Home

Advies van de Raad van 5 juli 2004 over het convergentieprogramma van Hongarije voor de periode 2004-2008

Advies van de Raad van 5 juli 2004 over het convergentieprogramma van Hongarije voor de periode 2004-2008

24.12.2004

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 320/11


ADVIES VAN DE RAAD

van 5 juli 2004

over het convergentieprogramma van Hongarije voor de periode 2004-2008

(2004/C 320/06)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid(1), met name op artikel 9, lid 2,

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité,

HEEFT HET VOLGENDE ADVIES UITGEBRACHT:

Op 5 juli 2004 heeft de Raad het convergentieprogramma van Hongarije voor de periode 2004-2008 besproken. Dit programma voldoet in grote lijnen aan de informatievereisten van de herziene „gedragscode voor de inhoud en de vorm van de stabiliteits- en convergentieprogramma's”.

De aan het programma ten grondslag liggende begrotingsstrategie is erop gericht het overheidstekort tegen 2008 tot minder dan 3 % van het BBP terug te dringen en terzelfder tijd het aandeel van de overheidssector in de economie te verminderen. Hiertoe wordt in het programma beoogd dat de consolidatie hoofdzakelijk betrekking zal hebben op het begin van de periode, waarbij het overheidstekort afneemt van 5,9 % van het BBP in 2003 tot 4,6 % in 2004 en vervolgens jaarlijks met circa 0,5 procentpunt van het BBP daalt (4,1 % van het BBP in 2005, 3,6 % in 2006, 3,1 % in 2007 en 2,7 % in 2008). In deze doelstellingen is rekening gehouden met het effect van de pensioenhervorming, waarbij het percentage van 0,7 % van het BBP in 2003 stijgt tot 0,9 % in 2008. De consolidatie is vooral gebaseerd op de uitgaven, door middel van structurele hervormingen bij de overheidsadministratie, in de gezondheidszorg en het onderwijs. Deze hervormingen moeten echter nog nader worden gepreciseerd en uitgevoerd. De verwachte daling van de globale uitgavenquote zou een verhoging van het aandeel van de publieke investeringen in het BBP, ondersteund door EU-financiering, mogelijk maken. Daarnaast is een vermindering van de totale belastingdruk van 39 % van het BBP tot 37 % voorzien.

Het programma bevat twee verschillende scenario's voor de macro-economische en budgettaire prognoses: een „basisscenario” en een „optimistischer” scenario. Het basisscenario moet worden beschouwd als het referentiescenario voor het beoordelen van budgettaire prognoses, aangezien de daarin vervatte hypothesen het meest plausibel zijn: reële BBP-groei van circa 3,5-4 % in 2004 en 2005 en vervolgens een enigszins optimistisch ingeschatte stijging van de groei met jaarlijks circa 0,5 procentpunt tot 2008. De prognose van een snelle desinflatie na 2004, wanneer de door de indirecte belastingen veroorzaakte prijsstijgingen geleidelijk afnemen, zijn in grote lijnen realistisch, mits de stijging van de reële lonen aanzienlijk vertraagt om gelijke tred te houden met de productiviteit.

Volgens de prognose in het programma zal het overheidstekort pas in 2008 tot onder de referentiewaarde van 3 % van het BBP dalen. De in het programma beoogde terugdringing van het tekort is binnen bereik. Het feit dat het geplande tekort pas in 2008 (enigszins) onder 3 % van het BBP uitkomt, en dat die aanpassing in aanzienlijke mate resulteert uit een verlaging van de rentelasten, blijft niettemin een punt van zorg. De risico's voor het begrotingsresultaat liggen in een mogelijk geringere groei dan verwacht, in de eerdere budgetoverschrijdingen en in het ontbreken van gegevens omtrent de geplande maatregelen voor uitgavenvermindering in de laatste jaren van het programma. Het verwezenlijken van de aanpassing in het eerste jaar van het programma is van cruciaal belang voor de geloofwaardigheid van de gevolgde strategie; lukt die niet, dan kan hierdoor het gehele aanpassingstraject in gevaar komen. Het is derhalve mogelijk dat de budgettaire oriëntatie van het programma niet voldoende is om het tekort tegen het eind van de programmaperiode tot onder de drempel van 3 % van het BBP te brengen en alle mogelijkheden om de duurzame begrotingsaanpassing te versnellen moeten worden aangepakt. Terzelfder tijd is te zien dat de verwachte begrotingssaldi in aanzienlijke mate ook voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van een omvangrijk programma van overheidsinvesteringen, waarmee deze investeringen in verhouding tot het BBP zullen toenemen van 4,0 % in 2004 tot 5,5 % in 2008.

Nadat de schuldquote in 2004 met bijna 60 % van het BBP een hoogtepunt zal hebben bereikt, zal deze volgens de prognoses in het programma dalen tot 54 % van het BBP in 2008. Dit zou in overeenstemming zijn met de geplande budgettaire aanpassing maar ook wordt van de gunstige werking van de verwachte dalende rentelast en negatieve stock-flow adjustments geprofiteerd. Weliswaar is deze positieve ontwikkeling plausibel, maar zij zou door een tragere daling van de rente dan verwacht in gevaar kunnen komen.

Wat de houdbaarheid op lange termijn betreft, bestaat het risico dat Hongarije, gezien de verwachte kosten van de vergrijzing, met begrotingsonevenwichtigheden te maken krijgt. Hoewel de uit 1998 daterende hervorming van het pensioenstelsel, waarbij een progressief pensioenstelsel met drie pijlers werd ingevoerd – waaronder parametrische veranderingen in het omslagstelsel, bv. verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd en pensioenindexering – de risico's van langdurige begrotingsonevenwichtigheden heeft verminderd, zijn deze niet volledig weggenomen. Om de houdbaarheid van de overheidsfinanciën te verzekeren is het van essentieel belang te zorgen voor een adequaat primair overschot op de middellange termijn en maatregelen te implementeren om de stijging van met de vergrijzing samenhangende uitgaven in te perken, met name ten aanzien van de gezondheidszorg.

Op 5 juli 2004 heeft de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 6, van het Verdrag op aanbeveling van de Commissie besloten dat er in Hongarije een buitensporig tekort bestaat en overeenkomstig artikel 104, lid 7, aanbevelingen met beleidsadviezen tot Hongarije gericht om te bereiken dat deze situatie wordt verholpen.

Voornaamste prognoses in het convergentieprogramma van Hongarije

2003

2004

2005

2006

2007

2008

Reële BBP-groei (%)

2,9

3,3-3,5

3,5-4

ca.4

4-4,5

4,5-5

Werkgelegenheidsgroei (%)

1,0

0-0,5

0,5-1

ca.1

ca.1

ca.1,5

HICP-inflatie (%)

4,7

ca.6,5

ca.4,5

ca.4

ca.3,5

ca.3

Overheidssaldo (% van het BBP)

– 5,9

– 4,6

– 4,1

– 3,6

– 3,1

– 2,7

Bruto overheidsschuld (% van het BBP)

59,1

59,4

57,9

56,8

55,6

53,7


http://europa.eu.int/comm/economy_finance/about/activities/sgp/main_en.htm