Home

Besluit van de Raad van 21 december 2005 betreffende de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Japan uit hoofde van artikel XXIV, lid 6, en artikel XXVIII van de GATT 1994 (2005/958/EG)

Besluit van de Raad van 21 december 2005 betreffende de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Japan uit hoofde van artikel XXIV, lid 6, en artikel XXVIII van de GATT 1994 (2005/958/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 133 in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin,

Gelet op het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Op 22 maart 2004 heeft de Raad de Commissie gemachtigd met enkele andere WTO-leden onderhandelingen te openen uit hoofde van artikel XXIV, lid 6, van de GATT 1994, in verband met de toetreding tot de Europese Unie van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek.

  2. De onderhandelingen zijn door de Commissie gevoerd in overleg met het comité dat is ingesteld bij artikel 133 van het Verdrag en volgens de door de Raad vastgestelde onderhandelingsrichtsnoeren.

  3. De Commissie heeft de onderhandelingen afgerond over een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Japan uit hoofde van artikel XXIV, lid 6, en artikel XXVIII van de GATT 1994. Deze overeenkomst dient te worden goedgekeurd,

BESLUIT:

Artikel 1

De overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Japan uit hoofde van artikel XXIV, lid 6, en artikel XXVIII van de GATT 1994 inzake de intrekking van specifieke concessies in het kader van de intrekking van de lijsten van verbintenissen van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek, in het kader van de toetreding tot de Europese Unie, wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

De tekst van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon of de personen aan te wijzen die bevoegd is, respectievelijk zijn, de in artikel 1 bedoelde overeenkomst in de vorm van een briefwisseling te ondertekenen en daardoor de Gemeenschap te binden(1).

Gedaan te Brussel, 21 december 2005.

Voor de Raad

De voorzitter

B. Bradshaw

VERTALING

Brief van de Europese Gemeenschap

Onderhandelingen tussen de Europese Gemeenschap en Japan uit hoofde van artikel XXIV, lid 6, van de GATT betreffende de wijziging van de concessies die vervat zijn in de lijsten van verbintenissen van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek, in verband met hun toetreding tot de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 21 december 2005

Excellentie,

Ik heb de eer te verwijzen naar de recente onderhandelingen tussen de Europese Gemeenschappen (EG) en de regering van Japan uit hoofde van artikel XXIV, lid 6, en artikel XXVIII van de GATT 1994 over wijziging van de concessies die vervat zijn in de lijsten van verbintenissen van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek, in verband met hun toetreding tot de Europese Unie. Deze onderhandelingen zijn geopend naar aanleiding van de kennisgeving van de Europese Gemeenschap van 19 januari 2004 op grond van artikel XXIV, lid 6, van de GATT.

Hierbij breng ik u het standpunt van de Europese Gemeenschap over, dat bij de onderhandelingen het volgende resultaat is bereikt:

  • 85254099: een verlaagd toegepast recht van 12,5 %;

  • 37023219: een verlaagd toegepast recht van 1,3 %;

  • 85254019: een verlaagd toegepast recht van 1,2 %.

De aangegeven lagere rechten worden toegepast gedurende vier jaar, dan wel tot in het kader van de tenuitvoerlegging van de resultaten van de Ontwikkelingsagenda van Doha het genoemde tariefpeil is bereikt, indien dit eerder is. Deze periode van vier jaar vangt aan op de datum dat de in deze brief beschreven maatregelen ten uitvoer worden gelegd.

De Europese Gemeenschap zal in haar lijst van verbintenissen voor het douanegebied van de Europese Gemeenschap 25 de concessies verwerken die in haar vorige lijst van verbintenissen waren opgenomen.

Zodra de Europese Gemeenschap en de regering van Japan bevestigen dat zij het eens zijn over bovengenoemd onderhandelingsresultaat, zulks na overweging ervan volgens hun eigen procedures, zal de Europese Gemeenschap bovenvermelde resultaten overeenkomstig haar interne procedures zo spoedig mogelijk toepassen, in ieder geval uiterlijk op 1 januari 2006.

Ik verzoek u te bevestigen dat de regering van Japan met het bovenstaande instemt.

Hoogachtend,

Namens de Europese Gemeenschap

Brief van Japan

Gedaan te Brussel, 21 december 2005

Excellentie,

Ik heb de eer u de ontvangst van uw brief welke als volgt luidt, te bevestigen:

„Onderhandelingen tussen de Europese Gemeenschap en Japan uit hoofde van artikel XXIV, lid 6, van de GATT betreffende de wijziging van de concessies die vervat zijn in de lijsten van verbintenissen van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek, in verband met hun toetreding tot de Europese Unie.

Ik heb de eer te verwijzen naar de recente onderhandelingen tussen de Europese Gemeenschappen (EG) en de regering van Japan uit hoofde van artikel XXIV, lid 6, en artikel XXVIII van de GATT 1994 over wijziging van de concessies die vervat zijn in de lijsten van verbintenissen van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek, in verband met hun toetreding tot de Europese Unie. Deze onderhandelingen zijn geopend naar aanleiding van de kennisgeving van de Europese Gemeenschap van 19 januari 2004 op grond van artikel XXIV, lid 6, van de GATT.

Hierbij breng ik u het standpunt van de Europese Gemeenschap over, dat bij de onderhandelingen het volgende resultaat is bereikt:

  • 85254099: een verlaagd toegepast recht van 12,5 %;

  • 37023219: een verlaagd toegepast recht van 1,3 %;

  • 85254019: een verlaagd toegepast recht van 1,2 %.

De aangegeven lagere rechten worden toegepast gedurende vier jaar, dan wel tot in het kader van de tenuitvoerlegging van de resultaten van de Ontwikkelingsagenda van Doha het genoemde tariefpeil is bereikt, indien dit eerder is. Deze periode van vier jaar vangt aan op de datum dat de in deze brief beschreven maatregelen ten uitvoer worden gelegd.

De Europese Gemeenschap zal in haar lijst van verbintenissen voor het douanegebied van de Europese Gemeenschap 25 de concessies verwerken die in haar vorige lijst van verbintenissen waren opgenomen.

Zodra de Europese Gemeenschap en de regering van Japan bevestigen dat zij het eens zijn over bovengenoemd onderhandelingsresultaat, zulks na overweging ervan volgens hun eigen procedures, zal de Europese Gemeenschap bovenvermelde resultaten overeenkomstig haar interne procedures zo spoedig mogelijk toepassen, in ieder geval uiterlijk op 1 januari 2006.”.

Ik heb de eer u mee te delen dat mijn regering het met de Europese Gemeenschap eens is, en dat er, wat de regering van Japan betreft, geen verdere interne procedure nodig is.

Hoogachtend,

Namens de regering van Japan