Home

Verordening (EG) nr. 606/2001 van de Commissie van 23 maart 2001 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1165/98 inzake kortetermijnstatistieken, wat de ontheffingen voor de lidstaten betreft

Verordening (EG) nr. 606/2001 van de Commissie van 23 maart 2001 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1165/98 inzake kortetermijnstatistieken, wat de ontheffingen voor de lidstaten betreft

Verordening (EG) nr. 606/2001 van de commissie

van 23 maart 2001

tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1165/98 inzake kortetermijnstatistieken, wat de ontheffingen voor de lidstaten betreft

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1165/98 van de Raad van 19 mei 1998 inzake kortetermijnstatistieken(1), en met name op artikel 13 en artikel 17, onder h),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Bij Verordening (EG) nr. 1165/98 is een gemeenschappelijk kader voor de productie van communautaire kortetermijnstatistieken over de conjunctuurcyclus vastgesteld.

(2) Ingevolge artikel 13 en artikel 17, onder h), van Verordening (EG) nr. 1165/98 zijn uitvoeringsbepalingen voor het toestaan van ontheffingen noodzakelijk.

(3) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad(2) ingestelde Comité statistisch programma,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Ontheffingen

De ontheffingen waarnaar wordt verwezen in artikel 13 en artikel 17, onder h), van Verordening (EG) nr. 1165/98 zijn gespecificeerd in de bijlage van deze verordening.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 maart 2001.

Voor de Commissie

Pedro Solbes Mira

Lid van de Commissie

(1) PB L 162 van 5.6.1998, blz. 1.

(2) PB L 181 van 28.6.1989, blz. 47.

BIJLAGE

ONTHEFFINGEN

In onderstaande tabellen wordt voor elke indicator in elke bijlage van Verordening (EG) nr. 1165/98 aangegeven welke ontheffingen vereist zijn.

In de eerste kolom wordt verwezen naar de in de verordening genoemde indicatoren. De letter in de code voor de indicatoren verwijst naar de desbetreffende bijlage van Verordening (EG) nr. 1165/98.

In de tweede kolom staat of er een ontheffing nodig is. Indien dit niet het geval is, staat er "geen" en indien een ontheffing wel nodig is, wordt dit aangegeven met "volledig" of "gedeeltelijk". Indien voor een bepaalde indicator een volledige ontheffing nodig is, betekent dit dat er voor die indicator geen gegevens beschikbaar zijn. Als een gedeeltelijke ontheffing nodig is, is er wel enige informatie beschikbaar, maar sluit deze niet aan bij alle bepalingen in de verordening. In de overige kolommen van de tabel wordt voor gedeeltelijke ontheffingen aangegeven aan welke specifieke aspecten van de eisen voor die indicator niet kan worden voldaan. Zo is het mogelijk dat de indicator a) pas laat beschikbaar is (extra tijd voor indiening), b) minder vaak wordt berekend dan vereist is (frequentie), c) niet het gehele waarnemingsgebied bestrijkt (ontbrekende activiteiten), d) niet voor alle niveaus beschikbaar is, wanneer een indeling van de activiteit vereist is (activiteit niet gedetailleerd), e) niet voor elke onderverdeling van de bouwnijverheid beschikbaar is (bouwactiviteit niet gedetailleerd - alleen van belang voor indicatoren van bijlage B, en f) andere redenen.

In de verordening wordt bepaald dat voor lidstaten waarvan de toegevoegde waarde onder een bepaalde drempel blijft, de termijn voor de indiening van de gegevens met 15 kalenderdagen kan worden verlengd. In onderstaande tabellen hebben ontheffingen voor de termijn van indiening betrekking op de tijd die meer nodig is dan die 15 dagen.

Ten slotte bevatten de tabellen een kolom voor de vermoedelijke einddatum voor de ontheffingen. De data in deze kolom hebben normaliter betrekking op de eerste referentieperiode waarvoor de gegevens zonder ontheffing zullen worden verzonden. Het kan dan nog verscheidene maanden duren voordat deze gegevens voor het eerst worden ingediend.

1.1. Algemene ontheffing - betreft alle landen

Voor de indicatoren B 411 en B 412 kunnen de indexcijfers in plaats van op basis van het aantal eenheden van economische activiteit ook rechtstreeks aan de hand van het aantal vergunningen worden berekend.

De door de landen aangevraagde ontheffingen worden in de volgende volgorde gepresenteerd: België, Denemarken, Duitsland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Finland, Zweden, Verenigd Koninkrijk.

1. BELGIË

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

2. DENEMARKEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

3. DUITSLAND

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4. GRIEKENLAND

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

5. SPANJE

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

6. FRANKRIJK

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

7. IERLAND

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

8. ITALIË

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

9. LUXEMBURG

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

10. NEDERLAND

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

11. OOSTENRIJK

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

12. PORTUGAL

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

13. FINLAND

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

14. ZWEDEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

15. VERENIGD KONINKRIJK

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Aanhangsel

BIJ HET VERZOEK VAN ITALIË

Lijst van economische activiteiten genoemd in bijlage D van de verordening inzake kortetermijnstatistieken; data voor de beschikbaarheid van de eerste indexcijfers voor elk van de vereiste variabelen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>