2003/53/EG: Besluit van de Raad van 10 januari 2003 tot wijziging van Besluit 2001/131/EG houdende afsluiting van de overlegprocedure met Haïti in het kader van artikel 96 van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst
2003/53/EG: Besluit van de Raad van 10 januari 2003 tot wijziging van Besluit 2001/131/EG houdende afsluiting van de overlegprocedure met Haïti in het kader van artikel 96 van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst
2003/53/EG: Besluit van de Raad van 10 januari 2003 tot wijziging van Besluit 2001/131/EG houdende afsluiting van de overlegprocedure met Haïti in het kader van artikel 96 van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst
Publicatieblad Nr. L 020 van 24/01/2003 blz. 0023 - 0024
Besluit van de Raad
van 10 januari 2003
tot wijziging van Besluit 2001/131/EG houdende afsluiting van de overlegprocedure met Haïti in het kader van artikel 96 van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst
(2003/53/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst die bij Besluit nr. 1/2000 van de ACS-EG-Raad van ministers vervroegd wordt toegepast(1), en met name op artikel 96,
Gelet op het intern akkoord inzake maatregelen en procedures voor de tenuitvoerlegging van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst, dat bij besluit van de vertegenwoordigers van regeringen van de lidstaten van 18 september 2000 voorlopig wordt toegepast, inzonderheid op artikel 3,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Op grond van Besluit 2001/131/EG van de Raad van 29 januari 2001 houdende afsluiting van de overlegprocedure met Haïti in het kader van artikel 96 van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst(2) wordt de toekenning van financiële steun aan Haïti gedeeltelijk geschorst met het oog op de toepassing van de passende maatregelen vastgesteld in artikel 96, lid 2, onder c), van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst.
(2) Het besluit verstrijkt op 31 december 2002 en voorziet in een herziening van de maatregelen vóór die datum.
(3) De democratische beginselen worden op Haïti nog steeds niet nageleefd. Maatregelen ten behoeve van democratisering, versterking van de rechtsstaat en het verkiezingsproces verdienen evenwel ondersteuning, en met name om een bijdrage te leveren aan de missie die aan de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) is toevertrouwd bij de Resoluties nr. 806 en nr. 822. Maatregelen ter versterking van de civiele samenleving, de particuliere sector, de bestrijding van armoede en maatregelen die de Haïtiaanse bevolking rechtstreeks ten goede komen moeten worden voortgezet,
BESLUIT:
Artikel 1
Besluit 2001/131/EG wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 3, tweede en derde alinea, wordt "31 december 2002" vervangen door "31 december 2003".
2. De bijlage wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit wordt van kracht op de dag waarop het wordt aangenomen.
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Gedaan te Brussel, 10 januari 2003.
Voor de Raad
De voorzitter
G. Papandreou
(1) PB L 195 van 1.8.2000, blz. 46.
(2) PB L 48 van 17.2.2002, blz. 31. Besluit laatstelijk gewijzigd bij Besluit 2002/131/EG (PB L 47 van 19.2.2002, blz. 34).
BIJLAGE
Excellentie,
De Europese Unie hecht groot belang aan artikel 9 van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst. De democratische beginselen en de rechtsstaat, waarop het ACS-EG-partnerschap is gebaseerd, zijn essentiële elementen van die overeenkomst en vormen dan ook de hoeksteen van onze betrekkingen.
In haar brief van 31 januari 2001 heeft de Europese Unie medegedeeld dat zij betreurde dat geen bevredigende oplossing was gevonden om de schending van de Haïtiaanse kieswet te verhelpen. Zij heeft u medegedeeld dat u de in artikel 96, lid 2, onder c), van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst vastgestelde passende maatregelen dient te nemen. In haar brief van 23 januari 2002 heeft de Unie haar besluit van 29 januari 2001 herzien teneinde te komen tot een geleidelijke herneming van alle samenwerkingsinstrumenten afhankelijk van de verwezenlijking van democratische doelstellingen inzake het verkiezingsproces.
Vandaag, na meer dan twee jaar van politieke crisis is de Unie van oordeel dat de democratische beginselen nog altijd niet hersteld zijn op Haïti. Zij erkent evenwel dat er talrijke internationale en lokale inspanningen hebben plaatsgevonden om deze crisis op te lossen, onder meer door de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) en de Gemeenschap van Caribische Staten (Caricom), en bevestigt opnieuw haar wens om die maatregelen te ondersteunen. Dienovereenkomstig heeft de Haïtiaanse regering zich er, in het kader van Resolutie nr. 822 van de OAS, toe verbonden om een grotere prioriteit toe te kennen aan het herstel van een klimaat van veiligheid en vertrouwen in het land, met inbegrip van het onderzoeken van alle politiek geïnspireerde moorden en de versterking van de ontwapeningsprogramma's. De Europese Unie dringt er bij de regering eveneens op aan die verbintenis om te zetten in concrete daden.
De Europese Unie is voorts verontrust over de verslechtering van de sociaal-economische situatie op Haïti en bevestigt opnieuw haar wens om haar samenwerking ten behoeve van de Haïtiaanse bevolking voort te zetten.
In het licht van het bovenstaande heeft de Raad van de Europese Unie haar besluit van 21 januari 2002 herzien en besloten de volgende passende maatregelen in de zin van artikel 96, lid 2, onder c), van de overeenkomst te herzien:
a) heroriëntering van de resterende middelen van de eerste tranche van het 8e EOF en terbeschikkingstelling van de tweede tranche van het 8e EOF voor projecten die direct ten goede komen van de Haïtiaanse bevolking, de civiele samenleving en de particuliere sector en voor projecten ter ondersteuning van de democratie, de versterking van de rechtsstaat en het verkiezingsproces;
b) de kennisgeving van toewijzing van de middelen van het 9e EOF en de ondertekening van het overeenkomstige nationaal indicatief programma zullen niet tijdens de looptijd van dit besluit plaatsvinden.
De Unie zal van dichtbij toezien op het verdere verloop van het democratiseringsproces en meer in het bijzonder het zetten van de nodige stappen voor het organiseren van parlementaire en plaatselijke verkiezingen, zoals bijvoorbeeld de oprichting van de voorlopige kiesraad en de oprichting van een commissie voor verkiezingstoezicht. Besluiten over de geleidelijke reactivering van de door deze maatregelen getroffen samenwerkingsinstrumenten zullen worden genomen afhankelijk van de ontwikkeling van het verkiezingsproces en in het licht van de hervatting van de samenwerking met de internationale financiële instellingen.
De Unie is bereid haar besluit in geval van een positieve ontwikkeling te herzien. Zij herhaalt dat zij openstaat voor een versterkte politieke dialoog.
Gelieve, Excellentie, de verzekering van onze bijzondere hoogachting te aanvaarden.
Voor de Commissie
Voor de Raad