Home

Verordening (EG) nr. 629/2003 van de Commissie van 8 april 2003 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 528/1999 tot vaststelling van de maatregelen om de kwaliteit van de olijfolieproductie te verbeteren, wat betreft de voor financiering door de Gemeenschap in aanmerking komende activiteiten

Verordening (EG) nr. 629/2003 van de Commissie van 8 april 2003 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 528/1999 tot vaststelling van de maatregelen om de kwaliteit van de olijfolieproductie te verbeteren, wat betreft de voor financiering door de Gemeenschap in aanmerking komende activiteiten

Verordening (EG) nr. 629/2003 van de Commissie

van 8 april 2003

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 528/1999 tot vaststelling van de maatregelen om de kwaliteit van de olijfolieproductie te verbeteren, wat betreft de voor financiering door de Gemeenschap in aanmerking komende activiteiten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1513/2001(2), en met name op artikel 5, lid 11,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Krachtens artikel 5, lid 9, van Verordening nr. 136/66/EEG wordt vanaf 1 november 2001 1,4 % van de aan de producenten van olijfolie en tafelolijven toe te kennen productiesteun bestemd voor de financiering van in de lidstaten te voeren regionale acties ter verbetering van de kwaliteit van de productie van olijfolie en tafelolijven en van het effect van die productie op het milieu. In Verordening (EG) nr. 528/1999 van de Commissie(3), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 593/2001(4), wordt echter niet verwezen naar de productie van tafelolijven.

(2) Verordening (EG) nr. 528/1999 dient derhalve te worden gewijzigd.

(3) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor oliën en vetten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 528/1999 wordt als volgt gewijzigd:

1. De titel wordt vervangen door:

"Verordening (EG) nr. 528/1999 van de Commissie van 10 maart 1999 tot vaststelling van de maatregelen om de kwaliteit van de productie van olijfolie en tafelolijven te verbeteren".

2. Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

a) Lid 1 wordt vervangen door:

"1. In deze verordening wordt nader bepaald welke acties moeten worden gevoerd om op regionaal vlak de kwaliteit van de productie van olijfolie en tafelolijven en het effect ervan op het milieu te verbeteren en welke bepalingen in dat verband in acht moeten worden genomen.".

b) Lid 2 wordt als volgt gewijzigd:

i) de punten b), c), d) en e), worden vervangen door:

"b) de verbetering van de teelt en de verzorging van de olijfbomen en van het verzamelen, de opslag en de verwerking van de olijven en de opslag van de geproduceerde olijfolie en tafelolijven;

c) de technische bijstand ten behoeve van de olijventelers, de oliefabrieken en de bedrijven die tafelolijven verwerken, om bij te dragen tot het milieubehoud en de verbetering van de kwaliteit van de olijvenproductie en van de verwerking van de olijven tot olie en tot tafelolijven;

d) de verbetering van de verwijdering van residuen van de olieproductie en van de verwerking van olijven tot tafelolijven op een voor het milieu onschadelijke manier;

e) de opleiding, de verspreiding van kennis en de demonstraties om de landbouwers, de oliefabrieken en de bedrijven voor de verwerking van olijven tot tafelolijven gegevens te verstrekken over de kwaliteit van de olijfolie en van de tafelolijven en te informeren over het effect van deze producties op het milieu;";

ii) punt g) wordt vervangen door:

"g) de samenwerking met gespecialiseerde instanties bij de uitvoering van onderzoekprogramma's op het gebied van de verbetering van de kwaliteit van de geproduceerde olijfolie van eerste persing en tafelolijven, met een gelijktijdige verbetering van het milieueffect;".

c) Lid 3, tweede alinea, wordt vervangen door:"De toepassing van insecticiden ter bestrijding van de olijfvlieg dient te worden gecombineerd met het gebruik van eiwitlokaas. In bijzondere gevallen kan echter worden toegestaan dat onder toezicht van de instanties die belast zijn met het voorschrijven van de behandelingen insecticiden op een andere manier worden toegepast. Deze insecticiden moeten van zodanige aard zijn en moeten op zodanige wijze worden toegepast dat in olijven uit de betrokken teeltgebieden en in de uit die olijven geproduceerde olie en tafelolijven voor geen enkel residu het gehalte wordt overschreden dat op grond van de communautaire voorschriften is toegestaan.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 november 2001.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 april 2003.

Voor de Commissie

Franz Fischler

Lid van de Commissie

(1) PB 172 van 30.9.1966, blz. 3025/66.

(2) PB L 201 van 26.7.2001, blz. 4.

(3) PB L 62 van 11.3.1999, blz. 8.

(4) PB L 88 van 28.3.2001, blz. 6.