Home

Verordening (EG) nr. 764/2003 van de Commissie van 30 april 2003 houdende schorsing voor een periode van drie maanden, met betrekking tot uit Servië en Montenegro ingevoerde suiker van GN-codes 1701 en 1702, van de regelingen ingesteld bij Verordening (EG) nr. 2007/2000 van de Raad tot vaststelling van uitzonderlijke handelsmaatregelen ten behoeve van de landen en gebieden die deelnemen aan of verbonden zijn met het stabilisatie- en associatieproces van de Europese Unie

Verordening (EG) nr. 764/2003 van de Commissie van 30 april 2003 houdende schorsing voor een periode van drie maanden, met betrekking tot uit Servië en Montenegro ingevoerde suiker van GN-codes 1701 en 1702, van de regelingen ingesteld bij Verordening (EG) nr. 2007/2000 van de Raad tot vaststelling van uitzonderlijke handelsmaatregelen ten behoeve van de landen en gebieden die deelnemen aan of verbonden zijn met het stabilisatie- en associatieproces van de Europese Unie

Verordening (EG) nr. 764/2003 van de Commissie van 30 april 2003 houdende schorsing voor een periode van drie maanden, met betrekking tot uit Servië en Montenegro ingevoerde suiker van GN-codes 1701 en 1702, van de regelingen ingesteld bij Verordening (EG) nr. 2007/2000 van de Raad tot vaststelling van uitzonderlijke handelsmaatregelen ten behoeve van de landen en gebieden die deelnemen aan of verbonden zijn met het stabilisatie- en associatieproces van de Europese Unie

Publicatieblad Nr. L 109 van 01/05/2003 blz. 0013 - 0014


Verordening (EG) nr. 764/2003 van de Commissie

van 30 april 2003

houdende schorsing voor een periode van drie maanden, met betrekking tot uit Servië en Montenegro ingevoerde suiker van GN-codes 1701 en 1702, van de regelingen ingesteld bij Verordening (EG) nr. 2007/2000 van de Raad tot vaststelling van uitzonderlijke handelsmaatregelen ten behoeve van de landen en gebieden die deelnemen aan of verbonden zijn met het stabilisatie- en associatieproces van de Europese Unie

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2007/2000 van de Raad van 18 september 2000 tot vaststelling van uitzonderlijke handelsmaatregelen ten behoeve van de landen en gebieden die deelnemen aan of verbonden zijn met het stabilisatie- en associatieproces van de Europese Unie, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2820/98 en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 1763/1999 en (EG) nr. 6/2000(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 607/2003 van de Commissie(2), inzonderheid op artikel 12, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Sedert begin 2001 wordt een aanzienlijke en snelle toename van de preferentiële invoer van suiker in de Gemeenschap uit Servië en Montenegro geregistreerd. De uitvoer van suiker uit de Gemeenschap naar dit land is eveneens in aanzienlijke mate toegenomen. Deze ontwikkeling van de handel in beide richtingen leek een zeer kunstmatig verschijnsel te zijn, hetgeen de diensten van de Commissie deed besluiten tot het plegen van onderling overleg in maart 2002 en nemen van maatregelen om in de situatie duidelijkheid te brengen.

(2) Bij schrijven van 8 april 2002 werden de autoriteiten van Servië en Montenegro verzocht over de situatie opheldering te verschaffen, en aan de Commissie en de betrokken lidstaten hun volledige medewerking te verlenen bij de behandeling van deze zaak.

(3) Op 12 april 2002 heeft de Commissie de lidstaten ertoe opgeroepen gevolg te geven aan verzoeken om controle achteraf van bewijzen van oorsprong betreffende uit Servië en Montenegro in de Gemeenschap ingevoerde suiker en de nodige conservatoire maatregelen te nemen ter bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap.

(4) Op 26 juni 2002 heeft de Commissie een bericht aan de importeurs(3) gepubliceerd waarin zij wijst op het bestaan van gegronde twijfel omtrent de correcte toepassing van de preferentiële regelingen voor suiker van GN-codes 1701 en 1702 die bij invoer als van oorsprong uit Servië en Montenegro wordt aangegeven.

(5) In artikel 2, lid 1, onder a) en c), van Verordening (EG) nr. 2007/2000 wordt als voorwaarden voor de preferentiële regelingen gesteld dat de bepalingen betreffende de oorsprong in titel IV, hoofdstuk 2, afdeling 2, van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek(4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 444/2002(5), in acht moeten worden genomen, en dat de begunstigden administratief daadwerkelijk met de Gemeenschap moeten samenwerken om fraude te voorkomen.

(6) In artikel 110, leden 6 en 7, van Verordening (EEG) nr. 2454/93 wordt de verantwoordelijkheid vastgelegd van de bevoegde overheidsinstanties van het begunstigde land of gebied voor het nemen van de nodige maatregelen om de oorsprong van de producten en de op het certificaat vermelde gegevens te verifiëren, met name door alle bewijsstukken op te vragen en elke controle te verrichten die zij dienstig achten.

(7) In artikel 110, lid 1, tweede streepje, van diezelfde verordening wordt voor het begunstigde land of gebied de verplichting vastgelegd om de Gemeenschap bijstand te verlenen door aan de douaneautoriteiten van de lidstaten de mogelijkheid te bieden de echtheid van het document of de juistheid van de inlichtingen omtrent de werkelijke oorsprong van de betrokken producten na te gaan. Artikel 122 voorziet met het oog daarop in methoden van administratieve samenwerking, in het kader waarvan de bevoegde overheidsinstanties van het begunstigde land of gebied, op verzoek van de douaneautoriteiten van een lidstaat, controles achteraf uitvoeren met betrekking tot de echtheid van het bewijs van oorsprong, de werkelijke oorsprong van de betrokken producten of het voldaan zijn van andere belangrijke vereisten.

(8) In artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2007/2000 wordt bepaald dat, wanneer de Commissie oordeelt dat niet de vereiste administratieve medewerking wordt verleend voor de verificatie van het bewijs van oorsprong, of dat artikel 2, lid 1, van genoemde verordening wordt overtreden door een land of gebied waarop zij betrekking heeft, zij onder bepaalde voorwaarden maatregelen kan nemen om de bij genoemde verordening vastgestelde regelingen voor een periode van drie maanden geheel of ten dele te schorsen.

(9) Volgens recente bevindingen in Servië en Montenegro stelt het huidige certificatie- en controlesysteem voor de preferentiële oorsprong van suiker van GN-codes 1701 en 1702 de bevoegde instanties van dit ontvangende land niet in staat de oorsprong van de producten te verifiëren en in de voor het controleren van de bewijsstukken betreffende de oorsprong nodige administratieve samenwerking te voorzien. Daaruit dient te worden geconcludeerd dat Servië en Montenegro artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2007/2000 niet naleeft.

(10) De Commissie is derhalve van oordeel dat aan de in artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2007/2000 vastgelegde voorwaarden is voldaan en dat de preferentiële regelingen voor een periode van drie maanden dienen te worden geschorst voor suiker van GN-codes 1701 en 1702 aangegeven als van oorsprong uit Servië en Montenegro.

(11) Het Comité Douanewetboek werd dienovereenkomstig ingelicht,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De preferentiële regelingen waarin Verordening (EG) nr. 2007/2000 voorziet voor uit Servië en Montenegro ingevoerde suiker van GN-codes 1701 en 1702, worden voor een periode van drie maanden geschorst.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 april 2003.

Voor de Commissie

Frederik Bolkestein

Lid van de Commissie

(1) PB L 240 van 23.9.2000, blz. 1.

(2) PB L 86 van 3.4.2003, blz. 18.

(3) PB C 152 van 26.6.2002, blz. 14.

(4) PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.

(5) PB L 68 van 12.3.2002, blz. 11.