Home

2002/949/EG: Beschikking van de Commissie van 4 december 2002 betreffende de niet-opneming van azafenidin in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 4781)

2002/949/EG: Beschikking van de Commissie van 4 december 2002 betreffende de niet-opneming van azafenidin in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 4781)

2002/949/EG: Beschikking van de Commissie van 4 december 2002 betreffende de niet-opneming van azafenidin in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 4781)

Publicatieblad Nr. L 328 van 05/12/2002 blz. 0023 - 0024


Beschikking van de Commissie

van 4 december 2002

betreffende de niet-opneming van azafenidin in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad

(kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 4781)

(Voor de EER relevante tekst)

(2002/949/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/81/EG van de Commissie(2), en met name op artikel 6, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG (hierna "de richtlijn" genoemd) heeft Du Pont de Nemours ("de aanvrager") op 25 juni 1997 bij Spanje een aanvraag ingediend om de werkzame stof azafenidin (DPX R 6447) op te nemen in bijlage I bij de richtlijn.

(2) Overeenkomstig artikel 6, lid 3, van de richtlijn heeft de Commissie bij Beschikking 98/242/EG(3) bevestigd dat het voor azafenidin ingediende dossier kan worden geacht in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie die zijn vervat in bijlage II en, voor ten minste één gewasbeschermingsmiddel dat de werkzame stof bevat, bijlage III bij de richtlijn.

(3) Krachtens artikel 5, lid 1, van de richtlijn mag een werkzame stof voor een periode van ten hoogste tien jaar in bijlage I worden opgenomen indien mag worden verwacht dat het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen die de werkzame stof bevatten, of de residuen daarvan geen schadelijke uitwerking op de gezondheid van mens of dier of op het grondwater en geen onaanvaardbaar milieueffect zal hebben.

(4) Overeenkomstig artikel 6, leden 2 en 4, van de richtlijn zijn voor azafenidin de effecten op de gezondheid van de mens en op het milieu geëvalueerd voor het door de aanvrager voorgestelde gebruik. Spanje, de als rapporteur aangewezen lidstaat, heeft op 23 februari 2001 bij de Commissie een ontwerpverslag over deze stof ingediend.

(5) Na ontvangst van het verslag van de als rapporteur optredende lidstaat heeft de Commissie, overeenkomstig artikel 6, lid 4, van de richtlijn, deskundigen van de lidstaten en de aanvrager, Du Pont de Nemours, geraadpleegd.

(6) De aanvrager heeft de Commissie en de als rapporteur aangewezen lidstaat meegedeeld dat hij niet langer wenst deel te nemen aan het werkprogramma voor deze werkzame stof.

(7) Deze werkzame stof kan bijgevolg niet in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG worden opgenomen.

(8) De geldigheidsduur van eventuele door de lidstaten overeenkomstig artikel 8, lid 1, van Richtlijn 91/414/EEG toegestane termijnen voor de verwijdering, de opslag, het op de markt brengen of het gebruik van bestaande voorraden azafenidin bevattende gewasbeschermingsmiddelen mag niet meer bedragen dan twaalf maanden, zodat de bestaande voorraden binnen één extra groeiseizoen kunnen worden opgebruikt.

(9) Deze beschikking loopt niet vooruit op eventuele latere acties van de Commissie met betrekking tot deze werkzame stof in het kader van Richtlijn 79/117/EEG van de Raad(4).

(10) Het is dienstig te bepalen dat het uiteindelijke evaluatieverslag, zonder de vertrouwelijke informatie, door de lidstaten ter beschikking moet worden gesteld of gehouden van alle belanghebbenden die erom verzoeken.

(11) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Azafenidin wordt niet als werkzame stof in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG opgenomen.

Artikel 2

De lidstaten zorgen ervoor dat:

1. voorlopige toelatingen van azafenidin bevattende gewasbeschermingsmiddelen uiterlijk zes maanden na de datum van vaststelling van deze beschikking worden ingetrokken;

2. met ingang van de datum van vaststelling van deze beschikking geen azafenidin bevattende gewasbeschermingsmiddelen meer voorlopig worden toegelaten op grond van de in artikel 8, lid 1, van Richtlijn 91/414/EEG vastgestelde afwijkingsbepalingen.

Artikel 3

Eventuele door de lidstaten overeenkomstig artikel 4, lid 6, van Richtlijn 91/414/EEG toegestane termijnen moeten zo snel mogelijk aflopen en in elk geval uiterlijk 18 maanden na de datum van vaststelling van deze beschikking.

Artikel 4

De lidstaten houden het evaluatieverslag voor azafenidin, zonder de vertrouwelijke informatie zoals bedoeld in artikel 14 van Richtlijn 91/414/EEG, voor raadpleging ter beschikking van alle belangstellende partijen die daarom verzoeken.

Artikel 5

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 4 december 2002.

Voor de Commissie

David Byrne

Lid van de Commissie

(1) PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

(2) PB L 276 van 12.10.2002, blz. 28.

(3) PB L 96 van 28.3.1998, blz. 45.

(4) PB L 33 van 8.2.1979, blz. 36.