Verordening (EG) nr. 1623/2003 van de Raad van 11 september 2003 tot uitbreiding van het bij Verordening (EG) nr. 408/2002 ingestelde definitieve antidumpingrecht op zinkoxiden uit de Volksrepubliek China tot zinkoxiden die vanuit Vietnam worden ingevoerd, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Vietnam, en tot zinkoxiden vermengd met siliciumdioxide uit de Volksrepubliek China
Verordening (EG) nr. 1623/2003 van de Raad van 11 september 2003 tot uitbreiding van het bij Verordening (EG) nr. 408/2002 ingestelde definitieve antidumpingrecht op zinkoxiden uit de Volksrepubliek China tot zinkoxiden die vanuit Vietnam worden ingevoerd, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Vietnam, en tot zinkoxiden vermengd met siliciumdioxide uit de Volksrepubliek China
Verordening (EG) nr. 1623/2003 van de Raad
van 11 september 2003
tot uitbreiding van het bij Verordening (EG) nr. 408/2002 ingestelde definitieve antidumpingrecht op zinkoxiden uit de Volksrepubliek China tot zinkoxiden die vanuit Vietnam worden ingevoerd, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Vietnam, en tot zinkoxiden vermengd met siliciumdioxide uit de Volksrepubliek China
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap(1) ("de basisverordening"), en met name op artikel 13,
Gelet op het voorstel dat de Commissie, na overleg in het Raadgevend Comité, heeft ingediend,
Overwegende hetgeen volgt:
A. PROCEDURE
1. Thans geldende maatregelen
(1) Bij Verordening (EG) nr. 408/2002(2) ("de oorspronkelijke verordening") heeft de Raad definitieve antidumpingrechten ingesteld van 6,9 % tot 28 % op zinkoxiden (ZnO) met een ZnO-gehalte van ten minste 93 % ("zinkoxiden") uit de Volksrepubliek China.
2. Verzoek
(2) Op 18 november 2002 heeft de Commissie een verzoek ontvangen op grond van artikel 13, lid 3, van de basisverordening, om een onderzoek in te stellen naar de mogelijke ontwijking van de antidumpingmaatregelen ten aanzien van zinkoxiden uit de Volksrepubliek China. Het verzoek was ingediend door Eurometaux, namens producenten die goed zijn voor een groot deel van de productie van zinkoxiden in de Gemeenschap.
(3) Volgens het verzoek was er een verlegging geweest van de handelsstromen na de instelling van antidumpingmaatregelen ten aanzien van zinkoxiden uit de Volksrepubliek China, hetgeen bleek uit de aanzienlijke toename van de invoer van zinkoxiden uit Vietnam, terwijl de invoer van zinkoxiden uit de Volksrepubliek China in dezelfde periode aanzienlijk was gedaald.
(4) Deze wijziging van de structuur van het handelsverkeer zou zijn veroorzaakt door de wederverzending van zinkoxiden uit de Volksrepubliek China via Vietnam. Voorts zouden zinkoxiden uit de Volksrepubliek China worden vermengd met andere stoffen, zoals siliciumdioxide, waardoor dit product niet meer onder de betrokken Taric-code valt. Daar de basiskenmerken en de gebruiksdoeleinden van het product evenwel ongewijzigd zijn gebleven, zou er geen andere voldoende reden of een economische rechtvaardiging voor deze praktijken zijn dan de antidumpingrechten op zinkoxiden uit de Volksrepubliek China.
(5) Tenslotte voerde de indiener van het verzoek aan dat de corrigerende werking van de antidumpingrechten op zinkoxiden uit de Volksrepubliek China teniet werd gedaan, zowel in termen van hoeveelheden als van prijzen, en dat dumping plaatsvond gelet op de eerder vastgestelde normale waarde.
3. Opening van het onderzoek
(6) Bij Verordening (EG) nr. 2261/2002(3) ("de verordening tot opening van het onderzoek") heeft de Commissie, overeenkomstig artikel 13, lid 3, en artikel 14, lid 5, van de basisverordening, de douaneautoriteiten de opdracht gegeven de invoer van zinkoxiden die vanuit Vietnam werden ingevoerd, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Vietnam, vanaf 20 december 2002 te registreren onder de aanvullende Taric-code 2817 00 00 11, en de invoer van met andere stoffen gemengde zinkoxiden uit de Volksrepubliek China te registreren onder de aanvullende Taric-code 2817 00 00 19.
4. Onderzoek
(7) De Commissie heeft de autoriteiten van de Volksrepubliek China en Vietnam van de opening van het onderzoek in kennis gesteld. Zij heeft vragenlijsten gezonden aan de producenten/exporteurs in de Volksrepubliek China en Vietnam en aan de importeurs in de Gemeenschap die in het verzoek zijn genoemd of die de Commissie van het oorspronkelijke onderzoek bekend waren. Belanghebbenden werden in de gelegenheid gesteld hun standpunt schriftelijk bekend te maken en om een onderhoud te verzoeken binnen de termijn die was vastgesteld bij de verordening tot opening van het onderzoek.
(8) De vragenlijst werd beantwoord door vijf producenten/exporteurs in de Volksrepubliek China en door geen enkele producent/exporteur in Vietnam. Ook vier importeurs in de Gemeenschap hebben de vragenlijst beantwoord. De Commissie heeft bij de volgende ondernemingen een controle ter plaatse ingesteld:
Onafhankelijke importeurs:
- Norkem Ltd, Knutsford, Verenigd Koninkrijk;
- Norkem BV, Enkhuizen, Nederland;
- Almiberia SA, San Antonio de Benagéber, Spanje;
- Explorer, s.r.l., Sassuolo, Italië.
Chinese producenten/exporteurs:
- Liuzhou Fuxin Chemical Industry Co. Ltd, Liuzhou, China;
- Liuzhou Nonferrous Metals Smelting Co. Ltd, Liuzhou, China, en de gelieerde exporteur;
- Liuzhou Nonferrous Metals Smelting Import & Export Co. Ltd, Liuzhou, China.
5. Onderzoektijdvak
(9) Het onderzoek had betrekking op de periode van 1 oktober 2001 tot en met 30 september 2002 ("het onderzoektijdvak"). Voor het onderzoek naar een mogelijke wijziging van de structuur van het handelsverkeer werden gegevens ingewonnen over de periode van 2000 tot en met het onderzoektijdvak.
B. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK
1. Algemene overwegingen/mate van medewerking
a) Vietnam
(10) Geen enkele producent/exporteur van zinkoxiden in Vietnam heeft medewerking verleend aan het onderzoek. De betrokken ondernemingen werd medegedeeld dat een gebrek aan medewerking tot toepassing van artikel 18 van de basisverordening zou kunnen leiden. De Vietnamese overheid (het ministerie van Handel) heeft naar aanleiding van de opening van het onderzoek laten weten dat in 2002 geen zinkoxiden van Vietnamese oorsprong naar de Gemeenschap zijn uitgevoerd, en dat de Vietnamese autoriteiten geen certificaten van Vietnamese oorsprong hebben afgegeven bij de uitvoer van zinkoxiden.
b) Volksrepubliek China
(11) De vijf Chinese producenten/exporteurs die medewerking hebben verleend aan het onderzoek waren volgens Eurostat goed voor bijna 100 % van het invoervolume van zinkoxiden die onder GN-code 2817 00 00 in het onderzoektijdvak uit de Volksrepubliek China zijn ingevoerd.
(12) In het onderzoektijdvak van het oorspronkelijke onderzoek waren de ondernemingen die aan het onderhavige onderzoek meewerkten slechts goed voor 22 % van de totale uitvoer naar de Gemeenschap. Dit betekent dat het grootste deel van de uitvoer die bij het oorspronkelijke onderzoek werd onderzocht door ondernemingen werd uitgevoerd die niet aan het onderhavige onderzoek medewerkten. Deze ondernemingen werd meegedeeld dat een gebrek aan medewerking tot de toepassing van artikel 18 van de basisverordening zou kunnen leiden.
(13) Een Chinese onderneming, waarvoor in het kader van het oorspronkelijke onderzoek een individueel recht was vastgesteld en die onderworpen was aan een zesmaandelijkse controle door de Commissie(4), voerde aan dat zij de vragenlijst niet behoefde in te vullen daar de Commissie de onderneming reeds in het kader van de periodieke controle had bezocht en dat alle gevraagde gegevens al bekend waren bij de Commissie. Deze onderneming werd medegedeeld dat zij de vragenlijst desalniettemin moest beantwoorden, daar gegevens die voor andere doeleinden of voor een andere periode waren verstrekt niet voldoende waren voor onderhavig onderzoek. De exportgegevens die in het kader van dit onderzoek moesten worden verstrekt stemden namelijk niet geheel overeen met de gegevens in de eerder ingediende controleverslagen. Daar deze onderneming de vragenlijst niet heeft beantwoord, werd zij ervan in kennis gesteld dat zij als een niet-medewerkende partij zou worden beschouwd en dat de bevindingen voor haar zouden worden vastgesteld aan de hand van de beschikbare gegevens overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening.
2. Betrokken product en soortgelijk product
(14) Het onderzoek heeft betrekking op zinkoxiden (scheikundige formule ZnO) met een ZnO-gehalte van ten minste 93 %, ingedeeld onder GN-code ex 2817 00 00 (Taric-code 2817 00 00 12 ).
(15) Bij het onderzoek is gebleken dat het betrokken product, zinkoxiden, in twee vormen in de Gemeenschap wordt ingevoerd: hetzij als zinkoxiden, hetzij als zinkoxiden gemengd met siliciumdioxide. Bij het onderzoek is ook gebleken dat de vermenging van zinkoxiden met siliciumdioxide geen wijziging brengt in de fysieke en chemische basiskenmerken van de zinkoxiden, daar de moleculaire structuur en de chemische eigenschappen van de zinkoxiden dezelfde blijven. Voorts is bij het onderzoek gebleken dat bij de productie van keramische tegels - een van de voornaamste gebruiksdoeleinden van zinkoxiden - de zinkoxiden in ieder geval worden gemengd met verschillende andere stoffen, waaronder siliciumdioxide.
(16) Gelet op de wijziging van de structuur van het handelsverkeer als beschreven in de overwegingen 20 en 21 moet, bij gebrek aan medewerking, ervan worden uitgegaan dat de zinkoxiden die uit de Volksrepubliek China in de Gemeenschap worden ingevoerd en die welke vanuit Vietnam in de Gemeenschap worden ingevoerd dezelfde fysieke en chemische basiskenmerken hebben en dezelfde gebruiksdoeleinden. Zij zijn dus soortgelijke producten in de zin van artikel 1, lid 4, van de basisverordening.
(17) Aan de hand van de beschikbare gegevens wordt daarom geoordeeld dat de kenmerken van zinkoxiden, ook indien vermengd met siliciumdioxide, ongewijzigd blijven en dat het mengsel daarom als eenzelfde product moet worden beschouwd als zinkoxiden die onvermengd worden aangeboden. Deze producten zijn daarom soortgelijke producten in de zin van artikel 1, lid 4, van de basisverordening.
3. Wijziging van de structuur van het handelsverkeer
(18) Zoals in overweging 4 vermeld, trad er op twee manieren een wijziging op in de structuur van het handelsverkeer: door wederverzending via Vietnam of door vermenging met andere stoffen, zoals siliciumdioxide.
a) Vanuit Vietnam verzonden zinkoxiden
(19) Daar geen enkele Vietnamese onderneming aan het onderzoek heeft meegewerkt moesten de bevindingen inzake de invoer vanuit Vietnam worden vastgesteld aan de hand van de beschikbare gegevens, overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening. De Eurostat-cijfers op GN-niveau waren de beste gegevens die in dit geval beschikbaar waren en deze werden daarom gebruikt om de prijzen bij invoer en de omvang van de invoer uit Vietnam vast te stellen.
(20) De invoer van zinkoxiden uit Vietnam steeg van 0 ton in 2000 en 2001 tot 6523 ton aan het einde van het onderzoektijdvak (september 2002). Deze invoer uit Vietnam is in maart 2002 begonnen, dus toen het definitieve antidumpingrecht werd ingesteld. De invoer van zinkoxiden uit de Volksrepubliek China daalde daarentegen aanzienlijk, namelijk van 47326 ton in 2000 (het onderzoektijdvak van het oorspronkelijke onderzoek) tot 35732 ton in 2001 en 16873 ton in het onderzoektijdvak. Hieruit blijkt dat de sterke daling van de invoer uit de Volksrepubliek China na de opening van het oorspronkelijke antidumpingonderzoek is opgetreden.
(21) Volgens de Chinese handelsstatistieken was de uitvoer van zinkoxiden vanuit de Volksrepubliek China naar Vietnam betrekkelijk stabiel: deze bedroeg 1643 ton in 2000 en 2029 ton in 2001. In 2002 steeg deze uitvoer plotseling tot 12609 ton. In de periode tussen de instelling van de antidumpingrechten in maart 2002 en het einde van het onderzoektijdvak in september 2002 bedroeg deze uitvoer 8482 ton. Zoals hierboven vermeld werd in dezelfde periode 6523 ton vanuit Vietnam in de Gemeenschap ingevoerd. De uitvoer van zinkoxiden uit de Volksrepubliek China naar Vietnam is in 2002 dus aanzienlijk gestegen, namelijk met ongeveer dezelfde hoeveelheid als de invoer in de Gemeenschap vanuit Vietnam in dezelfde periode.
(22) Uit bovenvermelde cijfers kan worden geconcludeerd dat er een duidelijke wijziging van de structuur van het handelsverkeer is opgetreden en dat deze, voor beide exportlanden, samenviel met de inwerkingtreding van de antidumpingmaatregelen in maart 2002.
b) Met siliciumdioxide vermengde zinkoxiden
(23) Volgens het verzoek zouden zinkoxiden uit de Volksrepubliek China worden vermengd met andere stoffen en bij invoer in de Gemeenschap onder een andere tariefpost worden aangegeven. Bij controle bij een medewerkende importeur bleek inderdaad dat met siliciumdioxide vermengde zinkoxiden zijn ingevoerd. Dit product was aangekocht bij een Chinese producent/exporteur die niet aan het onderzoek medewerkte en het werd, op grond van een bindende tariefinlichting die de douane van een lidstaat had afgegeven, aangegeven onder GN-code 3824 90 99, waardoor geen antidumpingrechten moesten worden betaald.
(24) Voor deze importeur werd vastgesteld dat de invoer van met siliciumdioxide gemengde zinkoxiden na de instelling van de antidumpingrechten in maart 2002 is begonnen. Daar de medewerkende importeurs slechts goed zijn voor 65 % van de totale invoer in de Gemeenschap, kan niet worden uitgesloten dat andere, niet-medewerkende importeurs dezelfde praktijken hebben toegepast. Het verzoek bevatte bewijsmateriaal dat ten minste een andere, niet-medewerkende importeur deze praktijk heeft toegepast.
(25) Daar de exporteurs die aan dit onderzoek medewerkten slechts 22 % vertegenwoordigen van de invoer uit de Volksrepubliek China in het onderzoektijdvak van het oorspronkelijke onderzoek, maar bijna 100 % van de invoer uit de Volksrepubliek China in het onderzoektijdvak van onderhavig onderzoek en daar de totale invoer uit de Volksrepubliek China is gedaald van 47367 ton tot 16873 ton, is het redelijk te concluderen dat deze daling deels te verklaren is door de invoer van met siliciumdioxide gemengde zinkoxiden. Gezien het lage niveau van medewerking werd geoordeeld dat aanzienlijke hoeveelheden van met siliciumdioxide gemengde zinkoxiden uit de Volksrepubliek China bij invoer in de Gemeenschap zijn aangegeven onder GN-codes waarop de antidumpingrechten niet van toepassing zijn.
(26) Aan de hand van de beschikbare gegevens werd, overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening, een wijziging van de structuur van het handelsverkeer vastgesteld die samenviel met de inwerkingtreding van de antidumpingmaatregelen ten aanzien van het betrokken product uit de Volksrepubliek China in maart 2002.
4. Onvoldoende reden of economische rechtvaardiging
(27) Daar de wijziging van de structuur van het handelsverkeer samenviel met de instelling van antidumpingmaatregelen ten aanzien van zinkoxiden uit de Volksrepubliek China, moet, bij het ontbreken van medewerking, worden geconcludeerd dat deze wijziging het gevolg was van de instelling van de antidumpingrechten en geen andere voldoende oorzaak of economische rechtvaardiging had in de zin van artikel 13, lid 1, tweede zin, van de basisverordening.
(28) Deze conclusie wordt versterkt door het feit dat er volgens de Vietnamese autoriteiten geen zinkoxiden van Vietnamese oorsprong naar de Gemeenschap zijn uitgevoerd. Voorts kan uit de gelijklopende ontwikkeling van de uitvoer uit de Volksrepubliek China naar Vietnam worden opgemaakt dat de betrokken producten niet bestemd waren voor de Vietnamese markt, maar voor de wederuitvoer (zie overwegingen 20 en 21).
(29) Voor de wijziging van de structuur van het handelsverkeer van met siliciumdioxide vermengde zinkoxiden kon geen voldoende oorzaak of economische rechtvaardiging worden gevonden. Daar de Gemeenschap in het algemeen over meer dan voldoende hoeveelheden van het goedkope materiaal siliciumdioxide beschikt, is er geen economische rechtvaardiging om dit materiaal uit de Volksrepubliek China in te voeren omdat de vervoerskosten hierdoor onnodig worden verhoogd. De invoer van met siliciumdioxide vermengde zinkoxiden viel samen met de inwerkingtreding van de antidumpingmaatregelen. De exporteur van het mengsel heeft geen medewerking verleend en heeft geen reden voor het samenstellen van dit mengsel in het land van uitvoer aangevoerd, waarvan de enige reden slechts de ontwijking van het antidumpingrecht kan zijn.
(30) Daarom wordt geconcludeerd dat geen redelijke motieven konden worden vastgesteld, andere dan de ontwijking van het antidumpingrecht op zinkoxiden uit de Volksrepubliek China, voor de waargenomen wijziging van de structuur van het handelsverkeer.
5. Het tenietdoen van de corrigerende werking van het recht in termen van prijzen en/of hoeveelheden
(31) Uit de analyse van de handelsstromen (zie de overwegingen 20 en 21) blijkt dat er sinds de instelling van de antidumpingmaatregelen een wijziging is opgetreden in de structuur van het handelsverkeer en dat deze de corrigerende werking van de antidumpingmaatregelen in termen van in de Gemeenschap ingevoerde hoeveelheden teniet heeft gedaan.
(32) De prijzen bij uitvoer uit Vietnam waren volgens de Eurostat-gegevens, die bij gebrek aan medewerking van de exporteurs werden gebruikt, nog lager dan de prijzen bij uitvoer uit de Volksrepubliek China die bij het oorspronkelijke onderzoek waren vastgesteld. Dit betekent dat de schademarge bij invoer uit Vietnam nog hoger is dan de schademarge die bij het oorspronkelijke onderzoek werd vastgesteld.
(33) De prijzen van het met siliciumdioxide vermengde zinkoxiden moesten, bij gebrek aan medewerking, worden vastgesteld aan de hand van de beste gegevens die beschikbaar waren, namelijk de gegevens van de medewerkende importeur bij wie de invoer van het mengsel werd waargenomen. Volgens deze gegevens is de schademarge bij invoer van het mengsel nog hoger dan de schademarge die bij het oorspronkelijke onderzoek werd vastgesteld.
(34) Daarom wordt geconcludeerd dat de betrokken invoer de corrigerende werking van het recht teniet geeft gedaan, zowel in termen van hoeveelheden als van prijzen.
6. Bewijsmateriaal inzake dumping ten opzichte van de eerder vastgestelde normale waarde
(35) Om vast te stellen of de zinkoxiden, verzonden vanuit Vietnam, en of de met siliciumdioxide gemengde zinkoxiden in het onderzoektijdvak met dumping werden ingevoerd, werden exportprijzen vastgesteld aan de hand van de Eurostat-gegevens en de gegevens van de medewerkende importeurs. De prijzen bij uitvoer uit Vietnam bleken 15 % lager te zijn dan de prijzen bij uitvoer uit de Volksrepubliek China die bij het oorspronkelijke onderzoek werden vastgesteld. De exportprijzen van met siliciumdioxide gemengde zinkoxiden waren, rekening houdend met de hoeveelheid siliciumdioxide die het mengsel bevatte, meer dan 22 % lager dan de prijzen bij uitvoer uit de Volksrepubliek China die bij het oorspronkelijke onderzoek werden vastgesteld.
(36) Volgens artikel 13, lid 1, van de basisverordening moet dumping worden aangetoond in verhouding tot de eerder vastgestelde normale waarde en behoeft geen nieuwe dumpingmarge te worden vastgesteld. Overeenkomstig artikel 13, lid 1, van de basisverordening is de eerder vastgestelde normale waarde de normale waarde die bij het oorspronkelijke onderzoek werd gebruikt. Bij dat onderzoek werden de Verenigde Staten van Amerika gebruikt als vergelijkbaar derde land met markteconomie voor de vaststelling van de normale waarde voor de Volksrepubliek China.
(37) Om een billijke vergelijking te kunnen maken tussen de normale waarde en de exportprijs, werden, overeenkomstig artikel 2, lid 10, van de basisverordening, correcties toegepast voor verschillen die van invloed zijn op de prijzen en de vergelijkbaarheid van de prijzen. Dergelijke correcties werden toegepast voor de kosten van vervoer, verzekering, laden, lossen, op- en overslag.
(38) Overeenkomstig artikel 2, leden 11 en 12, van de basisverordening werd een vergelijking gemaakt van de gewogen gemiddelde normale waarde, als vastgesteld bij het oorspronkelijke onderzoek, met de gewogen gemiddelde exportprijs, als vastgesteld voor het onderzoektijdvak van onderhavig onderzoek, en werd het gevonden verschil uitgedrukt in procenten van de cif-prijs grens Gemeenschap, voor inklaring. Bij deze vergelijking bleek dat zowel de invoer van uit Vietnam verzonden zinkoxiden als de invoer van met siliciumdioxide vermengde zinkoxiden met dumping plaatsvonden.
C. MAATREGELEN
(39) Gezien bovenstaande bevindingen inzake de ontwijking van de maatregelen in de zin van artikel 13, lid 1, tweede zin, van de basisverordening moeten de thans geldende antidumpingmaatregelen ten aanzien van zinkoxiden uit de Volksrepubliek China, overeenkomstig artikel 13, lid 1, eerste zin, van de basisverordening, worden uitgebreid tot het soortgelijke product dat vanuit Vietnam in de Gemeenschap wordt ingevoerd, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Vietnam.
(40) Daar werd vastgesteld dat zinkoxiden in sommige gevallen vermengd met siliciumdioxide werden aangeboden, maar uitsluitend met het doel het aldus verkregen product onder een andere tariefpost te doen vallen en de betaling van het antidumpingrecht te vermijden, moet ervoor worden gezorgd dat het antidumpingrecht op zinkoxiden ook wordt geheven wanneer zinkoxiden vermengd met siliciumdioxide worden ingevoerd. In dit geval moet een antidumpingrecht worden geheven dat in overeenstemming is met het gehalte aan zinkoxiden van het mengsel.
(41) Het uitgebreide recht dient het recht te zijn dat van toepassing is op alle overige ondernemingen als vastgesteld in artikel 1, lid 2, van de oorspronkelijke verordening.
(42) Overeenkomstig artikel 14, lid 5, van de basisverordening, waarin is bepaald dat maatregelen kunnen worden genomen vanaf de registratie van de invoer, dient het antidumpingrecht te worden geheven van de vanuit Vietnam verzonden zinkoxiden en van de met siliciumdioxide vermengde zinkoxiden uit de Volksrepubliek China waarvan de invoer werd geregistreerd overeenkomstig de verordening waarbij het onderzoek werd geopend.
(43) De ontwijking van de maatregelen vindt plaats buiten de Gemeenschap. Artikel 13 van de basisverordening is erop gericht ontwijking van de maatregelen te voorkomen zonder dat dit nadelige gevolgen heeft voor bedrijven die kunnen aantonen dat zij niet bij die ontwijking zijn betrokken, maar bevat geen specifieke bepaling voor de behandeling van exporteurs die kunnen aantonen dat zij niet bij de ontwijking zijn betrokken. Het lijkt daarom noodzakelijk in de mogelijkheid te voorzien dat exporteurs die het betrokken product niet in het onderzoektijdvak hebben uitgevoerd en die geen banden hebben met exporteurs of producenten die aan het uitgebreide antidumpingrecht zijn onderworpen om vrijstelling van de maatregelen kunnen vragen die bij invoer van het betrokken product van toepassing zijn. Exporteurs die een verzoek wensen in te dienen om vrijstelling van het uitgebreide antidumpingrecht moeten een vragenlijst beantwoorden zodat de Commissie kan vaststellen of een vrijstelling gerechtvaardigd is. Vrijstelling kan worden verleend na de beoordeling van de marktsituatie van het betrokken product, de productiecapaciteit en de bezettingsgraad, de aan- en verkoop en rekening houdend met de waarschijnlijkheid van praktijken waarvoor er geen voldoende reden of economische rechtvaardiging is en het bewijsmateriaal inzake dumping. De Commissie verricht normalerwijze ook een controle ter plaatse. Het verzoek moet onverwijld aan de Commissie worden gericht en alle relevante gegevens bevatten, met name over een eventuele wijziging in de activiteiten van de onderneming in verband met de productie en de export van het betrokken product. Importeurs kunnen van de maatregelen worden vrijgesteld indien het product dat zij invoeren afkomstig is van exporteurs waaraan een vrijstelling is toegekend, overeenkomstig artikel 13, lid 4, van de basisverordening.
(44) Wanneer vrijstelling gerechtvaardigd wordt geacht, zal de Commissie, na raadpleging van het Raadgevend Comité, voorstellen de verordening dienovereenkomstig te wijzigen.
D. PROCEDURE
(45) Belanghebbenden werden in kennis gesteld van de voornaamste feiten en overwegingen op grond waarvan de Raad voornemens was het antidumpingrecht uit te breiden en in gelegenheid gesteld opmerkingen te maken. Er werden geen opmerkingen ontvangen die wijziging konden brengen in de hierboven uiteengezette conclusies,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Het definitieve antidumpingrecht van 28 % dat bij Verordening (EG) nr. 408/2002 is ingesteld op zinkoxiden (chemische formule ZnO) met een ZnO-gehalte van ten minste 93 gewichtspercenten, normalerwijze aangegeven onder GN-code ex 2817 00 00 (Taric-codes 2817 00 00 12 en 2817 00 00 18 ), van oorsprong uit de Volksrepubliek China, wordt uitgebreid tot zinkoxiden (chemische formule ZnO) met een ZnO-gehalte van ten minste 93 gewichtspercenten, verzonden vanuit Vietnam (al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Vietnam) (Taric-code 2817 00 00 12 ) en tot zinkoxiden vermengd met siliciumdioxide, maar waarvan het ZnO-gehalte van de zinkoxiden ten minste 93 % bedraagt. In het laatste geval is het te heffen recht evenredig aan het aandeel van zinkoxiden met een ZnO-gehalte van ten minste 93 % in het mengsel van oorsprong uit de Volksrepubliek China (Taric-code 3824 90 99 87 ).
2. Het bij artikel 1 uitgebreide recht wordt geheven op producten waarvan de invoer overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EG) nr. 2261/2002 en artikel 13, lid 3, en artikel 14, lid 5, van Verordening (EG) nr. 384/96 werd geregistreerd.
3. De bepalingen inzake douanerechten zijn van toepassing.
Artikel 2
1. Verzoeken om vrijstelling van het bij artikel 1 uitgebreide antidumpingrecht moeten schriftelijk, in een van de officiële talen van de Gemeenschap, worden ingediend en worden ondertekend door een persoon die gemachtigd is de indiener van het verzoek te vertegenwoordigen. Het verzoek moet worden gericht aan: Europese Commissie Directoraat-generaal Trade
Directoraat B
Kamer: J-79 05/17 B - 1049 Brussel Fax (32-2) 295 65 05 Telex: COMEU B 21877
2. De Commissie kan, na raadpleging van het Raadgevend Comité, ondernemingen die het bij Verordening (EG) nr. 408/2002 ingestelde antidumpingrecht niet ontwijken vrijstelling verlenen van het bij artikel 1 ingestelde uitgebreide recht en voorstellen de verordening dienovereenkomstig te wijzigen.
Artikel 3
De douaneautoriteiten wordt de instructie gegeven de registratie van de invoer overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EG) nr. 2261/2002 te beëindigen.
Artikel 4
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 11 september 2003.
Voor de Raad
De voorzitter
F. Frattini
(1) PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1972/2002 (PB L 305 van 7.11.2002, blz. 1).
(2) PB L 62 van 5.3.2002, blz. 7.
(3) PB L 344 van 19.12.2002, blz. 12.
(4) Overweging 59 van de oorspronkelijke verordening.