Home

Verordening (EG) nr. 781/2003 van de Commissie van 7 mei 2003 tot instelling van een voorlopig antidumpingrecht op furfurylalcohol uit de Volksrepubliek China

Verordening (EG) nr. 781/2003 van de Commissie van 7 mei 2003 tot instelling van een voorlopig antidumpingrecht op furfurylalcohol uit de Volksrepubliek China

Verordening (EG) nr. 781/2003 van de Commissie

van 7 mei 2003

tot instelling van een voorlopig antidumpingrecht op furfurylalcohol uit de Volksrepubliek China

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap(1) ("de basisverordening"), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1972/2002(2), en met name op artikel 7,

Na raadpleging van de Raadgevend Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

A. PROCEDURE

1. Indiener van de klacht

(1) De klacht betreffende de invoer van furfurylalcohol uit de Volksrepubliek China werd op 25 juni 2002 ingediend door International Furan Chemicals BV ("IFC"), Nederland, namens de met haar gelieerde onderneming Transfurans Chemicals BVBA ("TFC"), België, de enige producent van furfurylalcohol in de Gemeenschap.

(2) De klacht ging vergezeld van bewijsmateriaal betreffende de dumping van het betrokken product en de daaruit voortvloeiende aanmerkelijke schade, welk bewijsmateriaal voldoende werd geacht om tot de inleiding van een procedure over te gaan.

2. Inleiding van een procedure

(3) Op 9 augustus 2002 werd de procedure ingeleid door middel van de publicatie van een bericht van inleiding(3).

3. Onderzoektijdvak

(4) Het onderzoek naar de dumping en de schade had betrekking op de periode van 1 juli 2001 tot 30 juni 2002 ("het onderzoektijdvak"). Voor de ontwikkelingen die relevant zijn voor de beoordeling van de schade heeft de Commissie gegevens onderzocht die betrekking hadden op de periode van 1 januari 1998 tot en met 30 juni 2002 ("de beoordelingsperiode"). De periode die in aanmerking is genomen voor de bevindingen inzake prijsonderbieding, streefprijsonderbieding en de schademarge is het voornoemde onderzoektijdvak.

4. Partijen bij de procedure

(5) De Commissie heeft de indiener van de klacht en de haar bekende betrokken producenten/exporteurs, importeurs, leveranciers en de bedrijven die het betrokken product verwerken, alsmede de bij haar bekende betrokken organisaties en vertegenwoordigers van de Volksrepubliek China in kennis gesteld van de inleiding van de procedure. De belanghebbenden werden in de gelegenheid gesteld hun standpunt schriftelijk kenbaar te maken en te verzoeken om te worden gehoord binnen de in het bericht van inleiding vermelde termijn.

(6) De indiener van de klacht, de producenten/exporteurs, de importeurs, de leveranciers en de bedrijven die het betrokken product verwerken, hebben hun standpunt kenbaar gemaakt. Alle belanghebbenden die het verzoek hadden ingediend te worden gehoord en hadden aangetoond dat zij hiertoe bijzondere redenen hadden, werden gehoord.

(7) Teneinde de producenten/exporteurs in de Volksrepubliek China de gelegenheid te stellen om desgewenst een verzoek in te dienen om als marktgericht bedrijf te worden behandeld of om een individuele behandeling aan te vragen, heeft de Commissie de haar bekende belanghebbende Chinese ondernemingen de nodige formulieren doen toekomen. Vier ondernemingen vroegen overeenkomstig artikel 2, lid 7, van de basisverordening om als marktgericht bedrijf te worden beschouwd of, indien het onderzoek mocht uitwijzen dat zij niet aan de hiervoor geldende voorwaarden voldeden, om een individuele behandeling.

(8) In het bericht van inleiding maakte de Commissie melding van de mogelijkheid in het onderhavige onderzoek gebruik te maken van een steekproef. Gezien het relatief kleine aantal producenten/exporteurs in de Volksrepubliek China dat zich bereid had verklaard medewerking te verlenen, werd het niet nodig geacht een steekproef samen te stellen voor het beoordelen van de medewerkende exporteurs.

(9) De Commissie heeft een vragenlijst gezonden aan alle haar bekende belanghebbenden en andere ondernemingen die zich bekend hadden gemaakt binnen de in het bericht van inleiding vermelde termijn. Er werd een antwoord ontvangen van de klagende EG-producent, van vier producenten/exporteurs, drie onafhankelijke importeurs en elf onafhankelijke gebruikers in de Gemeenschap.

(10) De Commissie heeft alle gegevens die zij voor de voorlopige vaststelling van dumping en schade nodig had, ingewonnen en geverifieerd en heeft een onderzoek ter plaatse ingesteld bij de volgende bedrijven:

a) EG-producent en gelieerde ondernemingen

- TransFurans Chemicals BVBA, Geel, België ("TFC"),

- International Furan Chemicals BV, Rotterdam, Nederland ("IFC"),

- Central Romana Corporation, LTD, La Romana, Dominicaanse Republiek ("CRC").

b) Producenten/exporteurs in de Volksrepubliek China

- Gaoping Chemical Industry Co. Ltd,

- Zhucheng Huaxiang Chemical Co. Ltd,

- Linzi Organic Chemical Inc.,

- Henan Huilong Chemical Industry Co. Ltd.

(11) Omdat een normale waarde zou moeten worden vastgesteld voor producenten/exporteurs in de Volksrepubliek China die niet als marktgericht bedrijf konden worden beschouwd, is een onderzoek ter plaatse verricht bij de volgende onderneming:

c) Producent in de Verenigde Staten

- Penn Speciality Chemicals Inc.

5. Betrokken product en soortgelijk product

5.1. Betrokken product

(12) De procedure heeft betrekking op furfurylalcohol, ingedeeld onder de GN-code ex 2932 13 00, uit de Volksrepubliek China.

(13) Furfurylalcohol is een chemisch product. Het maakt deel uit van de familie van heterocyclische samenstellingen, die zich kenmerken door een onverzadigde kern bestaande uit vier koolstofatomen en een zuurstofatoom. Het is een mobiele, kleurloze tot lichtgele vloeistof die oplosbaar is in vele gangbare organische solventen. De grondstof voor de productie van furfurylalcohol is furfural, dat wordt verkregen uit landbouwafval zoals maïskolven, suikerriet of rijstvlies.

(14) Furfurylalcohol is een basisproduct. Het wordt voornamelijk gebruikt bij de productie van gieterijharsen, die worden gebruikt voor het vervaardigen van metalen gietstukken voor industriële doeleinden. Voorts wordt het gebruikt voor de productie van onder andere corrosiebestendige mortel, laminaathars en glasvezelversterkingsuitrusting.

(15) Uit het onderzoek is gebleken dat er twee soorten furfurylalcohol bestaan, namelijk furfurylalcohol met een zuiverheid van meer dan 98 %, en furfurylalcohol met een hoge zuiverheid van meer dan 99 %, tetrahydrofurfurylalcohol ("THFA") genoemd. THFA is goed voor minder dan 1 % van het verbruik in de Gemeenschap. Het is een speciaal product dat gebruikt wordt voor specifieke doeleinden. Voorts bleken de fysieke en technische basiskenmerken van de twee soorten furfurylalcohol te verschillen. In het kader van dit onderzoek werd derhalve besloten furfurylalcohol en het kwalitatief betere THFA niet als één enkel product aan te merken.

5.2. Soortgelijk product

(16) Bij het onderzoek is gebleken dat de fysieke en technische basiskenmerken van furfurylalcohol zoals dit wordt geproduceerd en verkocht door de bedrijfstak van de Gemeenschap, van furfuryalcohol dat uit de Volksrepubliek China in de Gemeenschap wordt ingevoerd en van het in de Verenigde Staten geproduceerde furfurylalcohol, niet van elkaar verschillen en voor dezelfde doeleinden worden aangewend.

(17) Derhalve werd voorlopig geconcludeerd dat al deze producten soortgelijke producten zijn in de zin van artikel 1, lid 4, van de basisverordening.

B. DUMPING

1. Status van marktgericht bedrijf

(18) Vier producenten/exporteurs in de Volksrepubliek China hebben verzocht te worden behandeld als een marktgericht bedrijf overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder b), van de basisverordening en hebben daartoe het desbetreffende aanvraagformulier voor producenten/exporteurs teruggezonden.

(19) Om voor de status van marktgericht bedrijf in aanmerking te komen, moeten ondernemingen aantonen dat zij voldoen aan de vijf criteria van artikel 2, lid 7, onder c), van de basisverordening. Uitsluitend voor het gemak van verdere verwijzing worden deze criteria hieronder kort samengevat:

1. De zakelijke besluiten en kosten worden vastgesteld overeenkomstig marktvoorwaarden.

2. De boekhouding wordt door een onafhankelijke accountant gecontroleerd en voor alle doeleinden toegepast.

3. Er zijn geen verstoringen van betekenis die voortvloeien uit het vroegere systeem zonder markteconomie.

4. Het juridisch kader en de stabiliteit zijn verzekerd door faillissements- en eigendomswetgeving.

5. De omrekening van valuta's geschiedt tegen marktkoersen.

(20) Geen van de vier Chinese producenten/exporteurs voldeed echter aan alle voorwaarden om als een marktgericht bedrijf te worden aangemerkt. Om die reden kon geen van de verzoeken om toekenning van de status van marktgericht bedrijf worden gehonoreerd. In onderstaande tabel is te zien welke van de vijf criteria van artikel 2, lid 7, onder c), van de basisverordening door de ondernemingen werden vervuld.

TABEL 1

Overzicht van de mate waarin werd voldaan aan de vijf criteria van artikel 2, lid 7, onder c), van de basisverordening

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bron:

Gecontroleerde antwoorden van medewerkende Chinese exporteurs op de vragenlijst.

(21) Met betrekking tot het criterium bij het derde streepje kon voor de vierde onderneming niet worden vastgesteld dat aandelen van de staat vrij tegen de marktprijs waren verkocht toen de onderneming werd geprivatiseerd. Daar de onderneming niet kon aantonen aan een van de andere criteria te voldoen en de bewijslast om aan te tonen dat aan alle voorwaarden is voldaan bij de exporteur ligt, werd besloten dat voor dit criterium geen besluit hoefde te worden genomen, daar deze onderneming reeds aan het tweede criterium niet voldeed.

(22) De betrokken ondernemingen en de indiener van de klacht werden in de gelegenheid gesteld opmerkingen te maken over bovengenoemde conclusies. Twee ondernemingen voerden aan dat het besluit onjuist was en dat de status van marktgerichte onderneming aan hen diende te worden toegekend.

(23) Een van de ondernemingen heeft aangevoerd dat haar boekhouding volledig in overeenstemming was met internationale normen en dat er geen sprake was van een verstoring van betekenis die voortvloeiende uit het vroeger planeconomiesysteem wat de bepaling van de waarde van de onderneming betrof. De accountant die de onderneming controleerde, had evenwel fouten aangetroffen in de boekhouding die zelfs niet in overeenstemming bleek te zijn met de boekhoudkundige voorschriften van de Volksrepubliek China. Voorts werd vastgesteld dat enkele fouten in de boekhouding in opeenvolgende jaren waren herhaald en dat de onderneming de fouten niet had hersteld. Op basis van deze fouten was de accountant tot de conclusie gekomen dat de winstcijfers onbetrouwbaar waren en dat er sprake was van een oververdeling van winsten. Derhalve werd geconcludeerd dat de onderneming niet beschikte "over een duidelijke basisboekhouding... in overeensteming met de hiervoor internationaal geldende normen" zoals vereist in artikel 2, lid 7, onder c), van de basisverordening. Het verzoek van de exporteur werd derhalve afgewezen.

(24) Gezien deze conclusie en bij ontstentenis van nieuw bewijsmateriaal, wordt de conclusie deze onderneming niet als marktgericht bedrijf te beschouwen voorlopig bevestigd.

(25) Ook een tweede onderneming voerde aan te voldoen aan alle vijf criteria van de basisverordening. In het bijzonder voerde deze onderneming aan dat haar zakelijke besluitvorming en kostenbeheer marktconform geschiedden en dat haar boekhouding volledig in overeenstemming was met de internationale boekhoudnormen. Met betrekking tot het eerste punt was de onderneming niet in staat de normale voorraadwaarderingsmethode voor de voornaamste grondstof, furfural, aan te tonen. Evenmin was de onderneming in staat de reden op te geven voor bepaalde correcties op deze oncontroleerbare waardering. Derhalve was de onderneming niet in staat aan te tonen dat de kosten van de voornaamste grondstoffen in hoge mate met marktwaarden overeenstemden, zoals vereist in artikel 2, lid 7, onder c) van de basisverordening.

(26) Met betrekking tot het tweede punt werd geconstateerd dat de onderneming een hoger winstcijfer had gebruikt voor de uitkering van dividend, terwijl voor andere doeleinden een lager winstcijfer was gehanteerd. De onderneming had geen bevredigende verklaring voor het verschil tussen deze twee winstcijfers. In deze omstandigheden kon niet worden geconcludeerd dat de onderneming beschikte over "een duidelijke basisboekhouding... die voor alle doeleinden wordt toegepast" zoals eveneens vereist in artikel 2, lid 7, onder c), van de basisverordening. Het verzoek is derhalve geweigerd.

2. Individuele behandeling

(27) Overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder a), wordt, indien nodig, voor landen waarop artikel 2, lid 7, van toepassing is, een voor het gehele land geldend recht berekend, behalve wanneer ondernemingen kunnen aantonen, overeenkomstig artikel 9, lid 5, dat hun exportprijzen en -hoeveelheden, evenals de door hen gehanteerde verkoopvoorwaarden, vrij tot stand komen, dat marktconforme wisselkoersen worden toegepast en dat een eventuele bemoeienis van de staat niet van dien aard is dat maatregelen kunnen worden ontdoken indien voor verschillende exporteurs verschillende rechten gelden.

(28) De vier producenten/exporteurs hadden, naast hun verzoek om behandeling als marktgerichte onderneming, ook om een individuele behandeling verzocht ingeval hen de status van marktgerichte onderneming zou worden geweigerd. Op basis van de beschikbare informatie werd geconcludeerd dat bij alle vier ondernemingen de exportprijzen, de exporthoeveelheden en de verkoopvoorwaarden vrij tot stand kwamen en dat marktconforme wisselkoersen werden gehanteerd.

(29) Met betrekking tot één Chinese producent werd geconstateerd dat deze in het onderzoektijdvak niet alleen zelf furfurylalcohol had geproduceerd, maar aanzienlijke hoeveelheden van dit product bij ten minste twee andere concurrerende Chinese producenten, die geen van alle aan het onderzoek medewerkten, had aangekocht en vervolgens doorverkocht. Deze onderneming was dus zowel producent van als handelaar in furfurylalcohol. Daar het niet mogelijk was te achterhalen wie de producent was van het product dat naar de Gemeenschap was uitgevoerd en de betrokken concurrerende producenten geen medewerking verleenden - waardoor er geen gegevens waren over hun banden met eerstgenoemde Chinese producent - wordt in afwezigheid van verdere informatie geoordeeld dat er een ernstig risico is dat de maatregelen worden ontdoken indien deze producent een individuele behandeling verkrijgt. Voorts heeft de onderneming slechts verklaard dat de staat zich niet in haar zakelijke besluiten mengde, maar hierover geen uitleg gegeven of bewijsmateriaal verstrekt. Gelet op het voorgaande heeft de Commissie dus niet voldoende informatie verkregen om het verzoek ter verkrijging van een individuele behandeling in te willigen, maar zij zal deze zaak verder onderzoeken. Geoordeeld wordt dat de onderneming niet heeft aangetoond dat zij aan de criteria van artikel 9, lid 5, van de basisverordening voldoet en daarom wordt voorlopig geconcludeerd dat voor deze onderneming geen individueel recht kan worden vastgesteld.

(30) Daarom werd geconcludeerd dat een individuele behandeling uitsluitend diende te worden toegestaan aan drie producenten/exporteurs in de Volksrepubliek China, namelijk Gaoping Chemical Industry Co. Ltd, Zhucheng Huaxiang Chemical Co. Ltd en Linzi Organic Chemical Inc.

3. Referentieland

(31) Overeenkomstig artikel 2, lid 7, van de basisverordening wordt de normale waarde voor andere producenten/exporteurs dan die welke een behandeling als marktgerichte onderneming was toegestaan, vastgesteld aan de hand van de prijs of de aangenomen waarde in een referentieland.

(32) In het bericht van inleiding werd voorgesteld de Verenigde Staten of Zuid-Afrika als referentieland te kiezen voor het vaststellen van de normale waarde voor de Volksrepubliek China en werden belanghebbenden in de gelegenheid gesteld hierover op- of aanmerkingen te maken.

(33) De Chinese exporteurs en andere belanghebbenden waren van oordeel dat Zuid-Afrika of zelfs Thailand de beste keuze zou zijn, voornamelijk omdat concurrentie en marktvoorwaarden in deze landen meer dan in de Verenigde Staten vergelijkbaar waren met die in de Volksrepubliek China. De Chinese exporteurs wezen ook op de handelsbetrekkingen tussen de EG-producent en de enige producent in de Verenigde Staten. De Commissie heeft contact opgenomen met alle haar bekende exporteurs van furfuryalcohol in die landen, maar slechts één producent, die in de Verenigde Staten, was bereid om medewerking te verlenen aan het onderzoek. Uit het onderzoek bleek ook dat de markt in de Verenigde Staten voldoende groot en voldoende representatief was in vergelijking met de omvang van de uitvoer uit de Volksrepubliek China naar de Gemeenschap. Bovendien bleek dat voldoende hoeveelheden in de Verenigde Staten werden ingevoerd en dat daar verschillende afnemers waren. Met betrekking tot de vermeende handelsbetrekkingen tussen de EG-producent en de producent in de Verenigde Staten werd vastgesteld dat eventuele betrekkingen van dien aard geen verstorend effect hadden op de prijzen, de kosten en de winstgevendheid van de producent in de Verenigde Staten die voor de vaststelling van de normale waarde zouden worden gebruikt. Derhalve wordt voorlopig geconcludeerd dat de Verenigde Staten een geschikt referentieland is.

4. Dumping

4.1. Normale waarde

(34) Overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder a), van de basisverordening werd de normale waarde voor de Chinese producenten vastgesteld aan de hand van de gecontroleerde gegevens van de producent in het referentieland. Geconstateerd werd dat de door de Chinese producenten geëxporteerde furfurylalcohol identiek was met die welke werd verkocht door de medewerkende producent in het referentieland. De normale waarde werd derhalve afgeleid van de prijzen van furfurylalchol bij verkoop door de medewerkende onderneming in het referentieland in het kader van normale handelstransacties.

4.2. Exportprijs

(35) De drie producenten aan wie een individuele behandeling was toegestaan, voerden het betrokken product naar onafhankelijke handelaren in de Gemeenschap uit of rechtstreeks naar eindgebruikers. Voor deze drie producenten werd de exportprijs vastgesteld overeenkomstig artikel 2, lid 8, van de basisverordening, namelijk op basis van de werkelijk betaalde of te betalen prijs waartegen het product voor het eerst aan een onafhankelijke afnemer in de Gemeenschap werd verkocht.

(36) De medewerkende Chinese exporteurs waren in het onderzoektijdvak goed voor 59,8 % van de invoer in de Gemeenschap. Het niveau van de medewerking is derhalve laag. De exportprijs voor alle andere ondernemingen werd dan ook op de beschikbare gegevens gebaseerd overeenkomstig artikel 18, lid 1, van de basisverordening. In dit geval werd de exportprijs berekend aan de hand van gegevens over prijzen en hoeveelheden die waren verstrekt door de medewerkende producent die geen individuele behandeling had verkregen, namelijk Henan Huilong Chemical Industry Co. Ltd. Hierbij werden de hoeveelheden opgeteld van producenten die geen medewerking hadden verleend tegen een gemiddelde prijs die gelijk was aan de laagste gemiddelde transactieprijs van de medewerkende producenten/exporteurs. De dumpingmarge voor alle andere ondernemingen in de Volksrepubliek China werd dus vastgesteld aan de hand van de gewogen gemiddelde prijzen die waren opgegeven door de medewerkende onderneming die geen individuele behandeling had verkregen, en de laagste transactieprijs voor transacties waarvoor geen medewerking was verleend.

4.3. Vergelijking

(37) De normale waarde en de exportprijzen werden vergeleken af fabriek. Om een billijke vergelijking te kunnen maken tussen de normale waarde en de exportprijs werden correcties toegepast voor verschillen die van invloed waren op de vergelijkbaarheid van de prijzen overeenkomstig artikel 2, lid 10, van de basisverordening. Correcties werden toegestaan wanneer de verzoeken daartoe redelijk en nauwkeurig waren en met bewijsmateriaal onderbouwd. Waar van toepassing en met gecontroleerd bewijsmateriaal gesteund, werden correcties toegepast voor verschillen in de kosten voor vervoer, verzekering en krediet.

4.4. Dumpingmarge

(38) De dumpingmarge werd vastgesteld door vergelijking van de gewogen gemiddelde normale waarde met de gewogen gemiddelde exportprijs, overeenkomstig artikel 2, leden 11 en 12, van de basisverordening.

(39) Bij deze vergelijking bleek dat het betrokken product uit de Volksrepubliek China met dumping in de Gemeenschap was ingevoerd, daar de normale waarde hoger was dan de exportprijs. De dumpingmarge werd vervolgens uitgedrukt in procenten van de invoerprijs cif grens Gemeenschap. De aldus verkregen voorlopige dumpingmarges zijn als volgt:

4.4.1.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4.4.2.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

C. BEDRIJFSTAK VAN DE GEMEENSCHAP

1. Omschrijving van de productie in de Gemeenschap

(40) Er is slechts een enkele producent van furfurylalcohol in de Gemeenschap: TFC, België, deel uitmakend van de onderneming die de klacht heeft ingediend. Bijgevolg is de productie van de indiener van de klacht de totale productie in de Gemeenschap in de zin van artikel 4, lid 1, van de basisverordening.

2. Omschrijving van de bedrijfstak van de Gemeenschap

(41) Gebleken is dat de productie in de Gemeenschap volledig geïntegreerd is in één enkele economische entiteit die uit drie ondernemingen bestaat en als volgt functioneert.

(42) TFC verwerkt de grondstof furfural die wordt geleverd door de moedermaatschappij Central Romana Corporation ("CRC"), gevestigd in de Dominicaanse Republiek, tot furfurylalcohol. International Furan Chemicals ("IFC"), gevestigd in Nederland, treedt wereldwijd op als verkoopagent voor door TFC geproduceerd furfurylalcohol. TFC, IFC en CRC hebben dezelfde eigenaar.

(43) Bij het onderzoek bleek dat door TFC geproduceerde furfurylalcohol van oorsprong uit de Gemeenschap is en dat de fabricage, de technologische investeringen en kapitaalinvesteringen voor de fabricage en de verkoop in de Gemeenschap plaatsvinden.

(44) Gelet op het voorgaande zijn TFC en IFC de bedrijfstak van de Gemeenschap in de zin van artikel 5, lid 4, en artikel 4, lid 1, van de basisverordening. Er wordt op gewezen dat het voor een betekenisvolle beoordeling van bepaalde schade-indicatoren noodzakelijk was tevens rekening te houden met gegevens van CRC dat een economische eenheid vormt met voornoemde ondernemingen.

D. SCHADE

1. Inleiding

(45) Daar de bedrijfstak van de Gemeenschap slechts uit TFC en IFC bestaat, zijn specifieke gegevens over de bedrijfstak van de Gemeenschap, zoals in de gecontroleerde antwoorden op de vragenlijst verstrekt, en over het verbruik en het marktaandeel van de Chinese producenten/exporteurs om redenen van vertrouwelijkheid in indexvorm werden weergegeven, overeenkomstig artikel 19 van de basisverordening.

2. Verbruik in de Gemeenschap

(46) Het verbruik in de Gemeenschap werd gebaseerd op de totale verkoop door de bedrijfstak van de Gemeenschap in de Gemeenschap, op de Eurostat-gegevens over de invoer uit andere derde landen, en de cijfers over de invoer uit de Volksrepubliek China.

(47) Met betrekking tot de omvang van de invoer uit de Volksrepubliek China werd besloten de Chinese exportgegevens te gebruiken in plaats van de invoerstatistieken van Eurostat, daar deze nauwkeuriger bleken gelet op de gegevens die de medewerkende producenten/exporteurs en andere belanghebbenden hebben verstrekt.

TABEL 2

Verbruik in de Gemeenschap (gebaseerd op de omvang van de verkoop)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bron:

Gecontroleerde antwoorden van de bedrijfstak van de Gemeenschap op de vragenlijst, Eurostat, Chinese exportstatistieken.

(48) Uit voorgaande tabel blijkt dat het verbruik van furfurylalcohol in de Gemeenschap in de beoordelingsperiode met 28 % is gestegen. Van 2000 tot in het onderzoektijdvak steeg het verbruik met 5 %, terwijl het van 2001 op het onderzoektijdvak iets afnam.

3. Invoer uit de Volksrepubliek China

3.1. Omvang

(49) Vanaf 1998 ontwikkelde de invoer uit de Volksrepubliek China naar de Gemeenschap zich, in ton, als volgt:

TABEL 3

Omvang van de invoer

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bron:

Chinese exportstatistieken.

(50) In de beoordelingsperiode vond meer dan een verdubbeling van de invoer uit de Volksrepubliek China plaats. In het onderzoektijdvak was deze 108 % hoger dan in 1998. Uit voorgaande tabel blijkt dat de betrokken invoer met 43 % (of ongeveer 2100 ton) steeg van 1998 op 2000 en vervolgens met 46 % (of ongeveer 3300 ton) toenam in de periode van 2000 tot en met het onderzoektijdvak, terwijl het verbruik in dezelfde periode slechts een stijging van 5 % (ongeveer 2000 ton) te zien gaf.

(51) Uit voorgaande tabel blijkt ook dat de invoer uit de Volksrepubliek China van 1999 op 2000 afnam (-10 % of ongeveer 800 ton). Deze afname wordt verklaard door de droogte in de Volksrepubliek China in 2000, waardoor de landbouwproductie daalde, hetgeen een aanzienlijk tekort aan de grondstof furfural ten gevolge had. Dit veroorzaakte een tekort in de productie en het aanbod van furfurylalcohol door de Chinese producenten/exporteurs die het exportniveau van 1999 niet konden handhaven.

(52) Na de droogte in de Volksrepubliek China, die aanhield tot het derde kwartaal van 2000, herstelde het productiepeil van de Chinese producenten/exporteurs en slaagden zij erin het exportniveau van 1999 ruimschoots te overschrijden. Van 2000 tot en met het onderzoektijdvak nam het marktaandeel van de Chinese producenten/exporteurs aanzienlijk toe in overeenstemming met de ontwikkeling van de invoer. Van 2000 tot en met het onderzoektijdvak steeg de invoer uit de Volksrepubliek China met 46 % (of met ongeveer 3300 ton).

3.2. Marktaandeel

(53) Het marktaandeel van de furfurylalcohol uit de Volksrepubliek China ontwikkelde zich als volgt.

TABEL 4

Marktaandeel (op basis van de omvang van de verkoop)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bron:

Gecontroleerde antwoorden van de bedrijfstak van de Gemeenschap op vragenlijst, Eurostat en Chinese exportstatistieken.

(54) In het onderzoektijdvak bedroeg het marktaandeel van furfurylalcohol uit de Volksrepubliek China 20 à 30 %. Over de gehele beoordelingsperiode steeg het marktaandeel van dit product met meer dan 9,6 procentpunt (of met 63 %).

(55) Van 1999 op 2000 verloren de Chinese producenten/exporteurs marktaandeel (- 4,4 procentpunt of 19 %). Dit verlies wordt verklaard door de droogte in de Volksrepubliek China in 2000 zoals vermeld in overweging 51.

(56) Na de droogte in de Volksrepubliek China slaagden de Chinese producenten/exporteurs erin hun marktaandeel terug te winnen en het niveau van 1999 te overschrijden. Van 2000 tot en met het onderzoektijdvak steeg het marktaandeel van de producenten/exporteurs aanzienlijk, in overeenstemming met bovengenoemde ontwikkeling van de invoer. In de periode van 2000 tot en met het onderzoektijdvak steeg het marktaandeel van deze producenten/exporteurs met ongeveer 7 procentpunt (of 39 %).

3.3. Gemiddelde prijzen

(57) Onderstaande tabel toont de prijsontwikkeling van Chinese furfurylalcohol in de Gemeenschap.

TABEL 5

Gemiddelde prijzen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bron:

Gecontroleerde antwoorden van medewerkende producenten/exporteurs, Chinese exportstatistieken en de indiener van de klacht.

(58) De gemiddelde verkoopprijzen, zoals weergegeven in de tabel, zijn inclusief vervoerkosten tot aan de grens van de Gemeenschap.

(59) In de beoordelingsperiode daalde de gemiddelde prijs van furfurylalcohol uit de Volksrepubliek China met 19 %. De prijsdaling was bijzonder duidelijk in de periode 1998/2000 (- 17 %). In 2001 keerden de prijzen weer terug naar het vroegere niveau (+ 17 %) ten gevolge van het tekort aan Chinese furfurylalcohol als gevolg van de droogte in de Volksrepubliek China, zoals vermeld in overweging 51. Na de droogte herstelde de productie van de Chinese producenten/exporteurs zich en daalden de prijzen weer zoals in de periode 1998-2000. In het onderzoektijdvak daalden de prijzen van de Chinese producenten/exporteurs weer met 16 %. In de periode van 2000 tot en met het onderzoektijdvak was de prijsdaling 2 %.

3.4. Prijsonderbieding en druk op de prijzen

(60) Voor de vaststelling van prijsonderbieding heeft de Commissie de gegevens over het onderzoektijdvak geanalyseerd. Het onderzoek naar prijsonderbieding had betrekking op de ene soort furfurylalcohol die door de bedrijfstak van de Gemeenschap in de Gemeenschap wordt verkocht en die ongeveer 99 % van het verbruik op de EG-markt uitmaakt. Prijsonderbieding werd aangetoond door vergelijking van de verkoopprijzen van de bedrijfstak van de Gemeenschap en de verkoopprijzen van de betrokken producenten/exporteurs. Voor dezelfde soort werden alle prijzen vergeleken na aftrek van kortingen en rabatten.

(61) De in aanmerking genomen verkoopprijzen van de betrokken producenten/exporteurs waren cif-prijzen, grens Gemeenschap, inclusief douanerechten. De in aanmerking genomen verkoopprijzen van de bedrijfstak van de Gemeenschap werden waar nodig aangepast tot het niveau af fabriek, dat wil zeggen, exclusief transportkosten.

(62) Bij de vergelijking (op basis van gewogen gemiddelden) bleek dat de Chinese producenten/exporteurs de gemiddelde verkoopprijzen van de bedrijfstak van de Gemeenschap met meer dan 10 % onderboden.

(63) Dit niveau van prijsonderbieding moet tevens worden gezien in het licht van het feit dat de prijzen in de beoordelingsperiode door de prijsdruk sterk daalden.

4. Economische situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap

4.1. Inleiding

(64) Overeenkomstig artikel 3, lid 5, van de basisverordening heeft de Commissie alle economische factoren en indicatoren onderzocht die de situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap op de binnenlandse markt weergeven.

4.2. Productie, productiecapaciteit en bezettingsgraad

TABEL 6

Productie

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bron:

Gecontroleerde antwoorden van de bedrijfstak van de Gemeenschap op de vragenlijst.

(65) In de beoordelingsperiode nam de productie van de bedrijfstak van de Gemeenschap met 4 % af. Van 2001 op het onderzoektijdvak daalde de productie van de bedrijfstak van de Gemeenschap met 2 %.

TABEL 7

Productiecapaciteit

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bron:

Gecontroleerde antwoorden van de bedrijfstak van de Gemeenschap op de vragenlijst.

(66) De productiecapaciteit is in de beoordelingsperiode ongewijzigd gebleven. In tegenstelling tot de beweringen van sommige belanghebbenden werd niet vastgesteld dat de bedrijfstak van de Gemeenschap in de beoordelingsperiode met productiecapaciteitsproblemen kampte.

TABEL 8

Bezettingsgraad

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bron:

Gecontroleerde antwoorden van de bedrijfstak van de Gemeenschap op de vragenlijst.

(67) Uit bovenstaande tabel blijkt dat de bezettingsgraad in de beoordelingsperiode met 4 % daalde, evenals de productie. Van 2001 op het onderzoektijdvak nam de bezettingsgraad van de bedrijfstak van de Gemeenschap met 2 % af.

4.3. Omvang van de verkoop en verkoopprijzen

TABEL 9

Omvang van de verkoop

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bron:

Gecontroleerde antwooorden van de bedrijfstak van de Gemeenschap op de vragenlijst.

(68) De verkoop van de bedrijfstak van de Gemeenschap aan niet-gelieerde afnemers in de Gemeenschap steeg van 1998 tot en met het onderzoektijdvak met 19 %. In de periode 1998-2000 slaagde de bedrijfstak van de Gemeenschap erin, ondanks de afgenomen productie, 23 % meer te verkopen, voornamelijk door de verkoop uit voorraden die in 1999 waren opgebouwd. Van 2000 tot en met het onderzoektijdvak viel een daling van de verkoop met 12 % samen met een toegenomen verbruik (5 %).

TABEL 10

Verkoopprijzen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bron:

Gecontroleerde antwoorden van de bedrijfstak van de Gemeenschap op de vragenlijst.

(69) In de periode van 1998 tot en met het onderzoektijdvak daalden de gemiddelde verkoopprijzen van de bedrijfstak van de Gemeenschap aanzienlijk, namelijk met 11 %. De prijsdaling was met name sterk van 1998 op 2000 (-20 %). Van 2000 tot en met het onderzoektijdvak stegen de prijzen met 11 % zonder evenwel het niveau van 1998 te bereiken. De prijzen konden in 2001 stijgen omdat de bedrijfstak van de Gemeenschap kon profiteren van de problemen van de Chinese producenten/exporteurs, wat productie en aanbod betreft, ten gevolge van de droogte in de Volksrepubliek China, zoals vermeld in overweging 51.

4.4. Marktaandeel

TABEL 11

Marktaandeel

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bron:

Gecontroleerde antwoorden van de bedrijfstak van de Gemeenschap op de vragenlijst.

(70) Het marktaandeel van de bedrijfstak van de Gemeenschap daalde in de beoordelingsperiode aanzienlijk, namelijk met 16 %, evenals in de periode van 2000 tot en met het onderzoektijdvak.

4.5. Voorraden

TABEL 12

Voorraden

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bron:

Gecontroleerde antwoorden van de bedrijfstak van de Gemeenschap op de vragenlijst.

(71) In bovenstaande tabel is te zien dat de voorraden in de beoordelingsperiode met 83 % toenamen. Van 2000 tot en met het onderzoektijdvak namen de voorraden met 81 % toe. Het voorraadpeil was aanzienlijk hoger aan het einde van het onderzoektijdvak dan in 2001.

(72) Deze ontwikkeling wijst erop dat de productie in het onderzoektijdvak weliswaar met 2 % afnam ten opzichte van het onderzoektijdvak, maar dat het deel van de productie dat niet binnen of buiten de Gemeenschap werd verkocht sterk toenam en aan de voorraden werd toegevoegd. In het onderzoektijdvak bedroegen de voorraden ongeveer 70 % van de omvang van de verkoop van de bedrijfstak van de Gemeenschap in de Gemeenschap.

4.6. Winstgevendheid en kasstroom

(73) In de beoordelingsperiode ontwikkelde de winstgevendheid zich als volgt, in procenten van de nettoverkoopwaarde:

TABEL 13

Winstgevendheid

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bron:

Gecontroleerde antwoorden van de bedrijfstak van de Gemeenschap op de vragenlijst.

(74) Van 1998 tot en met het onderzoektijdvak verslechterde de winstgevendheid, onder invloed van een daling van de verkoopprijzen met 92 %. Van 2000 tot en met het onderzoektijdvak verslechterde de winstgevendheid met 69 % in overeenstemming met de prijsdruk die de bedrijfstak van de Gemeenschap op de binnenlandse markt ondervond.

(75) In 2001 trad een lichte verbetering van de situatie op dankzij inspanningen van de bedrijfstak van de Gemeenschap om een herstructurering door te voeren en de kosten te verlagen, en dankzij de hogere prijzen die konden worden gevraagd. Tegelijkertijd gaven de omvang van de verkoop en het marktaandeel van de bedrijfstak van de Gemeenschap echter een daling te zien, terwijl de invoer uit de Volksrepubliek China weer aanzienlijk toenam en een deel van het marktaandeel van de bedrijfstak van de Gemeenschap overnam. Voorts werden de inspanningen van de bedrijfstak van de Gemeenschap en de lichte verbetering die in 2001 was opgetreden weer deels tenietgedaan door de druk op de prijzen. Dit wijst erop dat de afname van de winstgevendheid van de bedrijfstak van de Gemeenschap zonder de herstructurering zelfs nog groter zou zijn geweest.

(76) De kasstroom verslechterde met 91 % in de beoordelingsperiode, in overeenstemming met de trend van de winstgevendheid.

TABEL 14

Kasstroom

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bron:

Gecontroleerde antwoorden van de bedrijfstak van de Gemeenschap op de vragenlijst.

4.7. Kasstroom, rendement van investeringen en vermogen kapitaal aan te trekken

TABEL 15

Investeringen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bron:

Gecontroleerde antwoorden van de bedrijfstak van de Gemeenschap op de vragenlijst.

(77) De aanzienlijke stijging van de investeringen, in het bijzonder in 2001 en het onderzoektijdvak, was het gevolg van de aanscherping van de Belgische veiligheids- en milieuwetgeving. Een andere aanzienlijke investering in de beoordelingsperiode betrof de uitbreiding van de opslagvoorzieningen.

(78) Bij het onderzoek is gebleken dat de exploitatiewinst op investeringen in het onderzoektijdvak overeenkomstig de ontwikkeling van de winstgevendheid achteruit is gegaan.

TABEL 16

Rendement van de investeringen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bron:

Gecontroleerde antwoorden van de bedrijfstak van de Gemeenschap op de vragenlijst.

(79) Gebleken is echter niet dat de bedrijfstak van de Gemeenschap moeilijkheden ondervond bij het aantrekken van kapitaal.

4.8. Werkgelegenheid, winstgevendheid en lonen

TABEL 17

Werkgelegenheid

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bron:

Gecontroleerde antwoorden van de bedrijfstak van de Gemeenschap op de vragenlijst.

(80) Uit bovenstaande tabel blijkt dat de werkgelegenheid in de beoordelingsperiode met 9 % is gestegen, ondanks de ondervonden moeilijkheden.

(81) Gezien het niveau van de productie en de toename van het aantal werknemers daalde de winstgevendheid in de beoordelingsperiode met 12 %, zoals te zien in onderstaande tabel:

TABEL 18

Productiviteit

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bron:

Gecontroleerde antwoorden van de bedrijfstak van de Gemeenschap op de vragenlijst.

(82) In de beoordelingsperiode zijn de gemiddelde lonen van de werknemers in de bedrijfstak van de Gemeenschap met ongeveer 25 % gestegen. Van 2000 tot en met het onderzoektijdvak bedroeg de loonstijging daarentegen minder dan 4 %.

4.9. Hoogte van de dumpingmarges

(83) De gevolgen van de omvang van de dumpingmarges voor de bedrijfstak van de Gemeenschap kunnen niet als te verwaarlozen worden beschouwd, gezien de omvang van de invoer en de prijzen van het ingevoerde product. Bij het onderzoek is gebleken dat de furfurylalcohol uit de Volksrepubliek China in het onderzoektijdvak in het algemeen met dumping in de Gemeenschap werd ingevoerd. Zonder deze dumping zouden de prijzen in de Gemeenschap veel minder of in het geheel niet onder druk hebben gestaan.

4.10. Groei

(84) De groei van de bedrijfstak van de Gemeenschap was met name in de periode van 2000 tot en met het onderzoektijdvak negatief in termen van omvang van de verkoop (- 12 %) en marktaandeel (- 16 %). In dezelfde periode steeg de invoer uit de Volksrepubliek China met ongeveer 3200 ton en groeide het marktaandeel van het Chinese product met zeven procentpunt.

4.11. Herstel van dumping in het verleden

(85) Ofschoon de Chinese prijzen in de periode 1998-2000 met 17 % zijn gedaald, wordt geoordeeld dat herstel van dumping in het verleden geen relevante indicator is.

4.12. Conclusie

(86) In de beoordelingsperiode is de aanwezigheid van goedkoop furfurylalcohol uit de Volksrepubliek China aanzienlijk toegenomen en de voornaamste relevante schade-indicatoren van de situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap wezen op een negatieve ontwikkeling.

(87) De situatie was bijzonder duidelijk in de periode van 2000 tot en met het onderzoektijdvak. In deze periode is het verbruik in de Gemeenschap met 5 % en de omvang van de invoer uit de Volksrepubliek China met 46 % toegenomen. Hierdoor konden de Chinese producenten/exporteurs hun marktaandeel in de Gemeenschap aanzienlijk vergroten (7 procentpunten), hoofdzakelijk ten koste van de bedrijfstak van de Gemeenschap. Ook bleek dat de invoer uit de Volksrepubliek China in het onderzoektijdvak met een prijsonderbieding van meer dan 10 % gepaard ging en dat de verkoopprijzen van de bedrijfstak van de Gemeenschap onder druk stonden.

(88) Het werd wenselijk geacht zich te richten op de periode van 2000 tot en met het onderzoektijdvak, dat wil zeggen het laatste deel van de beoordelingsperiode, omdat de invoer uit de Volksrepubliek China in 2000 weer het niveau van 1998 bereikte om vervolgens in 2001 en het onderzoektijdvak het hoogste peil ooit te bereiken. Voorts waren de Chinese invoerprijzen in 2000 reeds veel lager dan in 1998 en daalden deze zelfs nog iets in het onderzoektijdvak.

(89) Voorts werd vastgesteld dat de voornaamste negatieve ontwikkeling in de economische situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap plaatsvonden in dezelfde periode van 2000 tot en met het onderzoektijdvak: een afname van de omvang van de verkoop met 12 %, een stijging van de voorraden met 81 %, en een verlies aan marktaandeel met 16 %. De winstgevendheid daalde in overeenstemming met de druk op de verkoopprijzen die de bedrijfstak van de Gemeenschap op de binnenlandse markt ondervond (- 69 %). Ook de kasstroom, het rendement van de investeringen en de winstgevendheid verslechterden.

(90) Ofschoon enkele indicatoren zoals productie, bezettingsgraad en verkoopprijzen in de periode van 2000 tot en met het onderzoektijdvak een positieve ontwikkeling te zien gaven, kan dit grotendeels worden toegeschreven aan de productie- en leveringsmoeilijkheden die de Chinese exporteurs in 2000 ondervonden, waarvan de bedrijfstak van de Gemeenschap tijdelijk kon profiteren. Deze positieve factoren veranderen derhalve niet het algemene beeld dat de bedrijfstak van de Gemeenschap schade heeft geleden.

(91) Gelet op het voorgaande, met name op de afname van de winstgevendheid en van het marktaandeel van de bedrijfstak van de Gemeenschap, in het bijzonder in de periode van 2000 tot en met het onderzoektijdvak, is de Commissie voorlopig tot de conclusie gekomen dat de bedrijfstak van de Gemeenschap aanmerkelijke schade heeft ondervonden in de zin van artikel 3 van de basisverordening.

E. OORZAKELIJK VERBAND

1. Inleiding

(92) Om tot een voorlopige conclusie te komen over de vraag of er een oorzakelijk verband is tussen de invoer met dumping en de schade die de bedrijfstak van de Gemeenschap heeft geleden, heeft de Commissie allereerst de gevolgen onderzocht van de invoer met dumping uit de Volksrepubliek China voor de situatie in deze bedrijfstak.

(93) Vervolgens werd een analyse gemaakt van bekende andere factoren dan de invoer met dumping - zoals de ontwikkeling van het verbruik, de exportactiviteit van de bedrijfstak van de Gemeenschap, de handelsactiviteiten van IFC en de invoer in de Gemeenschap uit derde landen - waardoor de bedrijfstak van de Gemeenschap ook schade had kunnen lijden, om er zeker van te zijn dat mogelijke schade ten gevolge van andere factoren niet aan de invoer met dumping werd toegeschreven.

2. Gevolgen van de invoer met dumping uit de Volksrepubliek China

(94) De omvang van de invoer van Chinese furfurylalcohol in de Gemeenschap is altijd significant geweest. In de beoordelingsperiode is de omvang van deze invoer met 108 % toegenomen en steeg het marktaandeel van het Chinese product met 63 %, ofwel met 9,6 procentpunt, ten nadele van de EG-producent.

(95) Zoals in overweging 57 vermeld, daalden de prijzen van het Chinese product van 1998 op 2000 met 17 %. Terwijl de prijzen van het Chinese product van 2000 op 2001 met 17 % stegen, was er over de gehele periode van 2000 tot en met het onderzoektijdvak een daling met 2 %, als gevolg van de prijsdaling met 16 % in het onderzoektijdvak ten opzichte van 2001. Hieruit blijkt dat de prijzen in de bedrijfstak van de Gemeenschap onder druk stonden, hetgeen verergerd werd door de invoer met dumping vanuit de Volksrepubliek China. Dat de prijzen onder druk stonden blijkt verder uit de prijsonderbieding door de Chinese producenten/exporteurs en het feit dat de prijzen van de bedrijfstak van de Gemeenschap in het onderzoektijdvak aanzienlijk waren gedrukt.

(96) Het verband tussen de schade die de bedrijfstak van de Gemeenschap ondervond en de invoer met dumping wordt in het bijzonder aangetoond door de ontwikkelingen vanaf 2000: in deze periode nam de omvang van de invoer met dumping uit de Volksrepubliek China met 46 % toe en steeg het marktaandeel van het Chinese product met 7 procentpunten (of 39 %).

(97) De hierboven beschreven ontwikkelingen vielen samen met de sterk dalende trend van de voornaamste economische indicatoren van de situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap in de periode van 2000 tot en met het onderzoektijdvak: de omvang van de verkoop daalde met 12 % en het marktaandeel met 16 %. Als gevolg hiervan ging de winstgevendheid van de bedrijfstak van de Gemeenschap aanzienlijk achteruit, namelijk met 69 %.

3. Gevolgen van andere factoren

3.1. Ontwikkeling van het verbruik

(98) Het verbruik is in de beoordelingsperiode toegenomen. Over de gehele periode steeg het verbruik in de Gemeenschap met 28 % (of met meer dan 9100 ton). In de periode van 2000 tot en met het onderzoektijdvak bedroeg de toename van het verbruik slechts 5 %.

(99) In de beoordelingsperiode is de invoer van het Chinese product met 108 % gestegen (of met ongeveer 5400 ton). In de periode van 2000 tot en met het onderzoektijdvak steeg de invoer zelfs met 48 % (of met ongeveer 3300 ton), terwijl het verbruik slechts met 5 % was toegenomen (of met ongeveer 2000 ton).

(100) Derhalve wordt de ontwikkeling van het gebruik geacht niet te hebben bijgedragen tot de aanmerkelijke schade die de bedrijfstak van de Gemeenschap heeft geleden.

3.2. Exportactiviteiten van de bedrijfstak van de Gemeenschap

(101) In de periode 1998-2001 bedroeg de omvang van de uitvoer van de bedrijfstak van de Gemeenschap naar derde landen ongeveer 40 % van de totale verkoop. In het onderzoektijdvak bedroeg de omvang van de uitvoer ongeveer 35 % van de totale verkoop.

(102) De Commissie sluit, gezien deze cijfers, niet uit dat de daling van de uitvoer gevolgen heeft gehad voor de algehele economische situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap. De afgenomen export kan tot op zekere hoogte de toename van de voorraden in het onderzoektijdvak verklaren. De toename van de voorraden bleek evenwel veel sterker te zijn dan de afname van de export, wat tot de veronderstelling leidt dat de ontwikkeling van de export slechts een kleine rol speelde bij de stijging van de voorraden.

(103) Er wordt voorts aan herinnerd dat dit onderzoek uitsluitend betrekking had op de economische situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap op de markt van de Gemeenschap. Exportprijzen en -opbrengsten waren derhalve van het schadeonderzoek uitgesloten. De mogelijke gevolgen van een afgenomen export voor de situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap waren derhalve zeer gering.

(104) Daarom wordt voorlopig gesteld dat de exportactiviteiten van de bedrijfstak van de Gemeenschap niet op beduidende wijze hebben bijgedragen tot de aanmerkelijke schade die de bedrijfstak van de Gemeenschap heeft geleden.

3.3. Handelsactiviteiten van IFC

(105) IFC koopt furfurylalcohol aan in derde landen, onder andere de Volksrepubliek China, en verhandelt deze onder eigen naam. Het bleek echter om geringe hoeveelheden te gaan en er zijn geen aanwijzingen dat deze furfurylalcohol ooit op de EG-markt is gekomen. In dit verband wordt opgemerkt dat de handelsactiviteiten positieve gevolgen hadden voor de algehele financiële situatie van IFC. Zonder deze handelsactiviteiten zou de situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap nog slechter en zouden de financiële verliezen nog groter zijn geweest.

(106) Daarom worden de handelsactiviteiten van IFC geacht niet op beduidende wijze te hebben bijgedragen tot de aanmerkelijke schade die de bedrijfstak van de Gemeenschap heeft geleden.

3.4. Invoer in de Gemeenschap uit andere derde landen

(107) De totale invoer van furfurylalcohol in de Gemeenschap en de gemiddelde prijzen bij invoer uit andere landen dan de Volksrepubliek China stegen met 40 % in termen van hoeveelheden:

TABEL 19

Invoer in de Gemeenschap uit andere derde landen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bron:

Eurostat.

(108) Aangevoerd is dat de bedrijfstak van de Gemeenschap schade heeft geleden door invoer uit andere derde landen, met name gezien de toegenomen invoer vanaf 1998.

(109) Uit bovenstaande tabel blijkt dat de invoer van furfurylalcohol uit andere derde landen over de beoordelingsperiode in haar geheel met ongeveer 2300 ton is gestegen. In de periode van 2000 tot en met het onderzoektijdvak bedroeg de stijging slechts 1200 ton. Deze ontwikkelingen moeten worden gezien in het licht van de ontwikkeling van het verbruik en de invoer met dumping uit de Volksrepubliek China. Zoals vermeld in de overwegingen 47 en 48 steeg het verbruik in de beoordelingsperiode met 28 % (of met ruim 9100 ton), maar slechts met 5 % (of met ongeveer 2000 ton) van 2000 tot en met het onderzoektijdvak. Zoals vermeld in overweging 49 steeg de invoer uit de Volksrepubliek China in de beoordelingsperiode met ongeveer 5400 ton en was deze stijging het sterkst van 2000 op het onderzoektijdvak (met ongeveer 3300 ton). Het totale markaandeel van de furfurylalcohol uit alle derde landen tezamen was zelfs na de aanmerkelijke stijging in het onderzoektijdvak nog ongeveer 20 % lager dan het marktaandeel van furfurylalcohol uit de Volksrepubliek China.

(110) Voorts bleken de prijzen bij invoer uit deze landen hoger te zijn dan die van de Chinese producenten/exporteurs (ruim 32 % in het onderzoektijdvak) en zelfs hoger dan die van de bedrijfstak van de Gemeenschap (ruim 13 % in het onderzoektijdvak). Dit wijst erop dat zelfs indien deze invoer mede de oorzaak was van de prijsdaling, de invloed ervan toch gering moet zijn geweest.

(111) Daarom wordt geoordeeld dat de invoer in de Gemeenschap uit andere derde landen niet op beduidende wijze heeft bijgedragen tot de aanmerkelijke schade die de bedrijfstak van de Gemeenschap heeft geleden.

4. Conclusie

(112) De invoer met dumping, die in de beoordelingsperiode sterk is toegenomen, alsmede de geconstateerde prijsonderbieding en de druk op de prijzen, hadden aanzienlijke negatieve gevolgen voor de situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap, met name in termen van omvang van de verkoop en prijzen, welke weer gevolgen hadden voor het marktaandeel en de winstgevendheid. De invoer met dumping had dusdanige gevolgen voor de situatie in de bedrijfstak van de Gemeenschap dat deze hierdoor aanmerkelijke schade leed.

(113) Gelet op de bovenstaande analyse, waarbij de gevolgen van alle bekende factoren voor de situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap duidelijk zijn onderscheiden van de schadelijke effecten van de invoer met dumping, wordt bevestigd dat deze andere factoren het oorzakelijk verband tussen de invoer met dumping en de door de bedrijfstak in de Gemeenschap geleden schade niet hebben verbroken.

F. BELANG VAN DE GEMEENSCHAP

1. Inleiding

(114) Overeenkomstig artikel 21 van de basisverordening werd voorlopig beoordeeld of het tegen het algemene belang van de Gemeenschap zou zijn antidumpingmaatregelen te nemen. De vaststelling van het belang van de Gemeenschap werd gebaseerd op de beoordeling van alle betrokken belangen, dat wil zeggen die van de bedrijfstak van de Gemeenschap, de onafhankelijke importeurs/handelaren en de bedrijven die het betrokken product verwerken, voorzover de betrokkenen in dit verband de gevraagde informatie hadden verstrekt.

(115) Om de waarschijnlijke gevolgen van antidumpingmaatregelen te kunnen beoordelen, heeft de Commissie alle haar bekende belanghebbenden om informatie verzocht. De Commissie heeft in het bijzonder vragenlijsten gezonden naar de bedrijfstak van de Gemeenschap, importeurs en bedrijven die het betrokken product verwerken.

(116) Op deze basis werd onderzocht of er, ondanks de conclusies inzake dumping, schade en oorzakelijk verband, dwingende redenen waren om te concluderen dat het in dit geval niet in het belang van de Gemeenschap was om maatregelen te nemen.

2. Belang van de bedrijfstak van de Gemeenschap

(117) De bedrijfstak van de Gemeenschap heeft schade geleden door de invoer van goedkope furfurylalcohol. Gezien de aard van de door de bedrijfstak van de Gemeenschap geleden schade is de Commissie van oordeel dat de situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap, indien geen antidumpingmaatregelen worden genomen, onvermijdelijk nog verder achteruit zal gaan. Dit zal hoogstwaarschijnlijk leiden tot verdere schade en op de middellange termijn mogelijk tot het verdwijnen van deze bedrijfstak, gelet op de omvang van de winstverslechtering in de beoordelingsperiode. Daar er voorts in de Gemeenschap slechts één producent van furfurylalcohol is, zou de Gemeenschap bij diens verdwijning volledig afhankelijk worden van furfurylalcohol uit derde landen.

(118) Antidumpingmaatregelen zullen daarentegen leiden tot een herstel van billijke handelsvoorwaarden, waardoor de bedrijfstak van de Gemeenschap een gezonde onderneming kan blijven. Deze heeft aanzienlijke investeringen gedaan om te voldoen aan strikte milieubeschermings- en veiligheidseisen. Voorts worden in de bedrijfstak van de Gemeenschap voortdurend verbeteringen doorgevoerd en nieuwe producten ontwikkeld op basis van furfurylalcohol.

(119) Antidumpingmaatregelen zouden derhalve in het belang van de bedrijfstak van de Gemeenschap zijn.

3. Belangen van onafhankelijke importeurs en verwerkende bedrijven en gevolgen voor de consument

(120) Om de gevolgen van het al dan niet nemen van antidumpingmaatregelen te kunnen beoordelen heeft de Commissie vragenlijsten gezonden aan alle haar bekende importeurs en verwerkende bedrijven van furfurylalcohol in de Gemeenschap.

(121) Drie onafhankelijke importeurs en elf verwerkende bedrijven hebben een betekenisvol antwoord toegezonden. De drie importeurs en elf verwerkende bedrijven waren in de beoordelingsperiode goed voor ongeveer 74 % van de invoer in de Gemeenschap en van 47 % van het gebruik in de Gemeenschap.

4. Mogelijke gevolgen voor de importeurs

(122) Furfurylalcohol maakte gemiddeld 28,9 % uit van de de totale omzet van de drie medewerkende importeurs.

(123) De Commissie heeft ook onderzocht wat de waarschijnlijke gevolgen van het voorgestelde antidumpingrecht zouden zijn voor de winstgevendheid van de importeurs in het algemeen. Gezien het aandeel van furfurylalcohol in hun totale omzet en in de veronderstelling dat de importeurs de kosten van de maatregelen volledig aan de gebruikers doorberekenen, zullen de negatieve gevolgen van de voorgestelde maatregelen voor de drie importeurs in het ergste geval waarschijnlijk minimaal zijn.

5. Mogelijke gevolgen voor de verwerkende bedrijven

(124) De bedrijven die het betrokken product verwerken zijn producenten van furaanhars, een product dat wordt gebruikt in de gietstukkenindustrie. Elf bedrijven hebben een betekenisvol antwoord op de vragenlijst toegezonden. Deze elf bedrijven zijn goed voor ongeveer 31 % van het totale verbruik van furfurylalcohol in de Gemeenschap. Ook werden opmerkingen ontvangen van organisaties van verwerkende bedrijven in de Gemeenschap.

(125) Furfurylalcohol maakte gemiddeld 4,6 % (variërend van 1 % tot 37 %) uit van de totale omzet van de elf medewerkende verwerkende bedrijven in het onderzoektijdvak.

(126) De medewerkende verwerkende bedrijven hadden in het onderzoektijdvak gemiddeld een winst gemaakt van ongeveer 8,7 % voor het geheel van hun activiteiten. Het aandeel van furfurylalcohol in de totale kosten van de furaanharsproductie bedroeg 60 à 90 %, daar furfurylalcohol de belangrijkste kostenpost is. Het kan dus niet worden uitgesloten dat maatregelen gevolgen hebben voor deze bedrijven. Daar de kosten van furfurylalcohol evenwel een betrekkelijk klein deel uitmaken van de totale kosten van de gietstukkenproducenten (minder dan 3 %), zullen de kosten van de maatregelen waarschijnlijk aan deze producenten worden doorberekend. De voorgestelde maatregelen zullen dus een invloed hebben van minder dan 0,3 % op de kosten van de gietstukkenindustrie. Enig nadeel voor bepaalde verwerkende bedrijven kan dan ook niet worden uitgesloten. Gezien echter het geringe aandeel van furfurylalcohol in het geheel van hun activiteiten, het niveau van de voorgestelde maatregelen en de winstgevendheid van de medewerkende verwerkende bedrijven, kan worden gesteld dat eventuele negatieve gevolgen van de voorgestelde maatregelen voor de verwerkende bedrijven niet dusdanig zullen zijn dat zij opwegen tegen de verwachte voordelen voor de bedrijfstak van de Gemeenschap.

(127) Op grond hiervan kan redelijkerwijs worden aangenomen dat de kosten van de maatregelen grotendeels, zo niet volledig, door de verwerkende bedrijven aan de gietstukkenproducenten zullen worden doorberekend. Derhalve worden de gevolgen in hun geheel als te verwaarlozen beschouwd.

6. Mogelijke gevolgen voor de consument

(128) Daar het betrokken product een industrieel basisproduct is, is het onwaarschijnlijk dat de voorgestelde maatregelen gevolgen zullen hebben voor individuele consumenten.

7. Concurrentie en handelsverstorende gevolgen

(129) Aangevoerd werd dat antidumpingmaatregelen tot een versterking van de vermeende machtspositie van de klagende bedrijfstak van de Gemeenschap zullen leiden, waarvan het marktaandeel in het onderzoektijdvak reeds aanzienlijk was, waardoor deze bedrijfstak op de EG-markt voor furfurylalcohol een quasi-monopolie zou kunnen verwerven.

(130) Daar het niveau van de voorgestelde maatregelen, vanuit economisch oogpunt, niet dusdanig is dat de EG-markt niet langer toegankelijk zou zijn voor de Chinese producenten/exporteurs, is het zeker dat furfurylalcohol uit de Volksrepubliek China op de EG-markt aanwezig zal blijven. Voorts zal dit product met furfurylalcohol uit andere derde landen blijven concurreren.

(131) Sommige partijen hebben voorts aangevoerd dat verwerkende bedrijven en consumenten door maatregelen in hun keuzemogelijkheden worden beperkt. Zoals hiervoor vermeld, zal furfurylalcohol uit de Volksrepubliek China naar alle waarschijnlijkheid beschikbaar blijven op de EG-markt, evenals furfurylalcohol uit andere derde landen. Gebruikers zullen dus de keuze houden tussen de concurrerende producten, zij het tegen billijke prijzen. Deze keuzevrijheid zou daarentegen worden aangetast indien de bedrijfstak van de Gemeenschap verdwijnt, hetgeen zal gebeuren indien geen antidumpingmaatregelen worden genomen.

(132) De maatregelen zullen naar verwachting leiden tot het herstel van billijke en daadwerkelijke concurrentie op de EG-markt; zij zullen slechts de handelsverstorende gevolgen corrigeren van schadelijke dumping door de Chinese producenten/exporteurs. Indien in deze zaak geen maatregelen worden genomen, zal de concurrentieverstoring slechts worden gehandhaafd en versterkt, waardoor de situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap verder zal verslechteren. Het verdwijnen van de bedrijfstak van de Gemeenschap zal leiden tot een vermindering van de concurrentie en de keuzevrijheid van gebruikers op de EG-markt.

8. Conclusie

(133) Op basis van de voorgaande feiten en overwegingen wordt voorlopig geconcludeerd dat er geen dwingende redenen zijn geen maatregelen te nemen ten aanzien van de invoer van furfurylalcohol uit de Volksrepubliek China.

G. VOORLOPIGE MAATREGELEN

1. Voorlopige schademarge

(134) Na te hebben vastgesteld dat de bedrijfstak van de Gemeenschap aanmerkelijke schade heeft geleden door invoer met dumping en dat er geen dwingende redenen zijn om geen maatregelen te nemen, wordt geconcludeerd dat maatregelen moeten worden vastgesteld waarvan het niveau voldoende hoog is om een einde te maken aan de schade die door deze invoer is veroorzaakt, zonder dat de vastgestelde dumpingmarges evenwel mogen worden overschreden.

(135) Bij de berekening van de hoogte van het recht waarbij de gevolgen van invoer met dumping worden geneutraliseerd, werd geoordeeld dat de maatregelen de bedrijfstak van de Gemeenschap in staat moeten stellen zijn kosten te dekken en een winst voor belasting te maken die redelijkerwijze, in normale concurrentieomstandigheden, op de verkoop van het betrokken product in de Gemeenschap kan worden gemaakt, dat wil zeggen in afwezigheid van invoer met dumping.

(136) Op grond van de beschikbare gegevens werd voorlopig vastgesteld dat een winstmarge van 10 % op de omzet als een passend minimum kon worden beschouwd dat de bedrijfstak van de Gemeenschap in afwezigheid van schadeveroorzakende dumping kon behalen. Deze winstmarge wordt redelijk geacht gezien de ontwikkeling van de winstgevendheid van de bedrijfstak van de Gemeenschap in de beoordelingsperiode, die gemiddeld hoger was in afwezigheid van invoer met dumping.

(137) In overeenstemming hiermee werden schademarges vastgesteld die gelijk waren aan het verschil tussen de productiekosten van de bedrijfstak van de Gemeenschap, vermeerderd met voornoemde winstmarge, enerzijds, en de gecorrigeerde netto verkoopprijzen van furfurylalcohol uit de Volksrepubliek China (als gebruikt bij de prijsonderbiedingsberekeningen), anderzijds. De aldus gevonden verschillen, de schademarges, bleken 2,2 % tot 23 % te bedragen van de cif-invoerprijs, grens Gemeenschap, vóór inklaring.

2. Voorgesteld voorlopig antidumpingrecht

(138) Gezien het bovenstaande, en in overeenstemming met de regel van het laagste recht in artikel 7, lid 2, van de basisverordening, moet het voorlopige antidumpingrecht worden vastgesteld op het niveau van de schademarge.

(139) De betrokken exporteurs verkopen vele andere producten, naast furfurylalcohol, aan importeurs en verwerkende bedrijven in de Gemeenschap. Teneinde de doeltreffendheid van de maatregelen te verzekeren en te voorkomen dat het recht door prijsmanipulatie wordt ontdoken, hetgeen in sommige eerdere procedures met betrekking tot dezelfde algemene productiecategorie, namelijk furfural(4), is gebeurd, wordt het wenselijk geacht een voorlopig recht in te stellen in de vorm van een specifiek bedrag in euro per ton. De berekening van de schadedrempel in verband met de cif-invoerprijs leidt tot een recht van 21 EUR tot 181 EUR per ton.

H. SLOTBEPALING

(140) Gelet op de beginselen van een behoorlijk bestuur, dient een termijn te worden vastgesteld waarbinnen belanghebbenden opmerkingen kunnen maken en kunnen vragen te worden gehoord. Bovendien wordt erop gewezen dat de bevindingen in het kader van deze verordening voorlopig zijn en met het oog op de eventuele vaststelling van definitieve maatregelen herzien kunnen worden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Er wordt een voorlopig antidumpingrecht ingesteld op furfurylalcohol, ingedeeld onder GN-code ex 2932 13 00 uit de Volksrepubliek China (Taric-code 2932 13 00 90 ).

2. Het voorlopige antidumpingrecht voor het in lid 1 genoemde product is als volgt:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

3. Wanneer goederen zijn beschadigd voordat zij in het vrije verkeer worden gebracht en de werkelijk betaalde of te betalen prijs derhalve is aangepast met het oog op de bepaling van de douanewaarde overeenkomstig artikel 145 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie(5), wordt het overeenkomstig lid 2 berekende bedrag van het antidumpingrecht verminderd met het percentage dat overeenstemt met de aanpassing van de werkelijk betaalde of te betalen prijs.

4. Tenzij anders bepaald zijn de bepalingen inzake douanerechten van toepassing.

5. Het in lid 1 bedoelde product kan in de Gemeenschap uitsluitend in het vrije verkeer worden gebracht, nadat daarvoor een zekerheid is gesteld ter hoogte van het bedrag van het voorlopige recht.

Artikel 2

1. Onverminderd artikel 20 van Verordening (EG) nr. 384/96 kunnen belanghebbenden binnen een maand na de inwerkingtreding van deze verordening verzoeken om mededeling van de voornaamste feiten en overwegingen op grond waarvan deze verordening werd vastgesteld, hun standpunt schriftelijk bekendmaken en verzoeken om te worden gehoord door de Commissie.

2. Overeenkomstig artikel 21, lid 4, van Verordening (EG) nr. 384/96 kunnen belanghebbenden binnen een maand na de inwerkingtreding van deze verordening over de toepassing ervan opmerkingen maken.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 1 van deze verordening is zes maanden van toepassing.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 mei 2003.

Voor de Commissie

Pascal Lamy

Lid van de Commissie

(1) PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1.

(2) PB L 305 van 7.11.2002, blz. 1.

(3) PB C 189 van 9.8.2002, blz. 30.

(4) PB L 328 van 22.12.1999, blz. 1.

(5) PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.