Advies van de Commissie van 1 oktober 2003 betreffende de voorgenomen lozing van radioactieve afvalstoffen afkomstig van wijzigingen op het terrein van de kerncentrale Philippsburg (KKP) in Duitsland, overeenkomstig artikel 37 van het Euratom-Verdrag
Advies van de Commissie van 1 oktober 2003 betreffende de voorgenomen lozing van radioactieve afvalstoffen afkomstig van wijzigingen op het terrein van de kerncentrale Philippsburg (KKP) in Duitsland, overeenkomstig artikel 37 van het Euratom-Verdrag
Advies van de Commissie van 1 oktober 2003 betreffende de voorgenomen lozing van radioactieve afvalstoffen afkomstig van wijzigingen op het terrein van de kerncentrale Philippsburg (KKP) in Duitsland, overeenkomstig artikel 37 van het Euratom-Verdrag
Publicatieblad Nr. C 238 van 04/10/2003 blz. 0002 - 0002
Advies van de Commissie
van 1 oktober 2003
betreffende de voorgenomen lozing van radioactieve afvalstoffen afkomstig van wijzigingen op het terrein van de kerncentrale Philippsburg (KKP) in Duitsland, overeenkomstig artikel 37 van het Euratom-Verdrag
(2003/C 238/02)
(Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek)
Op 6 mei 2003 heeft de Commissie overeenkomstig artikel 37 van het Euratom-Verdrag van de regering van de Bondsrepubliek Duitsland de algemene gegevens ontvangen van het plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen als gevolg van wijzigingen op het terrein van de kerncentrale Philippsburg (KKP).
Op grond van de ontvangen gegevens heeft de Commissie geconcludeerd dat het plan betrekking had op wijzigingen van een bestaand plan waarover al advies was uitgebracht. Voorts heeft de Commissie in aanmerking genomen dat de tussenopslagplaats voor bestraalde splijtstoffen voortkomend uit die wijzigingen ontworpen is om maximaal veertig jaar in bedrijf te blijven en na de buitenbedrijfstelling en ontmanteling van de bestaande installatie in bedrijf kan blijven. Na raadpleging van de groep van deskundigen brengt de Commissie het volgende advies uit:
a) De voorgenomen wijzigingen vereisen geen veranderingen in de bestaande toegestane limieten voor de lozing van gasvormige en vloeibare afvalstoffen.
b) De voorgenomen wijzigingen hebben geen gevolgen ten aanzien van de vaste radioactieve afvalstoffen afkomstig van de exploitatie van de bestaande installatie.
c) De voorgenomen wijzigingen hebben geen gevolgen ten aanzien van onvoorziene lozingen van radioactieve stoffen na een ongeval van de aard en de omvang als beschreven in de algemene gegevens van het bestaande plan.
Concluderend is de Commissie van mening dat uitvoering van het plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen, in welke vorm ook, als gevolg van de wijzigingen op het terrein van de kerncentralen Philippsburg (KKP) in Duitsland, zowel onder normale bedrijfsomstandigheden als in ongevalssituaties van de aard en omvang als aangeduid in de algemene gegevens niet zal leiden tot een uit gezondheidsoogpunt significante radioactieve besmetting van het water, de bodem of het luchtruim van een andere lidstaat.