De in bijlage I vermelde lidstaten krijgen toestemming om voor het vervoer over de weg binnen hun eigen grondgebied van slechts kleine hoeveelheden van bepaalde gevaarlijke goederen de in bijlage I vermelde afwijkende bepalingen vast te stellen.
2005/263/EG: Beschikking van de Commissie van 4 maart 2005 houdende toestemming voor de lidstaten om krachtens Richtlijn 94/55/EG bepaalde afwijkingen inzake het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg vast te stellen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 440) (Voor de EER relevante tekst).
2005/263/EG: Beschikking van de Commissie van 4 maart 2005 houdende toestemming voor de lidstaten om krachtens Richtlijn 94/55/EG bepaalde afwijkingen inzake het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg vast te stellen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 440) (Voor de EER relevante tekst).
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 94/55/EG van de Raad van 21 november 1994 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg(1), en met name op artikel 6, lid 9,
Overwegende hetgeen volgt:
Krachtens artikel 6, lid 9, van Richtlijn 94/55/EG moeten de lidstaten de Commissie voor het eerst uiterlijk op 31 december 2002 of twee jaar na de laatste toepassingsdatum van de gewijzigde versies van de bijlagen van de richtlijn vooraf in kennis stellen van hun afwijkingen.
Verschillende lidstaten hebben de Commissie uiterlijk op 31 december 2002 in kennis gesteld van hun wens om afwijkingen van Richtlijn 94/55/EG vast te stellen. Bij Beschikking 2003/635/EG van 20 augustus 2003 houdende toestemming voor de lidstaten om krachtens Richtlijn 94/55/EG bepaalde afwijkingen inzake het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg vast te stellen(2) heeft de Commissie deze lidstaten toestemming gegeven om de in de bijlagen I en II van die beschikking vermelde afwijkingen vast te stellen.
De bijlage van Richtlijn 94/55/EG is bij Richtlijn 2003/28/EG van de Commissie(3) gewijzigd. Krachtens Richtlijn 2003/28/EG moesten de lidstaten uiterlijk op 1 juli 2003 nationale wetgeving in werking doen treden, zodat 30 juni 2003 de in artikel 6, lid 9, van Richtlijn 94/55/EG bedoelde laatste toepassingsdatum is.
Enkele lidstaten hebben de Commissie in kennis gesteld van hun wens om afwijkingen vast te stellen. De Commissie heeft onderzocht of de kennisgevingen voldoen aan de voorwaarden van artikel 6, lid 9, van Richtlijn 94/55/EG en heeft ze goedgekeurd. Deze lidstaten dienen derhalve toestemming te krijgen om die afwijkende bepalingen vast te stellen.
Bij dezelfde gelegenheid wordt het wenselijk geacht alle afwijkingen waarvoor tot op heden toestemming is verleend, in één beschikking te groeperen. Beschikking 2003/635/EG dient derhalve te worden ingetrokken en vervangen.
Om ervoor te zorgen dat de situatie ten aanzien van de afwijkingen periodiek wordt geactualiseerd, dient de Commissie uiterlijk om de vijf jaar een voorstel in te dienen voor een algehele actualisering van alle bestaande afwijkingen.
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 9 van Richtlijn 94/55/EG ingestelde Comité voor het vervoer van gevaarlijke goederen,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Deze bepalingen worden zonder onderscheid toegepast.
Artikel 2
De in bijlage II vermelde lidstaten krijgen toestemming om voor het plaatselijk vervoer dat beperkt blijft tot hun grondgebied, de in bijlage II vermelde afwijkende bepalingen vast te stellen.
Deze bepalingen worden zonder onderscheid toegepast.
Artikel 3
Beschikking 2003/635/EG wordt ingetrokken.
Verwijzingen naar de ingetrokken beschikking worden opgevat als verwijzingen naar de onderhavige beschikking.
Artikel 4
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.