Home

Verordening (EG) nr. 328/2004 van de Commissie van 26 februari 2004 houdende afwijking, voor 2004, van Verordening (EG) nr. 1474/95 inzake de opening en de wijze van beheer van de tariefcontingenten voor producten van de sector eieren en voor ovoalbumine

Verordening (EG) nr. 328/2004 van de Commissie van 26 februari 2004 houdende afwijking, voor 2004, van Verordening (EG) nr. 1474/95 inzake de opening en de wijze van beheer van de tariefcontingenten voor producten van de sector eieren en voor ovoalbumine

Verordening (EG) nr. 328/2004 van de Commissie

van 26 februari 2004

houdende afwijking, voor 2004, van Verordening (EG) nr. 1474/95 inzake de opening en de wijze van beheer van de tariefcontingenten voor producten van de sector eieren en voor ovoalbumine

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2771/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector eieren(1), en met name op artikel 3, lid 2, artikel 6, lid 1, en artikel 15,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2783/75 van de Raad van 29 oktober 1975 betreffende een gemeenschappelijke regeling van het handelsverkeer voor ovoalbumine en lactoalbumine(2), en met name op artikel 2, lid 1, artikel 4, lid 1, en artikel 10,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1095/96 van de Raad van 18 juni 1996 betreffende de tenuitvoerlegging van de concessies in de lijst CXL die is opgesteld naar aanleiding van de voltooiing van de onderhandelingen in het kader van artikel XXIV, lid 6, van de GATT(3), en met name op artikel 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Na de toetreding op 1 mei 2004 van de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie moeten deze landen onder dezelfde voorwaarden als die welke gelden voor de huidige lidstaten, in aanmerking kunnen komen voor de bij Verordening (EG) nr. 1474/95 van de Commissie(4) vastgestelde tariefcontingenten voor producten in de sector eieren. Daarom moet de economische marktdeelnemers van die landen de mogelijkheid worden gegeven om vanaf de toetreding onverkort gebruik te maken van die contingenten.

(2) Om te voorkomen dat de markt vóór en na 1 mei 2004 wordt verstoord, moeten de tranches voor 2004 worden gewijzigd ten aanzien van het tijdschema en aangepast ten aanzien van de verdeling van de hoeveelheden, zonder evenwel de totale hoeveelheden die bij de op grond van artikel XXIII en artikel XXIV, lid 6, van de GATT gesloten internationale overeenkomsten zijn vastgesteld, te wijzigen. Voorts moeten de uitvoeringsbepalingen worden aangepast met betrekking tot de termijn voor het indienen van aanvragen.

(3) Derhalve moeten, voor 2004, de in artikel 2 en artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1474/95 vastgestelde maatregelen worden gewijzigd en aangevuld.

(4) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor eieren en slachtpluimvee,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. In afwijking van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1474/95 worden voor de periode van 1 april tot en met 30 juni 2004 de contingenten als volgt verdeeld:

Voor groep E1:

a) 7 % voor de periode van 1 tot en met 30 april 2004;

b) 13 % voor de periode van 1 mei tot en met 30 juni 2004.

Voor de groepen E2 en E3:

a) 8 % voor de periode van 1 tot en met 30 april 2004;

b) 17 % voor de periode van 1 mei tot en met 30 juni 2004.

2. In afwijking van artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1474/95 worden de certificaataanvragen voor de periode van 1 mei tot en met 30 juni 2004 ingediend in de eerste zeven dagen van mei.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing van 1 april tot en met 30 juni 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 26 februari 2004.

Voor de Commissie

Franz Fischler

Lid van de Commissie

(1) PB L 282 van 1.11.1975, blz. 49. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).

(2) PB L 282 van 1.11.1975, blz.104. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 82916/95 van de Com,missie (PB L 305 van 19.12.1995, blz. 49).

(3) PB L 146 van 20.6.1996, blz. 1.

(4) PB L 145 van 29.6.1995, blz. 19. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1043/2001 (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 24).