Home

Verordening (EG) nr. 1451/2001 van de Raad van 28 juni 2001 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2792/1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector

Verordening (EG) nr. 1451/2001 van de Raad van 28 juni 2001 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2792/1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector

Verordening (EG) nr. 1451/2001 van de Raad van 28 juni 2001 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2792/1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector

Publicatieblad Nr. L 198 van 21/07/2001 blz. 0009 - 0010


Verordening (EG) nr. 1451/2001 van de Raad

van 28 juni 2001

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2792/1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 37 en 299, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie(1),

Gezien het advies van het Europees Parlement(2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité(3),

Gezien het advies van het Comité van de Regio's,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Bij Verordening (EG) nr. 2792/1999(4) zijn de maxima vastgesteld voor de bijstandsverlening uit het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV), met inachtneming van de maxima die zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen(5).

(2) De maxima die voor het FIOV gelden liggen echter lager dan de bijzondere bepalingen die zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1260/1999 voor bepaalde categorieën regio's van doelstelling 1. De op het FIOV van toepassing zijnde maxima dienen te worden aangepast naargelang van de specifieke moeilijkheden van elke van de vermelde regio's. Wat met name de ultraperifere regio's betreft, moet rekening worden gehouden met de in artikel 299, lid 2, van het Verdrag vermelde factoren die hun ontwikkeling ernstig kunnen schaden.

(3) Dientengevolge dient Verordening (EG) nr. 2792/1999 te worden gewijzigd.

(4) Overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 bestrijkt elk plan, communautair bestek, operationeel programma en enkelvoudig programmeringsdocument een periode van zeven jaar en begint de programmeringsperiode op 1 januari 2000. Terwille van de samenhang en om discriminatie van verschillende voor steun uit eenzelfde programma in aanmerking komende gebieden te voorkomen, moeten de afwijkingen als bedoeld in deze verordening, bij wijze van uitzondering, voor de gehele programmeringsperiode gelden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 2792/1999 wordt tabel 3 vervangen door de volgende tabel:

"TABEL 3

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Voor investeringen in kleine en middelgrote bedrijven in de zin van Aanbeveling 96/280/EG van de Commissie(6) kunnen voor andere vormen van financiering dan directe steun de percentages onder A van de groepen 2 en 3 worden verhoogd, welke verhoging evenwel de 10 % van de totale subsidiabele kosten niet mag overschrijden. De participatie van de particuliere begunstigde wordt navenant verminderd.

De afwijkingen die in het kader van de eerste alinea worden overwogen, worden kort beschreven in de operationele programma's of de enkelvoudige programmeringsdocumenten voor de betrokken regio's als bedoeld in respectievelijk artikel 18 en artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1260/1999.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is van toepassing met ingang van 1 januari 2000.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 28 juni 2001.

Voor de Raad

De voorzitter

B. Rosengren

(1) PB C 96 E van 27.2.2001, blz. 277.

(2) Advies uitgebracht op 14 juni 2001 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(3) PB C 139 van 11.5.2001, blz. 29.

(4) PB L 337 van 30.12.1999, blz. 10.

(5) PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1447/2001 (zie blz. 1 van dit Publicatieblad).

(6) PB L 107 van 30.4.1996, blz. 4.