Home

2003/874/GBVB: Besluit 2003/874/GBVB van de Raad van 8 december 2003 houdende uitvoering van Gemeenschappelijk Optreden 2003/472/GBVB met het oog op een bijdrage aan het samenwerkingsprogramma van de Europese Unie voor non-proliferatie en ontwapening in de Russische Federatie

2003/874/GBVB: Besluit 2003/874/GBVB van de Raad van 8 december 2003 houdende uitvoering van Gemeenschappelijk Optreden 2003/472/GBVB met het oog op een bijdrage aan het samenwerkingsprogramma van de Europese Unie voor non-proliferatie en ontwapening in de Russische Federatie

2003/874/GBVB: Besluit 2003/874/GBVB van de Raad van 8 december 2003 houdende uitvoering van Gemeenschappelijk Optreden 2003/472/GBVB met het oog op een bijdrage aan het samenwerkingsprogramma van de Europese Unie voor non-proliferatie en ontwapening in de Russische Federatie

Publicatieblad Nr. L 326 van 13/12/2003 blz. 0049 - 0054


Besluit 2003/874/GBVB van de Raad

van 8 december 2003

houdende uitvoering van Gemeenschappelijk Optreden 2003/472/GBVB met het oog op een bijdrage aan het samenwerkingsprogramma van de Europese Unie voor non-proliferatie en ontwapening in de Russische Federatie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 23, lid 2,

Gelet op Gemeenschappelijk Optreden 2003/472/GBVB van de Raad van 24 juni 2003 betreffende de voortzetting van het samenwerkingsprogramma van de Europese Unie voor non-proliferatie en ontwapening in de Russische Federatie(1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Dit besluit strekt tot uitvoering van Gemeenschappelijk Optreden 2003/472/GBVB door een financiële bijdrage te leveren aan projecten uit hoofde van het samenwerkingsprogramma van de Europese Unie voor non-proliferatie en ontwapening in de Russische Federatie, met name artikel 2 daarvan.

(2) De Europese Unie wenst de Russische Federatie te blijven steunen in haar streven naar een veilige en milieuvriendelijke ontmanteling of omschakeling van de infrastructuur, de uitrusting en het wetenschappelijk potentieel die met massavernietigingswapens verband houden.

(3) De Commissie heeft zich bereid verklaard erop toe te zien dat deze projecten naar behoren worden uitgevoerd,

BESLUIT:

Artikel 1

De volgende projecten worden opgenomen in het samenwerkingsprogramma van de Europese Unie voor non-proliferatie en ontwapening in de Russische Federatie:

- steun aan het programma voor het beheer van plutonium uit vroegere kernwapens in Rusland;

- leveren van apparatuur die nodig is om de werking te waarborgen van de installatie voor de vernietiging van chemische wapens in Kambarka, Republiek Oedmoertië.

Een volledige beschrijving van bovengenoemde activiteiten staat respectievelijk in bijlage I en bijlage II.

Artikel 2

1. Het financiële referentiebedrag voor de in artikel 1 genoemde projecten bedraagt 5550000 EUR.

2. Het beheer van de uitgaven die met het in lid 1 vermelde bedrag worden gefinancierd, vindt plaats volgens de begrotingsprocedures en voorschriften die van toepassing zijn op de algemene begroting van de Europese Unie, met dien verstande dat eventuele prefinancieringen geen eigendom van de Europese Gemeenschap blijven. De Commissie kan de uitvoering van de in artikel 1 beschreven projecten delegeren aan de in de bijlagen I en II genoemde instanties.

3. De lidstaten, welker instanties in de bijlagen I en II worden genoemd, nemen de nodige maatregelen om te zorgen voor een vlot verloop van de projecten op het niveau van de lidstaten.

4. De lidstaten zorgen in samenwerking met de Commissie voor een passende zichtbaarheid van de EU-bijdrage aan de projecten, alsmede voor een geschikte follow-up van de projecten.

Artikel 3

De Commissie brengt verslag uit over de uitvoering van dit besluit overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Gemeenschappelijk Optreden 2003/472/GBVB.

Artikel 4

1. Dit besluit wordt van kracht op de dag waarop het wordt aangenomen.

Het verstrijkt op de datum waarop Gemeenschappelijk Optreden 2003/472/GBVB afloopt.

2. Dit besluit wordt zes maanden na de datum van aanneming opnieuw bezien.

Artikel 5

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 8 december 2003.

Voor de Raad

De voorzitter

F. Frattini

(1) PB L 157 van 26.6.2003, blz. 69.

BIJLAGE I

STEUN AAN HET PROGRAMMA VOOR HET BEHEER VAN PLUTONIUM UIT VROEGERE KERNWAPENS IN RUSLAND

1. Beschrijving

Uit hoofde van de intergouvernementele overeenkomst van september 2000 tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Russische Federatie zal elke partij 34 t kernwapenplutonium verwijderen. Beide partijen hebben hun voornemen bekendgemaakt om dit plutonium om te zetten in gemengdoxide-splijtstof (MOX) en het te gebruiken in bestaande reactoren.

Er wordt voorgesteld dat de Europese Unie, zoals dit reeds het geval is sinds de aanneming in 1999 van het gemeenschappelijk optreden tot vaststelling van een samenwerkingsprogramma van de Europese Unie voor non-proliferatie en ontwapening in de Russische Federatie, haar steun blijft verlenen aan twee soorten activiteiten die gericht zijn op de kritieke aspecten van dit programma in Rusland:

- veiligheidsvoorschriften: documenten met voorschriften die door de Russische autoriteit voor nucleaire veiligheid (Gosatomnadzor, afgekort GAN) worden opgesteld voor het gebruik van plutonium uit vroegere kernwapens in Russische reactoren;

- het aantonen van MOX: studies en experimenten voor het aantonen van MOX-splijtstof en voor de vergunningverlening ervan, die deel uitmaken van een programma dat ook het 3-LTA-programma wordt genoemd (LTA staat voor Lead Test Assemblies (eerste testassemblages)).

1.1. Veiligheidsvoorschriften

In de Russische Federatie moet de onafhankelijke Russische autoriteit voor nucleaire veiligheid, de Gosatomnadzor (GAN) eisen formuleren en nagaan of aan deze eisen voldaan is, voordat een vergunning kan worden afgegeven om de werkzaamheden te starten.

Uit hoofde van het gemeenschappelijk optreden zijn reeds 500000 EUR (Gemeenschappelijk Optreden 1999/878/GBVB) en 1300000 EUR (Besluit 2001/493/GBVB) gereserveerd ter ondersteuning van het opstellen door de GAN van de documenten die het dringendst nodig zijn voor de uitvoering van de plutoniumbeheeractiviteiten. Het project werd in het kader van de Frans-Duits-Russische overeenkomst van 1998 uitgevoerd door het Commissariat à l'énergie atomique dat contracten afsloot met de GAN en haar adviseurs (IBRAE) om dergelijke documenten op te stellen, alsook met ervaren EU-veiligheidsdeskundigen (gegroepeerd onder risicoaudit) voor het toetsen van deze documenten.

Er bestond een basisovereenkomst tussen de Commissie en de National Nuclear Security Administration (NNSA) van het VS-ministerie voor Energie ter verdeling van de financiële steun aan de GAN bij de uitvoering van haar taak.

Medio 2003 waren twaalf documenten met voorschriften, op een totaal van 16, opgesteld en zes daarvan waren getoetst. De tweede, verbeterde versie van drie documenten was klaar voor een laatste toetsing, voorafgaand aan de officiële bekendmaking.

Het huidige project financiert drie andere documenten die door de GAN en haar adviseurs worden opgesteld, alsook de toetsing ervan door EU-veiligheidsdeskundigen. Het project wordt uitgevoerd op grond van een nieuwe Frans-Russische overeenkomst. Dit zal opnieuw geschieden in nauwe samenwerking met de NNSA van de Verenigde Staten.

De drie documenten die door de GAN en haar technische adviseurs zullen worden opgesteld, hebben betrekking op het gebruik van kernwapenplutonium in kernreactoren in Rusland:

- nog een document met voorschriften inzake brandveiligheid in installaties die deel uitmaken van de splijtstofcyclus;

- de evaluatie van de ontwerpdocumentatie betreffende de bouw, op de NIIAR-site, van een splijtstofproductie-installatie voor de drie eerste testassemblages die in een VVER-1000-reactor moeten worden geladen; certificering van de desbetreffende apparatuur;

- de evaluatie van de VNIINM-ontwerpdocumentatie inzake de modernisering van het procédé voor het testen van MOX-fabricageprocessen met gebruikmaking van Russische materialen, en certificering van de desbetreffende apparatuur.

De evaluaties door de GAN-deskundigen bereiden de weg voor voor het verlenen van een vergunning voor deze activiteiten die deel uitmaken van het programma voor het aantonen van MOX. Naast de toetsing van de drie bovengenoemde GAN-documenten, zullen de EU-veiligheidsdeskundigen, samen met hun collega's uit de Verenigde Staten, tevens de algemene veiligheidsvoorschriften toetsen voor installaties die deel uitmaken van de splijtstofcyclus, een document dat thans door de GAN wordt herzien.

1.2. Het aantonen van MOX

Uit hoofde van het gemeenschappelijk optreden zijn reeds 1300000 EUR (Gemeenschappelijk Optreden 1999/878/GBVB) en 1500000 EUR (Besluit 2001/493/GBVB toegewezen ter ondersteuning van de start van dit project. Aan de basis ervan ligt een algemeen programma voor het aantonen van MOX dat in 2000 door het Bochvar-Instituut is ontwikkeld, door Minatom is goedgekeurd en door de GAN is aanvaard. Dit programma bestaat uit een hele reeks stappen die uiteindelijk leiden tot het laden van drie MOX-splijtstofassemblages (eerste testassemblages, LTA's) in een VVER-1000-reactor in Balakovo. Derhalve staat het ook bekend als het 3-LTA-programma.

Het project wordt in het kader van de Frans-Duits-Russische overeenkomst van 1998 uitgevoerd door het Commissariat à l'énergie atomique dat rechtstreekse contracten heeft afgesloten met de door Minatom aangewezen Russische instituten. Medio 2003 waren twaalf contracten, op een totaal van 15, in uitvoering in vijf verschillende instituten van Minatom. Deze twaalf contracten hebben betrekking op evenveel fasen van het programma. Het huidige project financiert de vier volgende stappen van het programma voor het aantonen van MOX (3-LTA-programma).

Het veilige en technologisch verantwoorde beheer van plutonium uit vroegere kernwapens in Rusland is een prioriteit. Dit project is in dit kader noodzakelijk, omdat het een kritieke fase betreft. Het zal worden uitgevoerd op basis van een nieuwe Frans-Russische overeenkomst. De keuze van de stappen gebeurt in samenspraak met de Franse en Russische partners en zal tevens worden meegedeeld aan de NNSA van het ministerie van Energie van de Verenigde Staten.

De verdere stappen die in het 3-LTA-programma zijn geformuleerd, hebben betrekking op:

- de modernisering van een productielijn voor MOX-ampullen (korte staven);

- de ontwikkeling van een op de stralingsfase volgend programma in testreactoren;

- de actualisering van de codes voor het gedrag van splijtstoffen met betrekking tot ampullen en het ontwerp van MOX-splijtstofstaven;

- de modernisering en aanpassing van de apparatuur voor de VVER-installatie, om het laden van MOX mogelijk te maken.

Opgemerkt zij dat TVEL in 2002 door Minatom is aangesteld om alle MOX-splijtstofactiviteiten in het programma te integreren en de opdrachten van de verschillende, van Minatom afhankelijke instituten (zoals VNIINM Bochvar) te coördineren. Anderzijds is RosEnergoAtom verantwoordelijk voor de werkzaamheden in zijn nucleaire installaties, zoals de VVER-1000-reactoren in Balakovo. De eerste drie bovengenoemde stappen worden uitgevoerd door TVEL en de Minatom-instituten, terwijl de laatste stap wordt uitgevoerd door RosEnergoAtom/Balakovo.

2. Doelstellingen

Algemene doelstelling: de capaciteit ontwikkelen voor het veilige gebruik van plutonium uit vroegere kernwapens in de Russische Federatie.

Projectdoelstellingen:

Voor 1.1: op basis van de door de GAN opgestelde documenten met voorschriften, vergunning verlenen voor een aantal stappen van de nieuwe benodigde splijtstofcyclus waarbij gebruik wordt gemaakt van MOX-splijtstof.

Voor 1.2: het uitvoeren van studies en experimenten die het gebruik van MOX-splijtstof en het laden van drie eerste testassemblages in een VVER-1000-reactor in Balakovo mogelijk maken.

Projectresultaten:

Voor 1.1: door deskundigen van de GAN opgestelde evaluaties, met toetsing door de EU-veiligheidsdeskundigen; certificaten voor vergunningen vooraf voor bepaalde stappen van de splijtstofcyclus.

Voor 1.2: resultaat van de verschillende hierboven beschreven stappen (verslagen, geïnstalleerde apparatuur).

3. Duur

De verwachte uitvoeringsduur bedraagt twee jaar.

Voorgesteld wordt om zes maanden na het ondertekenen van de eerste contracten de werkzaamheden te beoordelen.

4. Begunstigden

Voor 1.1: de GAN is de Russische instantie waarvoor de resultaten van dit project zijn bestemd.

Voor 1.2: het Minatom is de Russische instantie waarvoor de resultaten van dit project zijn bestemd.

Zowel de GAN als het Minatom zal uit zijn organisatie hooggeplaatste officiële contactpersonen voor het project benoemen. Deze personen moeten voldoende bekwaam en verantwoordelijk zijn om te zorgen voor een doeltreffende samenwerking met de instantie die door de lidstaat is belast met de uitvoering van de projecten.

5. Instantie van de lidstaat die met de uitvoering van de projecten wordt belast

Zowel voor 1.1 als 1.2:

- lidstaat: Frankrijk, vertegenwoordigd door het Franse ministerie van Buitenlandse Zaken,

- uitvoeringsinstantie: Commissariat de l'énergie atomique.

6. Deelnemende derde partijen

Voor de uitvoering van de opdrachten in het kader van de projecten, mag het Commissariat de l'énergie atomique:

- voor 1.1: rechtstreekse contracten afsluiten met de GAN-adviseurs (nog te benoemen) voor het te verrichten werk in Rusland en met de EU-veiligheidsdeskundigen die ervaring hebben in risicoaudit voor de toetsingswerkzaamheden;

- voor 1.2: rechtstreekse contracten afsluiten met de Russische instituten die door Minatom zijn aangewezen om het werk in Rusland te verrichten.

Het Commissariat de l'énergie atomique, hierin bijgestaan door deskundigen, zal de uitvoering van de Russische opdrachten superviseren en zal moeten zorgen voor volledige samenhang met door andere organen gefinancierde activiteiten, met name in het kader van bilaterale programma's tussen de Verenigde Staten en de Franse Republiek.

Er worden contacten gelegd met vertegenwoordigers van het Amerikaanse ministerie voor Energie (NNSA) om ervoor te zorgen dat dit programma een aanvulling vormt op de activiteiten van de Verenigde Staten.

7. Raming van de benodigde middelen

7.1. Veiligheidsvoorschriften

Ongeveer 70 % van het bedrag dekt Russische uitgaven, voornamelijk loonkosten, alsmede een gedeelte reis- en uitrustingskosten. Het resterende bedrag van ongeveer 30 % is bestemd voor de deskundigen voor nucleaire veiligheid die de werkzaamheden van de GAN toetsen.

De tarieven worden gebaseerd op de ramingen in het volgende GAN-document:

"Lijst van de federale normen en voorschriften en andere regelingen op het gebied van kernenergiegebruik, die moet worden opgesteld in het kader van het project inzake het beheer van kernwapenplutonium"

van april 2001.

7.2. Het aantonen van MOX

Het volledige bedrag dekt Russische uitgaven, voornamelijk loonkosten.

De tarieven worden gebaseerd op de ramingen in het volgende document:

"Programma voor MOX-splijtstof: vergunningen voor en het vervaardigen van drie proefsplijtstofassemblages voor de VVER-1000-reactor"

van oktober 2000. Dit programma is door Minatom goedgekeurd en door de GAN aanvaard.

In het totale bedrag voor de twee projecten zijn onvoorziene kosten en reis- en vertaalkosten begrepen die door de uitvoeringsinstantie worden gemaakt en rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de projecten.

8. Financieel referentiebedrag voor de kosten van de projecten

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Voorts is in de totale kosten ook een bedrag van 50000 EUR begrepen voor reiskosten en vergoedingen voor de genoemde instantie van de lidstaat, die rechtstreeks verband houden met het beheer van het project, alsook voor onvoorziene kosten.

Totaal: 1500000 EUR.

BIJLAGE II

LEVEREN VAN APPARATUUR DIE NODIG IS OM DE WERKING TE WAARBORGEN VAN DE INSTALLATIE VOOR DE VERNIETIGING VAN CHEMISCHE WAPENS IN KAMBARKA, REPUBLIEK OEDMOERTIË

1. Beschrijving

1.1. Achtergrond

Internationale steun ter facilitering en aanvulling van de Russische inspanningen om het alomvattende programma voor de vernietiging van chemische wapens (CW) uit te voeren, is voor de Russische Federatie van essentieel belang om te kunnen voldoen aan haar verplichtingen uit hoofde van het Chemische Wapens Verdrag.

Een tweede vernietigingsinstallatie moet worden gebouwd op de opslagplaats te Kambarka waar ongeveer 6000 t van de blaartrekker lewisiet is opgeslagen in grote stalen tanks. Deze opslag vertegenwoordigt 16 % van de totale hoeveelheid CW in de Russische Federatie.

Reeds vroeger zijn er in Kambarka projecten uitgevoerd door Zweden (risicoanalyse, opleiding en apparatuur voor een openbaar communicatiecentrum, analytische instrumenten voor het plaatselijke ziekenhuis) en Finland (een speciaal ontworpen waarschuwingssysteem om het accidenteel vrijkomen van opgeslagen chemicaliën voor CW op te sporen).

1.2. Reikwijdte van de activiteiten in het kader van het project

In het kader van het huidige project wordt de levering gefinancierd van belangrijke elementen voor technische ondersteuning ten behoeve van de vernietigingsinstallatie voor CW in Kambarka. De geleverde apparatuur zal bestaan uit een koelinstallatie, een stikstof-zuurstofinstallatie, een compressor- en een dieselinstallatie, alsook uit andere apparatuuronderdelen die nodig zijn voor de werking van de installatie.

Van de ervaringen met de kleinere vernietigingsinstallatie in Gorny, die gebouwd is met de steun van de Bondsrepubliek Duitsland en het gemeenschappelijk optreden van de Europese Unie, zal gebruik worden gemaakt voor de installatie in Kambarka. De technische documentatie die nodig is voor de aanbesteding is ontwikkeld en ter beschikking gesteld door het Russische federale instituut voor staatsontwerpen "SoyuzpromNIIproekt".

2. Doelstellingen

Algemene doelstelling: De Russische Federatie helpen haar verplichtingen uit hoofde van het Chemische Wapens Verdrag na te komen.

Projectdoel: De Russische Federatie helpen bij haar inspanningen om chemische wapens te vernietigen in de vernietigingsinstallatie van Kambarka in de Republiek Oedmoertië.

Projectresultaten: Leveren van essentiële apparatuuronderdelen die nodig zijn voor de werking van de vernietigingsinstallatie voor chemische wapens in Kambarka.

3. Duur

De geplande duur van het project bedraagt in totaal 24 maanden. Dit omvat een fase van ongeveer vier maanden voor de voorbereiding van de aanbesteding waarin de gedetailleerde beschrijving van de opdracht en de technische specificaties worden opgesteld, een aanbestedings- en contractfase van nog eens zes maanden en tot slot een productie- en opleveringsfase van 14 maanden. Het begin van het project is gepland voor eind 2003.

4. Begunstigde

De belangrijkste begunstigde van het project is het Russische munitieagentschap dat verantwoordelijk is voor het federale programma "Vernietiging van voorraden chemische wapens in de Russische Federatie".

5. Instantie van de lidstaat die belast is met de uitvoering van het project

- Lidstaat: De Bondsrepubliek Duitsland.

- Uitvoeringsinstantie: Het ministerie van Buitenlandse Zaken (Auswärtiges Amt), bijgestaan door het Bundesamt für Wehrtechnik und Beschaffung.

6. Deelnemende derde partijen

Dit project zal voor 100 % worden gefinancierd door het gemeenschappelijk optreden van de Europese Unie. Duitsland zal het project uitvoeren parallel met zijn eigen projecten in Kambarka.

7. Raming van de benodigde middelen

De bijdrage van de Europese Unie dekt de aanbesteding en levering van apparatuur die nodig is voor de werking van de koelinstallatie, de stikstof-zuurstofinstallatie, de compressor en de dieselkrachtcentrale, alsook van andere apparatuur die nodig is voor de werking van de vernietigingsinstallatie voor chemische wapens in Kambarka. De kosten voor deze apparatuur worden als volgt geraamd:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Voorts is in de totale kosten ook een bedrag van 50000 EUR begrepen voor reiskosten en vergoedingen voor de genoemde instantie van de lidstaat, die rechtstreeks verband houden met het beheer van het project, alsook voor onvoorziene kosten.

8. Financieel referentiebedrag voor de kosten van het project

De totale kosten van het project bedragen 4050000 EUR.