Verordening (EG) nr. 2294/2001 van de Commissie van 26 november 2001 tot vaststelling van bepaalde indicatieve hoeveelheden en individuele maxima voor de afgifte van certificaten voor de invoer van bananen in de Gemeenschap voor het eerste kwartaal van 2002 in het kader van de tariefcontingenten
Verordening (EG) nr. 2294/2001 van de Commissie van 26 november 2001 tot vaststelling van bepaalde indicatieve hoeveelheden en individuele maxima voor de afgifte van certificaten voor de invoer van bananen in de Gemeenschap voor het eerste kwartaal van 2002 in het kader van de tariefcontingenten
Verordening (EG) nr. 2294/2001 van de Commissie van 26 november 2001 tot vaststelling van bepaalde indicatieve hoeveelheden en individuele maxima voor de afgifte van certificaten voor de invoer van bananen in de Gemeenschap voor het eerste kwartaal van 2002 in het kader van de tariefcontingenten
Publicatieblad Nr. L 308 van 27/11/2001 blz. 0005 - 0006
Verordening (EG) nr. 2294/2001 van de Commissie
van 26 november 2001
tot vaststelling van bepaalde indicatieve hoeveelheden en individuele maxima voor de afgifte van certificaten voor de invoer van bananen in de Gemeenschap voor het eerste kwartaal van 2002 in het kader van de tariefcontingenten
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 404/93 van de Raad van 13 februari 1993 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector bananen(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 216/2001(2), en met name op artikel 20,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) In artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 896/2001 van de Commissie van 7 mei 2001 houdende toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 404/93 van de Raad ten aanzien van de regeling voor de invoer van bananen in de Gemeenschap(3), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1613/2001(4), is bepaald dat voor de eerste drie kwartalen van het jaar voor de afgifte van de invoercertificaten een indicatieve hoeveelheid kan worden vastgesteld in de vorm van een uniform percentage van de voor elk van de tariefcontingenten beschikbare hoeveelheden.
(2) Uit een analyse van de gegevens inzake, enerzijds, de hoeveelheden in 2001 in de Gemeenschap afgezette bananen en, met name, van de daadwerkelijke import, vooral in het eerste kwartaal, en, anderzijds, de vooruitzichten voor de communautaire markt, wat voorziening en verbruik betreft, voor het eerste kwartaal van 2002, is gebleken dat met het oog op een bevredigende voorziening van de hele Gemeenschap voor de tariefcontingenten A en B een indicatieve hoeveelheid van 27 % van deze tariefcontingenten samen moet worden vastgesteld, en dat voor tariefcontingent C een indicatieve hoeveelheid van 26 % van het aan de traditionele marktdeelnemers toegewezen deel van het contingent en van 8 % van het aan de niet-traditionele marktdeelnemers toegewezen deel van het contingent moet worden vastgesteld. Met deze maatregel kan worden gegarandeerd dat de handelsstromen tussen de productieketen en de afzet in stand blijven.
(3) Op basis van dezelfde gegevens moet overeenkomstig artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 896/2001 de maximumhoeveelheid worden vastgesteld waarvoor elke marktdeelnemer voor het eerste kwartaal van 2002 certificaataanvragen mag indienen.
(4) Bij de vaststelling van deze indicatieve hoeveelheden en van de maximumhoeveelheden is ook rekening gehouden met de wijziging van het volume van de tariefcontingenten met ingang van 1 januari 2002 die waarschijnlijk door de Raad wordt goedgekeurd.
(5) Met de bepalingen van deze verordening wordt niet vooruitgelopen op maatregelen die de Raad of de Commissie later eventueel neemt, en de marktdeelnemers kunnen zich niet op deze bepalingen beroepen als grond voor legitieme verwachtingen.
(6) De bepalingen van deze verordening moeten onmiddellijk in werking treden, namelijk vóór het begin van de periode waarin voor het eerste kwartaal van 2002 certificaataanvragen worden ingediend.
(7) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor bananen,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 896/2001 bedoelde indicatieve hoeveelheid voor de invoer van bananen in het kader van de bij artikel 18 van Verordening (EEG) nr. 404/93 vastgestelde tariefcontingenten wordt voor het eerste kwartaal van 2002 vastgesteld op:
- 27 % van de beschikbare hoeveelheden voor de traditionele en de niet-traditionele marktdeelnemers in het kader van de tariefcontingenten A en B;
- 26 % van de beschikbare hoeveelheden voor de traditionele marktdeelnemers in het kader van tariefcontingent C;
- 8 % van de beschikbare hoeveelheden voor de niet-traditionele marktdeelnemers in het kader van tariefcontingent C.
Artikel 2
1. De in artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 896/2001 bedoelde hoeveelheid van de tariefcontingenten A en B die iedere traditionele marktdeelnemer mag invoeren, wordt voor het eerste kwartaal van 2002 vastgesteld op 27 % van de overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van diezelfde verordening vastgestelde referentiehoeveelheid.
2. De in artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 896/2001 bedoelde hoeveelheid van de tariefcontingenten A en B die iedere niet-traditionele marktdeelnemer mag invoeren, wordt voor het eerste kwartaal van 2002 vastgesteld op 27 % van de hoeveelheid die overeenkomstig artikel 9, lid 3, van diezelfde verordening is vastgesteld en aan hem is meegedeeld.
3. De in artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 896/2001 bedoelde hoeveelheid van het tariefcontingent C die iedere traditionele marktdeelnemer mag invoeren, wordt voor het eerste kwartaal van 2002 vastgesteld op 26 % van de overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van diezelfde verordening vastgestelde referentiehoeveelheid.
4. De in artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 896/2001 bedoelde hoeveelheid van het tariefcontingent C die iedere niet-traditionele marktdeelnemer mag invoeren, wordt voor het eerste kwartaal van 2002 vastgesteld op 8 % van de hoeveelheid die overeenkomstig artikel 9, lid 3, van diezelfde verordening is vastgesteld en aan hem is meegedeeld.
Artikel 3
Deze verordening treed in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 26 november 2001.
Voor de Commissie
Franz Fischler
Lid van de Commissie
(1) PB L 47 van 25.2.1993, blz. 1.
(2) PB L 31 van 2.2.2001, blz. 2.
(3) PB L 126 van 8.5.2001, blz. 6.
(4) PB L 214 van 8.8.2001, blz. 19.