Verordening (EG) nr. 1313/2002 van de Commissie van 19 juli 2002 houdende uitvoering van Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad betreffende de organisatie van een steekproefenquête naar de arbeidskrachten in de Gemeenschap, wat de kenmerken van de speciale module voor het jaar 2003 over levenslang leren betreft

Verordening (EG) nr. 1313/2002 van de Commissie

van 19 juli 2002

houdende uitvoering van Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad betreffende de organisatie van een steekproefenquête naar de arbeidskrachten in de Gemeenschap, wat de kenmerken van de speciale module voor het jaar 2003 over levenslang leren betreft

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad van 9 maart 1998 betreffende de organisatie van een steekproefenquête naar de arbeidskrachten in de Gemeenschap(1), en met name op artikel 4, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Verordening (EG) nr. 1626/2000 van de Commissie(2), houdende uitvoering van Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad betreffende de organisatie van een steekproefenquête naar de arbeidskrachten in de Gemeenschap, heeft een programma van speciale modules bij de arbeidskrachtenenquête voor de jaren 2001 tot 2004 opgesteld, waaronder een speciale module over levenslang leren.

(2) Overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 577/98 moet de gedetailleerde lijst van de in het kader van een speciale module te verzamelen informatie ten minste twaalf maanden voor het begin van de referentieperiode van deze module worden vastgesteld.

(3) In punt 4.3 van Mededeling COM(2001) 678 van de Commissie "Een Europese ruimte voor levenslang leren realiseren" wordt erop gewezen dat vergelijkbare gegevens en statistische meetcriteria essentieel zijn voor de ontwikkeling en implementatie van coherente en omvattende strategieën voor levenslang leren en dat statistische gegevens en indicatoren reeds een grote rol spelen in de bestaande initiatieven op het gebied van levenslang leren en het mogelijk maken de geboekte vooruitgang bij het bereiken van gestelde doelstellingen en het uitvoeren van beleidspunten na te gaan.

(4) Overeenkomstig werkgelegenheidsrichtsnoer C voor 2002 moeten de lidstaten nationale doelstellingen bepalen voor een toename van de investeringen in menselijk potentieel en in de participatie aan bijscholing en opleiding (formeel of informeel) en moeten zij de vooruitgang bij de verwezenlijking van die doelstellingen regelmatig evalueren.

(5) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité statistisch programma dat is opgericht bij Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad(3),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De gedetailleerde lijst van de in het kader van de speciale module voor het jaar 2003 over levenslang leren te verzamelen informatie is opgenomen in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 juli 2002.

Voor de Commissie

Pedro Solbes Mira

Lid van de Commissie

(1) PB L 77 van 14.3.1998, blz. 3.

(2) PB L 187 van 26.7.2000, blz. 5.

(3) PB L 181 van 28.6.1989, blz. 47.

BIJLAGE

Kenmerken van de speciale module voor het jaar 2003 over levenslang leren

1. Betrokken lidstaten en regio's: Alle.

2. De referentieperiode is 2003. Alle variabelen worden verstrekt ofwel:

- voor ten minste 15 % van de steekproef die noodzakelijk is om te voldoen aan de in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 577/98 bepaalde voorwaarden. De referentieweken voor deze deelsteekproef zijn gelijk over het jaar verdeeld, ofwel

- voor 100 % van de steekproef van het tweede kwartaal 2003.

3. De variabelen worden als volgt gecodeerd:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>