2002/651/EG: Besluit van de Raad van 22 juli 2002 betreffende de deelname van de Gemeenschap aan de Internationale Studiegroep voor Rubber
2002/651/EG: Besluit van de Raad van 22 juli 2002 betreffende de deelname van de Gemeenschap aan de Internationale Studiegroep voor Rubber
2002/651/EG: Besluit van de Raad van 22 juli 2002 betreffende de deelname van de Gemeenschap aan de Internationale Studiegroep voor Rubber
Publicatieblad Nr. L 215 van 10/08/2002 blz. 0013 - 0022
Besluit van de Raad
van 22 juli 2002
betreffende de deelname van de Gemeenschap aan de Internationale Studiegroep voor Rubber
(2002/651/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 133,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) De Internationale Studiegroep voor Rubber (IRSG) is opgericht in 1944 na de beëindiging van de Internationale Rubberregeling (International Rubber Regulation Scheme), die sinds 1934 van kracht was. Tijdens de bijeenkomst van de delegatiehoofden in het kader van de zesendertigste en zevenendertigste landenvergadering, respectievelijk in Tokio (maart 1995) en Phuket (april 1996), heeft de IRSG wijzigingen van het reglement van orde goedgekeurd.
(2) De IRSG is een intergouvernementele organisatie die als internationaal orgaan is erkend en in het Verenigd Koninkrijk is gevestigd, zoals vastgesteld in de zetelovereenkomst die op 14 februari 1978 met de Britse regering werd gesloten en waarin de voorrechten en immuniteiten van de IRSG en zijn secretariaat zijn vastgesteld. Het doel van de IRSG is: "... een forum te bieden voor de bespreking van problemen met betrekking tot de productie en het verbruik van natuurlijk en synthetisch rubber en de handel in deze producten en uitvoerige statistische informatie over de mondiale rubberindustrie te verzamelen en te verspreiden.".
(3) De IRSG heeft een secretariaat met aan het hoofd een secretaris-generaal, die verantwoording aflegt aan de IRSG en aan het uitvoerend comité; op administratief vlak brengt de secretaris-generaal verslag uit aan het uitvoerend comité, dat vier tot zes keer per jaar vergadert en samengesteld is uit 14 landen die tijdens de jaarvergadering worden verkozen. De voorzitter van de IRSG wordt tijdens de jaarvergadering verkozen voor een periode van twee jaar en maakt ambtshalve deel uit van het uitvoerend comité. De delegatiehoofden, die tijdens jaarvergaderingen of bijzondere vergaderingen bijeenkomen, vormen het hoogste orgaan van de IRSG.
(4) De IRSG is een forum voor de bespreking van kwesties met betrekking tot de mondiale rubberindustrie en verzamelt, valideert en publiceert betrouwbare statistieken over de productie en het verbruik van natuurlijk en synthetisch rubber en over de handel in deze producten. Deze activiteiten worden hoofdzakelijk gefinancierd met de bijdragen van de landen. 60 % van de goedgekeurde begroting wordt gedekt door de basisbijdragen van de landen, die voor elk land evenveel bedragen. De overige 40 % wordt door de landen betaald in verhouding tot hun productie of verbruik (de grootste waarde is van toepassing) van nieuw rubber tijdens het kalenderjaar dat aan het desbetreffende begrotingsjaar voorafging.
(5) Aangezien de Internationale Organisatie voor Natuurlijk Rubber (INRO) op 31 augustus 2001 definitief is opgeheven, kan de dialoog tussen landen die natuurlijk rubber uitvoeren, en landen die dit product invoeren, in de toekomst het best tot stand worden gebracht door een versterking van de reeds lang bestaande IRSG, het discussieforum voor kwesties met betrekking tot vraag en aanbod van zowel synthetisch als natuurlijk rubber.
(6) Verscheidene lidstaten van de Europese Unie zijn lid van de IRSG, namelijk België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Nederland, Spanje en het Verenigd Koninkrijk.
(7) Op basis van de aanbeveling van zijn Groep grondstoffen verzoekt de Raad de Commissie om de nodige maatregelen te treffen opdat de Europese Gemeenschap volwaardig lid kan worden van de IRSG,
BESLUIT:
Artikel 1
Hierbij aanvaardt de Europese Gemeenschap de statuten en het reglement van orde van de Internationale Studiegroep voor Rubber (IRSG).
De statuten en het reglement van orde zijn als bijlage bij dit besluit gevoegd.
Artikel 2
De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd om de personen aan te wijzen die bevoegd zijn om namens de Gemeenschap het IRSG-lidmaatschap aan te vragen.
Gedaan te Brussel, 22 juli 2002.
Voor de Raad
De voorzitter
P. S. Møller
BIJLAGE
STATUTEN EN REGLEMENT VAN ORDE VAN DE INTERNATIONALE STUDIEGROEP VOOR RUBBER
STATUTEN
Taakomschrijving
1. Landen die een belang hebben bij de productie of het verbruik van natuurlijk en synthetisch rubber of bij de handel in deze producten, kunnen lid worden van de Internationale Studiegroep voor Rubber (IRSG).
2. De leden betalen een onderling overeengekomen bijdrage voor de uitvoering van de activiteiten van de IRSG.
3. De zetel van de IRSG is gevestigd te Londen, waar de IRSG ook een secretariaat heeft, dat zich hoofdzakelijk bezighoudt met het verzamelen en verspreiden van statistische informatie.
4. De IRSG komt regelmatig bijeen, op plaatsen en tijdstippen die alle leden schikken, om statistieken en gemeenschappelijke problemen van de rubberindustrie te bespreken.
5. Als dit nodig wordt geacht, voert de IRSG zelf studies uit over de positie van rubber op de wereldmarkt of geeft hij die in opdracht, met name met het oog op uitvoerige informatie over vraag en aanbod en de verwachte ontwikkeling ervan.
6. De IRSG denkt na over maatregelen om het mondiale verbruik van rubber te stimuleren.
7. De IRSG denkt na over oplossingen voor eventuele bijzondere problemen van de leden en kan hierover verslagen en aanbevelingen opstellen.
8. De IRSG beslist naar eigen goeddunken of hij andere landen en intergouvernementele organisaties die belangstelling tonen voor de studies en de resultaten van de besprekingen, hiervan in kennis stelt.
Plichten van de leden
9. In de mate van het mogelijke verstrekken de leden aan het secretariaat statistieken over de productie en het verbruik van en de handel in rubber op hun grondgebied, alsook alle andere informatie die relevant is voor het opstellen van schattingen en prognoses.
10. 60 % van de goedgekeurde jaarbegroting wordt gedekt door de basisbijdragen van de landen, die voor elk land evenveel bedragen.
11. De overige 40 % van de goedgekeurde begroting wordt door de landen betaald in verhouding tot hun productie of verbruik (de grootste waarde is van toepassing) van nieuw rubber tijdens het kalenderjaar dat aan het desbetreffende begrotingsjaar voorafging. Als het bij gebrek aan de nodige statistieken onmogelijk is om de bijdragen volgens deze regel vast te stellen, berekent het uitvoerend comité de bijdrage op basis van de beste beschikbare informatie en verzoekt het het betrokken land om met deze berekening in te stemmen.
12. Nieuwe leden die in de loop van een begrotingsjaar tot de IRSG toetreden, dragen als volgt bij tot de begroting:
i) toetreding tussen 1 juli en 30 september: de volledige basisbijdrage;
ii) toetreding tussen 1 oktober en 31 december: driekwart van de basisbijdrage;
iii) toetreding tussen 1 januari en 31 maart: de helft van de basisbijdrage;
iv) toetreding tussen 1 april en 30 juni: een kwart van de basisbijdrage.
13. Alle bijdragen van de landen moeten in hun respectieve nationale munteenheid worden betaald, voorzover deze in de munteenheid van het Verenigd Koninkrijk converteerbaar is; zo niet, dan moeten de bijdragen in de munteenheid van het Verenigd Koninkrijk worden betaald.
14. Een land dat twee jaar geen bijdragen heeft betaald, wordt geschorst totdat de achterstallige bijdragen en de bijdrage van het lopende jaar zijn betaald, tenzij de IRSG er anders over beslist.
Organisatie en procedures
15. De IRSG vergadert minstens een keer per kalenderjaar en telkens wanneer het uitvoerend comité dit nodig acht.
16. De IRSG vergadert in Londen of in een andere plaats die door de IRSG of het uitvoerend comité, op uitnodiging van een land, wordt vastgesteld.
17. Elk land dat lid is van de IRSG stelt een vertegenwoordiger aan, die tijdens elke vergadering van de IRSG mag worden bijgestaan door adviseurs.
18. Als de vertegenwoordiger van een land niet aan een vergadering van de IRSG kan deelnemen, kan het desbetreffende land een plaatsvervanger aanwijzen.
19. Bij elke vergadering van de IRSG is het quorum bereikt als de gewone meerderheid van de leden aanwezig is, inclusief minstens drie producenten van natuurlijk rubber en zes verbruikers, die op hun beurt minstens drie producenten van synthetisch rubber moeten omvatten.
20. Het bureau van de IRSG bestaat uit de voorzitter, de vice-voorzitter en de secretaris-generaal.
21. De voorzitter en de vice-voorzitter worden door de IRSG verkozen voor een termijn van twee begrotingsjaren en zijn herverkiesbaar. Als de jaarvergadering van de IRSG na 30 juni plaatsvindt, blijven de aftredende voorzitter en de vice-voorzitter in functie totdat een nieuwe voorzitter en vice-voorzitter worden verkozen tijdens de volgende vergadering van de IRSG.
22. De IRSG stelt een secretaris-generaal aan, die aan het hoofd staat van het secretariaat en verantwoording aflegt aan de IRSG en aan het uitvoerend comité.
23. De IRSG benoemt een uitvoerend comité, dat voor en namens de IRSG de bevoegdheden uitoefent waartoe het door de IRSG is gemachtigd; het uitvoerend comité is bevoegd om dringende zaken af te handelen in overeenstemming met de doelstellingen en het beleid van de IRSG.
24. De IRSG kan comités of adviesgroepen oprichten telkens wanneer dit nodig wordt geacht, en het lidmaatschap en de taken ervan vaststellen.
25. De IRSG geeft toelating voor de uitvoering en publicatie van studies over de positie van rubber op de wereldmarkt en over andere onderwerpen die nuttig worden geacht.
26. Als een waarnemer tijdens een vergadering van de IRSG het woord wenst te voeren, moet hij dit voor aanvang van de vergadering aan de voorzitter meedelen. De voorzitter beslist naar eigen goeddunken of hij de waarnemer op een geschikt moment het woord geeft. De voorzitter kan een waarnemer ook uitnodigen om deel te nemen aan de werkzaamheden van een comité.
27. De IRSG kan deze regels op elk ogenblik wijzigen of aanpassen.
Financieel reglement
28. Het begrotingsjaar loopt van 1 juli tot en met 30 juni.
29. De IRSG heeft in Londen een bankrekening op naam van het IRSG-secretariaat.
30. Van deze bankrekening kan alleen gebruik worden gemaakt door middel van cheques die ondertekend zijn door:
i) de secretaris-generaal of,
ii) in zijn afwezigheid, de voorzitter of de vice-voorzitter van de IRSG of van het uitvoerend comité of,
iii) in hun afwezigheid, elk ander volwaardig lid van het uitvoerend comité. Als het bedrag van de cheque boven een door het uitvoerend comité vastgestelde grens ligt, zijn twee handtekeningen vereist.
31. De rekeningen van het secretariaat worden door de secretaris-generaal bijgehouden.
32. Alle ontvangsten worden onmiddellijk op de bankrekening gestort. De secretaris-generaal beschikt over een voorschotrekening voor kleine betalingen en ontvangsten die een door het uitvoerend comité vastgesteld bedrag niet mogen overschrijden.
33. De IRSG stelt financiële controleurs aan.
34. Zo snel mogelijk na het einde van het begrotingsjaar stuurt de secretaris-generaal alle landen een door hemzelf, de voorzitter of de vice-voorzitter en de financiële controleurs gecertificeerde jaarrekening.
35. De secretaris-generaal moet uiterlijk op 31 maart van elk jaar een voorlopige begroting voor het volgende begrotingsjaar opstellen en aan het uitvoerend comité voorleggen met het oog op goedkeuring door de IRSG. Als de jaarvergadering van de IRSG na 30 juni plaatsvindt, wordt de voorlopige begroting, die uiterlijk op 31 maart door het uitvoerend comité ter goedkeuring aan de IRSG is voorgelegd, naar alle landen gestuurd om hen in staat te stellen opmerkingen te maken en krijgt het uitvoerend comité de bevoegdheid om zelf de begroting voor het volgende jaar goed te keuren, rekening houdende met eventuele opmerkingen van de landen.
36. De secretaris-generaal legt de goedgekeurde begroting aan de landen voor en vraagt elk land zijn in deze begroting vastgestelde bijdrage volledig te betalen.
37. De reis- en verblijfkosten van de leden die aan de vergaderingen van de IRSG deelnemen, worden niet betaald uit de financiële middelen van de IRSG, maar zijn ten laste van de respectieve landen.
Uitvoerend comité
38. Het uitvoerend comité is samengesteld uit de landen die tijdens de jaarvergadering van de IRSG zijn verkozen. De voorzitter en de vice-voorzitter maken ambtshalve deel uit van het uitvoerend comité. Alle leden van het uitvoerend comité die hun ambtstermijn met een jaar willen verlengen, moeten zich tijdens de jaarvergadering herverkiesbaar stellen.
39. Het quorum is bereikt als de gewone meerderheid van de leden aanwezig is, waaronder minstens twee producenten van natuurlijk rubber en twee verbruikers, die op hun beurt minstens één producent van synthetisch rubber moeten omvatten.
40. De voorzitter en de vice-voorzitter worden door de leden van het uitvoerend comité verkozen tijdens de vergadering van het uitvoerend comité die onmiddellijk na de jaarvergadering van de IRSG plaatsvindt.
41. Het uitvoerend comité moet:
a) tussen de vergaderingen van de IRSG toezicht houden op de voortgang van de werkzaamheden en indien nodig terzake verdere instructies aan de secretaris-generaal geven;
b) elk ander probleem dat zich tussen de vergaderingen van de IRSG stelt, bestuderen, passende aanbevelingen opstellen (zie punt 45) en, indien dringend vereist, maatregelen treffen in overeenstemming met de doelstellingen en het beleid van de IRSG;
c) toezicht houden op de administratieve en financiële werkzaamheden van het secretariaat, voorzover nodig;
d) de begroting voor het volgende jaar ter goedkeuring voorleggen aan de IRSG of, zoals bepaald in punt 35, deze begroting zelf goedkeuren;
e) een verslag over de activiteiten die sinds de vorige jaarvergadering van de IRSG hebben plaatsgevonden, aan de jaarvergadering voorleggen;
f) alle andere werkzaamheden waartoe de IRSG beslist, voor en namens de IRSG uitvoeren.
42. Het uitvoerend comité vergadert op de door de leden vastgestelde data of op verzoek van de secretaris-generaal, maar in elk geval uiterlijk zes maanden na de vorige jaarvergadering.
43. Alle landen ontvangen vooraf de agenda van de vergaderingen van het uitvoerend comité en achteraf de goedgekeurde notulen.
44. Elk land kan op verzoek aan de voorzitter van het comité alleen de bespreking van een specifiek agendapunt in plaats van de volledige vergadering bijwonen.
45. Alvorens te worden uitgevoerd, worden alle aanbevelingen van het uitvoerend comité naar de landen gestuurd, zodat deze voldoende tijd hebben om desgewenst bezwaar te maken.
Statistisch comité
46. Het statistisch comité is samengesteld uit alle leden van de IRSG die er deel van wensen uit te maken en wordt bijgestaan door een comité van deskundigen inzake rubberstatistieken, dat jaarlijks, op aanbeveling van het statistisch comité, door de IRSG wordt aangesteld.
47. Het statistisch comité kiest zelf een voorzitter, die gewoonlijk ook voorzitter is van het comité van deskundigen inzake rubberstatistieken. De voorzitter wordt verkozen voor een begrotingsjaar en kan zich herverkiesbaar stellen. Als de jaarvergadering van de IRSG na 30 juni plaatsvindt, blijft de uittredende voorzitter in functie totdat een nieuwe voorzitter wordt aangesteld tijdens de volgende vergadering van de IRSG.
48. Het statistisch comité moet:
i) de gegevens met betrekking tot vraag en aanbod van rubber bijwerken en hierover verslag uitbrengen;
ii) elke verwante kwestie die hem door de IRSG wordt voorgelegd, bestuderen en hierover verslag uitbrengen.
49. Het statistisch comité mag alleen persberichten verspreiden als deze door een vergadering van de IRSG of, indien er geen vergadering plaatsvindt, door het uitvoerend comité of de secretaris-generaal zijn goedgekeurd.
De secretaris-generaal en het secretariaat
50. De secretaris-generaal staat aan het hoofd van het secretariaat en moet aan de IRSG verantwoording afleggen over de werkzaamheden van het secretariaat.
51. De specifieke bevoegdheden van de secretaris-generaal inzake financiële aangelegenheden, de aanstelling van personeelsleden en dergelijke worden door het uitvoerend comité vastgesteld krachtens de richtsnoeren van de IRSG. In de uitoefening van zijn functie wordt de secretaris-generaal geacht namens alle leden van de IRSG op te treden.
52. Het secretariaat moet al zijn werkzaamheden onpartijdig uitvoeren, mag geen onuitgegeven materiaal van de landen publiceren zonder hun voorafgaande toestemming en mag geen aanzet geven tot discussies over beleidskwesties.
53. Het secretariaat moet:
i) de IRSG de best mogelijke informatie over statistieken en ruimere economische kwesties met betrekking tot rubber verstrekken;
ii) tussen de vergaderingen van de IRSG een contactfunctie tussen de landen voor kwesties met betrekking tot rubber vervullen;
iii) de nodige voorbereidingen voor de vergaderingen van de IRSG treffen;
iv) contacten onderhouden met andere internationale organisaties waarvan de werkzaamheden van belang zijn voor de IRSG;
v) studies uitvoeren als de IRSG daar krachtens de punten 5 en 25 om vraagt.
REGLEMENT VAN ORDE
Tijdens de vergadering van de delegatiehoofden in het kader van de 36e en 37e landenvergadering, respectievelijk in Tokio en Phuket, heeft de IRSG wijzigingen van het reglement van orde goedgekeurd. De regels 1 tot en met 10 zijn goedgekeurd tijdens de vergadering van 1 en 2 maart 1995 en zijn van kracht geworden op 2 maart 1995. De regels 11 en 12 zijn goedgekeurd tijdens de vergadering van 15 en 16 april 1996 en zijn van kracht geworden op 16 april 1996.
Regel 1
Stemprocedure
a) Indien mogelijk worden de beslissingen tijdens vergaderingen van de IRSG, het uitvoerend comité en de overige comités bij consensus genomen, zonder tegenstemmen, formele bezwaren of voorbehoud. De voorzitters van de vergaderingen moeten bij elke beslissing naar een consensus streven. Als er toch voorbehoud wordt gemaakt, moet voldoende tijd worden uitgetrokken om een compromis uit te werken waarover alsnog een consensus kan worden bereikt.
b) Als de voorzitter van mening is dat er over een bepaalde kwestie onmogelijk een consensus kan worden bereikt, wordt erover gestemd.
c) In normale omstandigheden wordt de stemming op een dusdanige wijze gehouden dat de grootst mogelijke transparantie van het besluitvormingsproces is gewaarborgd. De voorzitter beslist of de stemming bij handopsteking of bij naamafroeping plaatsvindt. In buitengewone omstandigheden kan de voorzitter beslissen om onder de betrokken leden een geheime stemming of een stemming per brief te houden, op voorwaarde dat een gewone meerderheid van de aanwezige en stemmende leden daarmee instemt.
d) Als een beslissing bij stemming wordt genomen, volstaat in normale omstandigheden, met uitzondering van het bepaalde onder e), een gewone meerderheid van de aanwezige en stemmende leden. Voor beslissingen van de IRSG is bovendien de stem vereist van minstens drie producenten van natuurlijk rubber en van drie rubberverbruikers, die op hun beurt twee producenten van synthetisch rubber moeten omvatten. Voor beslissingen van het uitvoerend comité is bovendien de stem vereist van minstens twee producenten van natuurlijk rubber en van twee verbruikers, die op hun beurt één producent van synthetisch rubber moeten omvatten.
e) Voor stemmingen over:
i) de goedkeuring of aanbeveling van de begroting;
ii) de ontheffing van plichten, opheffing van rechten of uitsluiting van landen,
is een tweederde meerderheid van de aanwezige en stemmende leden vereist en bovendien een gewone meerderheid van zowel de producenten van natuurlijk rubber als de verbruikers.
f) Beslissingen over:
i) de herziening of beëindiging van de zetelovereenkomst;
ii) de wijziging van de statuten of van het reglement van orde;
iii) de vestigingsplaats van het hoofdkantoor,
worden uitsluitend bij consensus genomen.
g) Voor dringende beslissingen kan de secretaris-generaal, met de toestemming van de voorzitter van het uitvoerend comité, dit comité per brief laten stemmen, waarbij de leden het voorstel kunnen goedkeuren of afkeuren of de beslissing kunnen uitstellen tot de volgende vergadering van het uitvoerend comité. Voor de goedkeuring is het onder d) of e) vermelde aantal stemmen vereist, maar op verzoek van twee producenten van natuurlijk rubber en van twee verbruikers, die op hun beurt één producent van synthetisch rubber moeten omvatten, wordt de beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering van het uitvoerend comité.
h) Mits een gewone meerderheid van het uitvoerend comité dit goedkeurt, kan de voorzitter van het uitvoerend comité over elk voorstel een stemming per brief houden onder de leden van de IRSG, waarbij dezen het voorstel kunnen goedkeuren of afkeuren of de beslissing kunnen uitstellen tot een jaarvergadering of een bijzondere vergadering van de IRSG. Voor de goedkeuring is het onder d) of e) vermelde aantal stemmen vereist, maar op verzoek van drie producenten van natuurlijk rubber en van drie verbruikers, die op hun beurt twee producenten van synthetisch rubber moeten omvatten, wordt de beslissing uitgesteld tot een jaarvergadering of een bijzondere vergadering van de IRSG.
i) In het geval van een stemming per brief beschikken de leden, vanaf de datum van verzending van de brief, over 30 dagen om hun stem uit te brengen. In uiterst dringende gevallen kan de voorzitter van het uitvoerend comité een kortere periode opleggen. Deze periode mag echter nooit minder dan zeven dagen bedragen.
Regel 2
Bevoegdheden van het uitvoerend comité
Ondanks de bevoegdheden die krachtens de punten 35 en 41 van de statuten aan het uitvoerend comité zijn verleend, is dit comité niet bevoegd om beslissingen te nemen over:
a) de ontheffing van landen van de plichten die aan hun lidmaatschap zijn verbonden;
b) de schorsing van de rechten van landen;
c) de uitsluiting van landen;
d) de heronderhandeling, uitbreiding of beëindiging van de zetelovereenkomst;
e) wijzigingen van de statuten of van het reglement van orde;
f) de vestigingsplaats van het hoofdkantoor;
g) de aanstelling van de secretaris-generaal.
Het uitvoerend comité mag deze kwesties wel bespreken teneinde aanbevelingen te kunnen voorleggen aan de vergaderingen van de IRSG.
Regel 3
Lidmaatschapsbijdragen
a) De lidmaatschapsbijdragen moeten elk jaar voor 1 juli zijn betaald.
b) Als een land zijn volledige bijdrage niet voor 1 december heeft betaald, wordt het door de secretaris-generaal dringend verzocht om de betaling onmiddellijk te verrichten.
c) Als de volledige betaling niet voor 1 februari is verricht, meldt de secretaris-generaal dit aan het uitvoerend comité, dat de IRSG zal aanbevelen alle stemrechten van het desbetreffende land te schorsen, tenzij het comité hier in buitengewone omstandigheden anders over beslist.
d) Als de volledige betaling niet voor 1 april is verricht, beveelt het uitvoerend comité de IRSG aan om alle secretariaatsdiensten aan het desbetreffende land te schorsen, tenzij het hier in buitengewone omstandigheden anders over beslist.
e) De onder c) en d) vereiste aanbevelingen kunnen aan de IRSG worden voorgelegd door middel van een stemming per brief, zoals vastgesteld in regel 1, onder h).
f) Als een land zijn bijdrage op het einde van het begrotingsjaar niet volledig heeft betaald, wordt de verschuldigde bijdrage verhoogd met het jaarlijkse inflatiepercentage in het land waar het hoofdkantoor is gevestigd, dat bij de opstelling van de jaarlijkse begroting wordt toegepast zolang de achterstallige bijdragen niet zijn betaald. Op het einde van elk kwartaal van het begrotingsjaar wordt het land door de secretaris-generaal in kennis gesteld van de aldus herziene bijdrage. Deze bepaling is niet van toepassing op bijdragen die voor 30 juni 1995 verschuldigd waren.
g) Beslissingen of maatregelen die krachtens bovenstaande bepaling worden genomen, doen geen afbreuk aan het recht van het desbetreffende land om deel te nemen aan vergaderingen van de IRSG waarop de voorwaarden voor diens lidmaatschap worden besproken, noch aan het recht om vertegenwoordigers naar dergelijke vergaderingen te sturen. Dergelijke beslissingen of maatregelen mogen de bespreking door de IRSG van de eventuele schorsing van het desbetreffende land, zoals vastgesteld in punt 14 van de statuten, ook niet vertragen of verhinderen.
Regel 4
Wedertoelating tot de IRSG
Als een krachtens punt 14 van de statuten geschorst land, dat niet aan zijn uitstaande financiële verplichtingen heeft voldaan, vraagt om opnieuw tot de IRSG te worden toegelaten, zal het uitvoerend comité dit in overweging nemen teneinde tot een overeenkomst voor de aflossing van de financiële verplichtingen te komen. Een dergelijke overeenkomst moet ter goedkeuring aan een vergadering van de IRSG worden voorgelegd.
Regel 5
Terugtrekking uit de IRSG
Als een land zich met ingang van 30 juni uit de IRSG wil terugtrekken, moet het de secretaris-generaal hiervan voor 1 februari schriftelijk in kennis stellen. Als de kennisgeving na 1 februari wordt ingediend, is het land zijn lidmaatschapsbijdrage voor het volgende begrotingsjaar verschuldigd, behalve als de beslissing om zich terug te trekken het gevolg is van wijzigingen van de statuten of van het reglement van orde die voor het desbetreffende land onaanvaardbaar zijn. In dat geval zijn de voorschriften inzake kennisgeving en financiële aansprakelijkheid niet van toepassing. Als de secretaris-generaal een kennisgeving van terugtrekking ontvangt, brengt hij de andere landen hiervan zo snel mogelijk na ontvangst op de hoogte.
Regel 6
Aanstelling en taakomschrijving van de financiële controleurs
a) De aanstelling van financiële controleurs krachtens punt 33 van de statuten gebeurt op aanbeveling van de secretaris-generaal, die in overleg met de voorzitter van het uitvoerend comité toezicht houdt op de prestaties van de controleurs en minstens om de vier jaar een aanbesteding plaatst waarop wettelijk erkende auditbureaus kunnen inschrijven.
b) De aanstellingsvoorwaarden van de financiële controleurs worden jaarlijks door het uitvoerend comité vastgesteld, waarbij er rekening mee wordt gehouden dat de doeltreffendheid van de administratie en het beheer van het secretariaat met regelmatige tussenpozen moeten worden gecontroleerd.
Regel 7
Jaarvergadering
a) De secretaris-generaal neemt in de begroting een voldoende bedrag op om een jaarvergadering in Londen te houden.
b) Als deze jaarvergadering op uitnodiging van een lid van de IRSG plaatsvindt, verbindt dit land zich ertoe alle kosten die het secretariaat in verband met de jaarvergadering maakt en die het hiervoor begrote bedrag overschrijden, op zich te nemen.
c) Als de kosten die het secretariaat in verband met de jaarvergadering maakt, lager zijn dan het hiervoor begrote bedrag, wordt het saldo op de operationele begroting gestort.
Regel 8
Economisch comité
a) De IRSG richt een economisch comité op dat tijdens elke jaarvergadering en vergadering van de IRSG bijeenkomt. Dit comité is samengesteld uit alle leden van de IRSG die er deel van wensen uit te maken, en wordt bijgestaan door een adviesorgaan voor de industrie.
b) De voorzitter van het economisch comité wordt door het comité uit zijn vaste leden voor een termijn van twee jaar verkozen.
c) Het economisch comité heeft tot taak de economische en technisch-economische punten van het werkprogramma van het secretariaat overeen te komen, te volgen en te beoordelen en aanbevelingen te doen aan de IRSG over de opstelling, de uitwerking en de publicatie van in het kader van het werkprogramma voorbereide documenten.
d) Bij de bespreking van het werkprogramma houdt het economisch comité rekening met alle standpunten en aanbevelingen van het adviesorgaan voor de industrie.
Regel 9
Adviesorgaan voor de industrie
a) Het economisch comité richt een adviesorgaan voor de industrie op dat met alle actoren uit de rubbersector, zoals de industrie, de handel, de academische wereld en de onderzoek- en ontwikkelingssector, communiceert en hun standpunten verzamelt over richting en inhoud van het werkprogramma van het secretariaat en terzake opmerkingen en aanbevelingen aan het economisch comité formuleert.
b) Het adviesorgaan voor de industrie wordt voorgezeten door de secretaris-generaal.
c) Leden van het adviesorgaan voor de industrie worden aangesteld op basis van aanbevelingen die het secretariaat en de leden van het adviesorgaan zelf aan het economisch comité doen, waarbij zoveel mogelijk verschillende belangen in het adviesorgaan vertegenwoordigd moeten zijn. Er wordt ook rekening gehouden met de beschikbaarheid van de leden om aan vergaderingen deel te nemen. Tijdens elke vergadering van het economisch comité moet het adviesorgaan een overeengekomen ledenlijst ter goedkeuring indienen.
d) Het adviesorgaan voor de industrie vergadert onmiddellijk voor elke jaarvergadering en elke vergadering van de IRSG en op elk ander ogenblik wanneer het uitvoerend comité hiertoe beslist om:
i) de economische en technisch-economische factoren die de elastomeerindustrie beïnvloeden, en de toekomstige ontwikkeling van deze industrie te bespreken;
ii) de voortgang van het werkprogramma van het secretariaat te beoordelen en te bespreken en om nieuwe programmapunten aan te bevelen;
iii) de voortgang van de door het Gemeenschappelijk Fonds voor Grondstoffen of andere organen gefinancierde projecten te beoordelen en te volgen en om nieuwe financieringsaanvragen te evalueren;
iv) de noodzakelijk geachte verslagen op te stellen en aanbevelingen aan het economisch comité te doen.
e) De leden van het adviesorgaan voor de industrie mogen gratis deelnemen aan het Internationale Rubberforum, op voorwaarde dat ze deelnemen aan de vergadering van het adviesorgaan, die onmiddellijk aan dit forum voorafgaat.
Regel 10
Comité van geassocieerde leden
a) Het secretariaat-generaal richt een comité van geassocieerde leden op om de wisselwerking tussen de industrie en het secretariaat aan te moedigen. Alle ondernemingen of organisaties die betrokken zijn bij de rubberindustrie, kunnen lid worden van dit comité, op voorwaarde dat ze de jaarlijkse lidmaatschapsbijdrage betalen.
b) De jaarlijkse lidmaatschapsbijdrage, die elk jaar door het uitvoerend comité moet worden goedgekeurd, wordt vastgesteld met inachtneming van de voordelen die aan het lidmaatschap zijn verbonden. Er wordt ook een onderscheid gemaakt tussen ondernemingen en organisaties die gevestigd zijn in landen die lid zijn van de IRSG enerzijds en degene die in andere landen zijn gevestigd anderzijds.
c) De leden van het comité van geassocieerde leden hebben recht op de volgende voordelen:
i) gratis abonnement op Rubber Statistical Bulletin en International Rubber Digest;
ii) gratis exemplaren van alle uit het werkprogramma voortvloeiende documenten van het secretariaat;
iii) gratis toegang tot alle informatie in de gegevensbank van het secretariaat en tot informatie die het personeel van het secretariaat kan verstrekken, voorzover de werkbelasting van het betrokken personeel dit toelaat;
iv) gratis deelname aan het Internationale Rubberforum voor één persoon;
v) een uitnodiging voor één persoon om deel te nemen aan de vergaderingen van het comité van deskundigen inzake rubberstatistieken en van het adviesorgaan voor de industrie, voorzover het geassocieerde lid zelf de deelnamekosten draagt.
d) Het recht op de voordelen die verbonden zijn aan het lidmaatschap van het comité van geassocieerde leden vervalt als de jaarlijkse lidmaatschapsbijdrage niet uiterlijk zes maanden na de datum van toetreding is betaald. Zolang de lidmaatschapsbijdrage niet is betaald, worden geen documenten en verslagen ter beschikking gesteld.
Regel 11
Aanstelling van vice-voorzitters
a) Voor alle comités of adviesorganen die krachtens punt 24 van de statuten worden opgericht, wordt in normale omstandigheden een vice-voorzitter aangesteld of verkozen. In afwezigheid van de verkozen voorzitter neemt de vice-voorzitter het voorzitterschap van het comité of adviesorgaan waar. Als zowel de voorzitter als de vice-voorzitter afwezig is, wordt uit de aanwezigen een voorzitter voor de vergadering verkozen.
b) Het statistisch comité verkiest tijdens elke vergadering uit zijn vaste leden een vice-voorzitter. De vice-voorzitter bekleedt deze functie tot de volgende vergadering van het comité, maar kan zich wel herverkiesbaar stellen.
c) Het comité van deskundigen inzake rubberstatistieken verkiest tijdens elke vergadering uit zijn vaste leden een vice-voorzitter. Als zijn aanstelling door het statistisch comité wordt bevestigd, bekleedt hij deze functie tot de volgende jaarvergadering van het comité van deskundigen inzake rubberstatistieken. Hij kan zich herverkiesbaar stellen.
d) Het economisch comité verkiest tijdens elke vergadering uit zijn vaste leden een vice-voorzitter. De vice-voorzitter bekleedt deze functie voor een periode van twee jaar en kan zich herverkiesbaar stellen.
e) Het adviesorgaan voor de industrie verkiest tijdens elke vergadering uit zijn vaste leden een vice-voorzitter. Als zijn aanstelling door het economisch comité wordt bevestigd, bekleedt hij deze functie tot de volgende jaarvergadering van het adviesorgaan. Hij kan zich herverkiesbaar stellen.
Regel 12
Aanstelling van de secretaris-generaal
a) De aanstelling van een secretaris-generaal door de IRSG krachtens punt 22 van de statuten vindt plaats tijdens een bijzondere vergadering van de IRSG of van de delegatiehoofden, waarbij een keuze wordt gemaakt uit ten hoogste twee kandidaten die door een hiertoe opgericht selectiecomité aan de IRSG worden aanbevolen.
b) Het selectiecomité wordt in normale omstandigheden minstens twaalf maanden voor het verstrijken van de ambtstermijn van de secretaris-generaal door het uitvoerend comité opgericht.
c) Het selectiecomité is samengesteld uit de voorzitter van de IRSG en de voorzitter van het uitvoerend comité, die respectievelijk de functie van voorzitter en vice-voorzitter van het selectiecomité bekleden, en uit alle andere leden van het uitvoerend comité die er deel van wensen uit te maken. De secretaris-generaal neemt als adviseur deel aan de vergaderingen van het selectiecomité, maar is niet stemgerechtigd. De landen dragen alle kosten die hun vertegenwoordigers maken voor het bijwonen van de vergaderingen van het selectiecomité en voor deelneming aan de selectieprocedure.
d) Het selectiecomité bepaalt het formaat van de advertentie voor de functie van secretaris-generaal. De advertentie wordt twee keer in het advertentiegedeelte van The Economist en een keer in Rubber Statistical Bulletin en International Rubber Digest gepubliceerd. Alle landen ontvangen exemplaren van de advertentie en verspreiden ze in de rubberindustrie van hun land.
e) In de advertentie wordt onder meer vermeld dat de aanstelling aanvankelijk voor een periode van drie jaar is, op een niveau dat gelijkwaardig is aan niveau D1 van de Verenigde Naties, en dat de kosten voor het bijwonen van de sollicitatiegesprekken ten laste van de kandidaten zijn.
f) De sollicitaties moeten worden gericht aan de secretaris-generaal, die verantwoordelijk is voor de administratieve aspecten van de sollicitatieprocedure.
g) Het selectiecomité stelt een lijst op van ten hoogste zes kandidaten die voor een sollicitatiegesprek worden uitgenodigd. Tijdens deze selectieprocedure wordt voorrang gegeven aan kandidaten die de nationaliteit van een van de lidstaten van de IRSG bezitten, over een erkend universiteitsdiploma of een gelijkwaardige beroepskwalificatie in een relevant vakgebied beschikken en ervaring hebben in de rubberindustrie.
h) De sollicitatiegesprekken met de door het selectiecomité uitgenodigde kandidaten hebben tot doel unaniem of bij consensus een kandidaat te kiezen die over de vereiste ervaring en persoonlijkheid beschikt, onpartijdig is en doeltreffend kan samenwerken met hoge ambtenaren van de landen die lid zijn van de IRSG en van andere landen, en met internationale en privé-organisaties, teneinde deze kandidaat aan de IRSG voor de functie van secretaris-generaal voor te dragen. Als geen overeenstemming kan worden bereikt over een kandidaat, kunnen twee bij consensus verkozen kandidaten aan de IRSG worden voorgedragen. Gewoonlijk wordt ook een reservekandidaat voorgedragen, voor het geval dat de geselecteerde kandidaat de functie om gezondheidsredenen of om een andere reden niet kan opnemen.
i) De secretaris-generaal wordt aangesteld tijdens een bijzondere vergadering van de IRSG of een vergadering van de delegatiehoofden, die speciaal voor deze gelegenheid wordt gehouden. Als het selectiecomité twee kandidaten voordraagt en de vergadering niet unaniem of bij consensus overeenstemming kan bereiken over de aanstelling van een van beiden, wordt bij stemming beslist, overeenkomstig regel 1, onder b) en c), van dit reglement van orde. Voor deze beslissing is een tweederde meerderheid van de aanwezige en stemmende leden vereist en bovendien een gewone meerderheid van zowel de producenten van natuurlijk rubber als de verbruikers. De stemming mag niet per brief worden gehouden.