Home

Verordening (EG) nr. 142/2003 van de Commissie van 27 januari 2003 tot beëindiging van de vrijwaringsprocedures met betrekking tot bepaalde ijzer- en staalproducten en tot terugbetaling van bepaalde rechten

Verordening (EG) nr. 142/2003 van de Commissie van 27 januari 2003 tot beëindiging van de vrijwaringsprocedures met betrekking tot bepaalde ijzer- en staalproducten en tot terugbetaling van bepaalde rechten

Verordening (EG) nr. 142/2003 van de Commissie van 27 januari 2003 tot beëindiging van de vrijwaringsprocedures met betrekking tot bepaalde ijzer- en staalproducten en tot terugbetaling van bepaalde rechten

Publicatieblad Nr. L 023 van 28/01/2003 blz. 0009 - 0017


Verordening (EG) nr. 142/2003 van de Commissie

van 27 januari 2003

tot beëindiging van de vrijwaringsprocedures met betrekking tot bepaalde ijzer- en staalproducten en tot terugbetaling van bepaalde rechten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3285/94 van de Raad van 22 december 1994 betreffende de gemeenschappelijke invoerregeling en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 518/94(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2474/2000(2), en met name op artikel 7,

Gelet op Verordening (EG) nr. 519/94 van de Raad van 7 maart 1994 betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de invoer uit bepaalde derde landen en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 1765/82, (EEG) nr. 1766/82 en (EEG) nr. 3420/83(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1138/98(4), en met name op artikel 6,

Na overleg in het raadgevend comité dat is ingesteld bij artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3285/94 en artikel 4 van Verordening (EG) nr. 519/94,

Overwegende hetgeen volgt:

PROCEDURE

(1) Op 6 maart 2002 hebben enkele lidstaten ("de betrokken lidstaten") de Commissie meegedeeld dat het nodig leek, gezien de ontwikkeling van de invoer, vrijwaringsmaatregelen te nemen. Zij hebben gegevens doen toekomen die het beschikbare bewijsmateriaal vormen overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 3285/94 en artikel 8 van Verordening (EG) nr. 519/94, en hebben de Commissie verzocht voorlopige vrijwaringsmaatregelen te nemen en een vrijwaringsonderzoek te openen.

(2) De betrokken lidstaten voerden aan dat de invoer van bepaalde ijzer- en staalproducten de laatste tijd sterk was gestegen en dat de Amerikaanse handelsbeschermingsmaatregelen niet alleen als gevolg hadden dat de Amerikaanse markt min of meer ontoegankelijk was geworden voor de EG-producenten, maar dat deze ook de voorwaarden hadden geschapen voor een aanzienlijke verlegging van de handel in ijzer- en staalproducten van de Verenigde Staten van Amerika naar de Europese Gemeenschap. Zij stelden dat ijzer- en staalproducten die voor de Verenigde Staten bestemd waren geweest, in plaats daarvan naar de Gemeenschap zouden worden uitgevoerd. Dit zou kunnen leiden tot een sterke stijging van de reeds grote omvang van de invoer van die producten tegen lage prijzen, waardoor de reeds ernstige verstoring van de ijzer- en staalmarkt van de Gemeenschap, als gevolg van een sterke stijging in het verleden, nog zou worden versterkt en waardoor de EG-producenten ernstige schade dreigden te lijden.

(3) De betrokken lidstaten lieten weten dat de EG-producenten de desbetreffende gegevens hadden voorgelegd en drongen erop aan dat de Gemeenschap met spoed vrijwaringsmaatregelen zou nemen, omdat vertraging bij het nemen van die maatregelen tot moeilijk te herstellen schade zou leiden.

(4) De Commissie heeft alle lidstaten over deze situatie ingelicht en met hen overlegd over de voorwaarden voor de invoer, de ontwikkelingen in de invoer en de daaruit voortvloeiende ernstige schade of dreigende ernstige schade voor elk van de betrokken sectoren, alsook over de diverse aspecten van de economische en commerciële situatie van de betrokken EG-producten.

(5) Op 28 maart 2002 heeft de Commissie een onderzoek geopend naar de ernstige schade of dreigende ernstige schade die de EG-producenten van producten van dezelfde soort als de ingevoerde ijzer- en staalproducten of producten die daarmee rechtstreeks concurreren, zouden lijden. De 21 ijzer- en staalproducten waarop het onderzoek betrekking heeft zijn: 1. ongelegeerd warmgewalst breedband, 2. ongelegeerde warmgewalste plaat, 3. ongelegeerd warmgewalst bandstaal, 4. gelegeerde warmgewalste platte producten, 5. koudgewalste plaat, 6. elektroplaat (andere dan met gerichte korrels), 7. metallisch beklede plaat, 8. organisch beklede plaat, 9. blik, 10. kwartoplaat, 11. universaalstaal, 12. ongelegeerd staafstaal, waaronder lichte profielen, 13. gelegeerd staafstaal, waaronder lichte profielen, 14. betonstaal, 15. staven en profielen van roestvrij staal, 16. walsdraad van roestvrij staal, 17. draad van roestvrij staal, 18. hulpstukken (fittings) (< 609,6 mm), 19. flenzen (andere dan van roestvrij staal), 20. gasbuizen en 21. holle profielen.

(6) Op grond van de gegevens die voor de opening van het onderzoek waren verzameld en gecontroleerd, werden op dezelfde dag voorlopige maatregelen genomen ten aanzien van 15 ijzer- en staalproducten waarop het onderzoek betrekking had. Dit zijn de producten die in overweging 5 onder de nummers 1, 2, 3, 4, 5, 6, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 17, 18 en 19 zijn vermeld.

(7) De Commissie is overgegaan tot een volledig onderzoek naar elk van de 21 producten. Zij heeft de haar bekende belanghebbende producenten/exporteurs en importeurs, de organisaties die hen vertegenwoordigen, de vertegenwoordigers van de exportlanden en de EG-producenten hiervan officieel in kennis gesteld. De Commissie heeft een vragenlijst toegezonden aan al deze partijen en aan de partijen die zich binnen de in het bericht van inleiding vastgestelde termijn bekend hadden gemaakt. Op grond van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 519/94 en artikel 6 van Verordening (EG) nr. 3285/94 heeft de Commissie de rechtstreeks betrokken partijen ook in de gelegenheid gesteld om hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten en dit mondeling toe te lichten.

(8) Enkele producenten/exporteurs, EG-producenten, importeurs en gebruikers, de organisaties die hen vertegenwoordigen, en regeringen van derde landen hebben schriftelijk opmerkingen gemaakt. Alle partijen die binnen de gestelde termijn het verzoek hadden ingediend om te worden gehoord omdat zij mogelijk belang hadden bij de resultaten van de procedure en bijzondere redenen hadden om te worden gehoord, werden gehoord. Bij het vaststellen van de definitieve bevindingen werd rekening gehouden met de mondelinge en schriftelijke opmerkingen van de partijen. De Commissie heeft alle gegevens die zij voor een definitieve vaststelling nodig achtte, verzameld en gecontroleerd. Bij 30 EG-producenten, twaalf producenten/exporteurs en twee importeurs werd ter plaatse een controle verricht.

(9) De resultaten van het onderzoek in verband met de producten met de nummers 1, 2, 3, 4, 5, 18 en 19 zijn uiteengezet in Verordening (EG) nr. 1694/2002 van de Commissie(5) waarbij definitieve vrijwaringsmaatregelen tegen deze producten werden ingesteld, terwijl de resultaten in verband met de producten met de nummers 6, 7, 8, 11, 12, 13, 15, 16, 17, 20 en 21 zijn uiteengezet in Verordening (EG) nr. 1695/2002 van de Commissie(6), waarbij de vrijwaringsprocedures tegen deze producten werden beëindigd, een systeem van toezicht op bepaalde ijzer- en staalproducten werd ingesteld en in de terugbetaling van bepaalde rechten werd voorzien.

(10) In september 2002 ontving de Commissie nieuwe gegevens over de producten met de nummers 9, 10 en 14, volgens welke de invoer in 2002 veel hoger uitviel dan in 2001 en de EG-producenten in 2002 werden geconfronteerd met financiële verliezen en een dalende verkoop. De Commissie achtte het daarom dienstig de onderzoeken in verband met deze producten voort te zetten. Op 11 december 2002(7) deelde zij mee, in een bericht waarin zij de uitzonderlijke omstandigheden toelichtte, dat de termijn voor de voltooiing van de vrijwaringsonderzoeken in verband met deze producten werd verlengd van 27 december 2002 tot 27 februari 2003. De Commissie heeft bij EG-producenten en exporteurs naar de Gemeenschap de extra gegevens die zij nodig achtte, verzameld en gecontroleerd en bij 14 EG-producenten bijkomende controlebezoeken verricht. Deze onderzoeken zijn thans voltooid en de resultaten in verband met de producten met de nummers 9, 10 en 14 worden hieronder uiteengezet.

RESULTATEN VAN DE ONDERZOEKEN

Product nr. 9: Blik

Betrokken product

(11) Bepaalde gewalste platte producten van ijzer of van niet-gelegeerd staal,

- opgerold, niet geplateerd noch bekleed, enkel koudgewalst, of

- vertind, bekleed met chroomoxiden of met chroom en chroomoxiden, geverfd, gevernist of bekleed met kunststof of bepaalde andere stoffen.

(12) Het betrokken product (hierna "blik" genoemd) is ingedeeld onder de GN-codes 7209 18 99, 7210 11 10, 7210 11 90, 7210 12 11, 7210 12 19, 7210 12 90, 7210 50 10, 7210 50 90, 7210 70 31, 7210 90 33, 7211 23 51, 7212 10 10, 7212 10 91, 7212 10 93, 7212 10 99, 7212 40 10 en 7212 40 95.

(13) Blik wordt verkregen door het koudwalsen van plaat van ijzer of van niet-gelegeerd staal, die vervolgens, al naar gelang van het geval, wordt vertind of met andere stoffen wordt geverfd, gevernist of bekleed. Het wordt doorgaans gebruikt bij de vervaardiging van blikjes of andere vormen van verpakking.

Toename van de invoer

(14) De Commissie heeft de invoer van het betrokken product voor de periode van 1997 tot en met 2001 geanalyseerd, zowel in absolute termen als in verhouding tot de productie bestemd voor de verkoop en de totale EG-productie inclusief de productie voor gebruik binnen de eigen onderneming ("totale productie"). De Commissie heeft ook een analyse gemaakt van de ontwikkeling van de invoer in 2002, zowel in absolute als in relatieve termen. De jaarlijkse ontwikkeling van de invoer tussen 1997 en 2001 is in onderstaande tabel weergegeven. Voor het jaar 2002 zijn de werkelijke cijfers tot en met juni opgenomen, naast een raming voor het gehele jaar.

Product nr. 9

Blik

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

(15) In absolute cijfers is de invoer van het betrokken product tussen 1997 en 1999 met 80 % gestegen, waarna hij van 1999 tot 2001 met 15 % daalde. In 2002 nam de invoer met 4 % toe. In verhouding tot zowel de totale productie als de productie bestemd voor de verkoop is de invoer toegenomen van circa 7,5 % in 1997 tot circa 14,5 % in 1999. In 2000 viel hij vervolgens terug tot 11,5 %, maar in 2001 trok hij weer aan. In 2002 nam de invoer toe in verhouding tot zowel de totale productie als de productie bestemd voor de verkoop, maar hij bleef onder het niveau van 1999.

Conclusie

(16) Gezien de daling van de invoer tussen 1999 en 2001, zowel in absolute als in relatieve termen, en niettegenstaande de stijging van de invoer in 2002, kan niet worden vastgesteld dat er sprake is van een plotse, sterke en aanzienlijke toename van de invoer in het recente verleden. De Commissie concludeert derhalve dat de basisvoorwaarde voor de vaststelling van definitieve vrijwaringsmaatregelen niet is vervuld.

Product nr. 10: Kwartoplaat

Betrokken product

(17) Bepaalde platte producten van ijzer of van niet-gelegeerd staal, niet geplateerd noch bekleed, niet opgerold, enkel warmgewalst:

- andere dan met in reliëf gewalste motieven, met een breedte van 600 mm of meer en een dikte van meer dan 10 mm, ingedeeld onder de GN-codes ex 7208 51 30 (Taric-code 7208 51 30 10 ), ex 7208 51 50 (Taric-code 7208 51 50 10 ), ex 7208 51 91 (Taric-code 7208 51 91 10 ), ex 7208 51 99 (Taric-code 7208 51 99 10 ), of met een breedte van 2050 mm of meer en een dikte van 4,75 mm of meer doch niet meer dan 10 mm, ingedeeld onder GN-code ex 7208 52 91 (Taric-code 7208 52 91 10 ), of

- met een breedte van 600 mm of meer, andere dan enkel warmgewalst, ingedeeld onder de GN-codes 7208 90 10 en 7208 90 90;

bepaalde platte producten van ijzer of van niet-gelegeerd staal met een breedte van 600 mm of meer, geplateerd of bekleed, andere dan vertind, verlood, verzinkt, bekleed met chroomoxiden of met chroom en chroomoxiden, met aluminium, of geverfd, gevernist of bekleed met kunststof; andere dan verzilverd, verguld, geplatineerd of geëmailleerd, enkel aan het oppervlak bewerkt, het plateren daaronder begrepen, of enkel anders dan haaks gesneden, geplateerd (EGKS), ingedeeld onder GN-code 7210 90 31, en

bepaalde platte producten van gelegeerd staal (ander dan roestvrij staal) met een breedte van 600 mm of meer, andere dan van siliciumstaal (transformatorstaal) of van sneldraaistaal:

- enkel warmgewalst, niet opgerold, andere dan met een dikte van minder dan 4,75 mm (EGKS), ingedeeld onder de GN-codes 7225 40 20 en 7225 40 50, en

- andere dan enkel warm- of koudgewalst, andere dan verzinkt, enkel aan het oppervlak bewerkt, het plateren daaronder begrepen, of enkel anders dan haaks gesneden (EGKS), ingedeeld onder GN-code 7225 99 10.

(18) Het betrokken product wordt verkregen door het walsen van staalplaat aan vier zijden. Het kent talrijke toepassingen, onder meer in de scheepsbouw, de machinebouw en de vervaardiging van buizen en pijpen.

Toename van de invoer

(19) De Commissie heeft de invoer van het betrokken product voor de periode 1997 tot en met 2001 geanalyseerd, zowel in absolute termen als in verhouding tot de productie bestemd voor de verkoop en de totale EG-productie inclusief de productie voor gebruik binnen de eigen onderneming ("totale productie"). De Commissie heeft ook een analyse gemaakt van de ontwikkeling van de invoer in 2002, zowel in absolute als in relatieve termen. De jaarlijkse ontwikkeling van de invoer tussen 1997 en 2001 is in onderstaande tabel weergegeven. Voor het jaar 2002 zijn de werkelijke cijfers tot en met juni opgenomen, naast een raming voor het gehele jaar.

Product nr. 10

Kwartoplaat

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

(20) In absolute cijfers is de invoer van het betrokken product toegenomen van 1,8 miljoen t in 1997 tot 2,3 miljoen t in 1998, vervolgens gedaald tot 1,2 miljoen t in 2000 om ten slotte in 2001 opnieuw te stijgen tot 1,7 miljoen t. Ofschoon er tussen 2000 en 2001 een sterke stijging plaatsvond, bleef de invoer qua omvang toch onder het niveau van 1997 en 1998. Naar verwachting zal de invoer in 2002 tot 1,5 miljoen t dalen.

(21) Ten aanzien van de ontwikkeling van de verhouding van de invoer tot de totale productie en tot de productie bestemd voor de verkoop tekenen zich dezelfde algemene trends af.

Conclusie

(22) Gezien de ontwikkeling van de invoer (en met name de omvang van de recente invoer, die onder het niveau van 1997 en 1998 blijf), kan niet worden vastgesteld dat er sprake is van een plotse, sterke en aanzienlijke toename van de invoer in het recente verleden. De Commissie concludeert derhalve dat de basisvoorwaarde voor de vaststelling van definitieve vrijwaringsmaatregelen niet is vervuld.

Product nr. 14: Betonstaal

Betrokken product

(23) Staven van ijzer of van niet-gelegeerd staal, enkel gesmeed, warmgewalst, warm getrokken of warm geperst, ook indien na het walsen getordeerd, en voorzien van inkepingen, verdikkingen, ribbels of andere bij het walsen verkregen vervormingen, ingedeeld onder de GN-codes 7214 20 00 en 7214 99 10.

(24) Het betrokken product wordt vervaardigd op basis van knuppels (een halffabrikaat), die tot de vereiste diameter worden warmgewalst. Betonstaal wordt hoofdzakelijk gebruikt als wapening in de bouwsector.

Toename van de invoer

(25) De Commissie heeft de invoer van het betrokken product voor de periode 1997 tot en met 2001 geanalyseerd, zowel in absolute termen als in verhouding tot de productie bestemd voor de verkoop en de totale EG-productie inclusief de productie voor gebruik binnen de eigen onderneming ("totale productie"). De Commissie heeft ook een analyse gemaakt van de ontwikkeling van de invoer in 2002, zowel in absolute als in relatieve termen. De jaarlijkse ontwikkeling van de invoer tussen 1997 en 2001 is in onderstaande tabel weergegeven. Voor het jaar 2002 zijn de werkelijke cijfers tot en met juni opgenomen, naast een raming voor het gehele jaar.

Product nr. 14

Betonstaal

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

(26) In absolute cijfers is de invoer van het betrokken product toegenomen van 0,5 miljoen t in 1997 tot 1,5 miljoen t in 1999, vervolgens gedaald tot 1,2 miljoen t in 2000 om ten slotte in 2001 opnieuw te stijgen tot 1,5 miljoen t. De verhouding van de invoer tot de totale productie en tot de productie bestemd voor de verkoop kende in deze periode eenzelfde ontwikkeling. In 2002 steeg de invoer tot 1,7 miljoen t.

Ernstige schade

(27) De Commissie heeft onderzocht of de EG-producten ernstige schade hebben geleden als gevolg van de toegenomen invoer. Voor de periode 1997-2001 als geheel en rekening houdende met de ontwikkelingen in 2002 kunnen de volgende vaststellingen worden gedaan:

- de capaciteit daalde licht van 18,8 miljoen t in 1997 tot 18,2 miljoen t in 2001 en bleef op het niveau van 18,2 miljoen t in 2002;

- de productie steeg over de periode 1997-2001 met 8 % tot 12,6 miloen t en bleef op dat niveau (12,5 miljoen t) in 2002;

- de verkoop in de Gemeenschap kende over de periode 1997-2001 een stijging van 9 % en kwam daarmee uit op 12,7 miljoen t in 2001; de verkoop bleef gelijk (12,8 miljoen t) in 2002;

- de prijs van het EG-product daalde licht in 1997 en 1998, maar nam sindsdien gestaag toe tot 253 EUR/t in 2002, d.i. een algemene stijging van 5 % ten opzichte van de prijzen van 1997; in 2002 stegen de prijzen met nog eens 2 % tot 258 EUR/t;

- uit de verhouding van de gemiddelde invoerprijs met de gemiddelde prijs van het EG-product blijkt dat er in 2001 (-3,4 %) noch in 2002 (-0,6 %) sprake was van prijsonderbieding;

- de nettowinst op de verkoop van het EG-product steeg van 0,5 % tot 3,5 % tussen 1997 en 2001 en nam verder toe tot 4,6 % in 2002;

- het marktaandeel van de EG-producenten daalde tussen 1997 en 2001 van 96 % tot 89 % en in 2002 tot 88 %.

Conclusie

(28) Ofschoon de EG-producenten in de periode 1997-2001 marktaandeel hebben moeten prijsgeven, wijzen de economische indicatoren waaraan de situatie van de EG-producenten kan worden afgelezen, over het geheel genomen niet op een aanzienlijke algemene verslechtering van hun positie. De winstgevendheid en de meeste andere indicatoren hebben zich meest recentelijk immers positief ontwikkeld. In 2002 verloren de EG-producenten andermaal marktaandeel, maar de winstgevendheid en de meeste andere indicatoren gingen erop vooruit, waardoor hun positie in het algemeen gunstig blijft.

(29) Ofschoon er redelijkerwijze kan worden gesteld dat de invoer een plotse, sterke en aanzienlijke toename heeft gekend, concludeert de Commissie toch dat de basisvoorwaarde voor de vaststelling van definitieve vrijwaringsmaatregelen niet is vervuld, omdat er geen sprake is van een aanzienlijke algemene verslechtering in de situatie van de EG-producenten en de meeste schade-indicatoren zich in 2001 positief hebben ontwikkeld, een trend die in 2002 werd bevestigd.

SLOTOVERWEGINGEN

(30) Om bovengenoemde redenen is de Commissie van oordeel dat de voorwaarden voor de instelling van definitieve vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van de producten met de nummers 9, 10 en 14 niet zijn vervuld.

(31) De vrijwaringsprocedures met betrekking tot deze producten moeten daarom worden beëindigd. Aanvullende rechten die overeenkomstig de voorlopige maatregelen voor deze producten werden betaald, moeten worden terugbetaald.

(32) Deze verordening doet geen afbreuk aan het systeem van toezicht achteraf dat werd ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1695/2002 en ook betrekking heeft op de producten met de nummers 9, 10 en 14,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De vrijwaringsprocedures met betrekking tot de producten met de nummers 9, 10 en 14, die nader worden beschreven in de bijlage, worden beëindigd.

Artikel 2

Bedragen die werden betaald op grond van aanvullende rechten uit hoofde van de bij Verordening (EG) nr. 560/2002 van de Commissie(8) ingestelde voorlopige vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van de producten met de nummers 9, 10 en 14, die nader worden beschreven in de bijlage, moeten zo spoedig mogelijk worden terugbetaald.

Artikel 3

De lidstaten en de Commissie zien in nauwe samenwerking toe op de naleving van deze verordening.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 januari 2003.

Voor de Commissie

Pascal Lamy

Lid van de Commissie

(1) PB L 349 van 31.12.1994, blz. 53.

(2) PB L 286 van 11.11.2000, blz. 1.

(3) PB L 67 van 10.3.1994, blz. 89.

(4) PB L 159 van 3.6.1998, blz. 1.

(5) PB L 261 van 28.9.2002, blz. 1.

(6) PB L 261 van 28.9.2002, blz. 124.

(7) PB C 308 van 11.12.2002, blz. 37.

(8) PB L 85 van 28.3.2002, blz. 1.

BIJLAGE

>RUIMTE VOOR DE TABEL>