De verklaring die door de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie is afgelegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 30, lid 4, onder iii), van het Verdrag inzake nucleaire veiligheid, zoals neergelegd bij de directeur-generaal van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie op 31 januari 2000, wordt vervangen door de volgende verklaring:
De volgende staten zijn momenteel lid van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie: het Koninkrijk België, de Tsjechische Republiek, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.
De Gemeenschap verklaart dat de artikelen 1 tot en met 5, artikel 7 en de artikelen 14 tot en met 35 van het verdrag op haar van toepassing zijn.
De Commissie beschikt over, met bovengenoemde lidstaten gedeelde, bevoegdheden voor de door artikel 7 en artikel 14, lid 19, van het verdrag bestreken gebieden overeenkomstig artikel 2, onder b), van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de relevante artikelen van titel II, hoofdstuk 3, getiteld „Bescherming van de gezondheid”.”