Verordening (EG) nr. 1093/2004 van de Commissie van 10 juni 2004 houdende afwijking van Verordening (EG) nr. 174/1999 met betrekking tot de geldigheidsduur van uitvoercertificaten in de sector melk en zuivelproducten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten⁽¹⁾, en met name op artikel 31, lid 14,

Overwegende hetgeen volgt:

1. In artikel 6 van Verordening (EG) nr. 174/1999 van de Commissie van 26 januari 1999 tot vaststelling van de specifieke uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad inzake de uitvoercertificaten en de uitvoerrestituties in de sector melk en zuivelproducten⁽²⁾ is de geldigheidsduur van uitvoercertificaten vastgesteld.

2. Teneinde rekening te houden met de potentiële gevolgen van de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Gemeenschap op 1 mei 2004 voor de communautaire zuivelmarkt en met de noodzaak om ontwikkelingen op de communautaire en de wereldmarkt te volgen, is in Verordening (EG) nr. 606/2004⁽³⁾ bepaald dat in afwijking van Verordening (EG) nr. 174/1999 de geldigheidsduur van uitvoercertificaten voor zuivelproducten waarvoor een aanvraag is ingediend vanaf 15 april 2004, wordt beperkt tot 30 juni 2004.

3. Uit een nauwgezette follow-up van zowel de interne als de wereldmarkt sinds 1 mei 2004 is gebleken dat een langere geldigheidsduur van de certificaten opnieuw kan worden ingevoerd zonder dat de goede werking van de gemeenschappelijke marktordening daardoor in het gedrang komt. Het is derhalve dienstig Verordening (EG) nr. 606/2004 in te trekken.

4. In het licht van een deugdelijk beheer van de GATT-verbintenissen inzake uitvoer is het dienstig de geldigheidsduur van uitvoercertificaten voor de betrokken productgroepen te wijzigen, rekening houdend met de aan het einde van het GATT-jaar in de respectieve uitvoercontingenten resterende hoeveelheden en met het oog op een optimaal gebruik van de beschikbare hoeveelheden.

5. De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: