Home

Verordening (EG) nr. 485/2004 van de Commissie van 15 maart 2004 tot wederinvoering van het preferentiële douanerecht bij invoer van eenbloemige anjers (standaard) van oorsprong uit Jordanië

Verordening (EG) nr. 485/2004 van de Commissie van 15 maart 2004 tot wederinvoering van het preferentiële douanerecht bij invoer van eenbloemige anjers (standaard) van oorsprong uit Jordanië

Verordening (EG) nr. 485/2004 van de Commissie

van 15 maart 2004

tot wederinvoering van het preferentiële douanerecht bij invoer van eenbloemige anjers (standaard) van oorsprong uit Jordanië

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 4088/87 van de Raad van 21 december 1987 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toepassing van preferentiële douanerechten bij invoer van bepaalde producten van de bloementeelt van oorsprong uit Cyprus, Israël, Jordanië, Marokko alsmede de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook(1), inzonderheid op artikel 5, lid 2, onder b),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Bij Verordening (EEG) nr. 4088/87 zijn de voorwaarden vastgesteld voor de toepassing van een preferentieel douanerecht op grootbloemige rozen, kleinbloemige rozen, eenbloemige anjers (standaard) en veelbloemige anjers (tros) binnen de tariefcontingenten die jaarlijks worden geopend voor de invoer van verse snijbloemen in de Gemeenschap.

(2) Bij Verordening (EG) nr. 747/2001 van de Raad(2), zijn communautaire tariefcontingenten geopend en is de wijze van beheer daarvan vastgesteld voor afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen, vers, respectievelijk van oorsprong uit Cyprus, Egypte, Israël, Malta, Marokko, de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook.

(3) Bij Verordening (EG) nr. 484/2004 van de Commissie(3) zijn de communautaire productie- en invoerprijzen voor anjers en rozen in het kader van de betrokken regeling vastgesteld.

(4) De uitvoeringsbepalingen van de betrokken regeling zijn vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 700/88 van de Commissie(4).

(5) Voor eenbloemige anjers (standaard) van oorsprong uit Jordanië werd het bij Verordening (EG) nr. 747/2001 ingestelde preferentiële douanerecht geschorst bij Verordening (EG) nr. 188/2004 van de Commissie(5).

(6) Uit de waarnemingen die overeenkomstig het bepaalde in de Verordeningen (EEG) nr. 4088/87 en (EEG) nr. 700/88 zijn verricht, moet worden geconcludeerd dat de in artikel 2, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 4088/87 bedoelde voorwaarden vervuld zijn voor een wederinvoering van het preferentiële douanerecht voor eenbloemige anjers (standaard) van oorsprong uit Jordanië. Het is derhalve nodig het preferentiële douanerecht opnieuw in te voeren.

(7) De Commissie dient, in de perioden tussen de vergaderingen van het Comité van beheer voor levende planten en producten van de bloementeelt, deze maatregelen zonder het advies van het comité vast te stellen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Voor de invoer van eenbloemige anjers (standaard) (GN-code ex 0603 10 20 ) van oorsprong uit Jordanië wordt het bij Verordening (EG) nr. 747/2001 vastgestelde preferentiële douanerecht opnieuw ingevoerd.

2. Verordening (EG) nr. 188/2004 wordt ingetrokken.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 16 maart 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 maart 2004.

Voor de Commissie

J. M. Silva Rodríguez

Directeur-generaal Visserij

(1) PB L 382 van 31.12.1987, blz. 22. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1300/97 (PB L 177 van 5.7.1997, blz. 1).

(2) PB L 109 van 19.4.2001, blz. 2. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 54/2004 van de Commissie (PB L 7 van 13.1.2004, blz. 30).

(3) Zie bladzijde 16 van dit Publicatieblad.

(4) PB L 72 van 18.3.1988, blz. 16. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2062/97 (PB L 289 van 22.10.1997, blz. 16).

(5) PB L 29 van 3.2.2004, blz. 10.