2002/804/EG: Besluit van de Raad van 8 oktober 2002 houdende wijziging van Besluit 2001/747/EG betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning tussen de Europese Gemeenschap en Japan
2002/804/EG: Besluit van de Raad van 8 oktober 2002 houdende wijziging van Besluit 2001/747/EG betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning tussen de Europese Gemeenschap en Japan
2002/804/EG: Besluit van de Raad van 8 oktober 2002 houdende wijziging van Besluit 2001/747/EG betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning tussen de Europese Gemeenschap en Japan
Publicatieblad Nr. L 278 van 16/10/2002 blz. 0023 - 0023
Besluit van de Raad
van 8 oktober 2002
houdende wijziging van Besluit 2001/747/EG betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning tussen de Europese Gemeenschap en Japan
(2002/804/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 133, in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin en lid 3, eerste alinea, eerste zin en lid 4,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
Teneinde de goede werking van de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning tussen de Europese Gemeenschap en Japan(1) (hierna "de overeenkomst") te waarborgen, is het noodzakelijk Besluit 2001/747/EG(2) te wijzigen teneinde de Commissie te machtigen alle voor het beheer van de overeenkomst vereiste maatregelen te nemen,
BESLUIT:
Enig artikel
Artikel 3 van Besluit 2001/747/EG wordt vervangen door: "Artikel 3
1. De Gemeenschap wordt in de bij artikel 8 van de overeenkomst ingestelde Gezamenlijke Commissie vertegenwoordigd door de Commissie, bijgestaan door het door de Raad aangewezen Bijzonder Comité. De Commissie neemt na overleg met dit Bijzonder Comité de voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst vereiste maatregelen.
2. Het standpunt van de Gemeenschap in de Gezamenlijke Commissie of in enig subcomité wordt vastgesteld door de Commissie na overleg met het Bijzonder Comité bedoeld in lid 1 van dit artikel.".
Gedaan te Luxemburg, 8 oktober 2002.
Voor de Raad
De voorzitter
T. Pedersen
(1) PB L 284 van 29.10.2001, blz. 3.
(2) PB L 284 van 29.10.2001, blz. 1.