Home

Verordening (EG) nr. 152/2003 van de Raad van 27 januari 2003 tot wijziging van de antidumpingmaatregelen die bij Verordening (EG) nr. 299/2001 zijn vastgesteld ten aanzien van kaliumpermanganaat uit de Volksrepubliek China

Verordening (EG) nr. 152/2003 van de Raad van 27 januari 2003 tot wijziging van de antidumpingmaatregelen die bij Verordening (EG) nr. 299/2001 zijn vastgesteld ten aanzien van kaliumpermanganaat uit de Volksrepubliek China

Verordening (EG) nr. 152/2003 van de Raad van 27 januari 2003 tot wijziging van de antidumpingmaatregelen die bij Verordening (EG) nr. 299/2001 zijn vastgesteld ten aanzien van kaliumpermanganaat uit de Volksrepubliek China

Publicatieblad Nr. L 025 van 30/01/2003 blz. 0021 - 0022


Verordening (EG) nr. 152/2003 van de Raad

van 27 januari 2003

tot wijziging van de antidumpingmaatregelen die bij Verordening (EG) nr. 299/2001 zijn vastgesteld ten aanzien van kaliumpermanganaat uit de Volksrepubliek China

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap(1) ("basisverordening"), en met name op artikel 11, lid 3,

Gezien het voorstel dat de Commissie na overleg in het Raadgevend Comité heeft ingediend,

Overwegende hetgeen volgt:

A. PROCEDURE

1. Thans geldende maatregelen

(1) In februari 2001 heeft de Raad, bij Verordening (EG) nr. 299/2001(2), een definitief antidumpingrecht in de vorm van een specifiek recht ingesteld op kaliumpermanganaat uit de Volksrepubliek China.

2. Inleiding van de procedure

(2) Op 13 juni 2002 heeft de Commissie door middel van een bericht ("bericht van inleiding") in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen(3) de inleiding bekendgemaakt van een tussentijds onderzoek van de antidumpingmaatregelen die van toepassing waren op kaliumpermanganaat uit de Volksrepubliek China.

(3) Het onderzoek werd geopend op initiatief van de Commissie die wenste na te gaan of de vorm van de antidumpingmaatregelen gepast was. Deze maatregelen bestaan uit een antidumpingrecht in de vorm van een specifiek recht, bij de toepassing waarvan geen rekening wordt gehouden met situaties waarin de ingevoerde goederen beschadigd zijn voordat zij in het vrije verkeer worden gebracht.

3. Onderzoek

(4) De Commissie heeft de haar bekende belanghebbende producenten/exporteurs, importeurs en verwerkende bedrijven en hun organisaties, alsmede de vertegenwoordigers van de Volksrepubliek China en de producenten in de Gemeenschap van de inleiding van de procedure in kennis gesteld. De betrokkenen werden in de gelegenheid gesteld hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten en binnen de in het bericht van inleiding vermelde termijn een onderhoud aan te vragen.

(5) Een aantal Chinese producenten/exporteurs, producenten en importeurs/handelaars in de Gemeenschap hebben hun standpunt schriftelijk uiteengezet. Alle partijen die binnen de gestelde termijn om een mondeling onderhoud hadden verzocht en die konden aantonen dat er bijzondere redenen waren om hen te horen, werden in de gelegenheid gesteld te worden gehoord.

(6) De Commissie heeft alle gegevens die zij voor de beoordeling van de gepastheid van de geldende maatregelen noodzakelijk achtte ingewonnen en geverifieerd.

B. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK

(7) Volgens artikel 145 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek(4) moet de douanewaarde, wanneer goederen voordat zij in het vrije verkeer worden gebracht zijn beschadigd, worden bepaald door een verhoudingsgewijze aanpassing aan de werkelijk betaalde of te betalen prijs.

(8) Om te voorkomen dat een te hoog bedrag aan antidumpingrechten wordt geheven, moet het specifieke recht, wanneer goederen zijn beschadigd, worden verminderd met een percentage dat overeenstemt met de vermindering van de werkelijk betaalde of te betalen prijs.

(9) De EG-producenten voerden aan dat de term "beschadigd" vaag is en tot ruime interpretaties aanleiding kan geven waardoor de antidumpingrechten ontweken zouden kunnen worden of waardoor deze zelfs ondoelmatig zouden kunnen worden. Om de ontwijking van de rechten tegen te gaan, wanneer de douaneautoriteiten van oordeel zijn dat goederen beschadigd zijn, zou een tweede, onafhankelijke deskundige een advies moeten uitbrengen over de vraag of de goederen beschadigd zijn.

(10) Opgemerkt wordt dat de douanewaarde van goederen, al dan niet beschadigd, door de douaneautoriteiten wordt vastgesteld volgens de regels die in het communautair douanewetboek zijn vastgelegd en die geen zo ruime interpretatie mogelijk maken dat het antidumpingrecht daardoor ondoelmatig kan worden. Gelet op deze regels bestaat er geen behoefte aan bijzondere bepalingen voor goederen waarop antidumpingmaatregelen van toepassing zijn. Het verzoek om de invoering van de verplichting een tweede advies van een deskundige in te winnen, wordt daarom afgewezen.

(11) Omdat belanghebbenden daartegen geen geldige argumenten hebben aangevoerd, wordt geconcludeerd dat, wanneer goederen zijn beschadigd voordat zij in het vrije verkeer worden gebracht en bij het vaststellen van de douanewaarde rekening wordt gehouden met de werkelijk betaalde of te betalen prijs, het specifieke recht verminderd dient te worden met het percentage dat overeenstemt met de verhoudingsgewijze aanpassing aan de werkelijk betaalde of te betalen prijs,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het volgende lid wordt toegevoegd aan artikel 1 van Verordening (EG) nr. 299/2001:

"4. Wanneer goederen zijn beschadigd voordat zij in het vrije verkeer worden gebracht en de douanewaarde daarom, overeenkomstig artikel 145 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie, verhoudingsgewijs wordt aangepast aan de werkelijk betaalde of te betalen prijs, wordt het bedrag van het antidumpingrecht, berekend op grond van bovengenoemde bedragen, verminderd met het percentage dat met de verhoudingsgewijze aanpassing van de werkelijk betaalde of te betalen prijs overeenstemt.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 januari 2003.

Voor de Raad

De voorzitter

G. Papandreou

(1) PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1972/2002 (PB L 305 van 7.11.2002, blz. 1).

(2) PB L 44 van 15.2.2001, blz. 4.

(3) PB C 140 van 13.6.2002, blz. 12.

(4) PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 444/2002 (PB L 68 van 12.3.2002, blz. 11).