2003/654/EG: Beschikking van de Commissie van 8 september 2003 houdende vaststelling van de code en de standaardvoorschriften voor het inzenden in een voor de machine leesbare vorm van de gegevens van de tussentijdse statistische enquêtes naar de wijnbouwoppervlakten (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 3191)
2003/654/EG: Beschikking van de Commissie van 8 september 2003 houdende vaststelling van de code en de standaardvoorschriften voor het inzenden in een voor de machine leesbare vorm van de gegevens van de tussentijdse statistische enquêtes naar de wijnbouwoppervlakten (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 3191)
Beschikking van de Commissie
van 8 september 2003
houdende vaststelling van de code en de standaardvoorschriften voor het inzenden in een voor de machine leesbare vorm van de gegevens van de tussentijdse statistische enquêtes naar de wijnbouwoppervlakten
(kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 3191)
(Voor de EER relevante tekst)
(2003/654/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 357/79 van de Raad van 5 februari 1979 betreffende de statistische enquêtes naar de wijnbouwoppervlakten(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2329/98(2), inzonderheid op artikel 5, lid 6, en artikel 6, lid 7,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Beschikking 80/765/EEG van de Commissie van 8 juli 1980 houdende vaststelling van de code en de standaardvoorschriften voor het inzenden in een voor de machine leesbare vorm van de gegevens van de tussentijdse statistische enquêtes naar de wijnbouwoppervlakten(3) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd(4). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie te worden overgegaan.
(2) De lidstaten delen de Commissie uit hoofde van Verordening (EEG) nr. 357/79 de in het kader van de tussentijdse enquêtes naar de wijnbouwoppervlakten verzamelde informatie ingedeeld naar geografische eenheid en overeenkomstig een tabellenprogramma mede en dit tabellenprogramma dient opgesteld te worden volgens de procedure van artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 357/79, dat wil zeggen bij beschikking van de Commissie nadat het Permanent Comité voor de landbouwstatistiek advies heeft uitgebracht.
(3) De lidstaten die de resultaten van de enquêtes naar de wijnbouwoppervlakten elektronisch verwerken, dienen deze resultaten in een voor de machine leesbare vorm mede te delen. De codering voor de indiening van de enquêteresultaten dient te geschieden volgens de procedure van artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 357/79.
(4) De lidstaten dienen de in artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 357/79 genoemde gegevens om praktische redenen ook in een voor de machine leesbare vorm toe te zenden.
(5) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de landbouwstatistiek,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
De voor de machine leesbare informatiedragers, gebruikt door de lidstaten die de resultaten van enquêtes per computer verwerken, waarop de in de artikelen 5 en 6 van Verordening (EEG) nr. 357/79 bedoelde gegevens worden opgenomen, dienen magneetbanden te zijn.
Artikel 2
De code en standaardvoorschriften voor het opnemen op magneetband van de in de artikelen 5 en 6 van Verordening (EEG) nr. 357/79 bedoelde gegevens dienen te beantwoorden aan de beschrijving in de bijlagen I en II bij deze beschikking.
Artikel 3
Beschikking 80/765/EEG wordt ingetrokken.
Verwijzingen naar de ingetrokken beschikking gelden als verwijzingen naar de onderhavige beschikking en worden gelezen volgens de in bijlage IV opgenomen concordantietabel.
Artikel 4
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 8 september 2003.
Voor de Commissie
Pedro Solbes Mira
Lid van de Commissie
(1) PB L 54 van 5.3.1979, blz. 124.
(2) PB L 291 van 30.10.1998, blz. 2.
(3) PB L 213 van 16.8.1980, blz. 34.
(4) Zie bijlage III.
BIJLAGE I
SPECIFICATIE VAN DE MAGNEETBANDEN VOOR DE AAN EUROSTAT TE ZENDEN GEGEVENS VAN DE TUSSENTIJDSE ENQUÊTES NAAR DE WIJNBOUWOPPERVLAKTEN
(Verordening (EEG) nr. 357/79 van de Raad)
ALGEMENE BEPALINGEN
I. De gegevens die overeenkomstig de in de artikelen 5 en 6 van Verordening (EEG) nr. 357/79 van de Raad vastgestelde karakteristieken zijn opgenomen, moeten door de lidstaten die de enquêteresultaten per computer verwerken in onderstaande vorm aan Eurostat worden overgelegd:
1. Indien de enquête door middel van een algemene telling heeft plaatsgevonden, bestaat de informatie uit gegevens over alle bedrijven tezamen (of uit geëxtrapoleerde gegevens over alle bedrijven tezamen bij een enquête door middel van een steekproef met aselecte trekking), maar zij verschaft geen inlichtingen over afzonderlijke bedrijven.
2. De gegevens dienen op negensporen magneetband/1600 BPI (630 bytes/cm) standaardlabel te worden opgenomen.
3. De informatie dient op banden met een vaste lengte van 145 posities te worden opgenomen in EBCDIC.
4. De eerste twee zones van elke opname moeten de identificatiegegevens bevatten. De eerste zone (drie posities) geeft de geografische eenheid aan, waarvan de codering in de bijzondere bepalingen en in bijlage II wordt aangetroffen.
5. De tweede zone (twee posities) identificeert de tabel van het in Verordening (EEG) nr. 357/79 bedoelde tabellenprogramma. De codes van de tabellen worden in de bijzondere bepalingen gegeven.
6. Het aantal en de grootte van de zones van elke opname verschillen van tabel tot tabel. Indien tabellen korter zijn dan 145 posities, worden op de rest van de opname blanco's geregistreerd.
7. Informatiegegevens dienen in elke afzonderlijke zone aan de rechterzijde te worden geregistreerd en te worden aangevuld met nullen. Niet geleverde facultatieve gegevens dienen bij de overeenstemmende bytes door blanco's te worden weergegeven.
8. De gegevens over de oppervlakten worden in are uitgedrukt, die over de productie in hectoliter.
9. De lidstaten kunnen hun eigen blokkingsfactor kiezen, die zij aan Eurostat mededelen.
10. De opnamen dienen te worden ingedeeld naar geografische eenheid, tabel en verandering.
11. De administratieve standaardprocedure voor de verzending van de magneetbanden naar Eurostat dient door Eurostat en de lidstaten te worden vastgesteld.
II. Op de volgende bladzijden wordt voor elke tabel en voor elke positie van een opname bepaald:
a) welke code moet worden gebruikt,
b) het maximale aantal digits dat voor die positie is voorzien,
c) de doorlopende nummering van de posities.
BIJZONDERE BEPALINGEN
De eerste twee zones van elke opname bevatten de volgende informatie:
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
Tabel 5((Specificatie: zie bijlage I van Beschikking 79/491/EEG van de Commissie.))
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
Tabel 6
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
Tabel 7
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
Tabel 8
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
BIJLAGE II
GEOGRAFISCHE EENHEDEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4, LID 3, VAN VERORDENING (EEG) Nr. 357/79 VAN DE RAAD
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
BIJLAGE III
Ingetrokken beschikking en de achtereenvolgende wijzigingen daarvan
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
BIJLAGE IV
CONCORDANTIETABEL
>RUIMTE VOOR DE TABEL>