Home

Verordening (EG) nr. 2040/2002 van de Commissie van 15 november 2002 betreffende maatregelen van toezicht op de invoer van bepaalde textielproducten van oorsprong uit de Arabische Republiek Syrië

Verordening (EG) nr. 2040/2002 van de Commissie van 15 november 2002 betreffende maatregelen van toezicht op de invoer van bepaalde textielproducten van oorsprong uit de Arabische Republiek Syrië

Verordening (EG) nr. 2040/2002 van de Commissie

van 15 november 2002

betreffende maatregelen van toezicht op de invoer van bepaalde textielproducten van oorsprong uit de Arabische Republiek Syrië

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 517/94 van de Raad van 7 maart 1994 betreffende een gemeenschappelijke regeling voor de invoer van textielproducten uit bepaalde derde landen, die niet vallen onder bilaterale overeenkomsten, protocollen of andere regelingen, noch onder een andere, bijzondere, communautaire regeling(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1309/2002(2), inzonderheid op artikel 11, lid 1, onder b),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Verordening (EG) nr. 956/2001 van de Commissie(3) vervalt op 17 november 2002.

(2) Uit het toezicht dat gedurende de afgelopen 18 maanden is verricht, blijkt dat de stijging van de invoer in de Gemeenschap van katoengarens (categorie 1) van oorsprong uit de Arabische Republiek Syrië tegen zeer lage prijzen, die zich in de daaraan voorafgaande periode van drie jaar had voorgedaan (van nagenoeg nihil in 1996 tot 10 % van de communautaire invoer in 2000), zich heeft gestabiliseerd nadat de invoer onder toezicht was gesteld.

(3) Onderzoek van de Commissie in 2001 en 2002 heeft aangetoond dat de stijging van de Syrische productiecapaciteit en, tegelijk daarmee, van de Syrische export naar de Europese Unie, verband hield met een stijging van de productiecapaciteit voor katoengarens in Syrië. Deze zijn nagenoeg exclusief exportgeoriënteerd en voornamelijk gericht op de EU-markt. Het is derhalve niet uit te sluiten dat een nieuwe capaciteitstoename weer leidt tot een toename van de Syrische export naar de Europese Unie.

(4) Het onderzoek kwam verder tot de conclusie dat deze export, na een aanzienlijke stijging van het Syrische exportvolume in de periode 1998-2000, nu stabiel, maar nog steeds omvangrijk is en dat de gemiddelde Syrische exportprijzen voor de Europese Unie verder dalen en tot de laagste EU-importprijzen behoren.

(5) Gezien de resultaten van het tot dusver verrichte onderzoek, en met name gezien de mogelijkheid dat de inzet door Syrië van nieuwe capaciteit voor de productie van katoengarens de komende maanden tot een verdere prijsverlaging leidt en zelfs tot een nieuwe stijging van de betrokken uitvoer naar de Europese Unie, dient het toezicht op de invoer in de Gemeenschap van katoengarens (categorie 1) van oorsprong uit de Arabische Republiek Syrië te worden gehandhaafd. De overeenkomstig Verordening (EG) nr. 956/2001 ingestelde toezichtregeling dient derhalve met 18 maanden te worden verlengd. Dienovereenkomstig zullen katoengarens die vanuit de Arabische Republiek Syrië worden verzonden en in de Gemeenschap in het vrije verkeer worden gebracht, bij binnenkomst in de Gemeenschap aan toezicht worden onderworpen en zal een invoerdocument moeten worden overgelegd overeenkomstig de in artikel 14, leden 1, 2, 3 en 4, van Verordening (EG) nr. 517/97 gestelde voorwaarden.

(6) Om de huidige invoerregeling niet te onderbreken is het wenselijk dat deze verordening op 18 november 2002 in werking treedt.

(7) De onderhavige maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij Verordening (EG) nr. 517/94 ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De invoer in de Gemeenschap van katoengarens (categorie 1) die van oorsprong zijn uit de Arabische Republiek Syrië en in de Gemeenschap in het vrije verkeer worden gebracht, wordt onder voorafgaand toezicht van de Gemeenschap gesteld.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 18 november 2002.

Zij is van kracht gedurende een periode van 18 maanden.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 november 2002.

Voor de Commissie

Pascal Lamy

Lid van de Commissie

(1) PB L 67 van 10.3.1994, blz. 1.

(2) PB L 192 van 20.7.2002, blz. 1.

(3) PB L 134 van 17.5.2001, blz. 31.