Home

Verordening (EG) nr. 2051/2001 van de Commissie van 19 oktober 2001 betreffende de invoercertificaten voor producten van de sector rundvlees van oorsprong uit Botswana, Kenia, Madagaskar, Swaziland, Zimbabwe en Namibië

Verordening (EG) nr. 2051/2001 van de Commissie van 19 oktober 2001 betreffende de invoercertificaten voor producten van de sector rundvlees van oorsprong uit Botswana, Kenia, Madagaskar, Swaziland, Zimbabwe en Namibië

Verordening (EG) nr. 2051/2001 van de Commissie van 19 oktober 2001 betreffende de invoercertificaten voor producten van de sector rundvlees van oorsprong uit Botswana, Kenia, Madagaskar, Swaziland, Zimbabwe en Namibië

Publicatieblad Nr. L 277 van 20/10/2001 blz. 0005 - 0006


Verordening (EG) nr. 2051/2001 van de Commissie

van 19 oktober 2001

betreffende de invoercertificaten voor producten van de sector rundvlees van oorsprong uit Botswana, Kenia, Madagaskar, Swaziland, Zimbabwe en Namibië

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1706/98 van de Raad van 20 juli 1998 tot vaststelling van de regeling voor landbouwproducten en door verwerking daarvan verkregen goederen, van oorsprong uit de staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (de ACS-staten) en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 715/90(1), en met name op artikel 30,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1918/98 van de Commissie van 9 september 1998 houdende vaststelling van uitvoeringsbepalingen in de sector rundvlees voor Verordening (EG) nr. 1706/98 van de Raad tot vaststelling van de regeling voor landbouwproducten en door verwerking daarvan verkregen goederen, van oorsprong uit de staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (de ACS-staten) en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 589/96(2), en met name op artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Overeenkomstig artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1918/98 kunnen voor producten van de sector rundvlees invoercertificaten worden afgegeven. De invoer mag evenwel de voor ieder van de betrokken uitvoerende derde landen vastgestelde hoeveelheid niet overschrijden.

(2) Voor producten van oorsprong uit Botswana, Kenia, Madagaskar, Swaziland, Zimbabwe en Namibië overstijgen de hoeveelheden, uitgedrukt in vlees zonder been, waarvoor van 1 tot en met 10 september 2001 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1918/98 certificaten zijn aangevraagd, niet de voor deze landen beschikbare hoeveelheden. Bijgevolg kunnen voor de aangevraagde hoeveelheden invoercertificaten worden afgegeven.

(3) De hoeveelheden, waarvoor met ingang van 1 november 2001 certificaten kunnen worden aangevraagd binnen de totale hoeveelheid van 52100 ton, dienen te worden vastgesteld.

(4) Er dient op te worden gewezen dat deze verordening Richtlijn 72/462/EEG van de Raad van 12 december 1972 inzake gezondheidsvraagstukken en veterinairrechtelijke vraagstukken bij de invoer van runderen, varkens, schapen en geiten, van vers vlees of van vleesproducten uit derde landen(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1452/2001(4), onverlet laat,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De hieronder vermelde lidstaten geven op 21 oktober 2001 voor de onderstaande hoeveelheden producten van de sector rundvlees, uitgedrukt in vlees zonder been, van oorsprong uit sommige staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan, invoercertificaten af voor de daarbij vermelde landen van oorsprong:

Verenigd Koninkrijk:

- 400 ton van oorsprong uit Botswana,

- 487 ton van oorsprong uit Namibië,

- 30 ton van oorsprong uit Swaziland.

Artikel 2

Certificaataanvragen kunnen overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1918/98 in de eerste tien dagen van de maand november 2001 worden ingediend voor de volgende hoeveelheden rundvlees zonder been:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op 21 oktober 2001.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 oktober 2001.

Voor de Commissie

Franz Fischler

Lid van de Commissie

(1) PB L 215 van 1.8.1998, blz. 12.

(2) PB L 250 van 10.9.1998, blz. 16.

(3) PB L 302 van 31.12.1972, blz. 28.

(4) PB L 198 van 21.7.2001, blz. 11.