Home

2002/975/EG: Beschikking van de Commissie van 12 december 2002 tot vaststelling van vaccinatiemaatregelen ter aanvulling van de maatregelen voor de bestrijding van uitbraken van laagpathogene aviaire influenza in Italië en tot vaststelling van specifieke maatregelen voor de controle van verplaatsingen (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 5051)

2002/975/EG: Beschikking van de Commissie van 12 december 2002 tot vaststelling van vaccinatiemaatregelen ter aanvulling van de maatregelen voor de bestrijding van uitbraken van laagpathogene aviaire influenza in Italië en tot vaststelling van specifieke maatregelen voor de controle van verplaatsingen (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 5051)

Beschikking van de Commissie

van 12 december 2002

tot vaststelling van vaccinatiemaatregelen ter aanvulling van de maatregelen voor de bestrijding van uitbraken van laagpathogene aviaire influenza in Italië en tot vaststelling van specifieke maatregelen voor de controle van verplaatsingen

(kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 5051)

(Voor de EER relevante tekst)

(2002/975/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/33/EG van het Europees Parlement en de Raad(2), en met name op artikel 10, lid 4,

Gelet op Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt(3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 92/118/EEG(4), en met name op artikel 9, lid 4,

Gelet op Richtlijn 92/40/EEG van de Raad van 19 mei 1992 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van aviaire influenza(5), en met name op artikel 16,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) In 1999 en 2000 hebben zich in Italië uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza, subtype H7N1, voorgedaan met, uit economisch oogpunt, rampzalige gevolgen voor de pluimvee-industrie. Vóór het uitbreken van de epizoötie had in het gebied reeds een laagpathogeen virus gecirculeerd.

(2) In het kader van de monitoring in verband met aviaire influenza is in de gewesten Veneto en Lombardije in oktober 2002 de aanwezigheid geconstateerd van een laagpathogeen virus van aviaire influenza, subtype H7N3.

(3) De bestrijding van uitbraken van laagpathogene aviaire influenza valt momenteel niet onder de communautaire regelgeving.

(4) De bevoegde veterinaire autoriteiten van Italië hebben bestrijdingsmaatregelen vastgesteld om verspreiding van de ziekte naar andere gebieden te voorkomen; de besmetting kan evenwel niet op afdoende wijze worden ingesloten.

(5) Laagpathogene virussen kunnen muteren in hoogpathogene virussen en kunnen dan ernstige ziekte-uitbraken veroorzaken.

(6) Tijdens de vorige epizoötie van aviaire influenza in Italië had de Commissie een vaccinatieprogramma goedgekeurd dat vergezeld ging van intensieve monitoring en bepaalde voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer van levend pluimvee en pluimveeproducten.

(7) In aansluiting op de vaccinatiecampagne werden bij Beschikking 2002/552/EG van de Commissie(6) bepaalde maatregelen gehandhaafd die betrekking hadden op beperkende maatregelen ten aanzien van verplaatsingen in het kader van het intracommunautaire handelsverkeer van levend pluimvee en pluimveeproducten.

(8) Uit de bij de Italiaanse vaccinatiecampagne opgedane ervaring blijkt dat deze met succes heeft bijgedragen tot het afremmen van de verspreiding van het laagpathogene virus van aviaire influenza.

(9) De huidige uitbraken zijn toe te schrijven aan aviaire influenza, subtype H7N3, terwijl de vorige epizoötie werd veroorzaakt door het subtype H7N1.

(10) De besmetting doet zich momenteel voor in een deel van Italië met een zeer dichte pluimveepopulatie.

(11) In een dergelijke situatie kan vaccinatie een doeltreffend middel zijn ter aanvulling van de normale maatregelen voor de bestrijding van aviaire influenza.

(12) In de gebieden waar tegen aviaire influenza wordt gevaccineerd, moeten de verplaatsingen van gevaccineerd pluimvee worden beperkt.

(13) Italië heeft, voor een bepaald deel van zijn grondgebied, een vaccinatieprogramma, inclusief specifieke beperkende maatregelen, ingediend ter aanvulling van de normale maatregelen voor de bestrijding van aviaire influenza.

(14) Voor de tenuitvoerlegging van het programma heeft Italië het gebruik toegestaan van twee geïnactiveerde vaccins tegen aviaire influenza. Voor de eerste fase wordt een homoloog vaccin aangemaakt met de masterseedstam CK/Pak/1995-H7N3 terwijl voor de daaropvolgende periode die begin 2003 ingaat, een heteroloog vaccin zal worden gebruikt dat is aangemaakt met de masterseedstam A/CK/Italy/AG-473/1999-H7N1.

(15) Het door Italië voorgestelde vaccinatieprogramma is besproken in een vergadering van een technische werkgroep.

(16) Monitoring van gevaccineerde en niet-gevaccineerde pluimveekoppels wordt voortgezet, alsmede het gebruik van de serologische test (iIF-test) die is goedgekeurd bij Beschikking 2001/847/EG van de Commissie(7).

(17) Italië stelt specifieke beperkende maatregelen vast die gelden in het kader van de toepassing van het vaccinatieprogramma enerzijds en met betrekking tot het intracommunautaire handelsverkeer anderzijds.

(18) Voor de duidelijkheid wordt Beschikking 2002/552/EG ingetrokken en worden de bepalingen overgenomen in de nieuwe beschikking.

(19) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Het door Italië ingediende programma inzake vaccinatie tegen aviaire influenza wordt goedgekeurd en wordt uitgevoerd in het in bijlage I omschreven gebied.

Artikel 2

De beperkingen op verplaatsingen van levende vogels, broedeieren, consumptie-eieren en vers vlees van pluimvee binnen, vanuit en naar het in bijlage I omschreven gebied, zijn van toepassing zoals vastgesteld in het in artikel 1 bedoelde vaccinatieprogramma.

Artikel 3

1. Italië verzendt geen levende vogels en broedeieren van herkomst en/of van oorsprong uit het in bijlage I omschreven gebied.

2. Italië verzendt geen levende vogels en broedeieren van herkomst en/of van oorsprong uit het grondgebied van Italië, met uitzondering van het in bijlage I omschreven gebied, tenzij:

- vaststaat dat er geen contacten zijn geweest met of dat er, voorzover het gaat om aviaire influenza, geen epizoötiologisch verband bestaat tussen het bedrijf van herkomst/oorsprong en een bedrijf of een broederij in het in bijlage I omschreven gebied en

- het bedrijf van herkomst/oorsprong niet gelegen is in een van de ingesloten gebieden die door de bevoegde autoriteit zijn ingesteld in verband met aviaire influenza.

3. Italië verzendt geen consumptie-eieren die verkregen zijn van tegen aviaire influenza ingeënt pluimvee en die komen uit het in bijlage I omschreven gebied.

Artikel 4

Op de diergezondheidscertificaten waarvan partijen levende dieren en broedeieren uit Italië vergezeld gaan, wordt de volgende verklaring aangebracht: "Deze partij voldoet aan de bij Beschikking 2002/975/EG vastgestelde veterinairrechtelijke voorschriften.".

Artikel 5

1. Vers vlees van pluimvee wordt gemerkt overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 91/494/EEG van de Raad(8), en mag niet uit Italië worden verzonden indien het is verkregen van:

a) pluimvee dat tegen aviaire influenza is gevaccineerd,

b) voor aviaire influenza seropositief bevonden pluimveekoppels die bestemd zijn om te worden geslacht onder officieel toezicht overeenkomstig de bepalingen van het in artikel 1 bedoelde vaccinatieprogramma,

c) pluimvee van bedrijven die gelegen zijn in een ingesloten gebied, dat zich uitstrekt tot ten minste 3 kilometer rond elk pluimveebedrijf dat is besmet met laagpathogene aviaire influenza, overeenkomstig de bepalingen van het in artikel 1 bedoelde vaccinatieprogramma.

2. In afwijking van het bepaalde in lid 1, onder a) en b), hoeft vers vlees van kalkoenen die tegen aviaire influenza zijn ingeënt met een heteroloog vaccin, subtype H7N1, niet te worden gemerkt overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 91/494/EEG en mag het naar andere lidstaten worden verzonden, op voorwaarde dat het vlees komt van koppels slachtkalkoenen die:

i) regelmatig zijn geïnspecteerd en negatief hebben gereageerd op een test op aviaire influenza, overeenkomstig het goedgekeurde vaccinatieprogramma, waarbij bijzondere aandacht is besteed aan verklikkerdieren.

Voor het testen van:

- gevaccineerde dieren, wordt een iIF-test gebruikt,

- verklikkerdieren, wordt gebruikgemaakt van de hemagglutinatieremmingstest (HAR), de AGID-test of de Elisa-test. Indien nodig mag ook de iIF-test worden gebruikt;

ii) klinisch zijn geïnspecteerd door een officiële dierenarts in de laatste 48 uur voor het laden, waarbij bijzondere aandacht is besteed aan de verklikkerdieren;

iii) negatief hebben gereageerd op een serologische test op aviaire influenza die door een nationaal laboratorium is uitgevoerd met gebruikmaking van de bemonsterings- en testprocedure die is vastgesteld in bijlage II bij deze beschikking;

iv) rechtstreeks naar een door de bevoegde autoriteit aangewezen slachthuis worden gezonden en daar onmiddellijk na aankomst worden geslacht. De vogels moeten gescheiden worden gehouden van andere koppels die niet aan de onderhavige voorschriften voldoen.

3. Vers vlees van kalkoenen, dat voldoet aan de in lid 2 vastgestelde eisen, gaat vergezeld van het gezondheidscertificaat volgens het model in bijlage VI bij Richtlijn 71/118/EEG van de Raad(9), waarop in punt IV, onder a), de volgende verklaring van de officiële dierenarts wordt aangebracht:

"Het hierboven beschreven vlees van kalkoenen voldoet aan Beschikking 2002/975/EG.".

Artikel 6

Italië ziet erop toe dat in het in bijlage I omschreven gebied:

1. bij het verzamelen, opslaan en vervoeren van consumptie-eieren alleen gebruik wordt gemaakt van wegwerpverpakkingsmateriaal of van verpakkingsmateriaal dat kan worden gereinigd en ontsmet;

2. alle voor het vervoer van pluimvee, broedeieren, consumptie-eieren en pluimveevoeder gebruikte transportmiddelen onmiddellijk vóór en na elk transport worden gereinigd en ontsmet met ontsmettingsmiddelen overeenkomstig de gebruiksvoorschriften die door de bevoegde autoriteit zijn goedgekeurd.

Artikel 7

Verplaatsingen van levend pluimvee en broedeieren uit gebieden in Italië buiten het in bijlage I omschreven gebied naar andere lidstaten zijn alleen toegestaan indien daarvan vijf dagen vooraf aangifte is gedaan bij de centrale en lokale veterinaire autoriteiten in de lidstaat van bestemming. Deze aangifte wordt gedaan door de bevoegde veterinaire autoriteit.

Artikel 8

1. Italië stelt de Commissie en de andere lidstaten ten minste één dag vooraf in kennis van de datum waarop met de vaccinatie zal worden begonnen.

2. De artikelen 2 tot en met 7 zijn van toepassing vanaf het begin van de vaccinatie.

Artikel 9

1. Italië dient om de zes maanden een verslag in met informatie over de doelmatigheid van het in artikel 1 bedoelde vaccinatieprogramma.

2. Deze beschikking, en met name de periode waarin de in de artikelen 2 tot en met 7 vastgestelde beperkende maatregelen van toepassing blijven nadat het vaccinatieprogramma is voltooid, wordt opnieuw bezien met inachtneming van die informatie.

Artikel 10

Beschikking 2002/552/EG wordt ingetrokken.

Artikel 11

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 12 december 2002.

Voor de Commissie

David Byrne

Lid van de Commissie

(1) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29.

(2) PB L 315 van 19.11.2002, blz. 14.

(3) PB L 395 van 30.12.1989, blz. 13.

(4) PB L 62 van 15.3.1993, blz. 49.

(5) PB L 167 van 22.6.1992, blz. 1.

(6) PB L 180 van 10.7.2002, blz. 24.

(7) PB L 315 van 1.12.2001, blz. 61.

(8) PB L 268 van 24.9.1991, blz. 35.

(9) PB L 55 van 8.3.1971, blz. 23.

BIJLAGE I

VACCINATIEGEBIED

Gewest Veneto

Provincie Verona

Het vaccinatiegebied omvat het grondgebied van de onderstaande gemeenten:

Albaredo d'Adige

Angiari

Arcole

Belfiore

Bevilacqua

Bonavigo

Boschi Sant'Anna

Bovolone

Buttapietra

Calmiero, het gebied ten zuiden van de A4

Casaleone

Castel d'Azzano

Castelnuovo del Garda, het gebied ten zuiden van de A4

Cerea

Cologna Veneta

Colognola ai Colli, het gebied ten zuiden van de A4

Concamarise

Erbe

Gazzo Veronese

Isola della Scala

Isola Rizza

Lavagno, het gebied ten zuiden van de A4

Minerbe

Monteforte d'Alpone, het gebied ten zuiden van de A4

Mozzecane

Nogara

Nogarole Rocca

Oppeano

Palu

Peschiera del Garda, het gebied ten zuiden van de A4

Povegliano Veronese

Pressana

Ronco all'Adige

Roverchiara

Roveredo di Guà

S. Bonifacio, het gebied ten zuiden van de A4

S. Giovanni Lupatoto, het gebied ten zuiden van de A4

S. Martino Buon Albergo, het gebied ten zuiden van de A4

S. Pietro di Morubio

Salizzole

Sanguinetto

Soave, het gebied ten zuiden van de A4

Sommacampagna

Sona, het gebied ten zuiden van de A4

Sorga

Trevenzuolo

Valeggio sul Mincio

Verona, het gebied ten zuiden van de A4

Veronella

Vigasio

Villafranca di Verona

Zevio

Zimella

Provincie Vicenza

Het vaccinatiegebied omvat het grondgebied van de onderstaande gemeenten:

Agugliaro

Albettone

Alonte

Asigliano Veneto

Barbarano Vicentino

Campiglia dei Berici

Castegnero

Lonigo

Montegalda

Montegaldella

Mossano

Nanto

Noventa Vicentina

Orgiano

Poiana Maggiore

S. Germano dei Berici

Sossano

Villaga

Provincie Padova

Het vaccinatiegebied omvat het grondgebied van de onderstaande gemeenten:

Carceri

Casale di Scodosia

Este

Lozzo Atestino

Megliadino S. Fidenzio

Megliadino S. Vitale

Montagnana

Ospedaletto Euganeo

Ponso

S. Margherita d'Adige

Saletto

Urbana

Gewest Lombardia

Provincie Mantova

Het vaccinatiegebied omvat het grondgebied van de onderstaande gemeenten:

Acquanegra Sul Chiese

Asola

Bigarello

Canneto Sull'oglio

Casalmoro

Casaloldo

Casalromano

Castel D'ario

Castel Goffredo

Castelbelforte

Castiglione Delle Stiviere

Cavriana

Ceresara

Gazoldo Degli Ippoliti

Goito

Guidizzolo

Mariana Mantovana

Marmirolo

Medole

Monzambano

Piubega

Ponti Sul Mincio

Porto Mantovano

Redondesco

Rodigo

Roncoferraro

Roverbella

San Giorgio Di Mantova

Solferino

Villimpenta

Volta Mantovana

Provincie Brescia

Het vaccinatiegebied omvat het grondgebied van de onderstaande gemeenten:

Acquafredda

Alfianello

Azzano Mella

Bagnolo Mella

Barbariga

Bassano Bresciano

Berlingo

Borgo San Giacomo

Borgosatollo

Brandico

Brescia, het gebied ten zuiden van de A4

Calcinato, het gebied ten zuiden van de A4

Calvisano

Capriano del Colle

Carpendolo

Castegnato, het gebied ten zuiden van de A4

Castel Mella

Castelcovati

Castenedolo, het gebied ten zuiden van de A4

Castrezzato

Cazzago San Martino

Chiari

Cigole

Boccaglio

Cologne

Comezzano-Cizzago

Corzano

Dello

Desenzano del Garda, het gebied ten zuiden van de A4

Erbusco, het gebied ten zuiden van de A4

Fiesse

Flero

Gambara

Ghedi

Gottolengo

Isorella

Leno

Lograto

Lonato, het gebied ten zuiden van de A4

Longhena

Maclodio

Mairano

Manerbio

Milzano

Montichiari

Montirone

Offlaga

Orzinuovi

Orzivecchi

Ospitaletto, het gebied ten zuiden van de A4

Palazzolo sull'Oglio, het gebied ten zuiden van de A4

Pavone del Mella

Pompiano

Poncarale

Pontevico

Pontoglio

Pozzolengo, het gebied ten zuiden van de A4

Pralboino

Quinzano d'Oglio

Remedello

Rezzato, het gebied ten zuiden van de A4

Roccafranca

Roncadelle, het gebied ten zuiden van de A4

Rovato, het gebied ten zuiden van de A4

Rudiano

San Gervasio Bresciano

San Paolo

San Zeno Naviglio

Seniga

Torbole Casaglia

Travagliato

Trenzano

Urago d'Oglio

Verolanuova

Verolavecchia

Villachiara

Visano

BIJLAGE II

Bemonsterings- en testprocedure

1. Inleiding en algemeen gebruik

De indirecte immunofluoresentietest (iIF-test) is gericht op de differentiatie tussen kalkoenen die zijn gevaccineerd en blootgesteld aan veldbesmetting en kalkoenen die zijn gevaccineerd en blootgesteld aan een andere dan een veldbesmetting, een en ander in het kader van een DIVA (Differentiating Infected from Vaccinated Animals)-vaccinatiestrategie met gebruikmaking van een heteroloog vaccin, subtype H7N3 veldvirus.

2. Gebruik van de test met het oog op verzending van vers vlees van kalkoenen uit het vaccinatiegebied in Italië naar andere lidstaten

Vlees dat komt van koppels kalkoenen die tegen aviaire influenza zijn ingeënt, mag naar andere lidstaten worden verzonden op voorwaarde dat:

door de officiële dierenarts bloedmonsters worden genomen:

- van elke voor de slacht bestemde groep kalkoenen, gehouden in hetzelfde gebouw van het betrokken bedrijf;

- in de laatste 48 uur vóórdat de dieren naar het slachthuis worden verzonden;

- bij ten minste tien gevaccineerde dieren die aselect uit elke groep worden gekozen.