2002/711/EG: Beschikking van de Commissie van 23 maart 2001 houdende goedkeuring van het enkelvoudig programmeringsdocument voor de structurele bijstandsverlening van de Gemeenschap in de onder doelstelling 2 vallende stedelijke gebieden in Nederland (Kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 650)
2002/711/EG: Beschikking van de Commissie van 23 maart 2001 houdende goedkeuring van het enkelvoudig programmeringsdocument voor de structurele bijstandsverlening van de Gemeenschap in de onder doelstelling 2 vallende stedelijke gebieden in Nederland (Kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 650)
Beschikking van de Commissie
van 23 maart 2001
houdende goedkeuring van het enkelvoudig programmeringsdocument voor de structurele bijstandsverlening van de Gemeenschap in de onder doelstelling 2 vallende stedelijke gebieden in Nederland
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 650)
(Slechts de tekst in de Nederlandse taal is authentiek)
(2002/711/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen(1), en met name op artikel 15, lid 5,
Na raadpleging van het Comité voor de ontwikkeling en omschakeling van de regio's,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) In Verordening (EG) nr. 1260/1999 zijn in titel II, artikel 13 en volgende, de voorwaarden voor de opstelling en de tenuitvoerlegging van de enkelvoudige programmeringsdocumenten vastgesteld.
(2) In artikel 15, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 1260/1999 is bepaald dat de lidstaat overleg pleegt met de in artikel 8 van vorengenoemde verordening bedoelde partners alvorens bij de Commissie een ontwikkelingsplan met de in artikel 16 van diezelfde verordening omschreven gegevens in te dienen dat wordt behandeld als ontwerp van enkelvoudig programmeringsdocument.
(3) Krachtens artikel 15, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1260/1999 stelt de Commissie op basis van het door de lidstaten ingediende regionale ontwikkelingsplan in het kader van het in artikel 8 van diezelfde verordening bedoelde partnerschap en in overleg met de betrokken lidstaat het enkelvoudig programmeringsdocument vast volgens de procedure van de artikelen 48 tot en met 51.
(4) De Nederlandse regering heeft op 19 april 2000 bij de Commissie een voorstel van enkelvoudig programmeringsdocument dat ontvankelijk werd verklaard ingediend voor de krachtens artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1260/1999 onder doelstelling 2 vallende gebieden; in dit plan zijn de in artikel 16 van vorengenoemde verordening bedoelde elementen opgenomen, en met name de beschrijving van de gekozen prioritaire zwaartepunten en indicaties over de financiële deelneming van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO).
(5) De datum waarop het door de Commissie als ontvankelijk aangemerkte voorstel is ingediend, geldt als begindatum voor de subsidiabiliteit van de uit hoofde van dit plan gedane uitgaven; krachtens artikel 52, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1260/1999 wordt voor het als ontvankelijk aangemerkte voorstel, dat tussen 1 januari en 30 april 2000 bij de Commissie is ingediend, 1 januari 2000 vastgesteld als begindatum voor de subsidiabiliteit van de uitgaven. Krachtens artikel 30 van vorengenoemde verordening moet de einddatum voor de subsidiabiliteit van de uitgaven worden vastgesteld.
(6) Het enkelvoudig programmeringsdocument is in overleg met de betrokken lidstaat in het kader van het partnerschap vastgesteld.
(7) De Commissie heeft zich ervan vergewist dat het enkelvoudig programmeringsdocument is vastgesteld overeenkomstig het additionaliteitsbeginsel.
(8) Overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 moeten de Commissie en de lidstaten op een met het partnerschapsbeginsel verenigbare wijze zorgen voor de onderlinge coördinatie van de bijstandsverlening van de verschillende fondsen met de bijstandsverlening door de Europese Investeringsbank (EIB) en de andere bestaande financieringsinstrumenten.
(9) De voor de gehele periode beschikbare financiële bijdrage van de Gemeenschap en de verdeling daarvan over de verschillende jaren zijn aangegeven in euro; de verdeling over de verschillende jaren moet verenigbaar zijn met de financiële vooruitzichten die van toepassing zijn. Overeenkomstig artikel 7, lid 7, van Verordening (EG) nr. 1260/1999 is de financiële bijdrage van de Gemeenschap reeds met 2 % per jaar geïndexeerd. Deze bijdrage kan worden herzien halverwege de looptijd en uiterlijk op 31 maart 2004 om rekening te houden met de werkelijke prijsevolutie en met de toekenning van de prestatiereserve overeenkomstig artikel 7, lid 7, en artikel 44, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1260/1999.
(10) Om rekening te houden met de gerealiseerde financiële uitvoering van de zwaartepunten van het onderhavige enkelvoudige programmeringsdocument, dient de verdeling van de bedragen tussen zwaartepunten naar gelang van de noodzaak aangepast te kunnen worden, dit in overeenstemming met de betrokken lidstaat en binnen vooraf bepaalde grenzen,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Het enkelvoudig programmeringsdocument voor de structurele bijstandsverlening van de Gemeenschap tijdens de periode van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2006 in de in Nederland onder doelstelling 2 vallende stedelijke gebieden wordt goedgekeurd.
Artikel 2
1. Overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 omvat het enkelvoudig programmeringsdocument de volgende elementen:
a) de voor de gezamenlijke actie van de communautaire structuurfondsen en de lidstaat gekozen strategie en prioritaire zwaartepunten, de gekwantificeerde specifieke doelstellingen ervan, de evaluatie vooraf van de verwachte impact, met name voor het milieu, en de samenhang van de prioritaire zwaartepunten met het regionale, het sociale en het economische beleid, alsmede de strategie voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid in Nederland.
De prioritaire zwaartepunten zijn als volgt:
1. stedelijke economische omgeving,
2. bevordering van de bedrijvigheid,
3. versterking van het sociaal-economisch potentieel,
4. technische bijstand;
b) een beknopte beschrijving van de maatregelen die worden overwogen om de prioritaire zwaartepunten ten uitvoer te leggen, met inbegrip van de informatie die nodig is om te beoordelen of een en ander in overeenstemming is met de steunregelingen uit hoofde van artikel 87 van het Verdrag;
c) het indicatieve financieringsplan waarin voor elk prioritair zwaartepunt en voor elk jaar het beoogde totaalbedrag van de bijdrage van elk fonds wordt aangegeven, met vermelding eveneens van het bedrag van de subsidiabele overheidsfinancieringen of daarmee gelijk te stellen financieringen en de geraamde bedragen van de particuliere financiering voor de lidstaat. De totale bijdrage van de fondsen die per jaar voor elk enkelvoudig programmeringsdocument wordt gepland, is verenigbaar met de van toepassing zijnde financiële vooruitzichten;
d) de voorzieningen voor de uitvoering van het enkelvoudig programmeringsdocument, met aanwijzing van de voor het beheer verantwoordelijke beheersautoriteit, een beschrijving van de wijze van beheer van het enkelvoudig programmeringsdocument, het gebruik van globale subsidies, de beschrijving van de toezicht- en evaluatiesystemen, met name de taak van het toezichtcomité, en de bepalingen betreffende de deelneming van de partners in de toezichtcomités;
e) de voorafgaande toetsing en de gegevens over de doorzichtigheid van de geldstromen;
f) de indicaties over de benodigde middelen voor het opstellen van, het toezicht op en de evaluatie van het enkelvoudig programmeringsdocument.
2. In het indicatieve financieringsplan zijn de totale kosten voor de prioritaire zwaartepunten van de gezamenlijke actie van de Gemeenschap en de betrokken lidstaat opgenomen, namelijk 587956395 EUR voor de gehele periode, alsmede de beschikbaar te stellen bijstand uit de Structuurfondsen, namelijk 199670000 EUR.
De behoefte aan nationale financiële middelen, namelijk 347582831 EUR voor de overheid en 40703564 EUR voor de particuliere sector, kan gedeeltelijk worden gedekt door communautaire leningen van de EIB en de andere leningsinstrumenten.
Artikel 3
1. De in het kader van dit enkelvoudig programmeringsdocument toegekende bijstand uit alle structuurfondsen samen bedraagt 199670000 EUR.
De voorwaarden waarop de financiële bijstand wordt toegekend, inclusief de financiële bijdrage van de fondsen voor de verschillende prioritaire zwaartepunten en maatregelen die deel uitmaken van dit enkelvoudig programmeringsdocument, zijn nader aangegeven in het bij deze beschikking behorende financieringsplan.
2. De totale beschikbare communautaire bijdrage bedraagt 199670000 EUR en is toegewezen aan het EFRO.
3. Tijdens de uitvoering van het financieringsplan kan het bedrag van de totale kosten (voor de gehele programmaperiode) of van de bijdragen van de fondsen aan een zwaartepunt het voorwerp uitmaken van een aanpassing, in overeenstemming met de lidstaat en binnen een grens van 25 % van de totale bijdrage van de fondsen aan het enkelvoudig programmeringsdocument, of een hoger percentage op voorwaarde dat het totale bedrag niet een bedrag van 30000000 EUR overschrijdt, en met inachtneming van de globale bijdrage van de fondsen bepaald in lid 1.
Artikel 4
Met deze beschikking wordt niet vooruitgelopen op het standpunt van de Commissie ten aanzien van de steunmaatregelen van de staten in de zin van artikel 87, lid 1, van het Verdrag, die van dit bijstandspakket deel uitmaken en die nog niet door de Commissie zijn goedgekeurd. De indiening, door de lidstaat, van het verzoek om bijstandsverlening, van het programmacomplement of van een verzoek om betaling geldt niet als de in artikel 88, lid 3, van het Verdrag bedoelde kennisgeving.
Medefinanciering, door de Gemeenschap, van steunmaatregelen van de staten (ad-hoc-regelingen en -gevallen) in de zin van artikel 87, lid 1, van het Verdrag, ongeacht of het algemene steunregelingen dan wel individuele steunmaatregelen betreft, moet krachtens artikel 88 van het Verdrag namelijk vooraf door de Commissie worden goedgekeurd, tenzij het gaat om maatregelen die beantwoorden aan de de-minimisregel of om steunmaatregelen die krachtens de vrijstellingsverordeningen die de Commissie heeft vastgesteld op grond van Verordening (EG) nr. 994/98 van de Raad van 7 mei 1998 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap op bepaalde soorten van horizontale steunmaatregelen(2) zijn vrijgesteld. Zolang deze steunmaatregelen niet als zodanig zijn vrijgesteld of goedgekeurd, zijn het onrechtmatige steunmaatregelen (de consequenties van onrechtmatige steunmaatregelen zijn nader omschreven in de verordening inzake de procedurele regels ten aanzien van steunmaatregelen van de staten) en zal de medefinanciering daarvan worden behandeld als een onregelmatigheid in de zin van artikel 38, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1260/1999.
Bijgevolg zijn tussentijdse betalingen en saldobetalingen zoals bedoeld in artikel 32 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 voor de Commissie onontvankelijk als het gaat om maatregelen waarbij nieuwe steun of een gewijzigde steunmaatregel wordt medegefinancierd, zoals omschreven in de verordening inzake procedurele regels ten aanzien van steunmaatregelen (ad-hocregelingen en -gevallen), totdat van deze maatregelen kennis is gegeven en zij formeel door de Commissie zijn goedgekeurd.
Artikel 5
De datum voor het in aanmerking komen van kosten is 1 januari 2000; de uiterlijke datum voor het in aanmerking komen van kosten is vastgesteld op 31 december 2008. Deze datum wordt verlengd tot 30 april 2009 voor de uitgaven verricht door organisaties die steun toekennen zoals bepaald in artikel 9, onder l), van Verordening (EG) nr. 1260/1999.
Artikel 6
Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk der Nederlanden.
Gedaan te Brussel, 23 maart 2001.
Voor de Commissie
Michel Barnier
Lid van de Commissie
(1) PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1.
(2) PB L 142 van 14.5.1998, blz. 1.