenschap niet; de bezettingsgraad van deze capaciteit daarentegen steeg. Maar ook de productiekosten voor kaliumpermanganaat stegen.

(68) Samengevat wijzen de indicatoren erop dat de bedrijfstak van de Gemeenschap door de antidumpingmaatregelen die van toepassing waren op de invoer uit China, India en Oekraïne op billijke voorwaarden kon concurreren. De prijzen van de producten die uit de Verenigde Staten, zonder schadelijke dumping, naar de markt van de Gemeenschap worden uitgevoerd liggen dicht bij de prijzen van de producent van de Gemeenschap; dat schijnt erop te wijzen dat dergelijke prijzen beschouwd kunnen worden als prijzen die gelden op een open markt die onder billijke voorwaarden functioneert. Door de instelling van antidumpingmaatregelen op de invoer uit China, India en Oekraïne konden de prijzen worden verhoogd. Dit resulteerde tijdens het OT, voor het eerst sedert 1995, in een winstgevende handel.

8. MOGELIJKE HERHALING VAN DE SCHADE

8.1. Bedrijfstak van de Gemeenschap

(69) De situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap is geschetst in de overwegingen 55 tot 68.

8.2. Mogelijke uitvoer uit China

(70) Hoewel de bewijzen beperkt zijn, tonen de prijzen van de Chinese exporteurs aan, vooral bij uitvoer naar Chili en Australië, dat zij de prijzen van de bedrijfstak van de Gemeenschap in aanzienlijke mate zouden onderbieden. Uit de gegevens van Eurostat en van de Chinese autoriteiten blijkt dat de prijzen van kaliumpermanganaat dat uit China in de Gemeenschap werd ingevoerd de prijzen van de bedrijfstak van de Gemeenschap tijdens het OT in aanzienlijke mate onderboden.

(71) De Chinese producenten hebben hun productiecapaciteit enorm verhoogd hoewel niets erop schijnt te wijzen dat de vraag op hun binnenlandse markt in de toekomst zal stijgen. Tijdens het OT vertegenwoordigde de invoer uit China slechts een klein gedeelte van de markt van de Gemeenschap; alleen al met de overtollige capaciteit van dat land zou verschillende malen aan de totale vraag op de markt van de Gemeenschap kunnen worden voldaan.

8.3. Conclusie

(72) Er werd geconcludeerd in de overwegingen 46 en 47 dat waarschijnlijk opnieuw grote hoeveelheden Chinees kaliumpermanganaat op de markt van de Gemeenschap zouden worden ingevoerd indien de maatregelen werden ingetrokken. De hoeveelheden die waarschijnlijk ingevoerd zouden worden en de prijzen ervan zouden bijna ongetwijfeld ernstige negatieve gevolgen voor de markt van de Gemeenschap hebben.

(73) Bij een ongewijzigde vraag in de Gemeenschap zouden hetzij het marktaandeel hetzij de prijzen van de bedrijfstak van de Gemeenschap in aanzienlijke mate dalen. Naar alle waarschijnlijkheid zouden zowel het marktaandeel als de prijzen worden aangetast hetgeen meer tot een daling van de winstgevendheid zou leiden en uiteindelijk de levensvatbaarheid van de bedrijfstak van de Gemeenschap zou bedreigen. Derhalve werd geconcludeerd dat de opheffing van de antidumpingmaatregelen die werden ingesteld op de invoer van kaliumpermanganaat uit China de bedrijfstak van de Gemeenschap zeer waarschijnlijk aanmerkelijke schade zou toebrengen.

9. BELANG VAN DE GEMEENSCHAP

9.1. Inleiding

(74) Ingevolge artikel 21 van de basisverordening werd nagegaan of een verlenging van de geldigheid van de huidige antidumpingmaatregelen zou indruisen tegen het belang van de Gemeenschap in haar geheel. Om het belang van de Gemeenschap vast te stellen werden de belangen van alle hierbij betrokken partijen geëvalueerd.

(75) Om de mogelijke gevolgen van het al dan niet voortzetten van de maatregelen te evalueren werden alle bovenvermelde belanghebbende partijen om gegevens verzocht. De producent van de Gemeenschap en alle bekende niet-verbonden importeurs van kaliumpermanganaat werden vragenlijsten toegezonden. De producent van de Gemeenschap en één importeur beantwoordden de vragenlijst. Twee onafhankelijke wederverkopers van kaliumpermanganaat dienden ook hun standpunten in.

(76) Er zij op gewezen dat de goedkeuring van maatregelen in het vorige onderzoek in het belang van de Gemeenschap werd geacht. Bovendien zij erop gewezen dat onderhavig onderzoek een nieuw onderzoek is waarbij een situatie wordt onderzocht waarin reeds antidumpingmaatregelen worden toegepast. Bijgevolg kunnen mogelijke ongewenste negatieve gevolgen van de huidige antidumpingmaatregelen voor de betrokken partijen in het verleden worden geëvalueerd en in aanmerking worden genomen.

(77) Op deze basis werd nagegaan of er, ondanks de conclusies in verband met de dumping, de situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap en de mogelijke voortzetting en/of herhaling van de schadelijke dumping, dwingende redenen zijn om te concluderen dat handhaving van de maatregelen in dit bijzondere geval niet in het belang van de Gemeenschap zou zijn.

9.2. Belang van de bedrijfstak van de Gemeenschap

(78) Er wordt geoordeeld dat indien de antidumpingmaatregelen die in het kader van het vorige onderzoek werden ingesteld niet worden gehandhaafd, de schadelijke dumping zich waarschijnlijk zal voortzetten/herhalen en de situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap, die nog steeds kwetsbaar is, zal verslechteren. De bedrijfstak van de Gemeenschap heeft bewezen zich op de markt van de Gemeenschap te kunnen meten met concurrenten die niet tegen dumpingprijzen verkopen. De bedrijfstak van de Gemeenschap heeft ook bewezen baat te hebben gehad bij de ingestelde antidumpingmaatregelen.

(79) Tijdens de onderzochte periode heeft de bedrijfstak van de Gemeenschap bewezen op de markten van de Gemeenschap, van de Verenigde Staten en andere derde landen te kunnen concurreren indien er billijke voorwaarden gelden. Bovendien heeft de bedrijfstak van de Gemeenschap bewezen levensvatbaar te zijn en inderdaad baat te hebben bij de ingestelde antidumpingmaatregelen. Uit de verbeteringen van de productiviteit (zie overweging 61) en van de bezettingsgraad van de productiecapaciteit (overweging 58) alsmede uit het herstel van de winstgevendheid tijdens het OT is gebleken dat de bedrijfstak ten volle en probleemloos kan concurreren op een markt zoals die van de Gemeenschap, die maatregelen heeft genomen om de schadelijke dumping te bestrijden.

(80) Indien de maatregelen ter bestrijding van de schadelijke dumping evenwel worden ingetrokken zou de markt van de Gemeenschap openstaan voor grote hoeveelheden met dumping uit China ingevoerde producten. De situatie van de bedrijfstak zou in die mate verslechteren dat zijn levensvatbaarheid in het gedrang zou komen hetgeen rampzalige gevolgen zou hebben voor de werkgelegenheid, de keuze van de consument, enz.

9.3. Belangen van de verwerkende bedrijven en de importeurs

(81) Slechts één importeur beantwoordde de vragenlijst; twee onafhankelijke wederverkopers dienden hun standpunten in terwijl geen enkele eindgebruiker zich meldde. De importeur was noch voorstander noch tegenstander van de voortzetting van de maatregelen terwijl de onafhankelijke wederverkopers er voorstander van waren.

(82) Deze situatie wijst erop dat de gevolgen van een antidumpingrecht voor de algemene kosten van de eindgebruikers en importeurs beperkt zullen zijn. Dankzij andere ingevoerde producten die met de producten van de bedrijfstak van de Gemeenschap concurreren zal de concurrentie op een hoog niveau worden gehouden. Omdat de nieuwe toepassingen voor het product ook de zuivering van drinkwater en afvalwater omvatten en de afnemers in dat geval geen grote bedrijven zijn maar gemeenten of andere nutsbedrijven, is stabiliteit bij de bevoorrading een belangrijk doel. Het is derhalve in het belang van de eindgebruikers en meer bepaald van het grote publiek dat de bedrijfstak van de Gemeenschap als betrouwbare leverancier van dit product kan blijven voortbestaan en niet uit de markt wordt gewerkt. Het gebrek aan reacties van de importeurs en eindgebruikers doet vermoeden dat de momenteel geldende maatregelen geen belangrijke gevolgen hebben voor hun activiteiten.

9.4. Conclusie in verband met het belang van de Gemeenschap

(83) Het vervallen van de maatregelen zou ernstige gevolgen hebben voor de economische vooruitzichten van de bedrijfstak van de Gemeenschap, terwijl de gevolgen van de verlenging van de maatregelen voor de importeurs beperkt zouden blijven tot marginale kostenstijgingen. Na afweging van deze verschillende belangen wordt geoordeeld dat door de handhaving van de antidumpingmaatregelen de huidige situatie van billijke concurrentie zal worden voortgezet; de maatregelen heffen immers de schadelijke gevolgen van de dumpingpraktijken op. Derhalve zijn er geen dwingende redenen die tegen de voortzetting van de maatregelen pleiten.

10. UITEINDEIJKE CONCLUSIE

(84) Hieruit vloeit overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening voort dat de momenteel geldende maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van kaliumpermanganaat uit China moeten worden gehandhaafd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Er wordt een definitief antidumpingrecht ingesteld op de invoer van kaliumpermanganaat van GN-code 2841 61 00 uit de Volksrepubliek China.

2. Het recht dat wordt toegepast op de nettoprijs, franco-grens Gemeenschap, vóór inklaring, bedraagt 1,26 EUR per kilogram.

3. Tenzij anders gespecificeerd zijn de bepalingen inzake douanerechten op dit recht van toepassing.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 12 februari 2001.

Voor de Raad

De voorzitter

B. Ringholm

(1) PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2238/2000 (PB L 257 van 11.10.2000, blz. 2).

(2) PB L 138 van 3.6.1988, blz. 1.

(3) PB L 209 van 2.8.1988, blz. 1.

(4) PB L 298 van 19.11.1994, blz. 32. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1170/95 (PB L 118 van 25.5.1995, blz. 6).

(5) PB L 200 van 16.7.1998, blz. 4.

(6) PB C 117 van 29.4.1999, blz. 3.

(7) PB C 323 van 11.11.1999, blz. 5.

(8) Om vertrouwelijkheidsredenen bevat het cijfer voor de producent van de Gemeenschap een marge van +- 5 %.

(9) PB L 200 van 16.7.1998, blz. 4.