Home

2003/676/EG: Beschikking van de Commissie van 24 september 2003 over een aanvullende financiële bijdrage van de Gemeenschap in de kosten van de uitroeiing van mond- en klauwzeer in het Verenigd Koninkrijk in 2001 (kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 3325)

2003/676/EG: Beschikking van de Commissie van 24 september 2003 over een aanvullende financiële bijdrage van de Gemeenschap in de kosten van de uitroeiing van mond- en klauwzeer in het Verenigd Koninkrijk in 2001 (kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 3325)

2003/676/EG: Beschikking van de Commissie van 24 september 2003 over een aanvullende financiële bijdrage van de Gemeenschap in de kosten van de uitroeiing van mond- en klauwzeer in het Verenigd Koninkrijk in 2001 (kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 3325)

Publicatieblad Nr. L 249 van 01/10/2003 blz. 0045 - 0047


Beschikking van de Commissie

van 24 september 2003

over een aanvullende financiële bijdrage van de Gemeenschap in de kosten van de uitroeiing van mond- en klauwzeer in het Verenigd Koninkrijk in 2001

(kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 3325)

(Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)

(2003/676/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Beschikking 90/424/EEG van de Raad van 26 juni 1990 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003(2), en met name op artikel 3, lid 3, en artikel 11,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Zoals overeenkomstig Beschikking 90/424/EEG vereist voor de verkrijging van een financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de uitroeiing van mond- en klauwzeer heeft het Verenigd Koninkrijk onmiddellijk na de officiële bevestiging van de aanwezigheid van mond- en klauwzeer in 2001 medegedeeld dat het terstond de bestrijdingsmaatregelen genomen had die bij een uitbraak van deze ziekte van toepassing zijn uit hoofde van Richtlijn 85/511/EEG van de Raad van 18 november 1985 tot vaststelling van gemeenschappelijke maatregelen ter bestrijding van mond- en klauwzeer(3), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2003/11/EG van de Commissie(4).

(2) Het uitbreken van mond- en klauwzeer levert een ernstig gevaar voor de veestapel van de Gemeenschap op. Om verspreiding van deze ziekte te voorkomen en om mee te helpen bij de uitroeiing ervan dient de Gemeenschap dan ook financiële bijstand te verlenen voor de subsidiabele uitgaven die door het Verenigd Koninkrijk gedaan zijn. Overeenkomstig de voorschriften van Beschikking 90/424/EEG is het dan ook op zijn plaats dat de Gemeenschap een financiële bijdrage aan het Verenigd Koninkrijk toekent voor de kosten in verband met de uitbraak van mond- en klauwzeer in 2001.

(3) Krachtens Beschikking 2001/654/EG(5) en Beschikking 2003/23/EG(6) van de Commissie heeft de Gemeenschap een financiële bijdrage toegekend voor de schadeloosstelling van de eigenaars van dieren die uit hoofde van de uitroeiingsmaatregelen in verband met uitbraken van mond- en klauwzeer in 2001 verplicht geslacht zijn. Daarnaast moet een financiële bijdrage van de Gemeenschap worden verleend voor de overige, operationele kosten die voor het slachten van de bedoelde dieren gemaakt zijn en voor de andere kosten die rechtstreeks verband houden met andere uitroeiingsmaatregelen.

(4) Overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid(7) moeten volgens de communautaire voorschriften uitgevoerde veterinaire en fytosanitaire maatregelen gefinancierd worden uit de afdeling Garantie van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw. Voor de financiële controle gelden de artikelen 8 en 9 van genoemde verordening.

(5) Het Verenigd Koninkrijk heeft op 27 februari 2003 een verzoek ingediend voor de vergoeding van de overige kosten in verband met de uitroeiing van mond- en klauwzeer in 2001. Het verzoek is ingediend in elektronische vorm en in het formaat, dat vastgelegd is in Beschikking 2003/182/EG van de Commissie van 14 maart 2003 inzake een financiële bijdrage van de Gemeenschap in de operationele kosten van de uitroeiing van mond- en klauwzeer in Nederland in 2001(8) en de twee beschikkingen voor Frankrijk en Ierland die tegelijkertijd goedgekeurd zijn. Het Verenigd Koninkrijk hoeft dan ook niet om de indiening van nog een betalingsverzoek met een bepaald formaat verzocht te worden. Om een gelijke behandeling van de lidstaten te waarborgen, moeten de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk evenwel in de gelegenheid worden gesteld om het verzoek van 27 februari 2003 binnen 30 dagen na de bekendmaking van deze beschikking te completeren.

(6) In het licht van de begrotingsmiddelen die voor 2003 gereserveerd zijn en de doorgaande controles op de subsidiabele uitgaven moet de financiële bijdrage in de kosten - op voorwaarde dat de middelen vrijkomen - in dit stadium beperkt blijven tot een uit te betalen voorschot van 40 miljoen EUR.

(7) De financiële bijdrage van de Gemeenschap wordt slechts verleend voorzover de voorgenomen maatregelen efficiënt uitgevoerd zijn en de bevoegde autoriteiten alle nodige inlichtingen verstrekken.

(8) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Betaling van een voorschot op de financiële bijdrage van de Gemeenschap aan het Verenigd Koninkrijk

Afhankelijk van de beschikbaarheid van desbetreffende middelen op de begroting kan het Verenigd Koninkrijk van de aanvullende financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de uitroeiing van mond- en klauwzeer in het Verenigd Koninkrijk in 2001 een voorschot van 40 miljoen EUR verkrijgen. Deze aanvullende bijdrage dient ter dekking van de subsidiabele uitgaven die gedaan zijn in verband met de operationele kosten van de maatregelen als bedoeld in artikel 11, lid 4, onder a), i) tot en met iv), en b), van Beschikking 90/424/EEG. Uitgezonderd is de schadeloosstelling voor de waarde van de dieren, waarin overeenkomstig Beschikking 2001/654/EG en Beschikking 2003/23/EG reeds voorzien is.

Artikel 2

Definities

In deze beschikking wordt verstaan onder:

a) "redelijke uitgaven": uitgaven voor de aankoop van materiaal of diensten tegen proportionele prijzen ten opzichte van de marktprijzen vóór de uitbraak van mond- en klauwzeer;

b) "gerechtvaardigde uitgaven": uitgaven voor de aankoop van materiaal of diensten waarvan de aard en het directe verband met het verplicht slachten van dieren op de bedrijven is aangetoond.

Artikel 3

Subsidiabele uitgaven waarvoor de financiële bijdrage van de Gemeenschap bestemd is

1. De in artikel 1 bedoelde financiële bijdrage van de Gemeenschap wordt alleen verleend voor gerechtvaardigde en redelijke uitgaven die gedaan zijn in verband met de subsidiabele kosten uit de bijlage.

2. De in artikel 1 bedoelde financiële bijdrage van de Gemeenschap heeft geen betrekking op:

a) de belasting over de toegevoegde waarde;

b) salarissen van ambtenaren;

c) gebruik van overheidsmateriaal, met uitzondering van verbruiksgoederen.

Artikel 4

Betalingsvoorwaarden en bewijsstukken

1. Het saldo van de financiële bijdrage van de Gemeenschap wordt in een latere beschikking vastgelegd, die volgens de procedure uit artikel 41 van Beschikking 90/424/EEG goed te keuren is. Het saldo wordt bepaald aan de hand van:

a) het verzoek van 27 februari 2003 met de eventuele aanvullingen die binnen het in lid 2 vermelde tijdsbestek ingediend zijn;

b) uitvoerige bewijsstukken ter staving van de vermelde bedragen in het onder a) bedoelde betalingsverzoek;

c) de resultaten van de door de Commissie verrichte controles ter plaatse als bedoeld in artikel 5.

De onder b) bedoelde bewijsstukken worden de Commissie beschikbaar gesteld voor de audits ter plaatse.

2. De in lid 1, onder a), vermelde aanvullingen op het verzoek moeten uiterlijk binnen 30 dagen na de bekendmaking van deze beschikking in dezelfde elektronische vorm ingediend worden als het verzoek van 27 februari 2003. Bij niet-naleving van deze termijn wordt de financiële bijdrage van de Gemeenschap per maand vertraging met 25 % verlaagd.

Artikel 5

Controles ter plaatse door de Commissie

De Commissie kan, in samenwerking met de bevoegde nationale autoriteiten, controles ter plaatse uitvoeren om toe te zien op de in artikel 1 vermelde uitroeiingsmaatregelen en de daarbij gemaakte kosten.

Artikel 6

Adressaat

Deze beschikking is gericht tot het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.

Gedaan te Brussel, 24 september 2003.

Voor de Commissie

David Byrne

Lid van de Commissie

(1) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 19.

(2) PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1.

(3) PB L 315 van 26.11.1985, blz. 11.

(4) PB L 7 van 11.1.2003, blz. 82.

(5) PB L 230 van 28.8.2001, blz. 16.

(6) PB L 8 van 14.1.2003, blz. 41.

(7) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 103.

(8) PB L 71 van 15.3.2003, blz. 19.

BIJLAGE

Subsidiabele kosten als bedoeld in artikel 3

1. Kosten in verband met het slachten van de dieren:

a) salarissen en vergoedingen voor het slachtpersoneel;

b) voor het slachten gebruikte verbruiksgoederen en specifieke apparatuur;

c) voor het vervoer van de dieren naar de slachtplaats gebruikt materiaal.

2. Kosten in verband met het vernietigen van de dieren:

a) destructie: vervoer van de karkassen naar het destructiebedrijf, behandeling van de karkassen in het destructiebedrijf en vernietiging van het meel;

b) begraving: speciaal ingezet personeel, speciaal voor het vervoer en het begraven van de karkassen gehuurd materiaal en voor de ontsmetting van het bedrijf gebruikte producten;

c) verbranding: speciaal ingezet personeel, gebruikte brandstoffen of andere materialen, speciaal voor het vervoer van de karkassen gehuurd materiaal en voor de ontsmetting van het bedrijf gebruikte producten.

3. Kosten in verband met het vernietigen van de melk:

a) schadeloosstelling voor de melk tegen de marktprijs;

b) vernietiging van de melk.

4. Kosten in verband met de reiniging, ontsmetting en insectenverdelging op de bedrijven:

a) voor reiniging, ontsmetting en insectenverdelging gebruikte producten;

b) salarissen en vergoedingen voor speciaal aangesteld personeel.

5. Kosten in verband met het vernietigen van besmet diervoeder:

a) schadeloosstelling voor het diervoeder tegen de aankoopprijs;

b) vernietiging van het diervoeder.

6. Kosten ter vergoeding van besmette uitrusting tegen de marktwaarde en vernietiging van die uitrusting. Kosten ter vergoeding van herbouw of nieuwbouw van landbouwbedrijfsgebouwen en infrastructuurkosten zijn niet subsidiabel.