Home

2003/879/EG: Beschikking van de Commissie van 24 juni 2003 betreffende de steunmaatregel die Nederland voornemens is ten uitvoer te leggen ten gunste van NV Huisvuilcentrale Noord-Holland (HVC) (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 1909)

2003/879/EG: Beschikking van de Commissie van 24 juni 2003 betreffende de steunmaatregel die Nederland voornemens is ten uitvoer te leggen ten gunste van NV Huisvuilcentrale Noord-Holland (HVC) (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 1909)

2003/879/EG: Beschikking van de Commissie van 24 juni 2003 betreffende de steunmaatregel die Nederland voornemens is ten uitvoer te leggen ten gunste van NV Huisvuilcentrale Noord-Holland (HVC) (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 1909)

Publicatieblad Nr. L 327 van 16/12/2003 blz. 0039 - 0045


Beschikking van de Commissie

van 24 juni 2003

betreffende de steunmaatregel die Nederland voornemens is ten uitvoer te leggen ten gunste van NV Huisvuilcentrale Noord-Holland (HVC)

(kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 1909)

(Slechts de tekst in de Nederlandse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2003/879/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 88, lid 2, eerste alinea,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name op artikel 62, lid 1, onder a),

Na de belanghebbenden overeenkomstig de genoemde artikelen te hebben aangemaand hun opmerkingen te maken(1),

Overwegende hetgeen volgt:

1. PROCEDURE

(1) Bij brief van 27 november 2001 heeft Nederland de Commissie overeenkomstig artikel 88, lid 3, van het Verdrag in kennis gesteld van de steunmaatregel die het voornemens is ten uitvoer te leggen voor de bouw van een containerterminal. De kennisgeving is door het secretariaat-generaal van de Commissie op 5 december 2001 geregistreerd onder nummer N 840/2001. Bij brief van 5 februari 2002 heeft de Commissie om nadere informatie verzocht. Op 26 maart 2002 heeft een technische vergadering plaatsgevonden van vertegenwoordigers van Nederland en directoraat-generaal Energie en vervoer. Op 28 mei en 5 juni 2002 zijn de antwoorden van Nederland ontvangen en respectievelijk geregistreerd onder de nummers SG (2002) A/5441 en DG TREN A/59943.

(2) Bij brief van 17 juli 2002 heeft de Commissie Nederland in kennis gesteld van haar besluit de procedure van artikel 88, lid 2, van het Verdrag in te leiden ten aanzien van deze steunmaatregel. Deze procedure werd geregistreerd als nummer C 51/2002.

(3) Het besluit van de Commissie tot inleiding van de procedure is in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen(2) bekendgemaakt. De Commissie heeft de belanghebbenden uitgenodigd hun opmerkingen te maken.

(4) Nederland heeft zijn opmerkingen bij de Commissie ingediend bij brief van 11 oktober 2002, die op 16 oktober 2002 werd geregistreerd.

(5) De Commissie heeft van de belanghebbenden geen opmerkingen ter zake ontvangen.

2. GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE STEUNMAATREGEL

2.1. Doel van de steunmaatregel

(6) De steunmaatregel beoogt door middel van de bouw van een containerterminal te Alkmaar (provincie Noord-Holland) te bevorderen dat het vervoer van huishoudelijk afval over de binnenwateren in plaats van over de weg verloopt. Deze terminal, die voornamelijk is bestemd voor de overslag van huishoudelijk afval uit de gemeenten, bevindt zich in de onmiddellijke nabijheid van een afvalverbrandingsinstallatie te Alkmaar en is sinds april 2001 in bedrijf. De terminal moet een essentiële schakel worden in de transportketen over water vanuit de gemeente Zaanstad en de provincie Flevoland naar Alkmaar. De totale kosten van de bouw van de terminal bedragen 7714262 EUR. De terminal bestaat uit een kademuur langs het Noordhollandsch Kanaal, een rijdende containerkraan en een goederenoverslagterrein.

2.2. Begunstigde

(7) De begunstigde van de steun is NV Huisvuilcentrale Noord-Holland, hierna "HVC" genoemd. HVC exploiteert een installatie voor de verbranding van voor verwijdering bestemd huisvuil. HVC is een naamloze vennootschap waarvan de aandelen in handen zijn van gemeenten en samenwerkingsverbanden van gemeenten in het noordelijke deel van Noord-Holland en in Flevoland alsook van een openbaar energiebedrijf(3). Voor de verwijdering van het door hen ingezamelde huisvuil hebben de gemeenten HVC opgericht. De kernactiviteit van HVC is de exploitatie van een grote afvalverbrandingsinstallatie te Alkmaar. HVC verwerkt ongeveer 465000 t afval per jaar.

(8) De gemeenten die op korte afstand van de afvalverbrandingsinstallatie van HVC liggen, vervoeren hun huishoudelijk afval zelf over de weg naar HVC met vuilniswagens. Voor de andere gemeenten beheert HVC overslagstations in Almere, Den Helder, Lelystad, Noordoostpolder, Oudeschild, Zaanstad en Urk en regelt het transport van de overslagstations naar haar verbrandingsinstallatie in Alkmaar. Gedurende vijf jaar na de ingebruikneming van de terminal is HVC verplicht jaarlijks minstens 115000 t afval uit Lelystad en minstens 35000 t uit Zaanstad over water aan te voeren. Indien HVC er niet in slaagt aan de voorwaarden voor de verlening van de subsidie te voldoen, kan de provincie krachtens de Algemene wet bestuursrecht de bijdrage terugvorderen.

(9) HVC wentelt alle transport- en overslagkosten door middel van een vereveningstarief af op de gemeenten. De gemeenten dragen deze kosten door stadsafvalheffingen op te leggen. Transport over water betekent een verhoging van de door de gemeenten betaalde transportheffing met ongeveer 3,60 EUR per ton, een aanzienlijk bedrag in verhouding tot het totale bedrag van de heffing (in 2001 ongeveer 12,90 EUR per ton), hetgeen neerkomt op een stijging van ongeveer 28 %.

(10) De investeringssteun zal de kosten van het transport naar de verbrandingsinstallatie voor HVC lager houden en daarmee de door de gemeenten te betalen prijs eveneens doen dalen. De transportkosten voor de gemeenten zullen bijgevolg slechts met 1,80 EUR per ton stijgen (ongeveer 14 % van de prijs), een bedrag dat de gemeenten wellicht kunnen dragen zonder hogere afvalheffingen in te voeren. Volgens Nederland zou zonder de bijdrage van de provincie het project niet levensvatbaar zijn en moeten worden opgegeven.

(11) In ruil voor de subsidie diende HVC de containerterminal in Alkmaar te bouwen en te exploiteren (in bedrijf sinds april 2001), die ook kan worden gebruikt voor overslagactiviteiten door belanghebbende derden. HVC wordt de eigenaar van de terminal en zal overslagdiensten kunnen aanbieden volgens de eigen commerciële criteria. Voor de wijze van exploitatie gelden geen verplichtingen. HVC verricht verschillende soorten activiteiten: afvalverbranding, vervoer en exploitatie van overslagstations.

2.3. In aanmerking komende kosten en steunintensiteit

(12) De steun bestaat uit een eenmalige investeringssubsidie van de provincie Noord-Holland. De in aanmerking komende kosten betreffen een rechtstreekse investering in de aanleg van de multifunctionele containerterminal te Alkmaar. De investeringskosten van de terminal bedragen 7714262 EUR. De subsidie bedraagt 5309226 EUR. Het steunpercentage beloopt derhalve 68,82 %.

2.4. Redenen voor de inleiding van de procedure

(13) Het besluit van de Commissie om de procedure van artikel 88, lid 2, van het Verdrag in te leiden en Nederland om nadere uitleg te vragen, was het resultaat van een eerste onderzoek van het aangemelde steunvoornemen. Er was met name bezorgdheid over de evenredigheid van de steun. Normaal gezien acht de Commissie staatssteun met een steunintensiteit van meer dan 50 % voor transportinfrastructuur niet verenigbaar met het Verdrag, tenzij wordt aangetoond dat de hoofdbegunstigde van de faciliteiten zonder staatssteun geen hoger bedrag kan opbrengen(4) en dat het project zonder het beoogde steunbedrag niet zou worden gerealiseerd.

(14) De Commissie heeft met name met betrekking tot de volgende punten twijfel te kennen gegeven:

a) de noodzaak en evenredigheid van een steunintensiteit van 68,82 % voor de uitvoering van het project, aangezien de containerterminal reeds is gebouwd en sinds april 2001 in bedrijf is;

b) de mogelijke impact van de terminal op andere binnenvaartterminals;

c) de mogelijke impact van de terminal op de markt voor afvalverwijdering en -terugwinning;

d) de wijze van exploitatie van de terminal na de eerste vijf jaar.

3. OPMERKINGEN VAN NEDERLAND

(15) Nederland heeft erop gewezen dat juist omdat de provincie Noord-Holland bereid was bij te dragen in de kosten van vervoer over water door middel van de aangemelde subsidie, de gemeenten die in het kader van HVC samenwerken, uitsluitend voor vervoer over water en daarmee tot aanleg van de containerterminal hebben besloten.

(16) Aangezien alle kosten van vervoer en overslag door de overheid worden gedragen, is Nederland van mening dat HVC direct noch indirect voordeel geniet als gevolg van de subsidie. Indien de subsidie als steun wordt beschouwd, zou de steunintensiteit variëren van 68,8 % (indien de subsidie uitsluitend voor Alkmaar geldt) tot 27,3 % (indien de subsidie voor het gehele project geldt en dus ook voor de faciliteiten in, onder meer, Zaanstad en Lelystad).

(17) De terminal te Alkmaar heeft, gezien de ligging ervan, geen impact op andere binnenvaartterminals. Er wordt op gewezen dat de regionale vraag naar terminalcapaciteit vrijwel uitsluitend bestaat op locaties aan het Noordzeekanaal tussen IJmuiden en Amsterdam. De reden daarvoor is dat het voor goederen die per zeeschip worden aangevoerd, veel goedkoper is om het vervoer binnen Nederland over de weg in plaats van per binnenschip te verrichten. Bij vervoer per binnenschip dienen de goederen namelijk doorgaans twee keer te worden overgeslagen (eerst van het zeeschip naar het binnenvaartschip en vervolgens van het binnenvaartschip naar een vrachtwagen voor de eindbestemming), terwijl de goederen bij vervoer over de weg slechts één keer behoeven te worden overgeslagen (van het zeeschip naar de vrachtwagen). Dit blijkt ook duidelijk uit het feit dat sinds de ingebruikneming van de terminal te Alkmaar in april 2001 er geen goederen van derden zijn overgeslagen.

(18) De subsidie wordt uitsluitend gebruikt ter bestrijding van de kosten van vervoer en overslag van huishoudelijk afval uit de gemeenten en niet van de activiteiten van HVC op het gebied van afvalverbranding. Het is bovendien bijzonder onaannemelijk dat ander afval dan huishoudelijk afval afkomstig van de aandeelhouders dat in de verbrandingsinstallatie van HVC wordt verbrand, per binnenvaartschip zal worden aangevoerd. De terminal verschaft HVC dan ook geen voordeel ten opzichte van andere afvalverbrandingsinstallaties. Verder heeft Nederland verklaard dat HVC in elk geval niet actief is op de markt voor de verbranding van afval bestemd voor nuttige toepassing.

(19) Nederland heeft er ten slotte op gewezen dat de terminal na de eerste vijf jaar op dezelfde wijze zal worden geëxploiteerd. Het enige verschil is dat HVC niet langer verplicht is tot vervoer van bepaalde hoeveelheden huishoudelijk afval over water. Er bestaat echter geen reden aan te nemen dat de aandeelhouders van HVC na vijf jaar zullen besluiten af te zien van vervoer over water. Ten aanzien van eventueel gebruik door derden verandert niets.

4. BEOORDELING VAN DE STEUNMAATREGEL

4.1. Bestaan van een steunmaatregel in de zin van artikel 87, lid 1, van het Verdrag

(20) Volgens artikel 87, lid 1, van het Verdrag zijn "steunmaatregelen van de staten of in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde producties vervalsen of dreigen te vervalsen, onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt, voorzover deze steun het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt".

(21) De regels van het Verdrag inzake staatssteun gelden uitsluitend voor ondernemingen. Het begrip onderneming omvat elke eenheid die een economische activiteit uitoefent, ongeacht haar rechtsvorm en de wijze waarop zij wordt gefinancierd(5). Activiteiten bestaande in het aanbieden van goederen en diensten op een bepaalde markt, moeten als economische activiteiten worden beschouwd(6).

(22) De communautaire regels inzake staatssteun gelden uitsluitend voor maatregelen die voldoen aan alle in artikel 87, lid 1, van het Verdrag vermelde criteria.

4.1.1. Overdracht van staatsmiddelen

(23) Krachtens de aangemelde maatregel ontvangt HVC een overheidssubsidie voor de aanleg van een terminal te Alkmaar. Het is bijgevolg duidelijk dat de aangemelde maatregel een overdracht van staatsmiddelen omvat.

4.1.2. Begunstiging

(24) De subsidie verschaft HVC geen voordeel met betrekking tot het vervoer en de overslag van huishoudelijk afval van de gemeenten, aangezien de subsidie uitsluitend wordt gebruikt om de door de gemeenten betaalde prijs te verlagen.

(25) De verstrekking van een containerterminal verschaft HVC echter een meetbaar economisch voordeel ten opzichte van de concurrenten op de markt voor terminalverrichtingen (de aanbieding van overslagdiensten aan belanghebbende derden), ook al staat de gesubsidieerde infrastructuur open voor alle potentiële gebruikers onder normale marktvoorwaarden. Krachtens de voorgestelde maatregel ontvangt HVC een bijdrage van de staat ter dekking van de kosten van de investering in een terminal voor gecombineerd vervoer, terwijl andere binnenlandse ondernemingen of ondernemingen uit andere lidstaten die op dit gebied actief zijn, niet een dergelijke bijdrage ontvangen.

4.1.3. Selectiviteit

(26) De steunmaatregel begunstigt een bepaalde onderneming, HVC, en heeft derhalve een selectief karakter.

4.1.4. Gevolgen voor het handelsverkeer en vervalsing van de mededinging

(27) Ten aanzien van voor verwijdering bestemd afval hebben de lidstaten krachtens Verordening (EEG) nr. 259/93 van de Raad van 1 februari 1993 betreffende toezicht en controle op de overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese Gemeenschap(7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2557/2001 van de Commissie(8), bepaalde bevoegdheden om grensoverschrijdend vervoer te beperken, teneinde de beginselen van nabijheid, voorrang voor nuttige toepassing en zelfverzorging toe te passen. Deze beginselen zijn niet van toepassing op afvaloverbrenging voor terugwinning die door een andere onderneming uit de Gemeenschap zou kunnen worden verricht. De activiteiten van HVC met betrekking tot voor verwijdering bestemd afval (vervoer, overslag en verbranding) hebben dus hooguit een zeer beperkte invloed op het handelsverkeer tussen de lidstaten.

(28) De containerterminal te Alkmaar zal ook openstaan voor overslagactiviteiten van belanghebbende derden. HVC zal derhalve actief worden op de markt voor de exploitatie van containerterminals, een markt die is geliberaliseerd overeenkomstig de algemene regels inzake vrijheid van vestiging en het vrij verrichten van diensten van de artikelen 43 en 49 van het Verdrag. Daaruit volgt dat een effect op het handelsverkeer tussen de lidstaten niet kan worden uitgesloten.

(29) Gezien het bovenstaande concludeert de Commissie dat de aangemelde steunmaatregel steun is als bedoeld in artikel 87, lid 1, van het Verdrag en onverenigbaar is met de gemeenschappelijke markt, tenzij de steun in aanmerking komt voor een van de in het Verdrag genoemde ontheffingen. De Commissie is voorts van mening dat artikel 87, lid 1, verwijst naar het feit dat andere Verdragsbepalingen (zoals artikel 73) onder bepaalde omstandigheden steun kunnen toestaan.

4.2. Rechtsgrond voor de beoordeling

(30) Artikel 73 van het Verdrag bepaalt dat steunmaatregelen verenigbaar zijn met het Verdrag, indien zij beantwoorden aan de behoeften van de coördinatie van het vervoer. Het begrip "coördinatie" in artikel 73 houdt meer in dan het bevorderen van de ontwikkeling van een industrie, het omvat een vorm van planning door de overheid.

(31) Over het algemeen is het voorzien in infrastructuur voor de binnenvaart een taak van de overheid die past in het kader van haar verantwoordelijkheden inzake ruimtelijke ordening en de ontwikkeling van een geïntegreerd en duurzaam transportsysteem. Investeringen in transportinfrastructuur zijn daarom niet uitsluitend ingegeven door commerciële overwegingen van een onderneming die actief is op de markt voor de levering van transportinfrastructuur. De Commissie is derhalve van mening dat er wellicht behoefte is aan overheidsbemoeienis, met name aan coördinerende maatregelen op het gebied van investeringen in de binnenvaartinfrastructuur, aangezien het onwaarschijnlijk is dat de markt zelf de nodige investeringen zal opleveren op basis van zuiver commerciële overwegingen.

(32) Daarom is, zoals de Commissie reeds heeft opgemerkt in haar besluit van 17 juli 2002 om de procedure van artikel 88, lid 2, van het Verdrag in te leiden, artikel 73 van het Verdrag de geschikte rechtsgrond om de investeringssteun voor infrastructuur voor overslagfaciliteiten voor de binnenvaart te analyseren en de verenigbaarheid ervan met de gemeenschappelijke markt te beoordelen.

(33) Verordening (EEG) nr. 1107/70 van de Raad van 4 juni 1970 betreffende de steunmaatregelen op het gebied van het vervoer per spoor, over de weg en over de binnenwateren(9), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 543/97(10), implementeert artikel 73 van het Verdrag en voorziet in specifieke vrijstellingen voor steunmaatregelen die geacht worden aan de behoeften van de coördinatie van het binnenlands vervoer te beantwoorden. Voor de binnenvaartsector zijn deze vrijstellingen echter op 31 december 1999 vervallen en niet langer van toepassing krachtens Verordening (EG) nr. 2255/96 van de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1107/70(11). In dit stadium is de Commissie van mening dat, bij gebrek aan afgeleide wetgeving artikel 73 rechtstreeks kan worden toegepast op investeringssteun voor de binnenvaart(12).

(34) De Commissie zal derhalve artikel 73 rechtstreeks toepassen bij de beoordeling van de aangemelde steun ten behoeve van de aanleg van een containerterminal te Alkmaar.

(35) Gewoonlijk stelt de Commissie drie eisen die moeten worden vervuld om de steunmaatregel te laten voldoen aan de behoeften van de coördinatie van het vervoer, zoals bedoeld in artikel 73 van het Verdrag(13):

a) de bijdrage van de overheid in de algehele financiering is noodzakelijk voor de verwezenlijking van het project of de activiteit in het belang van de Gemeenschap;

b) toegang tot de gesubsidieerde infrastructuur moet onder niet-discriminerende voorwaarden mogelijk zijn;

c) de steun leidt niet tot een zodanige vervalsing van de mededinging dat dit strijdig is met het gemeenschappelijk belang.

a) Noodzaak en evenredigheid van de steun

(36) De Gemeenschap voert al enige tijd een beleid dat de totstandbrenging van een evenwichtig intermodaal vervoersysteem moet bevorderen en een beleid dat stimuleert dat minder goederen over de weg worden vervoerd en meer door andere milieuvriendelijkere vervoerstakken(14). Het Witboek van de Commissie over het vervoersbeleid(15) stelt dat vervoer over water minder schadelijk is voor het milieu dan vervoer over de weg. Daarnaast beoogt het nieuwe Marco Polo-voorstel(16) de verwachte toename van het internationale goederenvervoer over de weg met 12 miljard ton-kilometer per jaar over te hevelen van de overbelaste wegen naar de korte zeevaart, het spoor en de binnenvaart.

(37) Een intermodaal en duurzaam vervoersysteem voor de toekomst kan volgens de Commissie slechts tot stand worden gebracht als prioriteit wordt gegeven aan infrastructuurinvesteringen. Vrachtvervoer over water kan dure en gespecialiseerde installaties vergen, die het wegvervoer niet nodig heeft. Door bij te dragen in de kosten van die voorzieningen kan de binnenvaart financieel concurreren met het wegvervoer. Indien de infrastructuur voor intermodale terminals echter niet zou worden medegefinancierd door de overheid, zouden exploitanten met economische activiteiten daarin niet investeren, aangezien de levensvatbaarheid ervan niet kan worden gegarandeerd zonder overheidsmiddelen. In het onderhavige geval is, gezien de betrekkelijk lage industriedichtheid in de regio Alkmaar, de bouw van een containerterminal niet bepaald een commercieel haalbare optie.

(38) Vervoer van huishoudelijk afval over water in plaats van over de weg verhoogt de bedrijfskosten, waarvan het grootste gedeelte samenhangt met de aanleg van de terminal te Alkmaar. Ook met de provinciale subsidie moeten de betrokken gemeenten jaarlijks aanzienlijke meerkosten dragen voor het vervoer over water. Zonder de subsidie zou het afvalvervoer naar HVC nog steeds over de weg plaatsvinden.

(39) Nederland voert aan dat, indien alle investeringen die nodig zijn om het vervoer over water mogelijk te maken (faciliteiten in Zaanstad en Lelystad), in aanmerking worden genomen, de steunintensiteit slechts 27,3 % zou bedragen. De Commissie deelt deze opvatting niet, omdat de subsidie van de provincie Noord-Holland uitsluitend betrekking heeft op de aanleg van de containerterminal te Alkmaar, die al sinds april 2001 in bedrijf is en als een afzonderlijk project werd aangemeld. Het steunniveau bedraagt derhalve 68,8 % van de kosten van de terminal.

(40) De Commissie is evenwel van oordeel dat een dergelijk hoog voorgenomen subsidieniveau noodzakelijk is voor de verwezenlijking van het project en gerechtvaardigd wordt door de voordelen van de maatregel voor het milieu, die het algemeen belang van de Gemeenschap dienen. In dit kader is het eveneens belangrijk op te merken dat de subsidie zal leiden tot een geringere verhoging van de transportheffing die HVC de gemeenten in rekening brengt. De eigenlijke steun aan HVC is dus minder aangezien een belangrijk deel van de steun wordt doorgegeven aan de gemeenten in de vorm van een geringere stijging van de transportheffing. Betreffende dit punt verlangt de Commissie dat Nederland haar jaarlijks een verslag toezendt dat aantoont dat het doorgeven van de subsidie daadwerkelijk heeft plaatsgevonden overeenkomstig het bepaalde in de punten 9 en 10 van deze beschikking.

b) Toegang tot de gesubsidieerde infrastructuur onder non-discriminatoire voorwaarden

(41) De containerterminal wordt voornamelijk gebruikt voor de overslag van huishoudelijk afval uit de gemeenten, ter stimulering van het vervoer via de binnenwateren in plaats van over de weg. De terminal is echter eveneens geschikt voor de overslag van goederen van derden onder non-discriminatoire voorwaarden en tegen marktconforme tarieven. Volgens de aangemelde voorwaarden voor de verlening van een subsidie moet HVC er met name voor zorgen dat de overslag aan belanghebbende derden wordt aangeboden tegen concurrerende tarieven en met een concurrerende snelheid, met voldoende opslag- en overslagcapaciteit en openingstijden overeenkomstig de eisen van de markt.

(42) HVC is door de provincie Noord-Holland verplicht gedurende vijf jaar bepaalde hoeveelheden huishoudelijk afval over water aan te voeren. Er bestaat echter geen reden om aan te nemen dat de aandeelhouders van HVC na deze periode zullen besluiten van dit systeem af te zien.

c) Geen ongeoorloofde vervalsing van de mededinging

(43) Met betrekking tot de mogelijkheid dat HVC actief wordt op de markt voor containerterminals, moet worden opgemerkt dat, hoewel geen andere faciliteiten voor de overslag van containers in de regio Alkmaar bestaan, sinds april 2001 derden weinig of geen belangstelling hebben getoond voor gebruik van de terminal te Alkmaar. Derhalve kan worden geconcludeerd dat de eventuele invloed van de terminal te Alkmaar op andere terminals zeer beperkt zal zijn.

(44) Nederland stelt dat de begunstigde niet actief is op de markt voor afval bestemd voor nuttige toepassing. Gelet op de informatie op de website(17) van HVC, kan enig belang van de begunstigde in deze markt echter niet geheel worden uitgesloten.

(45) Van belanghebbende derden werden evenwel geen opmerkingen ontvangen. De Commissie neemt dan ook aan dat concurrenten die bestaande terminals exploiteren of die actief zijn in de markt voor afval bestemd voor nuttige toepassing, het steunvoornemen niet als een bedreiging voor hun concurrentiepositie op de markt beschouwen.

(46) De Commissie is bijgevolg van oordeel dat de milieuvoordelen van het project aanzienlijk groter zullen zijn dan de mogelijke gevolgen voor de mededinging en dat de subsidie dan ook niet zal leiden tot vervalsing van de mededinging in een mate die strijdig is met het gemeenschappelijk belang.

(47) Hieruit volgt dat de twijfel die de Commissie aanvankelijk heeft geuit bij de inleiding van de procedure, niet langer bestaat.

5. CONCLUSIE

(48) Gelet op het bovenstaande, concludeert de Commissie dat de steunmaatregel verenigbaar is met het Verdrag in de zin van artikel 73 van het Verdrag,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De aangemelde steunmaatregel die Nederland voornemens is ten uitvoer te leggen ten gunste van HVC, is verenigbaar met het Verdrag in de zin van artikel 73 van het Verdrag.

Artikel 2

Nederland dient bij de Commissie jaarlijks een verslag in waaruit blijkt dat de provinciale subsidie daadwerkelijk is gebruikt ter verlaging van de meerkosten voor de gemeenten als gevolg van het vervoer van huishoudelijk afval over water.

In het verslag worden tevens de door HVC aan derden verleende overslagdiensten vermeld alsmede de winst die deze activiteit uiteindelijk heeft opgeleverd.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk der Nederlanden.

Gedaan te Brussel, 24 juni 2003.

Voor de Commissie

Loyola De Palacio

Vice-voorzitster

(1) PB C 212 van 6.9.2002, blz. 2.

(2) Zie voetnoot 1.

(3) Energie Noord West (ENW) heeft een minderheidsbelang van 15 % in HVC.

(4) Beschikking van de Commissie van 31 januari 2001, N 597/2000, Nederland (PB C 102 van 31.3.2001, blz. 8); beschikking van de Commissie van 14 september 2001, N 208/2000, Nederland, SOIT (PB C 315 van 4.11.2000, blz. 22); beschikking van de Commissie van 15 november 2000, N 755/1999, Italië, Bozen (PB C 71 van 3.3.2001, blz. 71).

(5) Arrest van het Hof van 23 april 1991 in zaak C-41/90 (Höfner en Elser/Macrotron), Jurisprudentie blz. I-1979, punt 21; arrest van het Hof van 18 juni 1998 in zaak C-35/96, (Commissie/Italië), Jurisprudentie blz. I-3851, punt 36.

(6) Arrest van het Hof van 16 juni 1987 in zaak 118/85 (Commissie/Italië), Jurisprudentie blz. 2599, punt 3.

(7) PB L 30 van 6.2.1993, blz. 1.

(8) PB L 349 van 31.12.2001, blz. 1.

(9) PB L 130 van 15.6.1970, blz. 1.

(10) PB L 84 van 26.3.1997, blz. 6.

(11) PB L 304 van 27.11.1996, blz. 3.

(12) Beschikking van de Commissie van 14 september 2000, N 208/2000, Nederland, SOIT (PB C 315 van 4.11.2000, blz. 22); beschikking van de Commissie van 20 juni 2001, N 219/2001 Oostenrijk, Pilotprogramme Donau (PB C 244 van 1.9.2001, blz. 2) en beschikking van de Commissie van 31 januari 2001, N 597/2000, Nederland, Subsidieregeling bedrijfsgebonden vaarwegaansluitingen (PB C 102 van 31.3.2001, blz. 8).

(13) Ibidem. Zie ook COM(2000) 5 def. van 26 juli 2000, Voorstel van de Commissie voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende steunverlening voor de coördinatie van het vervoer per spoor, over de weg en over de binnenwateren.

(14) Zie het Groenboek van de Commissie over een eerlijke en doelmatige prijsstelling, COM(1995) 691 van 20 december 1995; het Witboek van de Commissie over een eerlijke vergoeding voor het infrastructuurgebruik, COM(1998) 466 van 22 juli 1998 en de resolutie van de Raad van 14 februari 2000 over bevordering van intermodaliteit en intermodaal vrachtvervoer in de Europese Unie (PB C 56 van 29.2.2000, blz. 1).

(15) Het Europese vervoersbeleid tot 2010: tijd om te kiezen, COM(2001) 370 van 12 september 2001.

(16) COM(2002) 54 def. van 4 februari 2002.

(17) http://www.huisvuilcentrale.nl www.huisvuilcentrale.nl

"Onze producten, die worden verkocht en hergebruikt, zijn compost, duurzame energie (elektriciteit en warmte), schroot, andere metalen, bodemas en vliegas...".