Home

Verordening (EG) nr. 956/2001 van de Commissie van 16 mei 2001 betreffende maatregelen van toezicht op de invoer van bepaalde textielproducten van oorsprong uit de Arabische Republiek Syrië

Verordening (EG) nr. 956/2001 van de Commissie van 16 mei 2001 betreffende maatregelen van toezicht op de invoer van bepaalde textielproducten van oorsprong uit de Arabische Republiek Syrië

Verordening (EG) nr. 956/2001 van de Commissie van 16 mei 2001 betreffende maatregelen van toezicht op de invoer van bepaalde textielproducten van oorsprong uit de Arabische Republiek Syrië

Publicatieblad Nr. L 134 van 17/05/2001 blz. 0031 - 0031


Verordening (EG) nr. 956/2001 van de Commissie

van 16 mei 2001

betreffende maatregelen van toezicht op de invoer van bepaalde textielproducten van oorsprong uit de Arabische Republiek Syrië

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 517/94 van de Raad van 7 maart 1994 betreffende een gemeenschappelijke regeling voor de invoer van textielproducten uit bepaalde derde landen, die niet vallen onder bilaterale overeenkomsten, protocollen of andere regelingen, noch onder een andere, bijzondere, communautaire regeling(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2878/2000 van de Commissie(2), inzonderheid op artikel 11, lid 1, onder b),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) In de afgelopen drie jaar heeft er een stijging van de invoer in de Gemeenschap van katoengarens (categorie 1) van oorsprong uit de Arabische Republiek Syrië tegen zeer lage prijzen plaatsgevonden. Het aandeel van deze invoer is daarbij toegenomen van nagenoeg nihil in 1996 tot 10 % van de communautaire invoer in 2000.

(2) Ofschoon het communautaire verbruik de afgelopen drie jaar onveranderd bleef, leidt de toename van de invoer uit Syrië tegen prijzen die onder de algemene marktprijs liggen, tot ernstige schade voor de communautaire producenten van katoengarens of dreigt daartoe te leiden, met name als gevolg van de neerwaartse druk die op de normale marktprijzen wordt uitgeoefend.

(3) Teneinde de invoer in de Gemeenschap van katoengarens (categorie 1) van oorsprong uit de Arabische Republiek Syrië van dichtbij te volgen terwijl een onderzoek volgens artikel 7 van Verordening (EG) nr. 517/94 plaatsvindt, is het derhalve dienstig een toezichtmechanisme in te stellen voor een periode van 18 maanden. Dienovereenkomstig zal de invoer van producten die vanuit de Arabische Republiek Syrië worden verzonden en in de Gemeenschap in het vrije verkeer worden gebracht, bij binnenkomst in de Gemeenschap aan toezicht worden onderworpen en zal een invoerdocument moeten worden overgelegd overeenkomstig de in artikel 14, lid 1, onder a), en artikel 14, leden 2, 3 en 4, van Verordening (EG) nr. 517/97 gestelde voorwaarden.

(4) Gezien de urgentie van de situatie is het wenselijk dat deze verordening onmiddellijk in werking treedt.

(5) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij Verordening (EG) nr. 517/94 ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De invoer in de Gemeenschap van katoengarens (categorie 1) die van oorsprong zijn uit de Arabische Republiek Syrië en in de Gemeenschap in het vrije verkeer worden gebracht, worden onder voorafgaand toezicht van de Gemeenschap gesteld.

Lid 1 is niet van toepassing als de daarin genoemde producten naar een bestemming in de Gemeenschap zijn gezonden vóór de datum waarop deze verordening in werking treedt, op voorwaarde dat ten genoegen van de bevoegde nationale autoriteiten kan worden aangetoond dat de betrokken goederen onderweg waren naar het grondgebied van de Gemeenschap op de datum waarop deze verordening in werking treedt.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van kracht gedurende een periode van 18 maanden.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 mei 2001.

Voor de Commissie

Pascal Lamy

Lid van de Commissie

(1) PB L 67 van 10.3.1994, blz. 1.

(2) PB L 333 van 29.12.2000, blz. 60.