Home

2004/752/EG, Euratom: Besluit van de Raad van 2 november 2004 totinstelling van een Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie

2004/752/EG, Euratom: Besluit van de Raad van 2 november 2004 totinstelling van een Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 225 A en 245,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op de artikelen 140 B en 160,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Hof van Justitie van 12 februari 2004,

Gezien het advies van het Europees Parlement van 30 maart 2004,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Artikel 225 A van het EG-Verdrag en artikel 140 B van het EGA-Verdrag machtigen de Raad om rechterlijke kamers in te stellen die in eerste aanleg kennis nemen van bepaalde categorieën van beroepen, de regels voor de samenstelling van dergelijke rechterlijke kamers vast te stellen en de reikwijdte van de hen verleende bevoegdheden te bepalen.

  2. De oprichting van een specifieke rechterlijke instantie voor geschillen inzake ambtenarenrecht, waaraan de bevoegdheid wordt verleend om in eerste aanleg uitspraak te doen over deze geschillen, een bevoegdheid die momenteel door het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen wordt uitgeoefend, zal bijdragen tot een betere werking van het communautaire rechterlijke stelsel. Zij vormt een antwoord op het verzoek hiertoe dat werd geformuleerd in verklaring 16 bij artikel 225 A van het EG-Verdrag, die bij de ondertekening van het Verdrag van Nice is aangenomen.

  3. Aan het Gerecht van eerste aanleg dient derhalve een rechterlijke kamer te worden toegevoegd, die uit institutioneel en organisatorisch oogpunt een integrerend deel zal vormen van de instelling Hof van Justitie en waarvan de leden een status zullen hebben die gelijkgesteld is met die van de leden van het Gerecht van eerste aanleg.

  4. Aan dit nieuwe Gerecht dient een naam te worden gegeven die het onderscheidt van zijn rechtsprekende kamers en van de rechtsprekende kamers van het Gerecht van eerste aanleg.

  5. Met het oog op de begrijpelijkheid van het rechterlijke stelsel in zijn geheel dienen de bepalingen betreffende de bevoegdheid, samenstelling en organisatie van en de procedure voor de rechterlijke kamer als bijlage aan het statuut van het Hof van Justitie te worden gehecht.

  6. Het aantal rechters van de rechterlijke kamer moet aangepast zijn aan het aantal door haar te behandelen geschillen. Teneinde de besluitvorming door de Raad inzake de benoeming van de rechters te vergemakkelijken, dient te worden voorzien in de instelling door de Raad van een onafhankelijk adviescomité dat tot taak heeft na te gaan of de ingediende kandidaturen aan de vereiste voorwaarden voldoen.

  7. De rechterlijke kamer dient uitspraak te doen volgens een procedure die is aangepast aan de bijzondere kenmerken van de geschillen waarvan zij kennis neemt. Zij dient in elke fase van de procedure de mogelijkheden van een minnelijke regeling van het geschil te onderzoeken.

  8. Overeenkomstig artikel 225 A, derde alinea, van het EG-Verdrag en artikel 140 B, derde alinea, van het EGA-Verdrag kan tegen de beslissingen van de rechterlijke kamer bij het Gerecht van eerste aanleg een tot rechtsvragen beperkte hogere voorziening worden ingesteld onder dezelfde voorwaarden als die welke gelden voor de voorzieningen die momenteel bij het Hof van Justitie tegen de beslissingen van het Gerecht worden ingesteld. De relevante bepalingen van het statuut van het Hof van Justitie worden in de aan dit statuut gehechte bijlage betreffende de rechterlijke kamer overgenomen om verwijzingen te vermijden, die de duidelijkheid van de regeling in haar geheel zouden verminderen.

  9. In dit besluit dient tevens te worden voorzien in de nodige overgangsbepalingen, zodat de rechterlijke kamer haar functies kan uitoefenen zodra zij is opgericht,

BESLUIT:

Artikel 1

Aan het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen wordt een rechterlijke kamer toegevoegd die uitspraak doet over geschillen inzake het ambtenarenrecht van de Europese Unie, („Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie”). Het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie heeft zijn zetel bij het Gerecht van eerste aanleg.

Artikel 2

Het Protocol betreffende het statuut van het Hof van Justitie wordt als volgt gewijzigd:

  1. de volgende titel wordt ingevoegd:

    De bepalingen betreffende de bevoegdheid, samenstelling en organisatie van en de procedure voor de krachtens artikel 225 A van het EG-Verdrag en artikel 140 B van het EGA-Verdrag ingestelde rechterlijke kamers zijn in de aan dit statuut gehechte bijlagen opgenomen.”;

  2. bijlage I, waarvan de tekst is opgenomen in de bijlage bij dit besluit, wordt toegevoegd.

TITEL IV bis RECHTERLIJKE KAMERS

De bepalingen betreffende de bevoegdheid, samenstelling en organisatie van en de procedure voor de krachtens artikel 225 A van het EG-Verdrag en artikel 140 B van het EGA-Verdrag ingestelde rechterlijke kamers zijn in de aan dit statuut gehechte bijlagen opgenomen.”;

Artikel 3

1.

De president van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie wordt voor de eerste keer aangewezen voor drie jaren op dezelfde wijze als de rechters, tenzij de Raad beslist dat de procedure van artikel 4, lid 1, van bijlage I bij het statuut van het Hof, waarvan de tekst is opgenomen in de bijlage bij dit besluit, van toepassing is.

2.

Onmiddellijk nadat alle rechters van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie de eed hebben afgelegd, gaat de voorzitter van de Raad over tot aanwijzing, bij loting, van drie rechters van dit Gerecht die, in afwijking van artikel 2, tweede alinea, eerste zin, van bijlage I bij het statuut van het Hof, aan het einde van de drie eerste jaren van de ambtstermijn moeten worden vervangen.

3.

De zaken bedoeld in artikel 1 van bijlage I bij het statuut van het Hof, die op de dag van inwerkingtreding van dit artikel bij het Gerecht van eerste aanleg aanhangig zijn en waarvan de schriftelijke procedure zoals beschreven in artikel 52 van het reglement voor de procesvoering van dit Gerecht nog niet is beëindigd, worden verwezen naar het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie.

4.

Tot de inwerkingtreding van het reglement voor de procesvoering van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie is het reglement voor de procesvoering van het Gerecht van eerste aanleg van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van de bepalingen inzake de alleensprekend rechter.

Artikel 4

BIJLAGE

„BIJLAGE IHET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN VAN DE EUROPESE UNIE