Home

2002/608/EG: Besluit van de Raad van 25 juni 2002 betreffende de sluiting van een Aanvullend Protocol inzake overeenstemmingsbeoordeling en de aanvaarding van industrieproducten bij de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Letland, anderzijds

2002/608/EG: Besluit van de Raad van 25 juni 2002 betreffende de sluiting van een Aanvullend Protocol inzake overeenstemmingsbeoordeling en de aanvaarding van industrieproducten bij de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Letland, anderzijds

2002/608/EG: Besluit van de Raad van 25 juni 2002 betreffende de sluiting van een Aanvullend Protocol inzake overeenstemmingsbeoordeling en de aanvaarding van industrieproducten bij de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Letland, anderzijds

Publicatieblad Nr. L 202 van 31/07/2002 blz. 0001 - 0002


Besluit van de Raad

van 25 juni 2002

betreffende de sluiting van een Aanvullend Protocol inzake overeenstemmingsbeoordeling en de aanvaarding van industrieproducten bij de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Letland, anderzijds

(2002/608/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name op artikel 133, in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, lid 3 en lid 4,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Letland, anderzijds(1), is op 1 februari 1998 in werking getreden.

(2) In artikel 76, lid 2, van de Europaovereenkomst is bepaald dat de samenwerking op het gebied van de normalisatie en de overeenstemmingsbeoordeling moet leiden tot de totstandkoming van overeenkomsten inzake wederzijdse erkenning.

(3) In artikel 114, lid 2, van de Europaovereenkomst is bepaald dat de Associatieraad bevoegdheden mag delegeren aan het Associatiecomité.

(4) Artikel 2 van Besluit 98/98/EG, EGKS, Euratom van de Raad en de Commissie van 19 december 1997 betreffende de sluiting van de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Letland, anderzijds(2), voorziet in procedures voor de besluitvorming in de Gemeenschap en voor de verwoording van het standpunt van de Gemeenschap in de Associatieraad en het Associatiecomité.

(5) In artikel 14 van Besluit nr. 1/98 van de Associatieraad tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Letland, anderzijds, van 23 februari 1998 betreffende zijn reglement van orde(3) is bepaald dat het Associatiecomité subcomités of werkgroepen mag oprichten om het bij de uitvoering van zijn taken bij te staan.

(6) Het Protocol inzake overeenstemmingsbeoordeling en de aanvaarding van industrieproducten bij de Europaovereenkomst is op 21 mei 2002 in Brussel door de Commissie namens de Gemeenschap ondertekend en moet worden goedgekeurd.

(7) De Associatieraad is belast met bepaalde uitvoeringstaken en heeft met name de bevoegdheid de bijlagen bij het protocol te wijzigen.

(8) Teneinde de goede werking van het protocol te waarborgen, dienen passende interne procedures tot stand te worden gebracht.

(9) De Commissie dient te worden gemachtigd bepaalde technische wijzigingen in het protocol aan te brengen en bepaalde uitvoeringsbesluiten te nemen,

BESLUIT:

Artikel 1

Het protocol inzake overeenstemmingsbeoordeling en de aanvaarding van industrieproducten bij de Europaovereenkomst met Letland ("het protocol") evenals de aan de slotbepaling daarvan gehechte verklaring worden namens de Europese Gemeenschap goedgekeurd.

De tekst van het protocol en van de verklaring die als bijlage bij de slotakte daarvan is gevoegd, zijn aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De diplomatieke nota bedoeld in artikel 17 van het protocol(4) wordt door de voorzitter van de Raad namens de Europese Gemeenschap verzonden.

Artikel 3

1. De Commissie, na overleg met het door de Raad aangewezen bijzonder comité:

a) verricht de aanmelding, de erkenning, de schorsing en de intrekking van instanties en de benoeming van gezamenlijke teams van deskundigen overeenkomstig artikel 10, artikel 11 en artikel 14, onder c), van het protocol;

b) voert overleg, zorgt voor de uitwisseling van informatie, dient verzoeken om controles en tot deelname aan controles in overeenkomstig artikel 3, artikel 12 en artikel 14, onder d) en e), en de afdelingen III en IV van de bijlagen bij het protocol inzake veiligheid van elektrisch materiaal, elektromagnetische compatibiliteit, speelgoed en producten voor de bouw.

c) beantwoordt, indien nodig, verzoeken overeenkomstig artikel 11 en de afdelingen III en IV van de bijlagen bij het protocol inzake veiligheid van elektrisch materiaal, elektromagnetische compatibiliteit, speelgoed en producten voor de bouw.

2. Het standpunt dat de Gemeenschap ten aanzien van de onderstaande onderwerpen inneemt in de Associatieraad en, waar van toepassing, in het Associatiecomité, wordt vastgesteld door de Commissie na raadpleging van het bijzonder comité bedoeld in lid 1 van dit artikel:

a) wijziging van de bijlagen overeenkomstig artikel 14, onder a), van het protocol;

b) toevoeging van nieuwe bijlagen overeenkomstig artikel 14, onder b), van het protocol;

c) besluiten inzake meningsverschillen over de resultaten van controles en volledige of gedeeltelijke schorsingen van aangemelde instanties overeenkomstig artikel 11, tweede en derde alinea, van het protocol;

d) maatregelen ter uitvoering van de vrijwaringsclausules in afdeling IV van de bijlagen bij het protocol inzake veiligheid van elektrisch materiaal, elektromagnetische compatibiliteit, speelgoed en producten voor de bouw;

e) maatregelen betreffende de verificatie, de schorsing of de intrekking van industrieproducten waarvoor overeenkomstig artikel 4 van het protocol de wederzijdse aanvaarding van kracht is.

3. In alle andere gevallen wordt het standpunt van de Gemeenschap in verband met dit protocol in de Associatieraad en, waar van toepassing, in het Associatiecomité, met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen door de Raad vastgesteld op basis van een voorstel van de Commissie.

Gedaan te Luxemburg, 25 juni 2002.

Voor de Raad

De voorzitter

J. Matas I Palou

(1) PB L 26 van 2.2.1998, blz. 3.

(2) PB L 26 van 2.2.1998, blz. 1.

(3) PB L 73 van 12.3.1998, blz. 31.

(4) De datum van inwerkingtreding van het protocol wordt door het secretariaat-generaal van de Raad in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen bekendgemaakt.