Verordening (EG) nr. 312/2002 van de Raad van 18 februari 2002 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van bepaalde magneetschijven (3,5″-microschijven) uit Japan en de Volksrepubliek China en tot beëindiging van de procedure ten aanzien van de invoer van 3,5″-microschijven uit Taiwan
Verordening (EG) nr. 312/2002 van de Raad van 18 februari 2002 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van bepaalde magneetschijven (3,5″-microschijven) uit Japan en de Volksrepubliek China en tot beëindiging van de procedure ten aanzien van de invoer van 3,5″-microschijven uit Taiwan
Verordening (EG) nr. 312/2002 van de Raad
van 18 februari 2002
tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van bepaalde magneetschijven (3,5"-microschijven) uit Japan en de Volksrepubliek China en tot beëindiging van de procedure ten aanzien van de invoer van 3,5"-microschijven uit Taiwan
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschappen,
Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap(1), met name artikel 11, lid 2,
Gezien het voorstel dat de Commissie heeft ingediend, na raadpleging van het Raadgevend Comité,
Overwegende hetgeen volgt:
A. PROCEDURE
1. Eerdere onderzoeken ten aanzien van Japan, Taiwan en de Volksrepubliek China
(1) De Raad heeft bij Verordening (EEG) nr. 2861/93(2) een definitief antidumpingrecht ingesteld op de invoer in de Gemeenschap van bepaalde magneetschijven (3,5"-microschijven) uit Japan, Taiwan en de Volksrepubliek China.
2. Aanverwante onderzoeken
(2) Definitieve antidumpingrechten werden tevens ingesteld op de invoer van 3,5"-microschijven uit Hongkong en de Republiek Korea(3) en Indonesië(4).
In september 1999 werd een herzieningsonderzoek geopend met betrekking tot de maatregelen ten aanzien van Hongkong en de Republiek Korea(5).
(3) De maatregelen ten aanzien van Maleisië, Mexico en de Verenigde Staten van Amerika vervielen op 14 april 2001(6).
3. Verzoek om een herzieningsonderzoek
(4) Na de bekendmaking van het bericht van het naderende vervallen van de antidumpingmaatregelen met betrekking tot de invoer van 3,5"-microschijven uit Japan, Taiwan en de Volksrepubliek China(7) heeft de Commissie in juli 1998 een verzoek ontvangen tot herziening van deze maatregelen overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening van de Raad (EG) nr. 384/96 (de basisverordening).
Het verzoek werd ingediend namens het Committee of European Diskette Manufacturers (Diskma) namens de producenten wier gezamenlijke productie een groot gedeelte van de totale communautaire productie van het betrokken product vertegenwoordigt.
(5) Aan het verzoek lag de overweging ten grondslag dat het verstrijken van de maatregelen vermoedelijk voortzetting van de dumping of nieuwe dumping en schade voor de bedrijfstak van de Gemeenschap ten gevolge zou hebben. Na in overleg met het Raadgevend Comité te hebben vastgesteld dat er voldoende bewijzen waren voor de inleiding van een herzieningsonderzoek(8), heeft de Commissie een dergelijk onderzoek geopend overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening.
4. Onderzoek
(6) De Commissie bracht de vijf communautaire producenten die het verzoek hadden onderschreven, de producenten/exporteurs en de betrokken importeurs evenals de vertegenwoordigers van de exportlanden officieel in kennis van de inleiding van het onderzoek en stelde de belanghebbenden in de gelegenheid hun standpunt schriftelijk kenbaar te maken en te verzoeken om te worden gehoord.
(7) De Commissie zond vragenlijsten aan de haar bekende belanghebbenden en ontving volledige antwoorden van twee producenten in de Gemeenschap, één producent/exporteur in Taiwan en één Chinese producent en diens verbonden exporteur in Hongkong en verbonden importeur in het Verenigd Koninkrijk.
(8) Voorts zond de Commissie vragenlijsten aan een groot aantal betrokkenen waarvan wordt aangenomen dat zij kopers en importeurs van 3,5"-microschrijven in de Gemeenschap zijn of deze vertegenwoordigen.
(9) De Commissie verzamelde en verifieerde alle informatie die zij noodzakelijk achtte om te bepalen of in de toekomst mogelijkerwijze nog invoer met dumping en daaruit voortvloeiende schade zou kunnen plaatsvinden en/of handhaving van de maatregelen strijdig zou zijn met het belang van de Gemeenschap.
De Commissie heeft controlebezoeken gebracht aan de volgende ondernemingen:
Producenten/exporteurs
a) Producent/exporteur in Taiwan:
CIS Technology Inc., Taipei Hsien, Taiwan;
b) Producent/exporteur in de Volksrepubliek China/Hong Kong:
Hanny Zhuhai Ltd, Kowloon, Hong Kong (verbonden exporteur van de producent Hanny Magnetics (Zhuhai) Ltd., Provincie Guangdong, Volksrepubliek China)
en diens verbonden importeur Memtek Products Europe Ltd, Harmondsworth, VK
Producenten in de Gemeenschap
Computer Support Italcard s.r.l., Milaan, Italië;
Sentinel N.V., Bodem, België.
(10) Het onderzoek naar de mogelijkheid dat de invoer met dumping wordt voortgezet of zich opnieuw voordoet bestreek de periode van 1 oktober 1997 tot 30 september 1998 (het onderzoektijdvak). Het onderzoek naar de situatie van de communautaire markt voor 3,5"-microschijven bestreek de periode van 1994 tot het eind van het onderzoektijdvak (de onderzochte periode).
(11) Alle betrokken partijen werden in kennis gesteld van de belangrijkste feiten en overwegingen op grond waarvan de Commissie voornemens was handhaving van de bestaande maatregelen voor Japan en de Volksrepubliek China en beëindiging van de procedure ten aanzien van Taiwan aan te bevelen. De Commissie heeft na deze bekendmaking opmerkingen ontvangen van twee belanghebbende partijen. Het commentaar van deze belanghebbenden werd in overweging genomen en voorzover nodig werden de bevindingen dienovereenkomstig aangepast.
B. BETROKKEN PRODUCT EN SOORTGELIJK PRODUCT
1. Betrokken product
(12) Het betrokken product (3,5"-microschijven) wordt gebruikt voor het vastleggen en opslaan van gecodeerde digitale computerinformatie en valt onder GN-code ex 8523 20 90, met uitzondering van 3,5"-microschijven op basis van optische servovolgtechnologie met continue werking of magnetische sectorservovolgtechnologie met een geheugencapaciteit van 120 MB of meer.
(13) Van deze 3,5"-microschijven waren diverse types beschikbaar, herkenbaar aan, onder meer, de geheugencapaciteit, de formattering, de graad van certificatie (methode om de capaciteit van de microschijf te testen) en de wijze waarop zij worden gedistribueerd, d.w.z. als merkproducten (over het algemeen verkocht in dozen met 10 stuks) of in bulk. Tussen de verschillende soorten 3,5"-microschijven bleken, wat de fysieke en technische basiskenmerken betreft, evenwel geen verschillen van betekenis te bestaan en al deze producten waren in hoge mate onderling verwisselbaar.
De bovenomschreven 3,5"-microschijven dienen derhalve als één enkel product te worden beschouwd.
2. Soortgelijk product
(14) De diverse soorten 3,5"-microschijven zoals hierboven omschreven, die in de Gemeenschap worden vervaardigd en verkocht of in de betrokken landen worden vervaardigd en naar de Gemeenschap worden uitgevoerd, maken gebruik van dezelfde basistechnologie, hebben dezelfde fysieke basiskenmerken en technologie en zijn in hoge mate onderling verwisselbaar. Al deze 3,5"-microschijven worden derhalve beschouwd als soortgelijke producten in de zin van artikel 1, lid 4, van de basisverordening.
C. MOGELIJKHEID DAT DE INVOER MET DUMPING WORDT VOORTGEZET
1. Voorafgaande opmerkingen
(15) Opgemerkt moge worden dat de invoer uit de betrokken landen in het onderzoektijdvak slechts een fractie van de in het oorspronkelijke onderzoektijdvak (1 april 1990 - 31 maart 1991) uitgevoerde hoeveelheden vertegenwoordigde, namelijk ongeveer 10 % voor de Volksrepubliek China en Taiwan en minder dan 1 % voor Japan.
2. Japan
(16) Drie van de vijf in het verzoek om een herzieningsonderzoek genoemde ondernemingen verklaarden dat zij het betrokken product niet meer vervaardigen en dit niet meer naar de Gemeenschap uitvoeren. De overige twee ondernemingen hebben de vragenlijst van de Commissie niet beantwoord. Op basis van de individuele gegevens van deze ondernemingen kon derhalve niet worden nagegaan of zij zich schuldig hebben gemaakt aan dumping. Dientengevolge en om te voorkomen dat het niet verlenen van medewerking zou worden beloond, werden de conclusies betreffende Japan overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening vastgesteld op basis van de beschikbare gegevens, in casu het door verzoeker verstrekte bewijsmateriaal. Opgemerkt zij dat de in het verzoek om een herzieningsonderzoek verstrekte gegevens de beste informatie was waarover de Commissie beschikte. Eurostat-gegevens waren onbruikbaar voor de berekening van de dumping omdat het betrokken product slechts ten dele onder de genoemde GN-code valt. In het verzoek om een herzieningsonderzoek werd de dumpingmarge vastgesteld door vergelijking van de samengestelde normale waarde (productiekosten vermeerderd met een redelijk bedrag voor verkoopkosten, algemene kosten, administratiekosten en winst) met de samengestelde uitvoerprijzen (prijzen bij verkoop aan de eerste niet-verbonden afnemers, minus vergoedingen en winstmarge). Op deze grondslag, en zonder enige aftrek voor antidumpingrechten, lag de dumpingmarge tussen 5 en 10 %.
3. Taiwan
(17) Opgemerkt zij dat een onderneming in Taiwan de vragenlijst heeft beantwoord. Deze onderneming was vrijwel de enige exporteur van het betrokken product naar de Gemeenschap in het onderzoektijdvak. Deze uitvoer bedroeg bijna 3 miljoen stuks. Bij het onderzoek moest rekening worden gehouden met belangrijke gebeurtenissen die plaats hadden gevonden na het onderzoektijdvak. Tijdens het onderzoek was de onderneming namelijk gestopt met de productie van 3,5"-microschijven en had haar Storage Media Business Division gesloten. De Commissie ging er van uit dat dit omstandigheden zijn die duidelijk vaststaan, onbetwist zijn en van blijvende aard en niet het gevolg zijn van manipulatie of van opzettelijke actie van belanghebbenden. Omdat de medewerkende onderneming die tijdens het onderzoektijdvak vrijwel de volledige uitvoer van 3,5"-microschijven naar de Gemeenschap voor haar rekening had genomen de productie van het betrokken product had gestaakt, was de Commissie van oordeel dat onderzoek naar de mogelijkheid dat de invoer met dumping tijdens het onderzoektijdvak werd voortgezet geen zin had.
4. Volksrepubliek China
a) Algemeen
(18) Een onderneming in de Volksrepubliek China heeft de vragenlijst beantwoord. Deze onderneming was in het οnderzoektijdvak vrijwel de enige exporteur van het betrokken product naar de Gemeenschap. De uitvoer bedroeg bijna twee miljoen stuks.
b) Normale waarde
(19) Evenals bij het oorspronkelijke onderzoek werd Taiwan voorgesteld als een geschikt land met een markteconomie voor de vaststelling van de normale waarde van de Volksrepubliek China overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder a) van de basisverordening. De belanghebbenden werden verzocht commentaar te geven op deze keuze. De enige medewerkende producent in de Volksrepubliek China had bezwaar tegen de keuze van een referentieland als zodanig en was van mening dat de normale waarde op basis van eigen productiekosten in de Volksrepubliek China diende te worden berekend. Hij beweerde aan alle in artikel 2, lid 7, onder c), van de basisverordening neergelegde criteria te voldoen.
Dit verzoek kon niet worden aanvaard omdat bij herzieningsonderzoeken krachtens artikel 11, lid 2, van de basisverordening maatregelen gehandhaafd of ingetrokken doch niet gewijzigd kunnen worden. De betrokken onderneming werd ervan in kennis gesteld dat zij de status van onderneming in een markteconomie kon aanvragen in het kader van een verzoek om een herzieningsonderzoek krachtens artikel 11, lid 3, van de basisverordening. De onderneming heeft van deze mogelijkheid echter geen gebruik gemaakt.
(20) Omdat geen alternatief referentieland werd voorgesteld, besloot de Commissie uit te gaan van Taiwan als grondslag voor de vaststelling van de normale waarde voor de Volksrepubliek China. Taiwan werd overigens bij het oorspronkelijke onderzoek reeds als een geschikte en niet onredelijke markt beschouwd.
(21) Voor alle soorten van de 3,5"-microschijf, behalve één, die door de medewerkende producent/exporteur in China werd uitgevoerd, werd de normale waarde berekend aan de hand van de representatieve binnenlandse verkoopprijzen aan onafhankelijke afnemers.
Voor het enige type 3,5"-microschijf dat niet in vergelijkbare hoeveelheden in het referentieland werd verkocht, diende de normale waarde te worden berekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 3, van de basisverordening, dat wil zeggen op basis van de productiekosten van een vergelijkbaar type van de medewerkende Taiwanese producent/exporteur, met inbegrip van een redelijk bedrag voor verkoopkosten, algemene kosten, administratieve kosten en winst.
c) Uitvoerprijs
(22) Omdat de uitgevoerde producten aan een verbonden importeur in de Gemeenschap werden verkocht, werden de uitvoerprijzen overeenkomstig artikel 2, lid 9, van de basisverordening samengesteld op basis van de prijs waartegen het betrokken product voor het eerst aan een onafhankelijke koper in de Gemeenschap werd verkocht. Er werden correcties aangebracht voor de kosten die werden gemaakt tussen de invoer en de wederverkoop en voor winst, teneinde zodoende een betrouwbare uitvoerprijs te bepalen. Deze correcties werden aangebracht voor onder meer de kosten van vervoer, verzekering, op- en overslag en aanverwante kosten in de Gemeenschap en voor douanerechten. Voorts werden de verkoopkosten, algemene kosten, administratiekosten en een redelijke winstmarge van de verbonden importeur in mindering gebracht. Omdat de financieringskosten van 3,5"-microschijven niet in de boekhouding van de verbonden importeur waren gespecificeerd, werden deze kosten berekend als een percentage van de definitieve verkoopprijs van het betrokken product en als zodanig in mindering gebracht. Er werd een aanvullende correctie toegepast teneinde rekening te houden met de verkoopkosten van een bij de verkoop van het betrokken product in de Gemeenschap betrokken filiaal van de verbonden importeur.
d) Vergelijking
(23) Voor elk producttype werden de normale waarden en de uitvoerprijzen vergeleken. Daarbij werd overeenkomstig artikel 2, lid 10, van de basisverordening door middel van correcties naar behoren rekening gehouden met verschillen in factoren waarvan werd beweerd en aangetoond dat zij van invloed waren op de prijzen en de vergelijkbaarheid daarvan. Zodoende werden correcties aangebracht voor verschillen in fysieke kenmerken en kortingen, kosten van vervoer, verzekering, op- en overslag en aanverwante kosten buiten de Gemeenschap en voor verpakkingskosten. De correctie voor fysieke kenmerken werd aangebracht omdat bepaalde types van de door de Chinese producent/exporteur verkochte 3,5"-microschijven geformatteerd waren, terwijl dit voor vergelijkbare op de Taiwanese markt verkochte types niet het geval was.
e) Dumpingmarge
(24) Vastgesteld werd dat de uitvoerprijzen van regio tot regio sterk uiteenliepen. In een bepaalde lidstaat vond bijna de helft van de totale verkoop aan onafhankelijke afnemers plaats tegen prijzen die in alle gevallen hoger waren dan die welke aan onafhankelijke afnemers in alle andere lidstaten werden aangerekend. Aangezien onder dergelijke omstandigheden het gebruik van gemiddelden voor de berekening van de dumpingmarge niet de volledige omvang van de dumping weergeeft, werd het dienstig geacht de gewogen gemiddelde normale waarde per soort overeenkomstig artikel 2, lid 11, van de basisverordening met de prijzen van alle afzonderlijke uitvoertransacties naar de Gemeenschap te vergelijken.
(25) Uit deze vergelijking bleek dat de dumpingmarge tussen 5 % en 10 % lag en dat deze marge gelijk was aan het bedrag waarmee de normale waarde de uitvoerprijs, uitgedrukt als een percentage van de invoerprijs cif, grens Gemeenschap, vóór inklaring, overschreed.
5. Conclusie
(26) Uit het bovenstaande blijkt dat de dumping van de invoer van 3,5"-microschijven uit Japan en de Volksrepubliek China wordt voortgezet hoewel de ingevoerde hoeveelheden op basis waarvan deze conclusie werd gedaan gering waren. In het geval van Taiwan is er niet langer sprake van dumping.
D. MOGELIJKHEID VAN NIEUWE INVOER MET DUMPING
1. Invoer uit Japan en de Volksrepubliek China
(27) In de periode waarop het oorspronkelijke onderzoek betrekking had, werden uit Japan en de Volksrepubliek China ongeveer 130 miljoen stuks ingevoerd die tezamen ongeveer 30 % vertegenwoordigden van het zichtbare verbruik in de Gemeenschap. De invoer uit Japan vertegenwoordigde ongeveer driekwart van de totale invoer van beide landen.
(28) Na de instelling van de maatregelen in 1993 vertoonde de invoer uit deze landen een sterke daling, met het gevolg dat deze in 1995 in totaal nog slechts 10 miljoen stuks bedroeg. Gezien de conclusie inzake de voortzetting van dumping met betrekking tot de invoer uit Japan en de Volksrepubliek China werd het derhalve dienstig geacht eveneens na te gaan of het waarschijnlijk was dat nieuwe invoer met dumping zou plaatsvinden, dat wil zeggen of het waarschijnlijk was dat grotere hoeveelheden uit deze landen met dumping zouden worden ingevoerd.
2. Niet-bezette productiecapaciteit in Japan en de Volksrepubliek China
(29) Twee van de drie Japanse ondernemingen die zich hadden bekendgemaakt, verklaarden dat zij het betrokken product niet meer vervaardigden. De derde Japanse onderneming, die het betrokken product nog wel vervaardigde doch dit in het onderzoektijdvak niet naar de Gemeenschap had uitgevoerd, beweerde dat haar productiecapaciteit volledig bezet was. De twee overige in de aanvraag genoemde ondernemingen hebben de vragenlijst niet beantwoord, zodat verondersteld wordt dat zij wellicht over niet-bezette productiecapaciteit beschikken.
(30) De productie van de enige medewerkende producent/exporteur in China liep tussen 1995 en het onderzoektijdvak met bijna 50 % terug. Er zijn evenwel bewijzen dat deze producent nog over een aanzienlijke niet-bezette productiecapaciteit beschikt.
3. Prijzen bij uitvoer van Japan en de Volksrepubliek China naar andere derde landen
(31) In het onderzoektijdvak verkocht de enige medewerkende Chinese producent/exporteur zijn producten aan niet-EU-landen tegen gemiddelde prijzen die aanmerkelijk lager waren dan de prijzen die bij uitvoer naar de Gemeenschap werden toegepast. Geen enkele Japanse producent/exporteur heeft hieromtrent informatie verstrekt.
4. Vermoedelijk effect van het vervallen van maatregelen voor Japan en de Volksrepubliek China
(32) Zoals blijkt uit het voorgaande is de berekening van de dumping gebaseerd op betrekkelijk geringe hoeveelheden die naar de Gemeenschap zijn uitgevoerd. Er mag redelijkerwijze van worden uitgegaan dat de prijzen voor Japanse en Chinese microschijven aan de eindgebruikers omlaag zullen gaan, wanneer de maatregelen komen te vervallen, hetgeen betekent dat waarschijnlijk grotere hoeveelheden worden uitgevoerd.
(33) Van Japanse zijde werd zowel bij het oorspronkelijke onderzoek als bij het huidige onderzoek in verband met het verstrijken van maatregelen weinig medewerking verleend. Zoals vermeld in overweging 16 hebben twee van de gecontacteerde ondernemingen de vragenlijst in het geheel niet beantwoord, hoewel zij nog steeds actief zijn op de markt van 3,5"-microschijven. Hieruit wordt overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening geconcludeerd dat er vermoedelijk niet-bezette productiecapaciteit aanwezig is, waarvan gebruik kan worden gemaakt indien de antidumpingmaatregelen verstrijken. Op deze basis zullen vermoedelijk grotere hoeveelheden met dumping worden uitgevoerd.
(34) Aangezien de Volksrepubliek China over een aanzienlijke niet-bezette productiecapaciteit beschikt en de gemiddelde prijzen van de uitvoer naar niet-EU-landen in het onderzoektijdvak aanmerkelijk lager waren dan de op de markt van de Gemeenschap gevraagde prijzen, mag worden aangenomen dat, mochten de maatregelen verstrijken, een aanzienlijk gedeelte van de hoeveelheden die momenteel op de binnenlandse markt worden verkocht of naar niet-EU-landen worden uitgevoerd, opnieuw op de markt van de Gemeenschap met dumping zullen worden afgezet.
5. Vermoedelijk effect van het verstrijken van de maatregelen voor Taiwan
(35) Omdat de enige onderneming die tijdens het onderzoek vrijwel alle uitvoer van het betrokken product naar de Gemeenschap voor haar rekening nam niet langer 3,5"-microschijven produceert is het niet waarschijnlijk dat deze onderneming zich opnieuw schuldig zal maken aan dumping.
(36) Twee andere Taiwanese producenten van microschijven die niet aan het onderzoek hadden meegewerkt zouden volgens de communautaire bedrijfstak nog steeds actief zijn in deze branche en zouden, indien de maatregelen ten aanzien van Taiwan worden ingetrokken, grotere hoeveelheden 3,5"-microschijven met dumping uitvoeren.
(37) Dit argument werd van de hand gewezen omdat niet kon worden aangetoond dat deze twee ondernemingen, die geen medewerking hadden verleend, tijdens het onderzoektijdvak of in andere recente periodes 3,5"-microschijven naar de Gemeenschap hadden uitgevoerd. Omdat de uitvoer naar de Gemeenschap in recente periodes vrijwel uitsluitend afkomstig was van de Taiwanese producent die zijn medewerking had verleend en nu de productie heeft stopgezet, moet er van worden uitgegaan dat de dumping van 3,5"-microschijven eveneens is gestopt. Voorts heeft de grootste onderneming van de twee door de communautaire bedrijfstak genoemde ondernemingen in de Gemeenschap een volledige eigen dochteronderneming opgezet voor de productie van 3,5"-microschijven zodat deze onderneming weinig of geen reden heeft om de uitvoer van het betrokken product naar de Gemeenschap te hervatten.
6. Conclusies
(38) Het onderzoek heeft aangetoond dat de uitvoer uit Japan en de Volksrepubliek China nog steeds met dumping plaatsvindt. Er zijn geen aanwijzingen dat in deze situatie verandering zou komen indien de maatregelen worden ingetrokken. Bovendien wordt aangenomen dat de invoer met dumping, waarvan de omvang momenteel onbeduidend is, sterk zal toenemen indien de maatregelen vervallen omdat de combinatie van het vervallen van de maatregelen en de omvangrijke niet-bezette productiecapaciteit waarschijnlijk zullen leiden tot lagere wederverkoopprijzen hetgeen zal leiden tot meer verkochte hoeveelheden en een groter marktaandeel. Indien de maatregelen worden ingetrokken zou de invoer uit Japan en de Volksrepubliek China met dumping dan ook doorgaan en bovendien waarschijnlijk sterk in omvang toenemen.
(39) Omdat er wat Taiwan betreft geen sprake is van uitvoer met dumping is de Commissie van oordeel dat louter en alleen het bestaan van twee andere producenten van het betrokken product onvoldoende reden is om aan te nemen dat deze twee Taiwanese producenten waarschijnlijk met dumping naar de Gemeenschap zullen uitvoeren. Vastgesteld werd derhalve dat er momenteel geen ernstig risico bestaat van nieuwe dumping uit Taiwan.
E. DEFINITIE VAN DE COMMUNAUTAIRE BEDRIJFSTAK
(40) In de Gemeenschap worden 3,5"-microschijven geproduceerd door:
- Twee communautaire producenten die hun volledige medewerking verleenden aan de Commissie tijdens het onderzoek.
- Drie andere producenten die het verzoek onderschreven.
- Andere economische actoren die verbonden zijn met de Japanse, Taiwanese en Chinese exporteurs.
(41) Evenals bij de vorige procedure stelde de Commissie vast dat het onderzoek naar de situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap een onjuist resultaat zou opleveren indien de communautaire producenten die verbonden zijn met producenten in landen die bij eerdere procedures betrokken waren en waarvan werd vastgesteld dat zij het betrokken product met dumping uitvoerden en daardoor aanmerkelijke schade toebrengen aan verzoeker, niet van het begrip "productie in de Gemeenschap" worden uitgesloten. Zodoende werd de productie van de met producenten in de betrokken landen verbonden ondernemingen in de Gemeenschap van de omschrijving van het begrip "productie in de Gemeenschap" uitgesloten.
(42) De productie in de Gemeenschap in de zin van artikel 4, lid 1, van de basisverordening wordt derhalve gevormd door de productie van de twee medewerkende communautaire producenten en van de drie andere producenten die achter de klacht staan.
(43) In de loop van de procedure werd commentaar ontvangen van de Chinese producent/exporteur die aanvoerde dat de door de twee medewerkende communautaire producenten vervaardigde producten niet voldoen aan de bepalingen van de regels van oorsprong van de Gemeenschap zoals deze in artikel 24 van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek(9), aangevuld met Verordening (EG) nr. 12/97(10), zijn neergelegd en derhalve geen deel uitmaken van de communautaire productie.
(44) Dit argument werd van de hand gewezen omdat het onderzoek had aangetoond dat de 3,5"-microschijven die door deze twee ondernemingen in de Gemeenschap worden vervaardigd in hoofdzaak componenten uit de Gemeenschap bevatten. Bovendien voegen zij tijdens het productieproces een aanzienlijke waarde toe aan deze producten, en zijn het hoofdkantoor en de centra voor onderzoek en ontwikkeling alle in de Gemeenschap gevestigd. De door deze ondernemingen vervaardigde 3,5"-microschijven zijn bovendien van oorsprong uit de Gemeenschap in de zin van de bepalingen van het communautair douanewetboek.
(45) Gezien het bovenstaande en het feit dat de medewerkende producenten in de Gemeenschap een belangrijk deel van de productie vertegenwoordigen, in dit geval meer dan 75 % van de communautaire productie, worden zij derhalve beschouwd als de communautaire bedrijfstak in de zin van de artikelen 4, lid 1 en 5, lid 4, van de basisverordening. Zij worden hierna de communautaire bedrijfstak genoemd.
F. DE MARKT VOOR 3,5"-MICROSCHIJVEN IN DE GEMEENSCHAP
1. Algemeen
(46) De markt voor 3,5"-microschijven is volwassen en wordt thans gekenmerkt door een teruglopende vraag. Andere producten, zoals de ZipTM-schijven, en andere microschijven met grote capaciteit, zoals HiFDs, media voor optisch-magnetische gegevensopslag, zoals CD-R's nemen geleidelijk de plaats in van de 3,5"-microschijven op de markt. Gezien het grote aantal PC's dat van een magneetschijfinhoud met 3,5"-microschijf is voorzien, is het duidelijk dat er een blijvende vraag zal zijn naar 3,5"-microschijven in de Gemeenschap. Volgens recent marktonderzoek installeren de meeste fabrikanten van personal computers bovendien nog steeds 3,5"-microschijven in de basisconfiguratie van hun apparaten. In het jaar 2002 zullen er naar schatting 38 miljoen aandrijfeenheden zijn in de Gemeenschap. De communautaire markt voor microschijven zal derhalve belangrijk blijven.
2. Het verbruik van 3,5"-microschijven op de communautaire markt
(47) De cijfers betreffende het verbruik in de Gemeenschap zijn gebaseerd op in de aanvraag verstrekte informatie, gecontroleerde productie- en verkoopgegevens van de bedrijfstak van de Gemeenschap en Eurostat-gegevens betreffende de ingevoerde hoeveelheden. Op basis van deze ramingen kon het verbruik van het betrokken product in de Gemeenschap met een redelijke mate van betrouwbaarheid worden bepaald.
Uit deze berekening bleek dat het totale verbruik in de Gemeenschap is gedaald van 1400 miljoen stuks in 1994 tot 1300 miljoen stuks in 1995, 1100 miljoen stuks in 1996, 1000 miljoen stuks in 1997 en 900 miljoen stuks in het onderzoektijdvak, hetgeen neerkomt op een daling van 36 % in de gehele onderzochte periode.
3. Invoer uit de betrokken landen
a) Algemene opmerking
(48) Omdat ten aanzien van Taiwan was vastgesteld dat het niet waarschijnlijk zou zijn dat dumping in de toekomst zou worden voortgezet of opnieuw zou plaatsvinden, werd het onderzoek naar de waarschijnlijke voortzetting of nieuwe schade met betrekking tot de invoer uit dit land niet voortgezet.
b) Ingevoerde hoeveelheden en marktaandeel en prijzen van de invoer uit Japan en de Volksrepubliek China
(49) Omdat onvoldoende medewerking werd verleend werd gebruik gemaakt van Eurostat-gegevens om de ingevoerde hoeveelheden te ramen. Zoals reeds vermeld maakt het betrokken product slechts deel uit van een GN-post en moest een raming worden gemaakt aan de hand van gedetailleerde douaneinformatie.
(50) De invoer uit Japan en de Volksrepubliek China liep in de onderzochte periode terug van 11 miljoen stuks in 1995 tot 2,6 miljoen stuks in het onderzoektijdvak. Het totale marktaandeel van deze gezamenlijke invoer daalde van 0,8 % in 1995 tot 0,3 % in het onderzoektijdvak.
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
c) Invoer die was aangegeven als van oorsprong uit Macao
(51) Voorts werden in 1995 200 miljoen stuks in de Gemeenschap ingevoerd die waren aangegeven als van oorsprong uit Macao. Na een onderzoek van de antifraudediensten van de Commissie waarin werd bewezen dat deze microschijven van Chinese of Taiwanese oorsprong waren, kwam aan deze handel in 1996 echter een einde. Op deze invoer werden met terugwerkende kracht derhalve antidumpingrechten geïnd(11).
4. Prijsbeleid van de producenten/exporteurs
(52) De ontwikkeling van de prijzen van de ingevoerde 3,5"-microschijven uit de Volksrepubliek China is weergegeven in de volgende tabel.
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
Bron:
Eurostat.
(53) De vergelijking van de prijzen van de met dumping ingevoerde producten uit de Volksrepubliek China werd vastgesteld door hun cif-verkoopprijzen, zoals vastgesteld in overweging 23, te vergelijken met de gewogen gemiddelde prijzen van de communautaire prijzen af fabriek. Deze vergelijking geschiedde voor dezelfde productsoorten die werden ingevoerd (dat wil zeggen hoge densiteit, dubbele densiteit, in bulk of verpakt, certificatiegraad, geformatteerd of niet geformatteerd). De vergelijking toonde aan dat de gewogen gemiddelde prijzen van de uit de Volksrepubliek China ingevoerde producten meer dan 20 % lager waren dan die van de verkoopprijzen van de communautaire bedrijfstak tijdens het onderzoektijdvak.
(54) Omdat geen enkele exporteur/producent in Japan zijn medewerking had verleend aan het huidige onderzoek kon alleen gebruik worden gemaakt van de Eurostat-prijzen of de prijsopgaven die waren verstrekt in het verzoek om een nieuw onderzoek. Het prijsniveau op basis van Eurostat lijkt zeer hoog in vergelijking met de invoer uit de Volksrepubliek China (0,718 ecu/stuk). De Eurostat-prijsgegevens hebben echter betrekking op een productgroep die tevens duurdere microschijven met een hogere opslagcapaciteit omvat die waren uitgesloten van de draagwijdte van de maatregelen na een nieuw onderzoek dat in 1999 werd afgesloten. Op deze basis kon dan ook geen zinvolle vergelijking van de prijzen worden opgesteld. Uit de opgegeven prijzen blijkt dat de prijzen voor Japanse producten vergelijkbaar waren met die van de communautaire bedrijfstak.
5. Situatie van de communautaire bedrijfstak
a) Productie, capaciteit en capaciteitsbezetting
(55) De productie, productiecapaciteit en capaciteitsbezetting van de communautaire bedrijfstak laat het volgende beeld zien:
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
b) Verkoop, marktaandeel en prijzen
(56) De verkoop op de communautaire markt aan niet-verbonden afnemers, het marktaandeel en de prijzen van de communautaire bedrijfstak zijn als volgt:
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
(57) Het marktaandeel van de communautaire bedrijfstak steeg tussen 1994 en 1995 met 3,7 procentpunten en tussen 1995 en 1996 met nog eens met 2 procentpunten. Het bleef vervolgens betrekkelijk stabiel. De prijzen daalden tussen 1994 en het onderzoektijdvak met 53 %.
c) Voorraden
(58) De voorraden bleven betrekkelijk stabiel en konden derhalve geen relevante informatie verstrekken over de situatie van de communautaire bedrijfstak.
d) Winstgevendheid, rendement op geïnvesteerd vermogen en cash flow
(59) Geconstateerd werd dat de financiële resultaten (verliezen) van de bedrijfstak van de Gemeenschap in de gehele onderzochte periode aanmerkelijk lager waren dan de winstmarge die in het oorspronkelijke onderzoek passend werd geacht voor de bedrijfstak van de Gemeenschap. Voor 1995 zijn als gevolg van de herstructureringen in deze industrie geen financiële resultaten beschikbaar. De verliezen daalden in de onderzochte periode van -3,36 % in 1994 tot - 0,17 % in het onderzoektijdvak.
(60) Het rendement op het geïnvesteerd vermogen was tijdens de onderzochte periode negatief en volgt in het algemeen de ontwikkeling van de winstgevendheid. De cash flow liet evenals de winstgevendheid een lichte verbetering zien.
e) Werkgelegenheid, lonen en arbeidsproductiviteit
(61) Als gevolg van de pogingen van de bedrijfstak van de Gemeenschap zijn kosten te verlagen en de productiviteit te verhogen, liep de werkgelegenheid in deze bedrijfstak in de onderzochte periode gestaag terug, namelijk van 266 in 1994 tot 132 in de onderzochte periode, d.w.z. 50 % van alle arbeidsplaatsen. De lonen daalden met 35 %.
(62) De werkgelegenheid daalde terwijl de communautaire bedrijfstak zijn productie verhoogde. Dit duidt er op dat de arbeidsproductiviteit steeg van 695000 stuks per werknemer tot 1318000 stuks per werknemer, een stijging van 89 % in de onderzochte periode.
f) Investeringen en vermogen om kapitaal bijeen te brengen
(63) De productie van 3,5"-microschijven is kapitaalintensief en de fabrieken waarin dit product wordt vervaardigd zijn in het algemeen het hele jaar door 24 uur per dag in bedrijf. In 1994 werd nog 2,9 miljoen ecu geïnvesteerd, in 1995 0,6 miljoen ecu en in 1996 0,3 miljoen ecu, doch de laatste twee jaren van de onderzochte periode werden in deze tak van industrie geen netto-investeringen van betekenis meer gedaan.
(64) De verliezen tijdens de onderzochte periode waren van dien aard dat de communautaire bedrijfstak de afgelopen twee jaar niet over de nodige middelen voor nieuwe investeringen beschikte.
g) Uitvoer van de bedrijfstak van de Gemeenschap
(65) De uitvoer bleef stabiel tussen 2 en 3 % van de totale omzet tijdens de onderzochte periode.
h) Omvang van de dumpingmarge en herstel van eerdere dumping
(66) De dumpingmarge die tijdens het onderzoektijdvak werd vastgesteld voor Japan en de Volksrepubliek China is niet gering. De situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap kon zich nadat maatregelen waren ingesteld enigszins doch niet volledig herstellen. Mochten de maatregelen worden ingetrokken dan zou de dumpingmarge die in het huidige onderzoek werd vastgesteld belangrijke gevolgen hebben.
6. Commentaar van belanghebbenden in de Volksrepubliek China
(67) Een van de medewerkende producenten/exporteurs in de Volksrepubliek China voerde aan dat de markt voor 3,5 inch microschijven uit twee marktsegmenten bestaat, namelijk merkproducten en in bulk verkochte producten (merkloze producten). De markt voor merkloze producten wordt gekenmerkt door zeer grote leveranties van 3,5"-microschijven waaraan geen hoge kwaliteitseisen worden gesteld. Merkproducten daarentegen voldoen normaliter aan hoge kwaliteitseisen. De betrokken producent/exporteur was derhalve van mening dat deze marktsegmenten van elkaar moeten worden onderscheiden en bij het onderzoek niet op dezelfde wijze mogen worden behandeld.
Ter verduidelijking van haar argument wees deze onderneming er op dat de verkoop van merkproducten van hoge kwaliteit stabiel was terwijl de verkoop van merkloze producten van mindere kwaliteit de laatste tijd terugliep. Voorts voerde zij aan dat de bedrijfstak van de Gemeenschap in hoofdzaak merkloze producten van lage kwaliteit verkocht en dat dit mogelijkerwijze een verklaring was voor de aanmerkelijke schade die deze bedrijfstak heeft geleden. Deze onderneming verklaarde dat zij vooral merkproducten verkocht en, zodoende, niet concurreerde met de bedrijfstak van de Gemeenschap.
(68) Het argument dat merkproducten en merkloze producten afzonderlijk dienen te worden onderzocht, werd verworpen. Zoals reeds uiteengezet zijn 3,5"-microschijven hetzelfde product, ongeacht of zij wel dan niet onder een merknaam worden verkocht, en zijn alle types van dit product in ieder opzicht identiek en onderling verwisselbaar. Het type 3,5"-microschijf dat door de Chinese producenten werd verkocht en de types die door de producenten in de Gemeenschap worden verkocht zijn grotendeels identiek en concurreren derhalve in hetzelfde marktsegment.
(69) Een andere belanghebbende producent in de Volksrepubliek China die geen medewerking verleende aan het onderzoek beweerde dat de door de bedrijfstak van de Gemeenschap geleden schade niet aan de invoer uit de Volksrepubliek China kon worden toegeschreven, doch veeleer een gevolg was van het feit dat 3,5"-microschijven een volwassen product zijn dat in de loop van de komende twee jaar van de markt zal verdwijnen. Voorts merkte hij op dat het Chinese product een merkloos product van mindere kwaliteit was dat niet concurreerde met het in de Gemeenschap vervaardigde product, dat volgens deze belanghebbende een merkproduct van hoge kwaliteit was.
(70) De argumenten van deze belanghebbende konden bij gebrek aan medewerking zijnerzijds niet geverifieerd worden. Het is alleszins zo dat, hoewel 3,5"-microschijven inderdaad een volwassen product zijn, de daling van het verbruik over een veel langere periode dan twee jaar gespreid zal zijn. Zoals hierboven uiteengezet zal de vraag naar 3,5"-microschijven naar verwachting niet verdwijnen, hoewel de verkoop zal afnemen, en zullen de fabrikanten van personal computers ook in de toekomst aandrijfeenheden met microschijven als standaardcomponenten in hun apparaten inbouwen. Het argument dat het Chinese product niet met het in de Gemeenschap vervaardigde product concurreert werd reeds afgewezen.
7. Conclusies inzake de situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap
(71) De algemene conclusie, wat de situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap betreft, is dat deze tak van industrie ondanks een groter marktaandeel en geslaagde inspanningen om zijn productiekosten te verlagen (daling van 51 % in de onderzochte periode) zich nog in een zwakke positie bevindt. De productiemethoden werden gemoderniseerd en de fabrieken zijn thans vrijwel geheel geautomatiseerd om de efficiënte te verbeteren, het marktaandeel te handhaven en de winst te maximaliseren. Desondanks is de bedrijfstak van de Gemeenschap er niet in geslaagd een bevredigende financiële situatie te bereiken.
G. MOGELIJKHEID VAN NIEUWE SCHADE OF VOORTZETTING VAN SCHADE
(72) In deel D werd geconcludeerd dat dumping zowel van Japan als de Volksrepubliek China waarschijnlijk zal worden voortgezet wanneer de antidumpingmaatregelen komen te vervallen. Voorts werd geconcludeerd dat zich nieuwe schade zal voordoen indien de maatregelen komen te vervallen omdat de met dumping ingevoerde hoeveelheden aanzienlijk zouden toenemen.
(73) In deel F werd aangetoond dat de bedrijfstak van de Gemeenschap zich tijdens het onderzoektijdvak in een kwetsbare positie bevond.
(74) Indien de maatregelen komen te vervallen zal de invoer met dumping uit Japan en de Volksrepubliek China de prijzen van de bedrijfstak van de Gemeenschap, die reeds onder druk staan, vermoedelijk nog verder omlaag brengen.
(75) De bedrijfstak van de Gemeenschap, die reeds verlies maakt, zou onder dergelijke omstandigheden niet kunnen concurreren met grote hoeveelheden die tegen dergelijke lage prijzen worden verkocht, in de eerste plaats omdat een prijsverschil op deze markt (microschijven zijn een soort basisproduct) er onmiddellijk toe leidt dat de afnemers overschakelen op andere leveranciers en ten tweede heeft de bedrijfstak van de Gemeenschap al de nodige inspanningen gedaan om een herstructurering door te voeren en werkt reeds tegen zeer lage kosten. Het is derhalve waarschijnlijk dat de financiële situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap nog verder achteruit zou gaan zodat het overleven van deze tak in gevaar komt.
Argument van een Chinese producent/exporteur
(76) Een Chinese producent/exporteur voerde aan dat de marktomstandigheden van dien aard waren dat nieuwe schade veroorzaakt door de invoer met dumping uit de Volksrepubliek China onwaarschijnlijk was. De investeringen die noodzakelijk zijn om de Chinese fabrieken te moderniseren en geschikt te maken voor de productie van 3,5"-microschijven van hoge kwaliteit zouden onder de huidige marktomstandigheden niet rendabel zijn. Bovendien zijn er in tegenstelling tot hetgeen de aanvragers beweren, geen voorraden van het product. Deze belanghebbende was derhalve van mening dat het vervallen van de antidumpingrechten geen toename van betekenis van de invoer uit de Volksrepubliek China ten gevolge zou hebben.
Er wordt in eerste instantie op gewezen dat de beweringen van de betrokken onderneming niet konden worden geverifieerd omdat deze geen medewerking verleende aan het onderzoek. Voor de volledigheid werden de aangevoerde argumenten niettemin onderzocht. Wat het argument van de modernisering betreft, wordt opgemerkt dat dit niet relevant is voor het vraagstuk van de terugkerende schade, aangezien werd vastgesteld dat alle types van de 3,5"-microschijf, met inbegrip van die welke momenteel in de Volksrepubliek China worden vervaardigd, vergelijkbaar zijn met de door de bedrijfstak van de Gemeenschap vervaardigde producten en dat deze producten derhalve met elkaar concurreren.
Conclusie
(77) In het licht van het bovenstaande wordt geconcludeerd dat het vervallen van de maatregelen vermoedelijk nieuwe schade zou veroorzaken of tot voortzetting van de schade voor de bedrijfstak van de Gemeenschap zou leiden.
H. BELANG VAN DE GEMEENSCHAP
1. Algemene beschouwingen
(78) De Commissie onderzocht of handhaving van de antidumpingmaatregelen t.a.v. 3,5"-microschijven in het belang van de Gemeenschap zou zijn. Vastgesteld werd dat vermoedelijk opnieuw schadeveroorzakende dumping zou plaatsvinden of dat deze zou worden voortgezet. Bij het onderzoek werd eveneens nagegaan of er al dan niet belangrijke argumenten waren tegen handhaving van de maatregelen, rekening houdend met de gevolgen die dergelijke rechten in het verleden voor de diverse betrokken belangen hebben gehad.
(79) In het eerdere onderzoek was vastgesteld dat maatregelen niet tegen het belang van de Gemeenschap zouden indruisen. Omdat dit bovendien een nieuw onderzoek in het verband met het vervallen van de maatregelen is moet worden aangetoond welke gevolgen de bestaande maatregelen hebben met name voor de verwerkende bedrijven, verbruikers en handelaars.
2. Belangen van de bedrijfstak van de Gemeenschap
(80) Gezien de conclusies ten aanzien van de situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap als vermeld in deel F, in het bijzonder wat de negatieve rentabiliteit betreft, gaat de Commissie er van uit dat indien geen maatregelen worden genomen tegen schadelijke dumping, de financiële situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap waarschijnlijk verder zal verslechteren.
(81) De bedrijfstak van de Gemeenschap is levensvatbaar en kan voldoende hoeveelheden vervaardigen van dit product, dat, hoewel volwassen, nog steeds een courant opslagmedium is voor talrijke computergebruikers. Voorts heeft de bedrijfstak van de Gemeenschap zijn bereidheid aan de dag gelegd om op de communautaire markt de concurrentie het hoofd te bieden. Deze bedrijfstak heeft bijvoorbeeld de volgende maatregelen genomen:
a) de prijzen werden minimaal gehouden om het marktaandeel te handhaven;
b) maatregelen ter bevordering van de consolidatie;
c) sluiting van fabrieken;
d) gebruik op grote schaal van moderne productietechnieken (bijvoorbeeld meer automatisering en informatisering);
e) verbetering van de productiviteit;
f) investeringen in de productie van andere digitale opslagmedia.
(82) De productie van media voor gegevensopslag is bovendien een sector die voor de Gemeenschap in haar geheel technologisch belangrijk is. De technologische kennis en ervaring van de bedrijfstak van de Gemeenschap voor de vervaardiging van inch microschijven vormde de grondslag voor verdere innovatie bij de vervaardiging van andere aanverwante media voor gegevensopslag en dit zal ook in de toekomst het geval zijn. Voor de bedrijfstak van de Gemeenschap vormt een levensvatbare sector van de microschijven de economische grondslag om te kunnen deelnemen aan de groeiende markt van andere media voor gegevensopslag.
3. Belangen van niet-verbonden importeurs/handelaars
(83) Slechts één niet-verbonden importeur verleende zijn medewerking aan het onderzoek. Hij verklaarde dat de invoer werd beperkt door het bestaan van antidumpingmaatregelen. Het was echter duidelijk dat deze importeur de invoer gewoon kon voortzetten. Indien maatregelen worden gehandhaafd zou deze onderneming nog steeds 3,5"-microschijven uit de betrokken landen en uit andere derde landen kunnen importeren, met inbegrip van landen waarop geen antidumpingmaatregelen van toepassing zijn.
(84) De beperkte medewerking van de importeur in dit geval leidt bovendien tot de conclusie dat de maatregelen die van kracht zijn op de invoer uit Japan en de Volksrepubliek China geen belangrijke gevolgen hadden voor de situatie van de niet-verbonden importeurs en handelaars van 3,5"-microschijven in de Gemeenschap.
(85) Vastgesteld wordt derhalve dat voortzetting van de maatregelen waarschijnlijk geen invloed zal hebben op de situatie van niet-verbonden importeurs en handelaars van 3,5"-microschijven in de Gemeenschap.
4. Belangen van leveranciers van onderdelen
(86) Een verdere inkrimping en/of verslechtering van de situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap zal niet alleen negatieve consequenties hebben voor de werkgelegenheid en de investeringen in deze tak van industrie zelf maar ook voor de toeleveranciers van deze sector van onder meer shells, cookies, shutters, hubs, liners en veren.
(87) De producenten in de Gemeenschap betrekken het grootste gedeelte van hun grondstoffen en componenten van leveranciers in de Gemeenschap. Handhaving van de antidumpingmaatregelen zou derhalve duidelijk in het belang zijn van deze toeleveranciers.
5. Belangen van de verwerkende industrie en van de consument
(88) Andere belanghebbenden die op grote schaal gebruik maken van 3,5"-microschijven zijn onder meer de softwarekopieerders en de eindverbruikers. Geen van deze partijen heeft bij dit herzieningsonderzoek opmerkingen gemaakt. De Commissie gaat er derhalve van uit dat de bevindingen van het oorspronkelijk onderzoek in deze context nog steeds geldig zijn, namelijk dat de kostenstijging voor deze sector, in vergelijking met de algemene kosten, als onbeduidend kan worden beschouwd en geen of weinig gevolgen zal hebben voor de door de consument betaalde prijzen.
(89) Wanneer de maatregelen zouden komen te vervallen dan zou dit daarentegen de levensvatbaarheid van de bedrijfstak van de Gemeenschap ernstig in gevaar kunnen brengen. Het verdwijnen van deze bedrijfstak zou er toe leiden dat het aanbod en de mededinging op de markt verminderen, hetgeen nadelige gevolgen zal hebben voor zowel de softwarekopieerders als de consumenten.
6. Conclusie
(90) Na de belangen van de verschillende betrokkenen tegen elkaar te hebben afgewogen stelt de Commissie vast dat er geen dwingende redenen zijn waarom handhaving van de maatregelen strijdig zou zijn met het belang van de Gemeenschap.
I. VOORGESTELDE RECHTEN VOOR JAPAN EN DE VOLKSREPUBLIEK CHINA
(91) Gezien het bovenstaande dienen de bij Verordening (EEG) nr. 2861/93 ingestelde antidumpingrechten op hun huidige niveau te worden gehandhaafd:
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
(92) Omdat het onderzoek zo veel tijd in beslag heeft genomen worden de maatregelen beperkt tot vier jaar.
J. BEËINDIGING VAN DE PROCEDURE TEN AANZIEN VAN TAIWAN
(93) Gezien de bovenstaande conclusies ten aanzien van de invoer uit Taiwan zijn antidumpingmaatregelen die momenteel van kracht zijn tegen Taiwan niet langer gerechtvaardigd en dient de procedure ten aanzien van de invoer uit dit land te worden beëindigd. Ondanks het feit dat het onderzoek zo veel tijd in beslag heeft genomen gaat de beëindiging in op de datum van inwerkingtreding van deze verordening. Gebeurtenissen na het onderzoektijdvak die een aantal maanden later werden onderzocht lagen namelijk ten grondslag aan het besluit om de procedure te beëindigen zodat beëindiging met terugwerkende kracht onder deze omstandigheden niet zou stroken met de loop van de gebeurtenissen tijdens het onderzoek,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Er wordt een definitief antidumpingrecht ingesteld op de invoer van 3,5"-microschijven die worden gebruikt voor het vastleggen en opslaan van gecodeerde digitale computerinformatie, vallende onder GN-code ex 8523 20 90 (Taric-code 8523 20 90*40 ), van oorsprong uit Japan en de Volksrepubliek China, met uitzondering van 3,5"-microschijven op basis van optische servovolgtechnologie met continue werking of magnetische sector servovolgtechnologie met een geheugencapaciteit van 120 MB of meer.
2. Het recht dat van toepassing is op de nettoprijs franco grens Gemeenschap, vóór inklaring, van de door de hierna volgende fabrikanten vervaardigde producten bedraagt:
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
3. Tenzij anders vermeld, zijn de bepalingen inzake douanerechten van toepassing.
Artikel 2
De antidumpingrechten worden ingesteld voor een periode van vier jaar met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening.
Artikel 3
De procedure met betrekking tot de invoer van 3,5"-microschijven uit Taiwan wordt hierbij beëindigd.
Artikel 4
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 18 februari 2002.
Voor de Raad
De voorzitter
J. Piqué i Camps
(1) PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2238/2000 (PB L 257 van 11.10.2000, blz. 1).
(2) PB L 262 van 21.10.1993, blz. 4. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2537/1999 (PB L 307 van 2.12.1999, blz. 1).
(3) Verordening (EG) nr. 2199/94 (PB L 236 van 10.9.1994, blz. 2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2537/1999 (PB L 307 van 2.12.1999, blz. 1).
(4) Verordening (EG) nr. 1821/98 (PB L 236 van 22.8.1998, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2537/1999.
(5) PB C 256 van 9.9.1999, blz. 3.
(6) PB C 111 van 12.4.2001, blz. 9.
(7) PB C 123 van 22.4.1998, blz. 5.
(8) PB C 322 van 21.10.1998, blz. 4.
(9) PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.
(10) PB L 9 van 13.1.1997, blz. 1.
(11) Zie overweging 15 van Verordening (EG) nr. 1445/96 van de Commissie (PB L 186 van 25.7.1996, blz. 14) en overweging 3 van Besluit nr. 98/175/EG van de Commissie (PB L 63 van 4.3.1998, blz. 32).